De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 10 februari pagina 1

10 februari 1934 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

DE GROENE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland Onder hoofdredactie van A. G. Josephus Jitta Redacteuren: L. J. Jordaan, F. O. Scheltema en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam Keizersgracht 355, Amsterdam G. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000 Opgericht in 1877 No. 2958 Zaterdag 10 Februari 1934 Tusschen twee vuren Het kabinet Colijn maakt front tegen de revolutionnairen aan beide vleugels: de communisten en de fascisten. Het neemt een welwillende houding aan tegenover de socialisten. De heer Mussert heeft thans een ongezochte gelegenheid om blijk te geven, of hij zijn volgelingen aanspoort tot onder werping aan het gezag der overheid, of tot verzet. Het huidige kabinet Colijn is gevormd uit ver tegenwoordigers van 5 partijen, te zamen bezet tende 65 zetels in de Tweede Kamer. Het maakt front tegen de revolutionnairen aan beide vleugels: de communisten en de fascisten of nationaal socia listen. Dat kwam in déschriftelijke en mondelinge gedachtenwisseling tusschen de Regeering en de Eerste Kamer ter gelegenheid van de algemeene beschouwingen over de staatsbegrooting voor 1934 duidelijk aan den dag. Meer dan op hetgeen verdeelt, zegt de Regeering, zal in deze dagen de nadruk moeten worden gelegd op hetgeen vereenigt. Niets is de Regeering liever, dan samenwerking te betrachten met alle groepen, die zich stellende op den bodem der bestaande constitutieele verhoudingen, willen helpen tot stand brengen, wat door de nooden van dezen tijd wordt geboden. Noodig is n zelfherziening der politieke partijen, die haar aanhangers duidelijk zullen moeten maken, dat met volkomen behoud van eigen beginselen, samenwerking met anders denkenden op een breed terrein tot de mogelijk heden behoort en thans noodzakelijk is. Het is opvallend, dat de Regeering een heel wat welwillender houding aanneemt tegenover de socialisten, dan tegenover de fascisten. * , * De socialistische fractie in de Eerste Kamer heeft de Regeering verweten, dat deze door haar tegenover de arbeidersbeweging aangenomen hou ding een groot gedeelte van het Nederlandsche volk buiten de volksgemeenschap heeft gesteld. In antwoord op deze critiek heeft de Regeering in de eerste plaats betwist, dat de leden, die hier aan het woord zgn, kunnen pretendeeren de" arbeidersbeweging te vertegenwoordigen. Boven dien verklaart zij, dat de maatregelen, die door Minister Deckers tegen de socialistische ambtenaren en militairen zijn genomen, aanstonds zullen worden ingetrokken, zoodra de S.D.A.P. op ondubbelzinnige wijze allen twijfel omtrent haar legale gezindheid zal hebben weggenomen. Onder revolutionnair moet, naar de Regeering volkomen terecht te kennen geeft, in dit verband niet worden verstaan, dat men streeft naar een algeheele omzetting van ons politiek en sociaal bestel, maar dat men dit doel wil bereiken langs onwettigen weg. Wanneer de geheele S.D.A.P. stond op het standpunt van het herzieningsrapport en instemde met de denkbeelden, die de heer Vliegen over dat rapport in de Februari-aflevering van het maand blad De Socialistische Gids" heeft ontwikkeld, dan zou dit vraagstuk geen vraagstuk meer zijn. De heer Vliegen, die geruimen tijd voorzitter van de S.D.A.P. is geweest en in zijn boek over de Dageraad der Volksbevrijding de beste historie van het socialisme in ons land heeft geschreven, toont aan, hoe de S.D.A.P. geleidelijk haar revo lutionnair karakter heeft laten varen. Dat het de Regeering ernst is met haar standpunt tegenover de S.D.A.P. bewijst de premier dr. Colijn op treffende wijze door twee socialisten tot zeer gewichtige functies aan het Departement van Koloniën voor te dragen. * * * Heel wat afwijzender is het standpunt, dat de Regeering inneemt tegenover de fascistische en nationaal-sociaïistische groepen, met name tegen over de belangrijkste van die groepen, de N.S.B. van den Ir. Mussert. De Regeering constateert, dat men van die zijde werkt met volkomen valsche voorstellingen, ten einde daardoor het gezag van de overheid te ondermijnen. Zij noemt als een bijzonder weerzin wekkend voorbeeld van deze methode het pamflet over den brand in de telefooncentrale te Amster dam, dat de N.S.B, in Amsterdam heeft verspreid. De staatsopvatting der fascisten en nationaalsocialisten, zegt de Regeering, waarin voor regelmatigen volksinvloed en geestelijke vrijheid geen plaats is, kan niet ernstig genoeg worden bestreden; De Regeering acht deze staatsopvatting in alle opzichten in strijd met de tradities van ons volk, dat door een ontwikkeling van eeuwen geleerd heeft mede deel te hebben aan de behartiging van 's lands zaken en dat in zijn geestelijke vrijheid een zijner hoogste goederen ziet. Het revolutionnaire karakter van de N.S.B. ziet de Regeering niet in het programma of de reglementen van die partij, maar in de wijze, waarop de leider de leden van zijn organisatie aanspoort de bevelen van de overheid niet na te leven. Ik heb enkele weken geleden op deze plaats het standpunt verdedigd, dat ik aan de instructie van den heer Mussert aan zijn volgelingen, die lid zijn van de burgerwacht, om niet zelf ontslag te nemen, maar te wachten tot zij ontslagen worden, geen revolutionnair karakter kan toekennen. De nadere toelichting van het standpunt der Regeering heeft mijn meening niet gewijzigd. Maar nu de Regeering precies heeft aangegeven, wat zij afkeurt, heeft de heer Mussert tot dusverre Inhoud: 18. 1923. 24Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, Tusschen twee vuren. Mr. M. Kann, Tol der weifelmoedigheid, L. J. Jordaan, Daladier gevallen. G. Stein, Rusland-Japan: Melis Stoke, Wie. . . .wat. . . .waar? teekeningen Harmsen van Beek. Nico Rost, Duitsche boeken. Dr. Jac. P. Thijsse, De keepen. A. Plasschaert, De kunstschilder als fabrikant. Ilse Engel, Voorjaarsmode. R. v. D., Boekbespreking. A. P. M. Moussault, De auto van morgen, B. van Vlijmen, Automobieltentoonstelling. G. Simons, Salomé. C. A. Klaasse, Beursspiegel. Edouard de Nève, Fransche raadsels. L. J. Jordaan, Bioscopy. Constant van Wessem, Muziek van de week. Mr. H. Scholte, Dramatische Kroniek, leekening J. F. Doeve. Albert Heiman, Een lentestorm, teekening J. F. Doeve. Uit het kladschrift van Jantje, Hendrik Willem van Loon, Wij varen om de wereld. Letterraadsel. Charivaria. Omslag: Spelproblemen, een mooie gelegenheid om te toonen, dat hij niet revolutionnair is, laten voorbij gaan. Hij had immers onmiddellijk, nadat de Regee ring haar meening had doen kennen, zijn gewraakte instructie behooren in te trekken. Hij mag niet toelaten en allerminst bevorderen, dat zijn volge lingen, die ambtenaren of burgerwachters zijn, de thans duidelijk gebleken opvatting van de Regee ring in den wind slaan. Vóór deze verklaring van de Regeering kon men omtrent dit punt in twijfel verkeeren. Thans is twijfel niet meer mogelijk. * * * Men toont zijn gehoorzaamheid aan het gezag niet door de bevelen van de overheid op te volgen, waarmede men het eens is. Dat zou ook een revo lutionnair niet nalaten. Maar door zich ook aan die bevelen te onderwerpen, waarmede men niet instemt. De ambtenaren en burgerwachten, leden van de N.S.B., moeten thans toonen, welk gezag voor hen hooger is, dat van de wettige Regeering, of dat van hun leider. En de leider van de N.S.B, heeft een ongezochte gelegenheid, om blijk te geven, of hij zijn volge lingen zal stijven in verzet tegen het wettig gezag, waaraan zij zich vrijwillig hebben onderworpen, of dat hij ze zal aansporen, om de overheid te gehoorzamen. Tot voor kort kon hij twijfelen, naar ik meen zelfs op goede gronden. Thans is iedere grond voor twijfel vervallen. A. C. JOSEPHUS JITTA

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl