Historisch Archief 1877-1940
fio. 2956
De Qro««% Amsterdammer van 27 Januari 1934
19
Uit het kladschrift van Jantje
bestuurder van lijn twee zijn er
afgebeten verfkwastjes bij en dan
denk ik weer aan meneer Pierre die
toch ook in de Bocht geboren is en
nu met een gekeerd pakje rondloopt
en ergens in de Valeriusstraat woont
op een bovenhuis en allemaal hun
zomerhuizen aan de Vecht of in Velp
of Driebergen en allemaal vijf, zes
booien behalve de koetsier en de
palfrenier en de huisknecht en
bovenstebeste menschen want hoe zou ik
anders ooit aan een obligatie in goud
zegt u wel goud",?vanmeneer
Deterding zijn gekomen als ik niet
zoo had kunnen sparen en mooi verval
want er werd veel uitgegaan en bij
elkaar gegeten en gul op verjaardagen
of als er een extra feest was want de
menschen waren toen ook nog wel
vijf en twintig jaar achter elkaar
getrouwd met een en dezelfde en dan
schoot er voor het personeel ook
altijd wat over maar nu verteren de
menschen als zij nog eens wat uit
geven, alles buiten de deur en wat
koop je voor die uithuizigheid? De
vroegere menschen zochten en vonden
het thuis, al was het daar soms ook
zoo lekker niet en ik zeg maar dat er
niets gaat boven je eigen huis en als
meneer Stiefstra 's avonds thuis is,
zit hij patience te spelen en zit ik er
. bij te kijken met poes op mijn schoot
en dan is het echt rustig en kunnen
ze elk tooneelstuk van me cadeau
krijgen, ook al kon ik tien vrijbiljetten
zonder de belasting er voor krijgen.
En nu maak ik gauw de boel aan kant
en dan het water in een-twee-een-twee
knieën tegen den buik. . .. als dab
mevrouw zaliger nog eens beleefd had!
Croquante croquet j es
Alida Zevenboom
Eenmaal in de week vast, als ik van
het zwemmen vandaan kom, want ik
zwem tegenwoordig en dat komt
nergens anders vandaan dan dat ik
mevrouw de Boer in de krant heb
zien zwemmen en ik bij mijzelf ge
redeneerd heb: als zij dat kan,
?waarom kan ik dan ook
niet-eentwee-een-twee-rug intrekken-knieën
tegen den buik het is op lateren
leeftijd, zal ik maar zeggen, niet zoo
heel gemakkelijk maar meneer Stief
stra vindt al dat ik een veel beter
figuur heb en ik voel me ook veel
jonger en het is heel goed voor de
scheuten in mijn rechterbovenbeen,
zegt dokter Vos en ons acteurtje zegt
al dat als ik mevrouw de Boer nadoe
in' het zwemmen, ik ook nog wel eens
mijn gedenkschriften, goud-op-snee,
zal uitgeven, nét als zij, maar
ik heb belaas geen lieven schoenzoon
die in het reclamevak is, maar waarom
zoii ik ook niet mijn gedenkschriften
uitgeven ik zeg dat ik elke week
minstens eenmaal van den
HeiligeWeg over het Koningsplein door de
Bocht wandel, want dat trekt toch
altijd als je er zooveel jaren gediend
hebt en ik kijk ons huis nog wel eens
aan en dan krijg ik, of ik wil of niet,
een brok in mijn keel en tranen in
mijn oogen, want wat is er van de
moófe, deftige Bocht eigenlijk over
gebleven? In ons huis zitten nu twaalf
maatschappijen van het een of ander,
van effecten tot passementeriën en ik
hen de vorige week, toen ik het niet
kon uithouden, eens naar binnen
gewandeld, want de deur staat steeds
aan en dat had mevrouw zaliger nog
' moeten beleven dat haar deur aan
stond zij zou zich in haar graf
omdraaien want dat kon ze niet
hebben en ik liep onze marmeren
gang door en de trap af naar de
keuken en wie zat er in mijn keuken?
Die opgemaakte juffertjes voor schrijf
machines en tikten of hun leven er
van af hing, in mijn keuken en ~vril u
wel gelooven dat ik bijna gehuild heb ?
En heel beleefd waren ze ook niet
tegen me en toen de oudste me nog al
snibbig vroeg wat ik wou, wist ik zoo
gauw niet wat ik moest zeggen en ik
ben anders toch heusch niet om een
antwoord verlegen en ik hoorde haar
tegen de anderen zeggen door de
glazen deur met het halve matglas
dat er nog in zat en dat ik eiken
Vrijdag lapte: wat moet dat oude
meubel?" En nu is meneer Sam uit
de Bocht ook dood en zoo blijft er
van onze Bocht niet veel meer over.
Toen meneer van Aalst nog eiken
morgen naar de Handelmaatschappij
ging en dan meneer Sam van Eeghen
dikwijls eventjes begroette, toen was
de Bocht nog Bocht maar toen meneer
van Aalst naar de Vijzelstraat trok
toen was het of de Bocht al aan het
afsterven ging en nu is hij heelemaal
dood met meneer Sam niet meer tot
de levenden. Hij kwam dikwijls bij
ons over den vloer en ik was een
beetje bang voor hem want hij leek
precies op een van de heeren van den
Schuttersmaaltijd en hij zei altijd:
meisje", tegen me maar vriendelijk
dat hij was en zoo'n echte Amster
dammer als er niet veel meer over zijn
en toen wijlen meneer eens een scheeve
schaats op de Beurs geslagen had,
wat hem niet gauw overkwam, wie
was toen de eerste om hem te helpen?
En kom daar nu eens om ! Ik heb me
een tijd geleden eens laten bepraten
om van mijn spaarduitjes een goud
obligatie, zoo heet het, geloof ik, van
meneer Deterding te koopen als
goud zoo goed, zeiden ze tegen me en
toen ik verleden om mijn rente kwam
in goud, lachten ze me uit en zeiden
dat ik papieren dollars kon krijgen
en daar heb je dan op gebouwd als
op een rots en als ik nu in de krant
een plaatje zie van meneer Deterding
op schaatsen met zijn jongste doch
tertje, dan moet ik wel eens aan mijn.
papieren dollars denken hoewel het
zondig is slecht van de menschen te
denken.
Och, och, wat is er van al die
families uit de Bocht overgebleven
als ik dat zoo eens naga. Daar had je
de Sillems en de van Eeghens en de
vanLóons, maar die woonden op de
Keizersgracht maar waren toch aan
ons geparenteerd en dan woonde er
Burgemeester Vening Meinesz en aan
den overkant Bvirgemeester van Leeu
wen en verderop de Dedels en de
Borski's en de Hacke's en achter ons,
op de Keizersgracht, de van Lenneps
en nu zitten er in al die mooie salons
tikjuffies oudere dames af te snauwen
als ze eens een kijkje komen nemen
en waar zijn al die families gestoven?
In mijn tijd kon je huis aan huis in
de Bocht de raadsleden en de wet
houders tellen en als er raadszitting
was, kwamen de equipages uit de
Kerkstraat en de Reguliersdwarsstraat
en dan was het net een optocht en de
eene koetsier was nog knapper dan
de andere en ik ben wat naar boven
gehold om door het raampje van de
voordeur te kijken als de koetsier van
mevrouw den Tex-Bondt voorreed,
want hij had de mooiste snorren van
heel Amsterdam en die van dien
Nieuwe uitgaven
Toepassingen der Zielkunde, door
Dr. D. Wiersma. N.V. Leidsche Uit
gevers Mij., Leiden.
Vier voordrachten over persoon
lijkheidsonderzoek. Speciaal de
Individual Psychologie" van Adler moet
het ontgelden. De milieuwerking waar
mede Adler alles verklaren wil, wordt
een zeer eenzijdige, tot oppervlakkig
heid leidende opvatting genoemd.
Na een toelichting van de analyti
sche psychologie van Jung wordt het
boek besloten met een beschouwing
over de erfelijkheid van intellect,
temperament en karakter.
De Grondslagen van het tweede
Vijjjaarsplan, van Mr. J. Huyts.
De Baanbreker. N. V. Servire.
Het geheel is niets anders dan een
sobere opsomming van den inhoud en
opgaven van dit 2de vijfjarenplan.
Hoewel voor de liquidatie van de
kapitalistische elementen en den klas
senstrijd misschien nog wel een 3de
plan noodig zal zijn, is de vervulling
van diverse economischs en technische
problemen ongetwijfeld mogelijk.
De U. d. S. S. B. doet een technisch
geöriënteerden lezer het water in den
mond loopen. De onbeperkte en on
gebreidelde bronnen en voorraden
eenerzij ds en de absolute behoefte en
noodzakelijkheid tot ontsluiten en
verbruiken van deze natuurrijkdom
men anderzijds verbijsteren den door
de crisis murw gemaakten
WestKuropeeër.
B.
Ope/kewond
PUROL
t