Historisch Archief 1877-1940
I;
,
Ma tnère l'Oye"
Ballet van Maurice Ravel opgevoerd
door de Rotter- r
damsche Volks
universiteit " "~
. -'"i
X «???
Ter opening van de tweede helft van het winter
seizoen 1933/34, gaf de Rotterdamsche Volks
universiteit op Zondagmiddag en Maandagavond
14 en 15 Januari een tweetal zeer geslaagde op
voeringen van Ma Mère l'Oye", ballet in een
voorspel, vijf tafereelen en een apotheose door
Maurice Bavel.
De regie was aan Ko Arnoldi toevertrouwd, de
decors waren ontworpen
door Wirn Engelse, even
als de benoodigde
costuumschetsen welke on der
bekwame leiding vanmej.
M. M. Tak door leerlin
gen van de Industrie
school te Rotterdam
werden uitgevoerd; de
dansen, waren ingestu
deerd door mevr. A.
Samson-Catz
terwijl^verschillende maskers door
Harry van Tussenbroek
vervaardigd waren, die
overigens de leiding van
de aankleeding van het
grootsche spel in handen
had en daarop zijn fan
tastisch stempel drukte.
Het orkest, gevormd
door cursisten van de
Volksuniversiteit werd
geleid door Frans Vink.
De decorateur Engelse
schilderde (inbegrepen
enkele tusschenschermen)
in hoofdzaak vier groote
achterdoeken: voor den
Toovertuin; voor de se ne
der Schoone en het Beest
en .van de Prinses der
Pagoden, alsmede voor
het bosch van Klein
Duimpje. Hoewel eerst
genoemd decor in zijn
exotisch karakter stellig
den kleurigsten en
feestelijksten indruk maakte met zijn zwierige
bloemslingers en reusachtige zonnebloemen in geel en
oranje; met zijn hoog opschietende ranken en
plantendieren in rood en blauw tegen een azuren
hemel met een grond van diep groen, was zonder
twijfel zijn bosch-décor als ruimte en stil te-suggestie
het allerbest omdat het kleuren geven der costuums
en dat der omgeving volkomen samenging en het
sterkst de sprookjes-sfeer benaderd werd.
Bijzonder fijn van stemming was vooral het
opkomen der kinderen in het woud, met Klein
Duimpje in de achterhoede zijn broodkruimels
uitstrooiend (hoe- onroerend was hier dit kinderlijk
gebaar!) Onwillekeurig werd men herinnerd aan
Copeau en zijn sympathieke troepje van jongeren
waarmede hij, in zijn verlangen naar bevrijding
van het Tooneel van veel dat verouderd is. ook in
o-ns land optrad.
v Goed was ook het opgesteld staan van een
%\4 groote groep spelers tegen het achterdoek
;? van den Toovertuin. De regisseur Arnoldi deed
hierbij een wel zeer gelukkigen greep: de figuren
sloten zich volkomen aan bij de bijzonderheden
van het decor en er werd aldus een merk
waardige eenheid bereikt.
Een hoogtepunt vormde het onderhoul tusschen
de Schoone en het Beest en de scène waarin de
Keizerin der Pagoden danste.
Had men reeds bij het verschijnen van een
tweetal rappe negertjes (wier taak het was telkens
een uit den hemel neerdalend schild voor te
brengen waarop de aankondiging der verschillende
tafereelen vermeld stond, en die ook als page van de
Schoone optraden) een paar geslaagde maskeeringen
door Harry van Tussenbroek kunnen waardeeren,
in het derde tafereel kon hij ten volle toonen wat
hij in zijn mars heeft in een ontzaglijk angst
wekkend, grijpgraag monster: groen, met oranje,
scherp gepunte rugkam, zeer suggestief de Schoone
belagend onder den ban eener beurtelings lokkenden
en afwerenden dans, terwijl de beide negertjes staan
te bibberen van schrik.
Doch als zich uit het monster een sprookjesprins
ontpopt dragen zij onbevreesd zijn doodomhulsel
en kop in twee stukken weg. . . .
De prinses en de draak
Ook in het vijfde tafereel vond de bekwame
maskermaker een kans vrij welke op kranige
manier werd benut, .want daarin treedt een troep
Chirieesche dansers op en het l^eelijkerdje, allen
gemaskerd alsmede een groene slang.
Kn nu is dit het goede, dat met uiterst
beperkte middelen zooveel werd bereikt ! Men
heeft gewoekerd met de beschikbaar gestelde
materialen. Ook in de costumeeririgen, welke
frisch en fleurig, behoudens een enkele uitzonde
ring, bleef men geheel in stijl van Havel's ballet.
Kr is iets bereikt waarmede de auteur ongetwijfeld
ingenomen zou zijn geweest indien hij de opvoe
ring van zijn spel had kunnen bijwonen.
Of hij ingenomen zou zijn geweest met de al te
lange openbare les welke daaraan voorafging,
vanwege den leider van het orkest (dat zich overi
gens goed van zijn taak wist te kwijten), is een andere
kwestie.
Het blijft overigens altijd een waagstuk een.
dergelijk werk als dit moderne muzikale
mimenspel door dilettanten te doen uitvoeren, ook al
geschiedt dit onder de hoede en volgens aanwijzing
van verschillende vak
lieden. Merkwaardiger
wijze is het bij het dilet
tantisme wel zcó gesteld
(en dit geldt vooral in.
sterke mate van het
Tooneel!) dat wat gebo
den en bereikt wordt of
heel goed, of heel'slecht
is!....
!i Een middenweg schijnt
hierbij niet ^te bestaan.
Ditmaal was het bijzon
der goed want het ging
alles zoo natuurlijk eu
ongedwongen in zij n werk :
er werd niet zooveel lust
en vrijheid gedanst en ge
speeld dat het waarlijk
niet te verbeteren was.
Denken wij dan aan den
stoeren kok terug met zijn
rood en wit gestreept buis.
roode spanbroek en punt
schoenen; de bolle kop
getooid met een enorme
muts, zooals hij daar
rondging, met aan eiken
arm een keukenprinses.
dan kunnen wij zeggen
dat de Kotterdansehe
Volksuniversiteit inder
daad een maal bereidde
dat naar mér smaakte.
trouwens onzen indruk
samenvattend, kan
i>-e. tuigd worden dat wat
door leerlingen, docenten
en. . . . personeel der stichting geboden werd wel
zoo goed was, dat men betreuren kan dat het bij
twee opvoeringen blijft.
OTTO VAN TUSSENBROEK
Nieuwe uitgave»
In offsetdruk is bij A. v. d. Weerd l-e Arnhem
een aanplakbiljet en een winkelbiljet verschenen
voor do a. s. Automobiel-tentoonstelling in het
K.A.[.-gebouw te Amsterdam, van O tot IK Fe
bruari. Het is ontworpen door Jacob JanMiiui en i K
uitgevoerd in blauw en rood.
B.