De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 13 januari pagina 2

13 januari 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 13 Januari 1934 N o. 2954 ASTORIA Weest geen struisvogels.... 2 orkesten Pe beroemde Mexicaansche Marimba-band De pittige Weensche favorieten Mr. M. Kann Het is haar zoowaar nog verweten! Men heeft haar verweten, dat zij zich in dozen druk heeft gemaakt. De vraag is ten onzent gestold: welk Nederlandsen belang is er mede gediend, dat de regeering voor Van der Lubbe clementie heeft (verzocht? Deze vraag kwam nog wel van sterk ^ationaal ingestelde zijde. i Dat heeft ons verbaasd en bedroefd. ! Welk belang? i. Is het dan geen belang, dat Nederland, waar ter Wereld het de belangen van eenen aan zich zelf overgelaten Nederlander in het spel ziet, over dien landsman een beschermende hand weet uit te strekken? ' En is het dan geen belang, dat Nederland, waar ter wereld het zich daartoe. geroepen ziet, aan gevoelens voor rechtvaardigheid en menschelijkheid, die in ons volk leven, uiting geeft? .Het was inderdaad een zeer groot belang vóór Nederland, dat ons land in dezen tijd van dooreenwarreling der denkbeelden, zijn denkbeelden, waar óók, zoover 't pas geeft, durfde te belijden. En het was ook van groot belang, nog grooter .belang, voor Nederland, te beseffen en te toonen, dat de Nederlandsche bVirger, zelfs de miserabelste,?waar hij zich ter wereld in 't gedrang bevindt, de beschermende hand van het vaderland gevoelen kan. Vér strekte zich eenmaal, voor den Romein, het klassieke civis romanus suin" uit; en het was een eer voor zijn land. Geen mindere dan de apostel Paulus riep dit, vol trots, tegenover de hoofdlieden, uit: ikben óók een burger geboren." En Duitschers willen zich de zelfbewuste rede voering van Keizer Wilhelm II in 1900 op de Saaiburg herinneren: het moet voortaan onbe twistbaar, en overal kunnen klinken: ,,ik ben een Duitsch burger". * De afmetingen, inzake Marinus van der Lubbe, zijn geheel anders. Maar het uitgangspunt was hetzelfde. Het is heugelijk, dat de Nederlandsche regeering voor eenen aan zijn lot overgelaten Nederlandschen burger is opgekomen, waar dat pas gaf. Er was gehoopt, dat die stem niet te vergeefsch zou zijn. De valbijl heeft vanmorgen een ander antwoord gegeven. Marinus van der Lubbe zal, als hij zich zelf ?gelijk gebleven is, over de executie zijn hoofd niet veel gebroken hebben. Vele, zeer vele anderen echter wél. Overal op de wereld rijst de vraag, waarom de Duitsche natie daartoe, zoo r cJesichtslos, heeft moeten overgaan. Het zal moeilijk vergeten worden, en de geschiedenis zegt, dat zulke politieke terechtstellingen zich eenmaal plegen te wreken. Toen Napoleon, om zijn eigen positie te bevestigen en zijn tegenstanders te ontwapenen, den Hertog van Enghien had laten doodschieten, zei Talleyrand: dat is erger dan een misdaad, het is een fout." Dat is later ge bleken ook. Neen, wij trekken geen vergelijking! Alle afmetingen en verhoudingen zijn in het onder havige geval volkomen verschillend. Ons komt alleen dit op de lippen: het is erger dan wat anders: het is zinloos. 10 Januari 1034. KUNSTZAAL VAN LIER ROKIN 126 i AMSTERDAM DOORLOOPEND TENTOONGESTELD KUNSTWERKEN VAN J O N G' E HOLLANDSCH E EN BU1TENL. MEESTERS Ontwapening en bewapening Frankrijk is met eenig succes bezig Duitschland terug te dringen naar Genève. 7eker, de Franschen verSlaren zich accoord met niet geringe concessies aan Duitscliland, mits de onderhande lingen over komende geleidelijke ontwapening verder daar gevoerd worden, waar zij thuis hooren: in Genève. Dat is geen bijgeloof, geen halsstarrig heid, geen doordrijverij van principes, maar een duidelijke omschrijving van de gedachte, dat het om een complex van vraagstukken gaat, die niet zoomaar tusschen Frankrijk en Duitschland ge regeld kunnen worden, maar waarbij een heele reeks andere staten en de Volkenbond zelf ook partij zijn. Hoe weinig Duitschland voor dat in zicht rijp is, bleek. vooral uit het verzoek van Hitler om nu al vast'het Saargebied zonder volks stemming aan Duitschland af te staan. Daar heeft Frankrijk-in-zijn-eentje niets over te vertellen. Het kan dit voorstel hoogstens met gunstig advies doorzenden aan den Volkenbondsraad. Maar zelfs dan zit er nog zooveel aan vast, dat het hoogst twijfelachtig is of men te Genève over alle for maliteiten zou heen stappen, ook over de uitdruk kelijke rechten van de Saarbevolking, ten behoeve van den heer Hitler dien het Geneefsche adresboek tegenwoordig niet meer vermeldt. Een nog scherper licht op de Duitsche menta liteit in deze onderhandelingen werpt het feit, dat het Hitler blijkbaar, heelemaal niets kan schelen of er van de ontwapening iets terecht kan komen, mits Duitschland maar tot zekere hoogte mag bewapenen. En dan mag Frankrijk, erg vriendelijk, zich zoo fiksch bewapenen als de Franschen maar willen Waar dat op uit moet draaien is duidelijk. Maar het is ook duidelijk dat de Franschen daar niet aan willen. En nu blijkt het, dat zij tóch een heel grooten steun hebben aan Engeland. Het is Sir John Simon blijkbaar gelukt, Mussolini er van te overtuigen, dat voortzetting der ontwapenings besprekingen van primair belang is, en hervor ming van den Volkenbond secundair. In dit ver band beteekent dat heel veel. Niets meer of minder dan dat onder de Westersche mogendheden de gemeenschappelijke overtuiging bestaat, dat men moet trachten gezamenlijk de ontwapenirigsbcsprekingen voort te zetten. Of men hoop heeft op slagen, is een andere kwestie. Maar dat men zich niet verantwoord vindt, zelfs de poging daartoe achterwege te laten, is van heel veel beteekenis. Ernstige lieden plegen, juist als zij overtuigd zijn, dat een ramp dreigt, waarlijk niets achterwege te laten om te trachten die ramp te verhoeden. In dit geval kan dat lukken, wanneer Duitsch land den weg naar Genève terug vindt. Op zijn minst dien naar de Ontwapeningsconferentie. Dat is echter een heel onzekere eventualiteit. En het heeft geen nut om voor struisvogel te spelen en zijn oogen te sluiten voor het gevaar dat er ontstaat, op het oogenblik dat Hitler niet bereid blijkt den weg van het verstand te betreden. Want dat de Franschen in dat geval het voornemen hebben met de klacht, dat Duitschland reeds veel te ver gegaan is inzake herbewapening, bij den Volkenbond aan te kloppen, is zeker. Even zeker, als Engeland's steun hiez'in. De weg van onverstand en onbezonnenheid Hoe weinig de regeering van het Derde Rijk op dit oogenblik nog bereid is den weg van het verstand te volgen, blijkt uit de wreedaardige executie van den half-onnoozelen Van der Lubbe. Indien men te Berlijn niet geheel on al in blinde woede (na bijkans een jaar!) heeft gehandeld, dan moet men toch twee zaken tegenover elkaar hebben afgewogen, en wel: 1°. de in-opportuniteifc om de Nederlandsche regeering voor het hoofd te stooten, en tegelijkertijd de geheele publieke opinie in het buitenland tegen zich in te nemen, en 2°. het belang, dat men er bij heeft, om dien jongen Van der Lubbe voorgoed het zwijgen op te leggen. Dit stemt tot nadenken. Ten processe' is het absoluut komen vast te staan, dat de brandstichter hulp gehad moet hebben. Na tien maanden zoeken heeft men geen schijn van bewijs gevonden dat deze hulp van communistische of socialistische zijde is gekomen. Integendeel, het is komen vast te staan, dat, wie men in dat kamp ook maar zou kunnen verdenken, volkomen vrij-uit ging. Aan den anderen kant (en dat zal pas later naar waarde kunnen worden geschat) heeft Van der Lubbe zich, de paar maal dat hij niet in een toestand van verdooving was, op merkwaardige wijze versproken. ... Reden genoeg voor een revisie van dit Dreyfusproces, in latere, rustiger tijden. Blijkbaar hebben de tegenwoordige machthebbers het noodzake lijker geoordeeld, dit zooveel als in hun macht lag te voorkomen, dan er voor te zorgen, dat op een hoogst ongunstig oogenblik de publieke opinie in heel de wereld zich opnieuw verontrust zou gaan voelen over de bloeddorstige onbezonnenheid der germaansche opperhoofden. Dreigt soms gevaar? ....Is onraad daar? Kalm 't huis verlaat gij staat op straat.... Met deze wijze raadgeving is het brandscherm van den Koninklijken Schouw burg in Den Haag beschilderd en daarmee is dan ook het oud-Hollandsch adagium geformuleerd, dat men zich bij dreigend onraad kalm moet gedragen. Zenuwachtige lieden en stokebranden plegen zich daarentegen van dit voorschrift heel weinig aan te trekken. Dit blijkt alweer uit de beide circu laires die de heer Mussert hier, na zijn terugkomst uit Duitschland, heeft laten verspreiden. Het blijkt dat deze volksmenner zich nu meer en meer op Duitschland heeft georiënteerd, openlijker dan voorheen het gezag tegenwerkt, en storm hoopt te oogsten. In deze pamfletten beweert hij, dat als vaststaand gebleken is (wat niet het geval is) dat de brand in de telefooncentrale het werk is van communistische terroristen, dat eenige scheepsbranden,hierte lande in den laatsten tijd ontstaan, dat ook zijn en dat er nog rampen, zooals spoorwegaanslagen e. d. van die zijde met stelligheid te wachten staan. Als hem daarvan inderdaad feiten bekend zijn, is het zijn plicht zich kalm te houden en zijn gegevens aan de betrokken autoriteiten, aan de justitie, mede te deelen. Insinuaties als de bovenstaande, van den ingenieur en zijn boy-scouts, zijn gevaarlijk, omdat zij verzonnen zijn met geen ander doel dan: stemming maken. Van daar tot het provoceeren van een brandje, is slechts n stap. Verder tracht hij haat en onrust te zaaien, door de bewering te verspreiden, dat de Duitsche vluchtelingen communisten immers, volgens dezen ingenieur hier de snoodste plannen beramen tegen het Nederlandsche gezag (dat zij innig dankbaar zijn). Neen, er is geen spoor van te bemerken, dat de uit Duitschland gekomen vluchtelingen zich hier met politieke twisten inlaten. Ware ir. Mussert hiervan wel iets bekend, dan geldt hier weer de opmerking: Waarom heeft hij daar het bevoegd gezag niets van medegedeeld? Wij wachten er op, dat dit alsnog zal gebeuren. Blijft dat echter achterwege, dan rest ons niets dan aan te nemen, dat deze bewering geen ander doel heeft dan lage hartstochten op te Wekken bij breede lagen der bevolking, gelijk aan die, welke in Duitschland tot de Jodenvervolgingen geleid hebben. Er is reden te over om niet de oogen te sluiten voor de gevaren, die hier dreigen l

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl