Historisch Archief 1877-1940
Nx>.~2886
De Groene Amsterdammer van 20 Januari 1934
15
Roosevelt spreekt
C. A. Klaasse
De nieuwe plannen
H«t zal een slag voor alle economische
chroniqueurs zijn wanneer Boosevelt's ambtsperiode
«en j einde neemt. Zelden bestond er zulk een
betrouwbaar en regelmatig copy-verzorger, min
stens een kwart van het jaar verschaft hij ons
rijkelijk stof voor beschouwingen. En het mooiste
is wel, dat elke nieuwe zet zoo origineel is, dat
men weer van voren af aan kan beginnen de
spelpositie uiteen te zetten, want van den ouden stand
blijft weinig over. Hij is nu een jaar bijna met zijn
laboratoriumproeven bezig, en tenslotte zijn we nog
niets verder dan in April van het vorige jaar,
althans principieel niet, practisch is het eenige
verschil dat de dollar nog eenige tientallen procen
ten verder in'waarde is gedaald. Nu is dat tenslotte
belangrijk»genoeg voor den houder van een dollar
obligatie, óf een fabrikant die met Amerikaansche
concurrentbn te kampen heeft, maar het heele
geval is toch wel doodvervelend. Sedert het tweede
goudembargo, dat in April 1933 werd afgekondigd,
heeft Roosevelt zijn heele'energie vrijwel verbruikt
op het doen dalen van de externe waarde van de
landsmunt. Etappegewijs h«eft hij zich gewend
aan Steeds grooter waarde verval, eerst sprak hij
van 10 pCt., en toen hij zich kort daarop liet
machtigen om de goudwaarde van den dollar
tjot 50 pOt. terug te brengen zal waarschijnlijk
geen haar op zijn hoofd eraan gedacht hebben
tiat het ooit in de verste verte daartoe zou komen.
Deze machtiging was, zooals maanden lang de
flieele muntdepreciatie, gebaseerd op het psycholo
gisch effect. En wat de koersdaling betrof werkte
<iit gif uitmuntend. Totdat krachtiger ingrijpen
noodig werd; een paar maanden geleden werd
déze weg verlaten en de druk op den dollar
koers daadwerkelijk ter hand genomen via de
goudtransacties van de Refico. In dit tijdvak
van bijna een jaar is meermalen de kwestie van
«véntueele stabilisatie van den dollar ter sprake
gekomen, dikwijls tegen den tijd dat een nieuwe
' leening moest worden geplaatst, maar was dat motief
achter den rug dan begon het spel weer opnieuw.
Zoodat er over het geheel genomen, ondanks de
met veel pathos telkens aangekondigde verkla-'
ringen" van den president, nimmer een wijziging
is gekomen in de grondidee van de opbouwplannen:
herstel van het vroegere prijspeil door daling
van de goudwaarde van den dollar. En zoo is dan
nu weer een stap gezet op den weg van het
herstelprogram, die in Amerika als een mijlpaal
in de geschiedenis wordt aangemerkt. Al verschei
dene dagen zoemden er stabilisatiegeruchten in
de lucht. Nu heeft dan Roosevelt gesproken, zijn
voorstellen zgn aan het Congres voorgelegd. Zal
het congres dansen naar de pijpen van den presi
dent? En als het dat doet wat dan nog"?
* *
*
Na alle met veel bombarie aangekondigde
wendingen" in Roosevelt's politiek, die nimmer
aen werkelijke wending beteekenden, is men geneigd
ook nu een behoorlijke dosis scepsis te betrachten.
Om te beginnen moet men wel erg optimistisch
zijn om de voorgestelde maatregelen als stabili
satie of de voorbereiding daartoe te beschouwen.
Het directe feitelijke gevolg is tenminste een daling
van den dollarkoers geweest tot circa ? 1.52 !
En wat de beperking van het laagterecord tot
50 pCt. van de oude goudwaarde betreft moet
opgemerkt worden, dat, volgens de boven reeds
vermelde oude machtiging, die limiet ook al bestond,
terwijl geen sterveling tot nu toe met dieper koers
daling rekende. Het zal wel waar zijn dat Roose
velt op de Amerikanen den indruk wil vestigen, dat
hun landsmunt weer een veiliger beleggingsbasis
.vertegenwoordigt dan voorheen, hij moet immers
een slordige 10 milliard leenen, maar men moet
er toch Amerikaan voor zijn om zich gerust te
laten stellen door de mededeeling dat de regee
ring ervoor zal zorgen, dat de waarde van de munt
waarin je geld belegd moet worden, niet boven
een zeker peil stijgt.
Laten we intusschen de practische gevolgen
Tan de nieuwe voorstellen eens bezien:
1. Voor de koersbeweging van den dollar zal een
toepassen van de geschetste politiek beteekenen,
dat de schommelingen voorloopig beperkt blijven
tusschen ? 1.25 en / 1.50. Zonder beteekenis is dit
geenszins. Immers voor het eerst is hiermee officieel
een grens naar boven voor den koers vastgelegd. Tot
voor eenige maanden kon men nog altijd denken
dat de kans op herstel van de noteering, zelfs
een zeer krachtig herstel tot niet ver van de oude
pariteit, niet uitgesloten was. Immers het eenige
doel met de depreciatie is altijd geweest: herstel
van het prijsniveau. Wanneer dat doel op een of
andere manier bereikt werd dan was de
dollarnoteering voor de regeering verder volstrekt
onbelangrijk, men zou die laten loopen, en dat
zou wel eens een zeer belangrijke stijging kunnen
beteekenen wanneer maar de wereldprijzen der
stapelproducten meegingen met de dollarprijzen.
Nu men voor de devaluatie van den dollar een
maximum van 60 pOt. wil vaststellen en de conse
quenties daaruit al wil trekken in den vorm van
bestemming te geven aan de winst op den
monetairen goud voorraad is een herstel boven die grens
nauwelijks meer denkbaar. Maar zelfs deze conse
quentie is van meer academische dan practische
beteekenis, omdat immers in de paar laatste maan
den nauwelijks meer aan belangrijk koersherstel
werd gedacht. De tweede beperking van het
koersverloop, die naar beneden tot 50 pOt.,
heeft al evenmin veel beteekenis, practisch niet
omdat niemand voorloopig aan een lagereii koers
had gedacht, theoretisch niet omdat als Roosevelt
over een half jaar denkt dat verdere depreciatie
nuttig is, hij niet zal nalaten dat voor te stellen.
2. Voor de openbare financiën hebben de jongste
voorstellen deze beteekenis, dat een deel van het
begrootingstekort, mede ontstaan door de finan
ciering van het herstelprogram", niet gedekt
behoeft te worden door geldleening een methode
van dekken die, als gevolg van den rentelast, op
de toekomstige budgetten een nieuwen last legt
maar door de boekwinst op het goudbezit van het
land door de voorloopige devaluatie te maken.
Aanvankelijk had men gedacht dat de heele winst
voor dit doel zou worden aangewend, maar van
de rond 4 milliard papierdollar winst, die aldus
gemaakt zal worden, is voorgesteld niet minder
dan 2 milliard te bestemmen voor de vorming
van een koersnivelleeringsfonds. Nu kan natuur
lijk de regeering het grootste deel van dat fonds
beleggen door het in de schatkist te storten en
dan is hetzelfde doel bereikt als wanneer het tot
dekking van het begrootingstekort wordt aange
wend, zij het dan dat boekhoudkundig de schat
kist aan het fonds, dat ook van dea Staat is,
een schuld heeft.
3. Voor het prijsniveau in de V. S. laat de invloed
van Roosevelt's jongste geesteskinderen zich niet
gemakkelijk voorspellen. Voor zoover men het
wil hebben van den invloed der externe dollar
waarde, den wisselkoers dus, mag men nauwelijks
op meer succes hopen dan tot nu toe werd behaald
en dat was machtig karig. Trouwens de 60
pCt.koers is al bereikt, dus indien al van een stiniulans
der prijzen sprake zou zijn dan zou dat toch alleen
kunnen bij verderen koersdruk en het is de vraag
of die per se in de bedoeling ligt; uit het stellen
van de bovengenoemde grenzen zou men dat niet
afleiden. Iets anders is of de prijzen niet beïn
vloed kunnen worden door de uitwerking op de
interne waarde van den dollar der voorgestelde
maatregelen. Voor zoover de goudwinst gebruikt
wordt tot dekking van het begrootingstekort
beteekent dat een stijging van de circulatie die
in niets verschilt van het vulgaire drukken van
greenbacks om de schatkist te vullen. En dat
zou de prijzen zeker kunnen beïnvloeden, maar
men mag hierbij alweer niet vergeten dat de circu
latie nog zooveel ,,in te halen" heeft op de reeds
nu bestaande dollarkoersdaling. Opvallend is het
dat Roosevelt uitdrukkelijk verklaard heeft geen
verdere inflatie te wenschen, terwijl zijn plan
tot nationalisatie van het goudbezit niets anders
is dan onvervalschte inflatie ten beloope van de1
,, goudwinst".
Erg enthousiast kan men over de resultaten
dezer analyse moeilijk zijn. Voor den dollarkoers
is het directe resultaat een daling met bijna 5 pOt.,
terwijl misschien een iets geringer fluctuatie te
verwachten is. Voor de openbare financiën is
een resultaat bereikt dat niet kwaad lijkt doch
in wezen volkomen gelijk is aan het laten draaien
van de bankpapierpersen, terwijl tenslotte voor
het prijsniveau en de conjunctuur weinig ver
wacht kan worden, hoogstens een consolidatie
van den invloed der dollarkoersdaling op de prijzen
der stapelproducten, wat dan nog het beste
resultaat zou zijn !
* *
*
Nu de concrete feiten! Wat gebeurt er?
1. Het muntwezen ondergaat deze wijziging:
dat een voorloopige devaluatie tot 60 pCt. een feit
zal worden, maar van stabilisatie is nog geen sprake,
de plannen gaan niet verder dan dat voor de depre
ciatie 40 pCt. als minimum is vastgesteld. Princi
pieel is misschien het meest van beteekenis, dat
men het goud toch als basis voor de munteenheid
blijft ambieeren, al weet men dan nog niet hoe
precies die basis zal worden. De idee van den
rubber-dollar, of den goederen-dollar schijnt hier
mee niet in overeenstemming te zijn. Maar
Roosevelt sprak nog steeds van een dollar die
altijd dezelfde koopkracht zal houden, en als hij
dat wil dan moet hij zeker het goud derhalve
practisch: de andere op goud gebaseerde munten
niet als grondslag nemen.
2. Het goud wordt bij de centrale bank, het
Federal Reserve System weggehaald en onder
beheer van de schatkist gebracht. Men kan daar
over moord en brand schreeuwen, omdat daardoor
de heele invloed op het geldwezen naar den Staat
wordt verlegd, maar men komt tot bedaren
wanneer men realiseert dat in Amerika, ondanks
de scheiding van geld en staat", practisch de
staat het muntwezen maakt en breekt. Zou de
dollar ooit een cent gedeprecieerd zijn wanneer
de staat er niet in had gemachineerd ?
3. Er zal een koersnivelleeringsfonds worden
ingesteld. Engeland heeft dit al geruimen tijd
en Roosevelt was daar machtig jaloersch op. De
Engelschen beweren natuurlijk, dat het Ameri
kaansche fonds heel wat anders beoogt; de Engel
schen wilden inderdaad nivelleeren, de Ameri
kanen willen stijging van den koers voorkomen,
zeggen zij. Antwoord: 99 pCt. van de functie van
het Engelsche fonds is ook geweest: stijging van
den pondenkoers te voorkomen. Toch is er een groot
verschil tusschen beide fondsen. Het Engelsche
begon met een saldo in ponden, kon dus alleen
ponden afgeven en alleen koersdrukkend werken.
Het Amerikaansche fonds begint met een bezit
aan goud en kan dus als het wil den dollarkoers
ook steunen. Het Engelsche fonds kon pas
steunen nadat het zich een zeker, bezit aan goud
of deviezen had verschaft t Tocih krijgt men uit
alles den indruk dat voor Amerika ook in de eerste
plaats de bedoeling zal zijn dollarstijging tegen
te gaan, waarvoor dus het goudbezit van het fonds
niet noodig is, omdat hiervoor immers dollars
moeten worden afgegeven. Het eenige wonderlijke
aan het heele geval is echter, dat daarvoor het
fonds absoluut niet noodig is, niet alleen niet in
dezen omvang maar heelemaal niet. In Engeland
was dat wel zoo omdat immers aankoop van goud
of deviezen niet door de Bank of England kon
geschieden wijl haar balans nog steeds op de oude
goudwaarde is afgestemd. Men moest een ander
lichaam creëeren om te opereeren.. In Amerika
erkent men wel de veranderde goudwaarde,
maar dan is er ook niet het minste bezwaar om
koersstijging te laten tegenhouden door de
reservebanken of de schatkist. Ook nu zal practisch het
nivelleeringsfonds het gekochte goud telkens
naar de schatkist brengen om met de aldus te
verkrijgen goudcertificaten weer biljetten der
reservebanken op te nemen of aldaar een saldo
te creëeren. Daarvoor een fonds aan te houden is
volkomen overbodig, tenzij.... pour pater Ie
bourgeois.
Zoodat, alles bij elkaar genomen, de nieuwe
plannen niet veel om het lijf hebben. De
goudlanden zujlen zich alleen moeten realiseeren dat
zij blijvend met een lagen dollarkoers rekening
te houden hebben met alle gevolgen van dien op
im- en exportmogelijkheden. En Engeland? Zal
misschien repratrieering van gevluchte kapitalen
door Amerikanen indien die zich om den tuin
laten leiden met beide handen aangrijpen om
het pond wat te laten zakken; teneinde te ver
mijden dat de exportvoorsprong op Amerika
heelemaal verloren gaat.