De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 27 januari pagina 2

27 januari 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 27 Januari 1934 N o. 295SVooruitzichten voor den woningbouw Mr. J. Kruseman Weinig doordacht wetsontwerp De Regeering stelt zich in het ontwerp tot TTijziging der Woningwet te weer tegen de haars inziens oneconomische woningpolitiek van sommige gemeenten, vooral blijkende uit een te veel opdrij ven van lasten, waardoor de huren te hoog zouden worden, zoodat haar doel om overal goede, een voudige en goedkoope arbeiderswoningen te ver krijgen, niet zou worden bereikt. Dit is van den aanvang af het doel der Woningwet geweest, poodat het alleen de vraag is of de voorgestelde iniddelen tot dit doel zullen leiden, dan wel het jsullen voorbijschieten en daardoor gevaar loopen jiet omgekeerde te voorschijn te brengen van hetgeen men beoogt. l Tot dusverre waren de gemeenten vrij, krach tens de Gemeentewet en de artikel-en 52, 53 en J54 .Woningwet, besluiten te nemen om : Ie voorjschotten en bijdragen te verleenen aan toegelaten («roningvereenigingen; 2e aan deze gronden en jgebouwen in eigendom of erfpacht over te dragen, jol gronden en gebouwen aan te koopen voor Woningbouw ; 3e een bedrag beschikbaar te stellen voor onteigening in het belang der volkshuisjvesting, voor verhuiskosten van verdreven krotjbewoners, of voor aankoop van grond of woningen pf voor gemeentelijken woningbouw; 4e borg tochten te verleenen voor leeningen bij derden. JAlle deze raadsbesluiten, die tot dusverre de goed-t keuring behoefden van Gedeputeerde Staten, iesgewenscht door den Woninginspecteur voor gelicht, zullen voortaan onderworpen zijn aan de joedkeuring van den Minister van, Sociale Zaken, 3je wel de af deeling Volksgezondheid overleg laten plegen met den Hoofdinspecteur en de Generale Thesaurie (art. 52, 2e en 5e lid, nieuw i jjo 53, 2e lid, en 54, 2e lid). Bovendien zal de Regeering bij algemeeneri maatregel van bestuur voorwaarden kunnen Stellen, in acht te nemen bij bedoelde besluiten betreffende de bovenvermelde punten 2 en 3, dus speciaal over de uitgifte in erfpacht, verkoop van gronden, onteigeningsplannen, verhuiskosten, aankoop van gronden, gemeentelijken woningbquw, en voorts nog in het algemeen bij het beheer van woningen of gronden, door de gemeente, dus by het gemeentelijk woningbeheer en de gemeente lijke grondexploitatie. Op alle deze punten is dus de gemeentelijke autonomie (men kan ook zeggen de souvereiniteit in eigen, kring) opgeheven. De Regeering behoudt zich niet het recht voor tegenover een bepaald gemeentebestuur, waar zjj oneconomische woningpolitiek constateert, aldus pp, tétreden, door voorwaarden te stellen en een beroeBsrecht van den Inspecteur op de Kroon in te voeren, maar zij zal volgens algemeen gel dende regelen zich mengen in het beheer in alle gemeenten van ons land, Men behoeft geen profeet te zijn om te voor spellen dat leze sterk centraliseerende bureau«ratische methode aanleiding zal kunnen geven tot veel bezwaar bij de gemeentebesturen, hetgeen een nadeeligen invloed zal hebben op het nemen van de genoemde besluiten, als niet een bj-P^de noodzaak hen hiertoe dwingt. Het zijn namelijk piet alleen de groote steden, die hier in het geding komen, maar ook allerlei kleinere gemeenten, b. v. . .volgens het laatste algemeene Verslag, Harlingen, Hellendoorn, Aalsmeer, Boskoop, Gorkum, Wassenaar, Breda, Apeldoorn, Nieuwenhage en andere, waarvan tot dusverre niet bekend wa,s dat zij zoo oneconomisch handelen of te dure woningen in het leven roepen. Wanneer het gevolg van deze RegeeringsVXinenging mocht zijn dat er langs den weg van gemeentelijke autonomie geen of veel minder woningen worden gebouwd, zal de toepassing der financieele bepalingen der Woningwet zich samentrekken op de voorschotten en bijdragen van het Rijk via de gemeenten aan de toegelaten woningvereenigingen,'waarover de Regeering altijd de volle zeggingschap heeft gehad. Hier worden echter ook krasse en-ten deele wonderlijke maat regelen voorgesteld. ?? De annuïteiten of jaarter mijnen van aflossing, die volgens het stelselPierson gelijk zijn, zullen voortaan ongelijk kunnen zijn over verschillende periodes. Hoe dit tot huurverlaging zal leiden-'is niet uit te maken, waiit ontwerp en toelichtjng zijn op dit gewichtige punt hoogst onduidelijk. Het bestaande stelsel staat tegenover dat, der hypotheekbanken, die van de eigenbouwers eene hoogere aflossing verlangen in de eerste periode dan in de latere, wanneer de huizen door den tijd geacht worden minder waard te zijn; Het is bekend dat de Hoofd inspecteur een voorstander is van dit laatste stelsel, bij invoering,-waarvan de huren van de met nieuwe voorschotten gebouwde woningen in de eerstvolgende jaren niet lager maar juist hooger zullen worden, dan thans. Dit wordt ook in de toelichting vermeld, zoodat voorshands de lage huren toekomstmuziek schijnen en verhoogde huren werkelijkheid. Overigens verstrekt de Regee ring geen enkele becijfering om haar plannen tot huurverlaging duidelijk te maken. * * * Het verschil tusschen voorschotten en bijdragen wordt uitgewischt; de bijdragen zullen worden verleend onder voorwaarde van terugbetaling; dit geldt ook voor de .zuiver gemeentelijke bijdra gen, evenals de bepaling over de veranderlijke annuïteiten ook geldt voor de zuiver gemeente lijke voorschotten. Men ziet het is een gesloten stelsel, waaraan volgens de Woningwet niet valt te ontsnappen. De~ Regeering legt verder beslag op de batige saldi, die zij bij Woningvereenigingen meent te ontdekken, pm die in een gemeenschap pelijk fonds te doen. De reeds vroeger genoemde algemeene maatregel» van bestuur omvat ook voorwaarden voor het beheer der woningen door vereenigingen nadat .de voorschotten zullen zijn afgelost, alsmede ter inning van de batige saldi, die er dan zullen zijn» teneinde dienen tot terug betaling van bijdragen, niet die van de speciale vereeniging, maar vaöbijdragen in het algemeen. Hoe déRegeering' van veieenigingen, die dan geheel ontslagen zijn «it den band met het Rijk, deze gelden in of bu|ten proces zal kunnen ver krijgen, tenzij doöfr''het dwangmiddel van de intrekking der toelating, wordt niet nader toe gelicht. ' ?' Bij deze deels duistere deels tyrannieke maat regelen is het waarschijnlijk dat vele woning vereenigingen of het bij] tje er geheel bij nederzullen leggen, of althans geen nieuwe voorschotten zullen aanvragen bij zulk eene wederpartij als het Rijk hier blijkt te zijn. Dit oordeel steunt op de ervaring in den loop der jaren met de voor schotregeling opgedaan, destijds door mij beschre ven in de Vragen des Tij ds van 1918 en 1922. De zeer omslachtige behandeling van elk voorschot deed stremming in de aanvragen ontstaan, totdat Minister Aalberse heeft ingegrepen en een veel vlottere behandeling Heeft ingevoerd, die gebezigd is gedurende den omvangrijken aanbouw van vereenigiiigswoningen, totdat de premiebouw de particuliere bouwnijverheid weder op gang hielp en er bij dien overgang verwarring ontstond, welke opnieuw de vereenigingen tijdelijk moedeloos maakte, waarna ze later weder langzamerhand aan het werk zijn gegaan. Met dezen psychologischen factor moet men rekening houden, door nl. de ver eenigingen niet te veel de wet voor te schrijven en hen het gevoel te doen krijgen dat zij onrecht vaardig behandeld worden, want dan stopt men den woningbouw. Duurt deze stremming lang, dan kon het einde wel eens zijn dat woningnood ASTORIA Petrico Jonescu met zijn Roemeensch ensemble Daverend succes!! aanleiding zal gaan geven tot herleving van denrevol utiebouw. Het komt mij daarom voor dat de Regeering: te ver is gegaan, zoodat de bepalingen tegenover de vereenigingen verzachting behoeven en oolc de dwang op de gemeenten veel te algemeen ert te streng is. Wil men in elk geval versterking van het staatsgezag, dan zou wellicht het stelsel van. artikel 55 Woningwet, de bevoegdheid tot ingrijpea. in bepaald omschreven gevallen tegenover bepaaldegemeenten, gekozen kunnen worden, of wel snert zou den Inspecteur kunnen inschakelen als ver plicht adviseur van Gedeputeerde Staten, met zijn bevoegdheid tegen hun goedkeuringsbesluit. in beroep te gaan bij de Kroon. Men ontmoet tegenwoordig veelal de meeningdat kritiek van buitenaf op een wetsontwerp nutteloos is, omdat wij reeds zouden leven onder een soort dictatuur, gehuld in het kleed van. schijn-parlementarisme. Dit komt mij veel te pessimistisch voor: men zou dan moeten aan nemen dat de Tweede Kamer reeds afstand heeffc gedaan van haar recht van amendement en dat de Regeering ontoegankelijk zou zijn voor de kritiek, welke in de Afdeelingsverslagen en daar buiten wordt geuit. Zal echter eene vruchtbare opbouwende kritiek tegen dit vluchtig in elkander gezette en weinig; doordachte wetsontwerp ontstaan, dan is het zeer gewenscht dat niet alleen lichamen als de Nationale Woningraad en de Federatie van Amst. Bouwvereenigingen, maar ook lichamen als Patrimonium en de R. K. Volksbond zich met dit ontwerp gaan bezighouden, daar er vele confessioneele woningvereenigingen zijn, die de bezwaren ook zullen gevoelen. Laat men uit gevoel van politieke; verwantschap alles aan de Regeering over, dan. zal men het zich te laat berouwen als men de= nieuwe voorschriften aan den lijve gaat gevoelen en bovendien mocht blijken dat de in uitzicht gestelde goedkoope woningen" met dit wets ontwerp juist niet bereikt worden. Inmiddels ??de plaatsing van dit artikel moest geruimen tijd worden uitgesteld is het Voorloopig Verslag verschenen, waarin vele bezwa ren tegen het wetsontwerp worden geuit, en ,,vele leden" zich tegen de te strenge centralisatie blijken te verzetten. De hoop op verbetering van het ontwerp door gemeen overleg tusschen Regeering. en Tweede Kamer behoeft dus nog niet te worde» opgegeven. GORDIJN STOFFEN EEN NIEUW KARAKTER KLEURECHT PERMTR. 120 BR. 0.85 XNDER ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl