Historisch Archief 1877-1940
N o. 2957
De Groene Amsterdammer van 3 Februari 1934
Wetenschappelijke varia
Seinen uit de wereldruimte
Dr. P. van Olst
w
De laatste jaren heb ik sterk den indruk dat
van hooger hand de aarde maar een beetje aan
haar lot wordt overgelaten, daar 't toch maar
boter aan de galg gesmeerd zou zijn als men van
buitenaf probeerde de rommel en wanorde tot
een ordentelijk geheel te maken.
Toch schijnt dit niet zoo te zijn. In de
Proceedings of 'the Institute of Radio Engineers", het
Amerikaansche vakblad op Radio-gebied, doet
Karl G. Jansky in Oct. 1933 interessante
mededeelingen over electromagnetische golven van
onbekenden, oorsprong en van hooge frequentie
(dus met korte golflengte), die hij heeft waarge
nomen gedurende ruim een jaar. ??Tijdens een
serie onderzoekingen, die hij deed in Holmdel
(New Jersey) kreeg hij de zekerheid dat zeer
zwakke, maar regelmatig optredende electro
magnetische golven, aanwezig waren, die Mj waar
nam met een ontvangtoestel dat afgestemd was
op een golflengte van 14.6 meter. Hij gebruikte
daarbij een roteerende antenne (roteerend om een
verticale as) zoodat hij na kon gaan uit welke
richting de waargenomen golven kwamen. De
opteekening geschiedde automatisch en het eerste
wat opviel was dat de richting, waaruit deze korte
golven kwamen, in 24 uur voortdurend veranderde
over een complete 360 graden, dus den' geheelen
horizon rond. Deze richting klopte ongeveer met
de richting waarin de zon stond, dus in het eerst
dacht Jansky aan de mogelijkheid dat deze golven
van de zon afkomstig waren. Dit bleek echter
bij nader onderzoek niet juist te zijn. De complete
360 graden-rondgang werd niet verkregen in een
gemiddelden zonnedag, maar in een sterreday,
die zooals men weet een iets andere lengte heeft.
De gemiddelde zonnedag duurt 24 uur, het ge
middelde tijdsverloop tusschen twee opeenvolgende
doorgangen van de zon door het vlak
KoordZuid (het meridiaan vlak). De sterredag duurt
? slechts 23 uur 56.06 minuten en is het tijdsverloop
tusschen twee opeenvolgende doorgangen van
eenzelfde ster door het meridiaan vlak. Hét ver
schil is daaraan te wijten dat wij om de zon
heenloopen in een jaar zoodat de zon schijnbaar
verschuift langs den hemel (door de teekens
van den dierenriem heen) terwijl de sterren zoo
1 geweldig ver van ons af staan dat onze jaarlijksche
baan niet groot genoeg is om hen van richting
te doen veranderen. Wij zien eenzelfde ster steeds
in dezelfde richting in de wereldruimte. ^
3 * , *
Het eigenaardige"is nu dat de vermelde korte
golven hun rondgang'van 360 graden per dag
niet in 24 uur maken, zooals zij moeten doen
als zij van de zon kwamen, maar in 23 uur 56.06
minuut, wat dus wil zeggen dat zij afkomstig zijn uit
de sterrenwereld, ver buiten ons planetenstelsel.
Hoe het mogelijk is dat de ontvangstrichting
in bijna een etmaal voortdurend verandert, geeft
de teekening aan. Men ziet daar de aarde vanuit
een punt van boven de noordpool. De aarde
draait in de pijlrichting om haar as, en deze
beweging is van west naar oost (immers de
zon gaat schijnbaar van oost naar west). Denkt
men zich nu dat van zeer grooten afstand, uit
de wereldruimte, electromagnetische golven komen,
(nemen wij aan, dat zij van links komen, uit den
binnenkant dtr pagina) dan zullen zij in een
waarnemingsplaats, die zich in A bevindt,
vanuit het Oosten komen. Deze plaats draait
echter in 24 uur om N heen (voor 't gemak
neem ik nu maar de volle 24 uur). Na O uur
is de waarnemer dus in B gekomen en de
golven komen uit het Zuiden (zij gaan immers
over B heen naar de Noordpool N. !). Na 12 uur
is de waarnemer in O en de golven komen uit het
Westen, en eindelijk na 18 uur is de waarnemer
in D en de golven komen dan over den Noordpool
heen naar D, dus uit het Noorden. Na 24 uur is
de waarnemer weer bij A en de golfrichting heeft
dus in 24 uur de geheele 360 graden rondgedraaid.
Maar men ziet wel in dat dit niet komt omdat de
golfrichting zelf draaide, maar omdat de waar
nemer met de sarde mee draaide.
Daar deze electromagnetische golven zeer waar
schijnlijk ook buiging ondergaan in den damp
kring is het niet zoo heel eenvoudig om uit te
maken uit welk punt van de wereldruimte de
golven tot ons komen. Er bestaat op dat gebied
nog vrij veel onzekerheid, tenminste wat de
declinatie betreft. De rechte klimming is met
meer zekerheid op te geven. Een punt aan
den hemel kan men vastleggen door middel
van twee graadbogen: de rechte klimming, n.l.
de boog gemeten langs den hemelaequator (de
groote cirkel waar het vlak van onzen aarcTaequator
het hemelgewelf snijdt) vanaf het lentepunt"
(waar de i on staat op 21 Maart) oostwaarts.
en de declinatie, de boog noordelijk (-j-) of zuidelijk
(?) van dezen hemelaequator, gt meten langs een
grooten cirkel, die door de hemelpolen gaat.
Jansky vond als ligging van het uitzendingspunt
aan den hemel: rechte klimming 262.5 graad en
als declinatie 10 graden. De ligging van Ait
punt is dus in den Melkweg, in de richting van
het sterrebeeld de Schutter (Sagittarius).
Zijn er nu ook bijzondere centra of merkwaardige
punten, die in deze hemelstreek te vinden zijn ?
Men denkt al gauw aan den apex der zonsbeweging,
d. w. z. het punt aan den hemel waarheen de zon
zich beweegt in haar vaart door de wereldruimte.
Deze apex ligt op ongeveer 270 graden rechte
klimming en + 30 graden declinatie. De rechte
klimming komt goed overeen, de declinatie niet
maar men moet niet vergeten dat de
declinatiebepaling der -geheimzinnige golven verre van
secuur kon geschieden.
Dan kan men ook denken aan den
spiraalnevelbouw van ons Melkwegstelsel volgens de
theorie van dr. Easton. De kern van deze
spiraalnevel zoel t hij in den Zwaan, maar later is men
er voor gaan gevoelen dit centrum te zoeken
in de richting van Sagittarius. Veel eerder dus dan
aan den apex der zonsbeweging zou ik willen
denken aan dit Sagittarius-centrum van ons
Melkwegstelsel als uitzender der geheimzinnige
electromagnetische golven, die Jansky bestudeerde.
De ligging van dit centrum klopt immers aardig
goed met de richting, die Jansky uit zijn metingen
vond.
Wat zou de bedoeling nu zijn der
electro-magnetische seinen, die dit wereldcentrum ons toezendt?
Zou men ons waarschuwen dat het misgaat op
aarde? Zou er misschien toch een centraal beheer"
bezig zijn ons op het rechte spoor te brengen uit
de wereldcrisis? '
Of zouden het alleen maar beursnoteeringen
zijn uit Sagittarius?
Tentoonstellingen
Kunstzaal Reeker", Wagenweg 102, Haarlem.
Werken door de leden van de vereeniging van Ned.
beeldende kunstenaren De Brug". Tot 4 Februari.
Arti et Amicitiae, Amsterdam. Werken door
B. Westendorp-Osieck, Coba Ritsema, A. J. G.
Colnot, A. M. Gorter en Martin Monnickendam.
Tot 5 Februari.
Gerbrands' Kunsthandel, Oudkerkhof 46,
Utrecht. Werken door J. J. Moolhuizen. Tot
5 Februari.
Boekhandel Mensingh en Visser, 's-Gravenhage.
Literatuur in Ballingschap", tentoonstelling inge
richt door het weekblad Das Tagebuch". Tot
6 Februari.
Studio '32, Rotterdam. Foto's van Eva Besnyö.
Filmfoto's door Joris Iveris. Tot 8 Februari.
Baarnsch Lyceum, Schilderijen, teekeningen en
etsen van M. J. Richters. Tot 9 Februari.
Kunstkelder 't Center, Torenstra,at 140, Den
Haag. Werken van Wout van Heusden'. Tot
O Februari.
Rotterdamsche Kunstkring. Schilderijen van
Italiaansche schilders te Parijs werkzaam. Beeld
houwwerken van J. C. Csaky. Tot 11 Februari.
Buffa, Amsterdam. Nieuwe werken door Jan
Sluyters. Tot 14 Februari.
Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Verzameling
van 300 Oude Japarische Netzuké's in hout,
ivoor, hoorn, been en andere materialen. Tot
14 Februari.
Kunstzaal van Lier, Amsterdam. Schilderijen en
graphiek door Jan Wiegers. Tot 15 Februari.
Kunsthandel Santee Landweer, Keizersgracht
463, Amsterdam. Schilderijen van Sorella. Hout
gravures van Stefan Mrozewski; Afrikaansche
schetsen van Bart Peizel. Tot 16 Februari.
Museum voor ouders en opvoeders,
's-Gravendijkwal 26, Rotterdam. Tentoonstelling: Het
Middelbaar en Voorbereidend Hooger Onderwijs
en de veranderde Maatschappij. Tot 25 Februar
Kunsthandel Willem Brok, Melkpad 25, Hilver
sum. Schilderijen door A. L. Koster en Edzard
Koning. Tot 28 Februari.
Sted. Museum. Amsterdam. Beeldhouwwerken»
studies en reisschetsen. Tentoonstelling ingericht.
door het Gemeentebestuur van Amsterdam
Grafische kunst van de Yereeniging toe bevor
dering der Grafische Kunst.
Kunsthandel Goudstikker, Amsterdam.
Japansche schilderijen.
Boekbespreking
Miniaturen door Dévan der Siaay. C'. A. J.
van Dishoeck, Bussum. 1933. . .
Dévan der Staay heeft haar boekje opgedragen
aan haar ouders en dan moet men al een beest
van een criticus zijn, als men zich daardoor reeds
bij voorbaat niet een beetje laat ontwapenen.
Trouwens men brengt zijn scherpste Waterman
niet in de arena als men een klein boekje met
kleine sprookjes van een dame die Déhei.t gaat
bespreken. Er worden in Nederland vél sprookjes
gelezen en de kindervertellingen in de dagbladen
worden mér door paps en mams dan door de
lieve krullebollen gelezen (als ik het dagelijksch;
verhaal van Koen en Oom Hoedjerond in t bet
Volk gelezen heb, lust ik A.B.K. niet meer..,.)
en dus veronderstel ik dat dit sprookjesboekje
van Dévan der Staay óók wel gelezen zal worden.
En dat. men het met genoegen zal lezen. Niet ten
onrechte, overigens. Het is niet een boekje dat
men Jezen moet; het zijn geen sprookjes, die die
prachtige vertelsels van Andersen of de gebroeders
Grimm ook maar benaderen, maar ze zijn toch wel
aardig. Soms wel geestig en fijnhartig en nooit
zoetsappig of geforceerd-naïef.
Geen botkje voor de eeuwigheid, maar wel een,
dat een klein stukje tijdelijkheid 's avonds na
een dag van hard werken wat charme en
vriendelijkheid verschaft.
E. ELIAS
CHAMPAGNE
2\£\ LJ\J RE1MS
Qualitéincomparable