De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 27 januari pagina 1

27 januari 1934 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M; Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 7288D - Gem. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2956 Zaterdag 27 Januari 1934 De kernvraag van den corporatieven staat Noch in de theorie, noch in de practijk is men er in geslaagd aan ie geven, hoe in een corporatieven staat uit de georga niseerde speciale belangen het algemeen belang, moet worden afgeleid. Een cor poratieve staat moet daarom onver mijdelijk ontaarden in een dictatuur. Een corporatie is een vereeniging van personen, «Ue een organisatie gesticht hebben, ten einde gezamenlijk een gemeenschappelijk belang te behartigen. Men spreekt meestal slechts van een corporatie, Wanneer het belang ligt op economisch gebied en betreft de beroepswerkzaamheden van -de leden. Men streeft naar de verwezenlijking van de «orporatieve staategedachte, wanneer men deze ?corporaties betrekt in het staatsbestuur. Het is van groot belang een onderscheid te maken tusschen wat ik zou willen noemen de corporatieve staatsgedachte in engeren zin en ?dezelfde gedachte in ruimeren zin, in de eigenlijke beteekenis van het woord. De engere corporatieve staatsgedachte wordt verwezenlijkt, wanneer de overheid en de wetgever n bij de voorbereiding n bij de uitvoering van ?de maatregelen, die worden getroffen, aan de corporaties van belanghebbenden een zekere func tie toekennen. Bij de voorbereiding zal die functie . wel niet anders kunnen zijn dan adviseerend. Bij ?de uitvoering kan men aan de corporaties belang rijker functies toebedeelen, mits de algemeene normen door den wetgever en de overheid worden getrokken. En binnen dat kader en onder het strenge toezicht van de overheid wordt aan de corporaties overgelaten de speciale belangen van baar leden te behartigen. Er is sprake van de corporatieve staatsgedachte in ruimeren, in den eigenlijken zin van het woord, ?waniieer men den staat bouwt op de corporaties, wanneer de richting van het te volgen staat kundig beleid wordt aangegeven door een verte genwoordigend college, waarin de bevolking inge deeld naar haar belangen of haar beroepen verte genwoordigd i». De corporatieve staatsgedachte in beperkten zin wordt in Nederland in steeds toenemende mate toegepast. Dat verdient aanbeveling. Tegen de toepassing vau de corporatieve staatsgedachte in den ruimeren zin bestaan zeer groote bezwaren. Dat blijkt het duidelijkst, wanneer men zich reken schap geeft van wat de kernvraag is van dien corporatieven staat. De kernvraag van den corporatieven staat k de vraag hoe men uit deze reeks van georganiseerde speciale belangen het algemeen belang afleidt. Het- ifi dei&baar -dat men een vertegenwoordi gend college organiseert, in den trant van onzen Nijverheidsraad, dat zoot is samengesteld, dat het kan uitspreken, hoe de industrie denkt over be paalde door de overheid te nemen maatregelen. Dat zal nog buitengewoon moeilijk zijn, omdat ?de belangen van de verschillende takken van in dustrie zoozeer uifceenloopen.Een bepaalde handels politiek, die voordeelig kan zijn voor de metaal industrie kan groote nadeelen opleveren voor de textielindustrie. De kleinere metaalindustrie, die werkt voor de plaatselijke markt, heeft geheel andere belangen dan de gropt-industrie, die pro duceert voor de wereldmarkt. Naar welke formule zal men die verschillende belangen tegen elkaar moeten afwegen? : Het is uiterst moeilijk, maar het is denkbaar, dat men er desniettegenstaande in slaagt in be paalde gevallen een advies uit te brengen, dat ge acht kan worden de meening van ,,de industrie" weer te geven. Neem aan, dat men hetzelfde doet voor den landbouw door de instelling van een landbouw raad. Daar zijn de voor déindustrie geschetste moeilijkheden niet minder groot. De tarWe", de bloembollen" en de zuivel" hebben zeer uiteenloopende, vaak tegenstrijdige belangen. Maar ik neem aan, dat men in n formule met al deze verschillende belangen rekening weet te houden. Men zou hetzelfde moeten doen met alle belan gen: het onderwijs, den Waterstaat, de koloniën, de defensie. Maar hoe ter wereld wil men in n vertegenwoordigend college of in n formule de waarde van die verschillende belangen in een zekere evenredigheid te zamen vatten, ten einde daaruit het algemeen belang af te leiden? En om dat algemeen belang is het bij het maken van wetten en bij het besturen van den staat ten slotte te doen. Onze huidige regeering is in overeenstemming met het parlement van oordeel, dat het nood zakelijk is in deze critieke omstandigheden den land- en tuinbouw te steunen met een bedrag van 150 , 200 millioen gulden per jaar, dat onmoge lijk uit de schatkist, m. a..w. uit de belastingen kan komen, maar dat door;de consumenten door middel van een kunstmatige verhooging van de prijzen van de landbouWartikelen, door over heidsmaatregelen ha 't leven geroepen moet worden opgebracht. Stel nu, dat men door een organisch of corpora tief samengesteld parlement de meening van de burgerij over deze politiek Wil uitspreken, hoe moet men dat parlement dan samenstellen en volgens welke evenredigheid moet men die ver schillende belangen, wanneer zij afzonderijk georganiseerd worden, tegen elkander afwegen? Het komt mij voor, dat dit vraagstuk onoplos baar is. Het is nergens noch in theorie, noch in de practijk opgelost. De handelsattachébij het Italiaansche gezant schap te 's-Gravenhage heeft onlangs in een kring van industrieelen te 's-Grayenhage in een uitne mende rede den Italiaanschen corporatieven staat geschetst. Hij gaf onmiddellijk toe, dat de opbouw nog niet voltooid is. Men stelde den inleider de vraag: hoe spreekt de corporatieve raad in Itali zich uit over de handelspolitiek? Het antwoord luidde ongeveer als volgt: Ge durende drie dagen heeft men onlangs in dien corporatieven raad over de handelspolitiek ge discussieerd. Elk van de verschillende groepen der bevolking, ingedeeld naar haar belangen, bepleitte daar haar wenschen. Die wenschen liepen zeer ver uiteen. Ten slotte nam Mussolini het woord. Hij stelde een nieuw tarief voor en dat werd met algemeene stemmen aangenomen. Het klinkt prachtig, maar ik weiger te gelooven, Ons telBfoonnummor l» wodorom 37964 Inhoud: I. Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Corporatieve staat. 2. Mr. J. Kruseman, Woningbouw. 3. L. J. Jordaan, DoUfuss mag zijn tanden laten zien. 4. Melis|Stoke,Excellenties op het dievenpad,teekeningen Harmsen van Beek. P. Auerbach, Veiling. 15. B. van|Vlijmen, Spoorwegongelukken. Spreekzaal. 6. Constant van Wessem, Russische opera's, teekening J. F. Doeve. 1.7. Dr. Jac. P. Thijsse, 's Lands plantentuin. Mr. F. Coenen, Vertalen. 9. Prof. Dr. D. Cohen, Papyri. 10?11. A. Plasschaert, Schilderkunst. 12. Mr. H. Scholte, Dram. kroniek. Mr, E. Elias, Boekbespreking. 13. J. Jordaan, Bioscopy. 15. C. A. Klaasse, Het kapitaal in de spoorwegen. 16. J. Winkler, De Daily-mail. 17. K. Hurwitz, Hoe leer ik skiën? 18. Melchior Steelink, De eer van hst beroep, teekeningen J. F. Doeve. 19. Alida Zevenboom, Croquante croquetjes. Uit het kladschrift van Jantje. 20. Letterraadiel. Charivaria. Omslag: Spelproblemen. dat men inderdaad tot overeenstemming was ge komen. Ten slotte heeft de regeering krachtens haar autoritair karakter haar meening aan de belanghebbenden opgelegd. Men kon niet anders doen dan berusten. Die methode is in een corporatieven staat on vermijdelijk. Het kenmerkende verschil tusschen een democratischen staat en een corporatieven staat is, dat in de eerste de bevolking wordt inge deeld naar beginselen, in de tweede naar belangen. ledere wetgever en iedere magistraat moet zich zoo goed mogelijk op de hoogte stellen van de verschillende belangen van de groepen der be volking die geregeerd moeten worden. Maar de eindbeslissing, het algemeen belang, moet ten slotte worden gevonden aan de hand van alge meene, politieke beginselen. Corporaties, hoe en in welke mate dan ook gevormd en georganiseerd, kunnen slechts de belangen van haar leden vertolken. Voor de ver tolking van de beginselen dienen de politieke partijen. j Het kan zijn, dat de bestaande politieke partijen niet deugen, dat zij zich laten leiden door verkeerde beginselen. Dan moet men nieuwe partijen opriehten of, nog beter, de bestaande partijen reorganiseeren. Er zijn er eerder te veel dan te weinig. Maar de methode van den corporatieven staat, om de bestaande politieke, part ij en en het bestaande parlement te vervangen door corporaties en een corporatieven raad voert onvermijdelijk tot een dictatuur. Een dictatuur, waarin een autoritaire regeering, geleid door n man, het algemeen belang bepaalt. De corporatieve staat, die in den laafcsten tijd in binnen- en buitenland door velen wordt aanbe volen, verliest veel van zijn aantrekkelijkheid, wanneer men er zich duidelijk rekenschap van geeft, dat hij onvermijdelijk moet ontaarden in een dictatuur. A. O. JOSEPHUS JITTA.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl