Historisch Archief 1877-1940
23
,/:*
De groote rit naar de zon...
De XlIIde BalJye voor Automobielen
naar Monte-Carlo
De menschen hebben altijd om brood en spelen
geroepen. Spelen waar zij naar keken, of die waar
aan zij zelf konden deelnemen. Men kan verder
gaan en zeggen, dat de spelen steeds een weer
spiegeling zijn geweest van het tijdperk waarin zij
hoorden: de Grieken hadden hun Olympiaden,
nannonisch en bevallig als zijzelf. De Romeinen
kwamen tot hun wildebeesten-spelen, en wij, met
ons oneindig gecompliceerd wezen, dat zich van
alle technieken heeft geleerd te bedienen, hebben
óók onze sport voor een groot gedeelte gemecha
niseerd en zijn niet tevreden met de heerschappij
over onze spieren, hersens, zenuwen, maar moeten
?er en passant" nog een machine bij bedwingen.
Ieder jaar tegen November, wordt al wat auto
mobiel rijdt in Europa nerveus. Zullen zij wél of
zullen zij niet de groote Sterrit naar Monte-Carlo
meerijden? Voor iederen jongen man is het de rêve
?om hierin overwinnaar te zijn; om als triomfator
van een der weinige nog restende regeerendi'
vorsten in Europa, den Prins van Monaco
de groote Coupe te mogen ontvangen op het
middeleeuwsche plein voor het paleis van dezen
vorst. Helaas zullen zich velen den kans op dit
geluk moeten ontzeggen, want de Rallye naar
Monte-Carlo is duur, ontzettend duur. Inrichting
en uitrusting van den wagen, benzine-kosten.
service, hulp, die dikwijls gerequireerd moeten
worden als de auto een dolle capriool gemaakt
heeft en weer op zijn beenen gezet dient te worden:
dit en nog duizend niet genoemde dingen maken
het tot een uiterst kostbare onderneming. Maar
die de verschillende automerken gelegenheid geeft,
te laten zien, wat zij presteeren.
Anna Benavente
De organisatie, die zoowat geheel bij den heer
Anthony Noghès, te Monte-Carlo berust, is een
wonder van vindingrijkheid. Ieder jaar worden er
weer kleine veranderingen aangebracht om hot
geheel meer te vervolmaken. Dingen, die niet
geheel en al voldeden, worden losgelaten, nieuwe
bepalingen worden ingevoegd.
In fcwee-en-twintig Europeesche landen komen
de bestuursleden der Automobiel-Clubs in ner
veuze spanning en acht-en-veertig controleposten
worden over ons continent verdeeld. Circulaires
met bepalingen worden van Monaco naar alle
hoeken van Europa verzonden, en enthousiaste
inschrijvers sturen hun ingevulde papieren naar
de Middellandsche Zee terug. . .'. Dan ontvangen
zij hun plaats, en het tot op den minuut uit
gerekende oogenblik dat zij in het door hen zelf
uitgezochten oord starten moeten, en de glorie
van allen: het roode nummerschild met de trotsche
letters: Rallye Monte-Carlo. . . . Wanneer men
nu maar alleen- bedenkt wat een werk het is om
die uit alle hoeken van Europa vertrekkenden
automobilisten het oogenblik op te geven waarop
zij zich te Palermo, of ergens in den Poolcirkel
zullen hebben te laten contröleeren, en dat al die
opgaven weer herleid moeten worden, rekening
houdende met het tijdsverschil tus3chen al die
plaatsen, dan duizelt het een gewoon mensch en is
hij heelemaal niet verwonderd, dat de wangen
deiorganisatoren steeds valer en de oogen steeds ster
ker roodomrand worden naarmate het oogenblik
der aankomst van den zwerm in het Vorstendom
nadert. Pas als al de deelnemers op de Quai de
Plaisance staan en de ingewikkelde berekeningen
van strafpunten eii rem- en acceleratie-proeven
gemaakt zijn, weten papa Noghès en zijn staf
eerst weer wat slaap beteekent.
Wonderlijk is het om te zien hoe aan den eenen
kant de menschheid zich tot het uiterste inspant
om duigen uit te vinden welke het leven gemakke
lijker en minder vermoeiend moeten maken; en
hoe zij aan den anderen kant weer een uitlaat voor
haar ongebruikten zin tot avontuur en hang tot
het strijden met ongeweten moeilijkheden zoekt.
Men zou zeggen, dat er niets natuurlijker zou zijn
wanneer men lust tot automobielrijden in zich
voelde opkomen, dan wat te gaan toeren in
ZuidFrankrijk in een heerlijk klimaat; of in Italië,
waar nota bene prachtige breede autostraten expres
zijn aangelegd !... . Neen! Dan gaat een recht
schapen automobilist naar den Poolcirkel, waar
hij er zeker van is, dat zijn wagen een zinnelooze
shimmy op de ijzelgladde wegen zal uitvoeren en
Kaart in kleuren van de verschillende routes naar
Monfe Carlo. Uitgave van de Ford.
waar hij, wie weet hoe lang, zal kunnen graven om
hem uit de sneeuw op te delven !. . . . Of naar
Griekenland, waar heelemaal geen wegen zijn.
en waar je doorloopend in de taaie
modderbaaierd zit, totdat een viertal ossen je er bij geval
eens kunnen komen uittrekken. Niet dat je daar
allen tijd voor kunt nemen, want zoo-en-zoo-laat
moet je je te Saloniki laten contröleeren, en nie
mand heeft medelijden met je als je zegt. dat je
gelooft rechtstreeks uit het andere eind van de
wereld te komen; je strafpunten heb je evengoed
als je te laat bent en daarmee je verkeken kans
om overwinnaar te zijn.
Of je gaat je leven wagen ergens in de buurt van
Warschau, in oen nacht, die nog ondoordringbaarder
wordt gemaakt door een niet te meten wade van
mist.
Of je gaat, zooals het een paar landgenooten die
van Athene kwamen, gebeurde, met wagen en al
twaalf meter een ravijn in, gelukkig zonder letsel
op te loopen. En een Engelschman die er langs
rijdt gaat ook. . . . jawel, precies hetzelfde ravijn
in. En dan vindt n van de twee teams ergens
een kabel en dan hijscheri zij, zichzelf n de an
deren over en weer er uit! Wie zeide er dat de zin
voor romantiek dood is. ... ?
Voor de Scandinaviërs, die ieder jaar de deel
nemers voorbij zien gaan is het een reusachtige
gebeurtenis. Niemand is dan in huis, de geheele
bevolking staat langs den weg en zij kennen al de
deelnemers door hun kranten op een prik; als zij
de nummers onderscheiden kunnen, gillen zij:
Hoera! voor ,,A" ! of ,,B l" Voor hen is het het
groote heimwee naar de zon, waarheen, zooals
zij weten al die wagens rijden.
In Joego-Slaviëvoelt men zich tegenover de
Rallye-rijders verplicht bij iedere wegkruising een
mannetje te zetten en aanwijzingen te geven.
evenals bij sleehte stukken weg, waar men een
waarschuwingspost plant. Is dit internationale
beleefdheid of niet !
Voorts zijn er nog ettelijke kansen op avontuur
met wolven op den Balkan of met Bulgaarsche
soldaten, die pardoes schieten op wagens, welke
in den nacht rijden, daar dat in hun land ver
boden is.
Kn als je dat alles veilig en wel overleefd hebt.
dan zijn er nog de politieagenten van Monte-Carlo,
die je kans komen bederven zooals dat den be
kenden automobielrenner Lecet gebeurde. Lecet is
niet zoo maar een gewone automobilist: Lecet
kreeg het op een goeden dag in zijn hoofd om met
een paai1 vrienden een weddenschap- te sluiten.
dat hij honderd dagen lang iederen dag 1000 K.M.
zou rijden. En hij deed het. . . . Kn toen hij daar
mee klaar was, kwam er een automobiel-fabrikant
naar hem toe en zei: Zou je dat nu voor mij ook
niet willen doen? lederen dag heen en terug
l'arijs-Lyon !. . . . En hij deed het ! Weer reed
hij honderd dagen lang iederen ochtend vroeg uit
Parijs, liet zich te l >yon contröleeren en reed weer
terug ! In een wagentje /oo groot als een vogelkooi
tje.
Kn nu komt Ijecet daar met een groote autobus
van een dei- bekende Frarische fabrieken uit
Warschau gestart ! Tien passagiers zitten er in
alsof het de gewoonste zaak van de wereld is. Heel
alleen heeft iiij dien zwaren bak 57 uur achter
elkaar gereden en als hij de controle wil binnen
gaan houdt hem een politieagent, die hem voor
een der gewone bussen zooals hier duizenden rond
rijden - aanziet, tegen. Woedend protesteert hij.
dat kost hem ettelijke strafpunten: ..Zie je niet
wat op mijn bus staat, inibeciel,
Warschau-KrakauPraag-Frankfort-Straatsburg- Monte (iarlo.''
Met hem is ontegenzeggelijk de ,,note
comique" van de Sterrit naar r t
het Vorstendom, binnen
gereden !. . . .
i\