De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 20 januari pagina 4

20 januari 1934 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 20 Januari 1934 N o. 2955 Janacek Constant van Wessem Gedrang van bezoekers ', Janacek en Tarras Uu J ha" Telkens wanneer ik muziek van Janacek hoor kan ik het niet ontgaan een psychische verwant schap tusschen Janacek en Moussorgsky te voelen. Niet een directe melodische overeenkomst, maar een verwantschap tusschen hun methoden van zich muzikaal te realiseeren in hun werken. Er 'is overeenkomst in expressie. Beiden hebben 'dat lichtelijk fragmentarische, dat kort aangeboidene en snel wisselende in hun muzikale expressie, het ruige in hun harmonie, dynamiek en rythmiek, dat soms grillig tot op het gefor ceerde af aandoet en dat toch een aandoening Van een muzikale ? oertaai geeft. Moussorgsky is ineer barbaar", Janacek is in geciviliseerdere muzikale contreyen opgegroeid, maar beiden her inneren meer aan. 'den muzikalen dilettant dan aan 4en beroepsmusicus. Hun muzikale materie blijft foor hen steeds een probleem, een terrein, dat steeds weer tot nieuwe ontdekkingen leidt. Janacek heeft zijn gedachten daarover neergelegd in twee theoretische verhandelingen over de techniek der ntuziek, moeizaam geschreven en bijna onleesbaar 4oor de geheel persoonlijke formuleeringen, maar waaruit duidelijk blijkt hoe hij zijn geheele leven }ang vervuld is gebleven van de onontgonnen gebieden der muziek, die iedere componist voor zichzelf ontdekt. Ook hierin komt hij mét Mousorgsky overeen, die ook steeds vernieuwer bleef fen "'dien men daarom in zijn tijd voor bizar en onhandig hield. Wat de verwantschap betreft valt nog een merkfraarcUgheid op: Janacek's voorliefde voor het Russische onderwerp .v Hij schreef verschillende -%erl5ftB, 'geïnspireerd op Eussische schrijvers. Op pen .iele door Rusland vond hij het gegeven voor i MJH ' opera , Katia Kabanova", zijn laatste opera heeft tot onderwerp het Doodenhuis" van ostojëwski. Tolstoj's Tarras Bulba" ~ inspireerde hem tot een symphonische rapsodie, diens KreutzerSonate tot een kwartet. Ook in een voorliefde voor IWlde en primitieve hartstochtelijkheid, in een Beker "pessimisme komt Janacek met Moussorsky overeen. Er zijn bij onderzoek dus genoeg oorzaken te -vinden, die verklaren waarom een psychische Verwantschap tusschen Janacek en Moussorgsky zich bij het luisteren naar Janacek's muziek aan Mij kan opdringen. > * * i ? . * t ' ' i , De Tsjech Leos Janacek werd in 1854 dus |6 jaar na Moussorgsky in de vlakte van Ktoravië. geboren. Hij werd aanvankelijk voor den geestelijken muzikalen stand opgeleid.Hij moest zich langen tijd door een moeilijk leven heen slaan, en veertig |a»r besteedde hij aan het doen slagen van n dbor hem opgerichte orgelschool, die niet wilde rendeerèn en waaraan hij veel tijd verloor dien hij anders aan de i compositie had kunnen wijden. Daarnaast deed hij o.a. journalistiek werk op muziekgebied. De dramatische muziek trok hem onwee'rstaanbaar aan, daarin ook alweer verwant met Moussor'gsky, hij componeerde vele opera's, die ? opgevoerd werden en waaronder ,,Jenufa" als zijn meesterwerk geldt. Daarnaast was het vooral vocale muziek, die hij heeft gecomponeerd, 4e beroemde Mis, de volksgezangen, het Journal «ft'un disparu", enz. Symphonische gedichten j'/Farras Bulba". Ballade van Blanïck", een.Sinfbnietta, een Concertino voor piano, een strijk kwartet op Tolstoj's Kreutzersonate, een octet, enz. | Hij is in 1928 overleden. Janacek wordt tot de grootste Tsjechische com ponisten gerekend, hoewel zijn roem in het buitenlland zeer langzaam en pas later doordrong en wij hem ten onzent eerst in de allerlaatste jaren leerden kennen en waardeeren. Deze late erkenning dankt Janacek wel in de eerste plaats aan zijn weinig vloeiende en voor het ongewende oor wat gewild en fantastisch aandoende wijze van zich uit te drukken, hij is in zijn overgangen en har monische effecten wat plotseling en schijnbaar van onmotiveerbare invallen afhankelijk. Het is in dat opzicht merkwaardig, dat hij juist in die werken, die het publiek het meest aanspreken, het minst oorspronkelijk is. Melis Stoke Teekcningea Haringen van Beek Vrijelijk en ongedwongen Wat doet een mensch als er teveel bezoek is? De vraag is al dikwijls gesteld en. niemand weet er een antwoord op te geven. Men kan de menschen toch niet aan het verstand brengen dat ze beter doen maar weer weg te gaan en dat er geen stoelen genoeg zijn? Eeuwenlang kunnen vragen onopgelost blijven maar op zekeren dag breekt de oplossing als een lichtstraal door het duister. Ik heb haar gevonden en ik ben daarvoor grooten dank verschuldigd aan de gemeente Amsterdam, Luistert naar mijn avontuur: toen de Pelikaan op Schiphol zou landen, waren vijftienduizend menschen naar het vliegveld getogen en ze hebben er gewacht tot het grootsche oogenblik. Onder die menschen waren er velen, die uitgenoodigd waren door onze populaire en voortreffelijk geleide Luchtvaartmaatschappij. Maar, zooals men weet, is de Luchtvaartmaat schappij geen heerscheresse over het Amsterdamsche vliegveld. Dat is de gemeente zelve en daarom wordt er orde gehouden door agenten te paard, te voet en per motorfiets. Deze agenten bewogen zich, zooals het in mon daine kronieken zou heeten, vrijelijk en onge dwongen onder de gasten". Nu moet men weten, dat, als een agent zich vrijelijk en ongedwongen beweegt, het zaak is uit zijn buurt te blijven, want dan kunnen er blauwe plekken en bloedneuzen voorkomen. De gasten bleven dan ook voor zoover mogelijk uit de buurt van de Amsterdamsche agenten die niets te maken hadden met de charmante ontvan gende Luchtvaartmaatschappij. Maar toen de emotie steeg en de menschen zich teveel gingen bewegen, begonnen de politieagenten moeilijk te worden, zoo ongeveer alsof ze zich temidden van een revolutionnaire menigte bevonden in plaats van te ,midden van de gasten van iemand anders dan hun directe lastgevers. Zoo geschiedde hét, dat diverse gasten plotseling in hun oor hoorden brullen dat ze opzij moesten gaan, of achteruit of heelemaal weg, en het is zelfs zoover gekomen dat Smirnoff, toen hij na afloop met zijn huisdokter een auto wilde bestijgen om naar zijn zieke vrouw te rijden, plotseling een wilden diender in zijn buurt zag opduiken, die wild riep van ruimte-ruimte en het hem bijna onmo gelijk maakte in te stappen. Laat ik dadelijk zeggen, dat ik zonder kleer scheuren tusschen de agenten en paardenhoeven uit ben gekomen, maar toen we wegreden zeiden mijn vrouw en ik tegelijk dat er toch wel wat in het idee zat. We hebben het dadelijk toegepast door een nieuwjaarsreceptie te houden voor achthonderd menschen. Natuurlijk verwachtten wij dat er vijfhonderd zouden thuisblijven want ons huis biedt slechte ruimte voor driehonderd op zijn hoogst. Het gedrang in de hal en de kamers was ver schrikkelijk. Telkens gingen vazen aan scherven en gordijnen aan flarden. De grond lag bezaaid met. bibelots en er werden bezoekers bewusteloos naar de bovenetage gedragen. Er moest iets gedaan worden. Halverwege de receptie herinnerden we ons wat er te Schiphol gebeurd was. Niemand betwijfelt de charmante gastvrijheid van de K.L.M, maar niemand had er wat bijzonders in gezien dat diemin of meer bedreigd werd door de Amsterdamsche politieagenten. C O C Met zijn huisdokter Mijn vrouw en ik straalden van geluk Welnu, ik sloop uit de ontvangkamer en belde de politie op. Commissaris, zeide ik. ... er is zoo'n gedrang: van gasten in ons huis, zoudt u wat mannetjes willen sturen om een charge uit te voeren.... Wat... . schreeuwde de commissaris.. . . eencharge op uw gasten. ... ? Bent u gek.. .. ? Ze hebben het op Schiphol ook vrijwel gedaan, zeide ik kalm.... Maak nu maar niet. zooveel praatjes en stuur de lui. Ze kwamen, tl hadt het moeten zien. Mijn vrouw en ik straalden van geluk. De agenten drongen het huis binnen onder het geroep van ruimte en opzij en achteruit..,. Ze riepen vreeselijke woorden en we zagen menschen die harde klappen kregen met gunimistokken en. sabels. . .. In een oogwenk hadden we ruimte. ' Voor zulke dingen is de politie in een woord -i-de-aal. . .. Is het niet wat erg. . . . ? vroeg mijn vrouw later twijfelend toen ze een paar schoenen CIL flarden van jacquette-panden onder de sofa's vond* Ben je mal, zei ik. ... tegen gedrang bestaat maar een middel.... Je moet de menschen in huu eigen belang beschermen. Dan hadden ze maar niet allemaal moeten komen, wat drommel.... En zoo was het alles bij elkaar gekomen nog eeri genoegelijke dag. . .. Zoo ook in zijn symphonische rapsodie Tarras Bulba", waarvan wij in het Concertgebouw de première beleefden onder leiding van Van Beinum. Ongetwijfeld klinkt hier alles harmonischer, het eerste deel is zeer welluidend en warm van klank. Maar men meent soms meer Wagner dan Janacek aan het woord te hooren en de vorm vooral der drie deèleri, waaruit de. rapsodie ? bestaat is niet sterk. Tarras Bulba" dateert van 1919. is dus niet bepaald een jeugdwerk, daarom verwonderen deze in zijn oeuvre zoo afwijkende eigenschappen des te meer. Maar het is een middel het publiek met zijn muziek te verzoenen en het een aandach tiger oor te doen leenon voor zijn minder toeganke lijke, maar veel sterkere en oorspronkelijkere wer ken. Die alle recht op aandacht hebben en waarvoor wij het Concertgebouw pionier hopen t< vinden, daar tegenover Janacek nog heel wat valt . in te halen, het reeds in dit opzicht verrichte niet te na gesproken.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl