De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 10 februari pagina 2

10 februari 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

.*«.'. De Groene Amsterdammer van 10 Februari 1934 N o. 2968 Tol der weifelmoedigheid Mr. M. Kann Ken week Parijsclie politieke geschiedenis. De karakterlooze wankelmoedigheid waarvan Daladier blijk heeft gegeven is niet alleen hem zelf, maar heel Frankrijk duur te staan gekomen. De reactie daarop, het oplaaien van de woede, kan echter voor Frankrijk een zegen blijken. Misschien dat er nu eindelijk een bewind komt van minder bange zielen. Het begon al gedurende het week-end. In ons laatste overzicht wezen we op het curieuze feit, dat Daladier den ouden volkenbondsrot Paul-Boncour niet in zijn ministerie had opgenomen, er beston den tusschen hen persoonlijke tegenstellingen, maar wel trachtte hij zich tegenover de rechtsche kamergroepen meer steun te verzekeren door in het kabinet kolonel Fabry op te nemen en Pietri met de portefeuille van Financiën te belasten. Het bleek direct, dat het fleuren naar steun van rechts mindere bereidheid tot steun van links tot gevolg had. Naloopertje spelen is nu eenmaal geen profijtelijke manier van politiek maken. Althans niet van serieuze politiek. En geheel in den geest van het door hem gehuldigde principe, iedereen op zijn beurt zijn zin te geven, trachtte Daladier toen de stemmen der socialisten te koopen door ...... Chiappe, den. Parijschen politie-prefect, de woestijn in te staren. Daladier trachtte zich aan de stroohalmen der socialistische gunst vast te klam pen. Op dit punt aangeland, leed zijn politiek schip breuk. Wel verkreeg hq Dinsdag nog een voor hem gunstig kamervotum, maar de publieke stemming na de ernstige straatrelletjes van Woensdag bracht het bewijs, dat de regeering van Daladier niet meer door de volksovertuiging geschraagd werd. ^cMaar om op fHiiitppAjprng fn 1f «inqnj?- hog kon . Daladier er _ in 's hemelsnaam toe. Jkpmen dezen hoogstverdienstelakeii pxJ tie>eftnihte.^aan_b.gt.jDpis werkelijk het laats*e <^a* men ^oe* : om ^^ volksgunst wille een Verdienstelijk politiechef, wien men niets nawijzen te ontslaan! Het bleek hier bovendien een verkeerde speculatie. Het was dus niet alleen on^orrectf het was zelfs verkeerd. Zeker, de heer Chiappe was bij de socialisten geen persona grata. -j. HU placht betoogingen niet, of uiterst zelden, toe **^, te staan, hij zorgde vóór alles voor het handhaven 9/ fiat* van de orde en liet duidelijk merken dat er met 1 /0c~.hem niet te spotten viel. Dat was nu eenmaal zijn : en het zou er treurig uitgezien hebben, als hij ' die taak anders had opgevat. Niettemin noemden socialistische en nog verder linksch georiën teerde kranten hem een werktuig der reactie", / Q V f <'h t-*--/ i^Le, L«- t. ,/w-^ l *9~f *-<??' t /?<?> -?' ':' / t ' s nu eenmaal het lot van een politie-man er zich een zeker kwantum wrok tegen hem <<j]»8tapelt. Niet voor niets is een agent altijd de in de film. (Misschien kan zich de heer Daladier van dat idee zelf ook niet heelemaal los-, maken). Hoe het ook zij een heele hoop men-. schen- vonden het wat fijn dat deze gestrenge poten- ' taat nu eens aan den dijk gezet werd. Maar zoo lost men geen politieke vraagstukken op. En zeer was het van Daladier verkeerd gezien om aan het politie-apparaat te gaan morrelen, nadat de toen afgeloopen dagen al gebleken was dat de handtasteujka en schreeuwerige elementen van de royalistische Action franchise probeerden rel4«X*t»~. letjes te verwekken om nog steeds uit de aangele_ genheid-Stavisky politieke munt te slaan. 1 Toen Chiappe ontslagen werd men offreerde hem het residentschap over Marokko, wat hij zich t wel wachtte te accepteeren boden de ministers Fabry en Pietri hun ontslag aan. Zij toonden daar mee tenminste karakter te hebben. Wér ging Daladier overstag. Hij begreep, dat dit draaien en laveeren niet tot gevolg mocht hebben dat de zoo gewichtige vraagstukken van buitenlandsche poli tiek, van ,,ontwapenings"-onderhandelingen, van komende diplomatieke moeilijkheden met Duitschland, van stappen van Oostenrijk, van Italiëen van Engeland, niet heelemaal verwaarloosd konden worden, en hij vischte Paul-Boncour weer binnen boord. Als minister van oorlog, want hij wilde zelf Buitenlandsche Zaken leiden. En verder een stelletje ministers uit de afgedankte gelederen van vorige kabinetten Herriot-Daladier-Chautemps. Het doet er al niet meer toe hoe de heeren heetten. Ze zijn maar twee-en-een-halve dag minister ge weest, want Dinsdagnacht barstte de bom. Opnieuw verwekten de aanhangers van de Action francaise opstootjes en het bleek, dat die relletjes nu ernstiger waren en aanhang vonden onder het volk. Het bleek hoe gevaarlijk het ge weest was den prefect van politie te ontslaan. De inderhaast nieuw benoemde prefect BonnefoySibour was op dit alles niet voorbereid en' de straatoproeren namen een zoo ernstig karakter aan dat zij met geweld onderdrukt moesten worden. Maar niet alleen royalisten en rechts-radicalen waren het, die in de afgeloopen dagen tot daden van ver zet waren overgegaan ook socialisten, of wie zich daarvoor uitgaven, van allerlei kleur en scha keering. Daar kwamen allerlei ongunstige omstan digheden bij: een staking van taxi-chauffeurs, die zoo'n beetje begon te verloopen, maar waarbij het tot daden van geweld tegen werkwilligen kwam. Er zit in dit alles geen politieke lijn. Het is on juist, om die hierin, naar aanleiding van de gezagsvergoding elders, te willen zoeken. Deze heele ontwikkeling is enkel en alleen het gevolg van een uiterst weifelmoedig beleid, van een regeering, ja, van een reeks van regeeringen van onstandvastigen, wie dat dan ook waren, die niet durfden optreden tegen de corruptie, die langzamer hand in de politiek" was ingeslopen, die geen enkel van de dringende actueele vraagstukken kon den of durfden oplossen, niet de consequenties onder de oogen zagen die het stelling nemen nu eenmaal meebrengt. Die het niet aandurfden, schul digen te straffen, maai zich lieten, verleiden de meest onmisbare onschuldigen overboord te gooien om zelf het leven te rekken. En de gebeurtenissen van de laatste dagen vormden het zichtbare ken merk van het beleid van een zwakkeliug die den sterken man wilde spelen, plotseling ten onrechte i.optrad" en een ramp ontketende. Een ramp, waarvan hij tenslotte - zelf het slachtoffer werd, want de positie van Daladier en zijn trawanten was nu onhoudbaar. Een. geweldige massa onafgedane zaken hadden de kamers en de opeenvolgende kabinetten laten rusten. Met horten en stooten was de begrooting van het vorige jaar afgehandeld, nadat Herrioter de brui aan gegeven had omdat de kamer hem had geweigerd een behoorlijke schuldregeling met Amerika tot stand te brengen. Van het begin van het vorige jaar dateert dus de toenemende wan orde en achterstalligheid in de zaken van staat. Het repudieeren van schulden heeft in Amerika sindsdien veel kwaad bloed gezet. Dit kan nog ernstige gevolgen hebben, nu het tot een soort valuta-oorlog tusschen den dollar en de op goud gebaseerde muntsoorten is gekomen. In zekeren zin betaalde Amerika met gelijke munt". Be spreking van deze onderwerpen hoort evenwel niet in dit overzicht thuis. Maar wel is het van belang om te constateeren, dat thans Herriot, die steeds een voorstander van een behoorlijke schuldregeling gebleven is, weer onder'die mannen op het appel verschijnt, die onder aanvoering van Doumergue geroepen worden om het commando over te nemen. En het is duidelijk dat hu niet als partijman is uitgekozen. Gaston Doumergue heeft zijn opdracht aan vaard onder het uitdrukkelijk beding, dat hij het recht zou hebben zoo noodig over te gaan tot ontbinding van de kamer en tot uitschrijving van nieuwe verkiezingen. Dit is een in het Fransche staatsbestel ongebruikelijke wijze van regeeren. En voor het nemen van het besluit om de Kamer te ontbinden is het noodig, dat de Senaat daarover gehoord wordt. Maar het is duidelijk, dat dit nu juist noodig kan zijn om aan den oprechten volkswil gelegenheid te geven tot uitdrukking te komen. Vandaar dat het geschreeuw van uiterst links om VAN DE R.A.I. NAAR ASTORIA AUTOMOBIEL-TENTOONSTELLING IN MINIATUUR91 nu door demonstraties en stakingen blijk te geven van het vaste voornemen, den strijd aan te binden tegen fascisme en reactie pure dwaasheid is. Even belachelijk als de opgeblazen zelf-ingenomenheid van de leiders der royalisten, die het nu bewezen achten, dat de republiek ten doode is opgeschreven. Dat zal zeker wel niet zoo'n vaart loopen, nu het schijnt dat een kabinet van nationale con centratie alom goed wordt opgenomen. Dit zal zeker trachten de zaken af te wikkelen buiten den partij-strijd om en niet onnoodig overgaan tot Kamerontbinding en nieuwe verkiezingen. Behalve dat de begrooting nu eens eindelijk aan genomen moet worden waarvan het voor een land als Frankrijk niet van heel veel belang is of die begrooting nu misschien alleen maar op papier sluitend gemaakt kan worden staat als aller eerste onderwerp op de agenda: de verhouding tot Duitschland. Want dit punt vormt inderdaad het centrum, niet alleen van de Fransche buitenlandlandsche politiek, maar van de geheele toekomstige ontwikkeling van Europa. Indien nu de jeugdige grijsaard Doumergue er in slaagt om met een kleine schare oud-premiers een zoo breed mogelijk opgevat concentratiekabinet te handhaven en daarmee, wellicht na kamerontbiuding en nieuwe verkiezingen, te regee ren, dan zal men er ook op kunnen rekenen dat de verhouding tot Duitschland en het vraagstuk van ontwapening of herbewapening met grooter ernst onder de oogen wordt gezien. Hierin heeft op dit oogenblik n factor, angst, de traditioneele politiek der weifelmoedigheid zoozeer in de hand gewerkt, dat kortzichtig opportunisme en draaien zonder lijn langzamerhand synoniem waren geworden met politiek en diplomatie. Men had zich laten leiden door de eeuwige vrees voor Frankrijk's veiligheid. Begrijpelijk en verklaarbaar. Men had zich ook laten leiden door de vrees, dat een daadwerkelijk aanpakken van het ontwapeningsvraagstuk zou meebrengen, dat men of in Duitschland's overtre dingen moest berusten, wat men om der wille van de securitéofficieel niet kon doen, of sancties er tegen moest toepassen. De voor de hand liggende derde mogelijkheid, juist nu met man en macht te werken aan een algemeen ontwapeningsplan, meen de men nog niet in overweging te kunnen nemen ook al weer met het oog op de befaamde veiligheid. Dit was hoogstwaarschijnlijk onjuist gezien, omdat men, al onderhandelende, wel aan Duitschland's houding had kunnen zien, of de veiligheid werke lijk in gevaar gebracht werd, of niet. Het gevolg van de struisvogelpolitiek van het laatste jaar is geweest, dat men op papier niet, en in werkelijkheid wél berust heeft in een gedeelte lijke en nog steeds toenemende Duitsche herbewa pening, en dat, juist door het angstig maar werke loos waken voor een op hegemonie berustende securité, de toestand in Europa er heel wat beden kelijker op geworden is. Voorloopig ligt Hitler in dezen gevaarlijken wedloop, waarin hij de herbe wapening energiek nastreeft en de anderen slapjes de ontwapening prijzen, op onheilspellende wijze vóór. Désarmement et Réarmement (Caricatuur uit Ie Rire)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl