De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 3 februari pagina 1

3 februari 1934 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam C. * Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - G e m. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2957 Zaterdag 3 Februari 1934 De Duitsche kerkstrijd Dr. J. C. A. Fetter Opeens is het uit met het protest. De minderheid, die door de golf van geestdrift niet is meegesleept, is gedwongen, zich van open bare afkeuring te onthouden of denkt met den profeet Amos: Daarom zwijgt in zulk een tijd de verstandige, omdat het een booze tijd is" (V : 13). Bij den nieuwen staatsvorm behoort een nieuwe levensbeschouwing, wier voornaamste kenmerk is: opstand tegen de Aufklarung (verstandsveryoding), tegen het humanisme en de mechanische vervlakking. In niet-kerkelijke kringen werd deze opstand sinds vele jaren voorbereid door de levensphilosophie, die van het bruisende leven zelf wil uitgaan en niet van het bloedelooze, abstracte denken over het leven. Voor Nietzsche en zijn pleit bezorger Klages is het denken niet meer dan de rook, die de vlammen begeleidt, waarmee niet gezegd is, dat een man als Klages content is met de gevolgtrekkingen, die men uit zijn psychologisch-wijsgeerige geschriften maakt. Hij zal do dionysische afranseling van dr. Jacobi door de S. A. lieden wel niet voor zijn rekening nemen en wellicht enkele zinsneden uit zijn boeken be treuren. De heilige boeken van het NationaalSocialisme 1) hangen met die levensphilosophie samen. En tegen haar en haar practische toe passingen richtte zich het vlammend protest der evangelische kerken, dat nu plotseling gesmoord is. De Katholieke kerk maakt zich over deze wereld beschouwing niet al te druk. Waarom zou ze? Zij bezit in de hiërarchie een sociologisch onafhan kelijke groep, die in staat is, de religieuze traditie te bewaren, relatief onafhankelijk van ebbe en vloed der historische bewegingen. Maar de evangelische kerken bezitten zulk een biërarchischen priesterstand niet. Hier is de leek priester en de priester leek. Daarom is het gevaar grooter, dat ze door profane bewegingen worden beïnvloed. Hoe zijn ze niet door de Aufklarung uit elkaar gerukt! De evangelische kerken waren bovendien, meer dan de calvinistisch-hervormde, nauw met staat en regeering verbonden. Des te merkwaardiger was het hardnekkig protest, alleen te verklaren, omdat de kerk zich in haar hartader getroffen wist. Dat een bepaalde staatsvorm boven alles belangrijk zou zijn voor den Christen, gelooft de Duitsche protestant niet. Luther kwam niet voor een staatsvorm in verzet, maar wel, toen, naar zijn overtuiging, de kern van het geloof werd aangetast. Toen zeiden zijn volge lingen : wij komen in opstand, wij kunnen niet anders De strijd om de kerk is de eerste felle spanning,' die zich binnen den kring van het NationaalSocialisme openbaart. Deze kring is die der poli tieke romantiek. De politieke romantiek kan twee vormen aannemen: zij kan conservatief en revolutionnair zijn. Beide vormen kunnen menigvuldige verbindingen aangaan, maar ook met elkaar in tegenspraak komen. (Paul Tillich). De conservatieve vorm berust op de poging, de geestelijke en maatschappelijke resten van oor spronkelijk verband tegen de moderne autonomie van het verstand (Aufklarung) te verdedigen, zoo mogelijk, reactionnaire vormingen te bewerken, Hij zal van groepen uitgaan, die nog niet geheel in de rationalistische burgerlijke maatschappij zijn ingeordend en daarom oude ideologieën voorstaan: grondbezitters, boeren, adel, handwerkers, pries ters en predikanten. Voorzoover in de politieke revolutie oppositie tegen de Aufklarung tot uiting komt. is het koren op conservatieve molens. Maar de revolutionnairo vorm tracht nieuwe dingen voor te bereiden. Hij is er van overtuigd. dat de tijd der Christelijke dogma's voorbij is. maar dat nieuwe ant i-rationalistische ideologieën kunnen worden opgebouwd. Dat die moeten worden opgebouwd en niet vanzelf groeien, is zwakheid, de zwakheid van elke romantische philosophie, die zich in werkelijkheid wil omzetten. De revolutionnaire vorm wordt gedragen door groe pen, die wel in de innerlijke structuur Van het modern-rationocle systeem zijn binnengetreden. maar die den samenhang met de oorspronkelijke bindingen, waaruit zij stammen, nog niet geheel hebben verloren en die zich door de toenemende mechaniseering bedreigd en gedeclasseerd voelen: kantoorbedienden. ambtenaren, inlellectueelen. voor wien geen uitzicht op inschakeling in het boereu en d<T kerken de levcusratioiieele systeem bestaat, Verlichte, handwerkers, een deel der arbeiders. Deze groepen hebben de mythe" niet vastgehouden, maar zoeken in philosophie een bewijs voor .de nieuwe ..mythe". waaruit zij willen leven, en die zij tot leven, willen wekken; zij zijn diesseitig" en naturalistisch. maar niet materialistisch en rationalistisch in huri denken. Het bloed is voor hen,'niet een chemisch praeparaat, maar een mystiek en mythisch begrip. Bloed is zichtbaar, ziel onzichtbaar, maar bloed en ziel zijn onbescheiden onderscheiden. Om do meerwaardigheid van het noordsche bloed te verdedigen, worden betwistbare rastheorieën fel aangehangen en oude (iermaarische verhalen en liederen lomantisch verheerlijkt. .Men brandt. van geestdrift voor (oud-Gormaansche) dapperheid en (oud-Germaansch) tragisch levensbesef, die in de Christelijke oorkonden niet of nauwelijks worden verkondigd. De Joodsche ziel wordt veracht en de algemeene opinie in deze kr-ingen is, dat de bijbel verhalen, speciaal die van het Oude Testament, gedachten, binnendragen in het Duitsche volk, die men voor zich en zijn kinderen niet meer wenscht. De ercs en de dynamica der Germaansthe ziel zullen zeker bij machte zijn. een nieuwe cultuur te bouwen, maar van bleeke humaniteit en bloede looze Christelijke liefde is dezë^liet te verwachten. Integendeel, ze wordt er door tegengewerkt. In de bestrijding van rationalistisch socialisme en vaag humanitair wereldburgerschap, spook achtig product van de Aufklarung, gaan con servatieve en revolutionaire groepen samen, maar niet in de appreciatie van het Christendom. Deze spanning was er, toen de politieke revolutie begon, die aan de kerken haar voortbestaan ver zekerde. Alfred Itosenberg zeide voor eenige weken: De predikanten mogen blij zijn, dat ze nog preeken kunnen" en had met dit woord-uit-de-hoogte van zijn standpunt geen ongelijk. De politieke revolutie had de kerken rustig kunnen laten begaan, in de overtuiging, dat de dynamica der geschiedenis hen wel naar haar roemloos einde zou voeren, /e wist echter, dat de Duitsche ziel nog altijd zeer aan het evangelie gehecht is. Bovendien bedachten de politieke rovolutionnairen, dat de kerken, goede propaganda middelen zouden kunnen worden voor het nieuwe geloof, de mythe van de twintigste eeuw". Sinds IS Maart 1924 had zich een verbond van. Duitsche Christenen stevig georganiseerd, geleid door mannen met goede Duitsche namen. Doel van het verbond was: de vernieuwing van heb religieuze leven en van de kerk door de Duitschvolksche gedachte als meest belangrijke innerlijke aangelegenheid van de Duitsche volksgerneensehap". Hoewel de politieke revolutie toen nog niet nabij was, ka,n men wel zeggen, dat de Duit sche Christenen in het algemeen degenen waren, die de brug vormden tusschen de conservatieve m de revolutionnaire groepen, waarvan in dit opstel «.?n bij Paul Tillich sprake is, gematigde voorstan ders van een nieuwe religie, met duizend bezwaren tegen de kerk, maar toch nog aan haar gehecht. De groiidtrekken der Duitsche vroomheid" zijn: heroïeke levensbeschouwing, noordsche religie als verlangen naar het licht, mystieke beleving van God (groote vereering voor meester lOckehart), tragisch besef tegenover Joodschen loondienst. arbeid als zegen, verzet tegen een despotisch godsbegrip, dat men Joodsch acht, verzet ook tegen materialisme en rationalisme. Hoofddoel van den bond zou worden: Verzorging van de door God gegeven volksziel en kennis van de s'odsmannen, die ons volk do< i God gegeven zijn". Het is niet twijfelachtig, dat hier modernreligieuze motieven worden aangeroerd, die ver wantschap vertoonen met denkbeelden, die b.v. in religieus-socialistische kringen worden uit gesproken, ware het niet, dat de Duitsche rasziel en de vijandschap tegen de Joodsche eenzijdig werden geaccentueerd. De weg tot den Heiland is langs oude; sprookjes veel gemakkelijker te gaah dan langs de geschiede nissen tier aartsvaders". Do kerk moet Weten. dat wij ons uls de stormtroepeii beschouwen, «lic in den strijd tegen Joodscheil handelsgeest op do eerste rijen zullen staan"? Cluistus is voor ons do held, die den. Joodschen loongeost bestreed, niet de prediker van de ziekelijke uitwassen der I.ergrede, de vreugdevolle! zonneheld, niet do door leed geslagene, die deemoedig het kruis droeg en om vergeving bad voor zijn vijanden". Sinds de politieke revolutie haar besla.g kreeg, is de tegenstelling tusschen de vrome kerk gangers" en de meer moderne, bestrijders van Aufklarung en humanisme over-duidelijk gewor den. Honderden predikanten, die. zich. eerst uit nationale geestdrift onder de vanen der Duitsche Christenen geschaard hadden, zijn. later toegetre den tot den Pfarrer-Xotbund". Duizenden ge meenteleden, die de politieke revolutie met gejuich begroet hebben, staan aan hun kant. Anderen garen de resten van hun Christelijk geloot' bijeen en bedenken, dat ook zij geen genoegen kunnen nemen met een gekortwiekten Christus, /ij gevoe len zich, als het er op aankomt, dichter bij de oude dan bij de nieuwe ..mythe". Ka dag aan dag' wordt het luiu duidelijker gemaakt, dat do nieuwe regeering de allereerste beginselen van. menschelijkheid, en beschaving met de oude mythe" ge schrapt heeft. Staatsdwang heeft den kerkstrijd nu op uitertijko wijze beslecht.. In den grond is er natuurlijk niets veranderd. De verschillen zullen onoverbrug baar blijken. En de kerkstrijd is eori symptoom van de spanning, die voortdurend binnen de grenzen van het Xationaal-Socialisme tot uiting zal komen, al wordt hij hier on daar, b.v. waar het tegen socialistisch gezinde predikanten gaat. gestreden buiten die grenzen. J) ..Diisdritti' Hcifli" run Mne/lcr run. i/iii linicl; \ !',)?>'>) f.n ..l>cr Mi/lhoK /!<x ?Jtt-.l<(ln-liiiiiilt'rln"

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl