De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 10 februari pagina 11

10 februari 1934 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

Autotnobieltentoonstelling van de R. A. I, DE AUTO VAN MORGEN A. P. M. Moussault Teekenlng B. vaa Tlljmem ' Over de stroomlijn Of we met onze automobielen tevreden zijn? En ol l 'n Druk op een knop, motor wat warm laten draèaien, intusschen 'n pijp stoppen of 'n sigaar opsteken en dan gaan we. En we gaan met z'n allen, zoodat de treinen «r noodlijdend van worden en er speciale maat regelen genomen moeten worden om de gaten in onze spoorwegen te stoppen. ^Die gaten zouden er nooit in zóó hevige mate in gekomen zijn, als wij. over onze automobielen «iet zoo tevreden waren! Daarvan dus niet! Vaar toch, maar toch.... w- Ik vraag me zelf af, of alles wel beschouwd de tegenwoordige auto-carrosserie nog niet te veel De stroomlijn op de oudste en op de jongste tentoonstelling Stroomlijn van een ijsschots gebouwd wordt in verband met de eischen van het publiek en of de ontwerper van de automobielcarrosserie feitelijk wel leiding genoeg geeft en niet te veel achter de opinies aanloopt in plaats -van vooraan te gaan en te komen met nieuwe gezichtspunten. Ik vraag me lederen dag af, waarom mijn overi gens [hooggeachte carrosserie-stamper treeplanken aan mijn wagen heeft gefabriekt. Het zijn m.i. volmaakt nuttelooze apparaten ? - - «n wat het ergste is ze maken onze wagens smaller dan noodig is. Een carrosserie, uitgebouwd tot [de "buitenzijden van de treeplanken, zou inderdaad achter ruim plaats bieden aan 3 personen mét armsteunen opzij. Gezwegen van de meerdere ruimte vóór. Maar.... onze smaak en onze mode en onze gevoelens en onze gewoonten zouden er zich tegen verzetten althans voorloopig. Totdat langzamerhand onze smaak en onze mode en onze gevoelens en onze gewoonten zich zullen hebben veranderd en we niet zullen begrijpen, dat we eens het was in 1934 onze auto's zoo mooi van lijn vonden. bepaald naar leelijke dingen te verlangen zich op den duur meer en voornamelijk in richtingen van practischen aard zullen gaan bewegen zooals trouwens op gebied van automobielen reeds en steeds het geval was. Ik heb wat zitten lezen in een geschrift, uit gegeven door het Instituta of Aero-Dynamic Research" en in een andere brochure, getiteld Horizons", waarin excerpten voorkomen uit een door Norman Bel Geddes geschreven werk van dien titel en eerlijk gezegd, toen ik de inteIk rijd werkelijk liever een inpoien auto dan een ?eelijken en er zal wel geen normaal mensch zijn, die een leelijke brik prefereert boven een mooien wagen. Nu is het begrip mooi of leelijk heel erg betrek kelijk en ik geloof daarom, dat we aan die begrippen eigenlijk wel wat al te veel waarde hechten. Dat inmiddels carrosserie-bouwers met die tijdelijke begrippen rekening houden en ze zooveel mogelijk uitbuiten, ligt voor de hand. Toch geloof ik, dat onze smaken zonder nu 74 8j mijl De in stroomlijn gebouwde moderne ocsaanstoomer ressante paparassen had doorgelezen, heb ik niet zoo heel erg enthousiast meer: ,.En of !" gezegd, toen ik vroeg, of we met onze auto's tevreden waren. Eigenlijk ben ik nu erg ontevreden, want er is me gebleken, dat de carrossiers van onze autobielen nog hél wat anders hadden kunnen maken, dan ze gedaan hebben. Zoo lees ik, dat de vliegtuigbouwer Glenn Curtiss 'n paar jaar gelden een auto kocht, een standaard coupé, waarmee hij een snelheid van 74 mijl kon bereiken. Dit op zich zelf leek me niet bijster interessant; maar mijn aandacht werd sterk gespannen, toen ik las, dat Curtiss die zich als vliegtuigbouwer natuurlijk meer dan wie ook interesseert voor de werking van luchtstroomingen de carrosserie van het chassis los maakte, het achterste voren weer bevestigde, toen weer uit rijden ging en met dit vreemdsoortig vehikel een snelheid behaalde van meer dan 87 mijl per uur. Nu komt het weliswaar niet in mijn hoofd op om onmiddellijk naar mijn auto-leverancier te gaan en hem op te dragen mijn carrosserie achterste voren op het chassis- van mijn wagen te monteeren, maar ik behoef mezelf niet af te vragen, of al die duizenden automobielen, welke sedert Curtiss' interessante proef gebouwd werden, te samen niet een enorm bedrag aan energie te onzen koste hebben verspild. En we hebben de zekerheid, dat de mensch en vooral de vooruitstrevende automobielfabrikant straks aan die verspilling een einde zal maken en dat de practische automobilist de verbeteringen ter dege zal apprecieeren. Het is een kwestie van stroomlijn ! In dit opzicht nam Curtiss nog een belang rijke proef. Hij^bouwde achter zijn wagen (in denl oorspronkelijken]? A-vorm) een trailer, die l SOO^pond woog en in stroom lijn uitgevoerd was, tsneinde het va cuüm achter de coupéop te heffen. Niet tegenstaande de motor het dubbele van het oorspronkelijke gewicht had te trek ken, was de snelheid van het geheel door de stroomlijn met 11 pCt. vermeerderd. ^ De proeven van ^Curtiss wezen verder uit, dat de snelheid van een wagen, die^25 mijl per uur loopt, door stroom lijn met 20 pCt. kan worden opgevoerd en dat dit percentage sterk toeneemt bij grootere snelheden. Dat de constructeurs het hiermee eens zijn, blijkt 4wel uit den bouw van moderne race-automobielen, waarbij de stroomlijn zooveel mogelijk is doorgevoerd. De Blue Bird race-wagen van Malcolm Campbell (1931) is hiervan een sterk voorbeeld. Dat dit principe groote besparing op de bedrijfs kosten meebrengt, behoeft wel geen verder betoog. In genoemde brochure wordt de aangelegenheid van de stroomlijn op duidelijke wijze naar voren gebracht. We vinden er een foto van een ijsschots in stroomend water en een diagram, dat de prin cipes van de stroomlijn aangeeft. . (Slot op pag. 14) Auto met trailer. Deze combinatie gaf u pCt snelheidsverhoging

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl