De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 17 februari pagina 15

17 februari 1934 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

No. 2968 De Groene Amsterdammer van 17 Februari 1934 15 Nieuwe crisismaatregelen C. A. Klaasse Depressie-bestrljding Toen kort geleden de regeering het wetsontwerp inzake de oprichting der N.V. Versnelde Bruggen bouw" terugtrok wekte dat in breeden kring teleur stelling. Daar was nu n van de unieke gelegen heden voor de regeering om actief de crisis te be strijden. Alle andere maatregelen, in verband met de crisis genomen, komen tenslotte neer op verscliiiiving van inkomen van de ne, minder be deelde, groep naar de andere. De heele boerensteun ,en dat is nog steeds pièce de résistance van onze crisiswetgeving is niet anders dan zulk een inkomensverschuiving van de verbruikers van agrarische producten naar de boeren. Nu is het waar, dat zulk een verschuiving onder bepaalde omstandigheden, het totale verbruik kan doen stijgen zoodat de verplaatsing van inkomen inder daad tot een schepping van nieuw inkomen wordt. Maar de meest directe en daardoor ook de meest afdoende en bedrijfszekere" bestrijding van de depressie blijft toch nog altijd de uitvoering van overheidswerken indien daar althans behoefte aan is. Depressie is immers gebrek aan afzet, en men ' kan daarvoor geen betere en in elk geval succes? volle remedie vinden dan zelf opdrachten te geven, zelf dus nieuwe afzetmogelijkheden te openen. Men zal er zich voor dienen te wachten aan de uitvoering van werken door de overheid in crisis tijd een te groote beteekenis te hechten. Hier een middel ts zien tot volkomen bestrijding van de crisis, tot opheffing van de werkloosheid zou een belachelijke overschatting van de mogelijkheden op dit terrein zijn. Maar aan den anderen kant is het niet ts verantwoorden de hier geboden kansen volkomen te verwaarloozen. Elk werk, dat de over heid beoogt te eeniger tijd te doen uitvoeren, dient, indien eenigszins mogelijk, te worden gereserveerd voor den crisistijd. Commercieel beschouwd is dan de kostprijs het laagst, en maatschappelijk be schouwd zijn de kosten, althans voor zoover inheemsche arbeids-en kapitaalaanwending ter sprake koint, practisch nihil omdat immers grootendeels slephts anders ongebruikte capaciteit wordt benut. Daarom was het zulk een teleurstelling dat voren genoemd wetsontwerp werd ingetrokken, en dat in de begrootingsnota was medegedeeld, dat de inpoldering van de Zuiderzee niet onverminderd 1 zou worden voortgezet. Nu de regeering het plan heeft aangekondigd om voorloopig 60 millioen ter beschikking te stellen voor groote werken, blijkt men voorbarig te zijn geweest. De intrekking van het bruggenbouwplan zal waarschijnlijk samen hangen met de plannen tot vorming van het Verkeersfonds. Of de bruggenbouw toch ter hand zal worden genomen moet afgewacht worden, het lijkt niet onmogelijk dat men niet in de eerste plaats aan deze werken denkt, omdat immers de voor stellen inzake de belasting van het autotransport het niet economisch doen schijnen groote werken uit te voeren die alleen bij intensief en stijgend . autovervoer rendabel zullen zijn. Maar het principe der uitvoering van overheidswerken blijkt in elk geval als nuttige crisisbestrijding te zijn aanvaard en dat ia belangrijk genoeg. Zoowel de geldmarkt als de kapitaalmarkt bieden voldoende ruimte om het genoemde bedrag aan de schatkist te verschaf fen, zoodat niet de weg der geldcreatie voor dit doel waarvoor velen nog altijd een heilige vrees schijnen ts koesteren behoeft te worden be wandeld. Een tweede recente crisismaatregel is de in diening van het wetsontwerp tot heffing van een crisisinkomstenbelasting. Met crisisbestrijding als zoodanig heeft dit ontwerp weinig te maken. De eenige strekking in die richting zou men wellicht kunnen zoeken in het feit dat verondersteld zou kunnen worden dat de in de laatste jaren niet gedaalde inkomens meer gelegenheid tot besparing scheppen, zoodat een heffing op die inkomens meer kans heeft geld uit de kapitaalssfeer haar de verbruikssfeer te brengen en dus depressiebestrijdend te werken dan bij heffingen ten laste van inkomens die toch reeds geheel werden uitgege ven." Maar aan die consequentie dankt het ont werp zeker zijn ontstaan niet ! Het sluitend maken van de begrooting doet in de laatste jaren steeds meer denken aan een catch-as-catch-can worstelwedstrijd tussehen fiscus en belastingbetaler. En hier heeft de fiscus er weer een aantal gegrepen. Het motief voor de heffing is niet eens zoo heel gek. Er is in den laatsten tijd wat wonderlijk omge sprongen met het principe dat nog steeds de grondslag van ons belastingstelsel heet: het draag krachtbeginsel. De crisis heeft het leven gegeven aan een groot aantal belastingen die met draag kracht niets hebben uit te staan. Waarvoor dan als motief werd aangegeven dat het noodig was de draagkrachtshef fingen wat te corrigeeren, omdat daarin onbillijkheden voorkomen, wanneer ze uitsluitend bron van inkomsten voor de schatkist zouden zijn. Maar nu wordt dan plot seling de draagkracht weer uit de oude doos ge haald, en tot doop vader van een nieuwe heffing gebombardeerd. Deze draagkracht is trouwens weer een speciaal soort, niet absolute draagkracht is de basis van de nieuwe belasting, maar relatieve draagkracht. Zij die sedert 1931 hun inkomen niet met 10 pOt. zagen achteruitgaan zijn door de crisis minder zwaar getroffen dan de rest, zij behooren dus tot een economisch bevoorrechte groep en moeten daarvoor betalen ! Wanneer iemand in genoemd jaar vijf mille verdiende en nu nog, dan heeft hij eenerzijds een grooter absolute draag kracht dan een buurman, die in 1931 evenveel inkomen had als hij, maar nu nog maar vier mille over heeft gehouden, en voor die hoogere draagkracht betaalt hij ook naar behooren in zijn inkomstenbelasting, die immers op de draag kracht is ingesteld, zij heeft een percentage van hét inkomen dat bovendien nog progressief is. Maar daarnaast zal de bevoorrechte nu in de eerst komende vijf jaar belasting moeten betalen voor het feit dat hij niet zoo sterk in inkomen achter uitging dan de bedoelde. buurman. Aangezien die buurman n uit velen is en de gelukkige-met hetzelfde-inkomen een Uitzondering, wordt het be drag dat hij meer heeft dan de gemiddelde burger uit zijn inkomstengroep ,als extra t je" beschouwd dat hem extra draagkracht" geeft, dat voor de beschouwing van de draagkracht als het ware in het kwadraat moet worden berekend. Men is intusschen geneigd zich af te vragen of iemand die zich juist in een maatschappelijk stadium bevindt waarin normaal gesproken zijn inkomen een flinke jaarlijksche stijging te zien zou geven, en die nu maar weinig in inkomen vooruitging of zelfs gelijkbleef minder door de crisis is getroffen dan iemand die op het toppunt van zijn inkomenscapaciteit stond en sedertdien 10 pCt. achteruitging. En wat te zeggen van het volgende argument : er zijn menschen die safety first eischen en hun kapitaal in obligatiën beleggen, teneinde altijd een zooveel mogelijk gelijk inkomen te krijgen, terwijl anderen de voorkeur geven aan : aandeelen met de weten schap, dat zij in de hausse veel meer, in de depressie veel minder krijgen dan de man van de obligatiën. Wanneer 'men de aandeelhouders in de hoog conjunctuur geen extra-hausse-belasting laat be talen vanwege hun ten aanzien van de obligatie houders relatief toegenomen draagkracht, is het dan gemotiveerd om wel in de depressie de obligatie houders zulk een heffing te doen betalen? Zoodat er zooals altijd hier zoo ongeveer evenveel tegen als voor dit novum te zeggen is. KUNSTZAAL VAN LIER ROK IN 19« == AMSTERDAM DOORLOOPEND TENTOONGESTELD KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITCNL. M£fcSTERS dat jegens ons concessies zijn gedaan die niet allen. crediteuren deelachtig zijn geworden. Op de jongste bijeenkomst der crediteuren op langen termijn te Berlijn werd wederom vooral van Engelsche zijde bezwaar gemaakt tegen speciale afspraken als die met Nederland en Zwitserland. Waarop blijkbaar van Duitsche zijde toezeggingen zijn gedaan dat men na l Juli van dit jaar met dat stelsel zou breken, terwijl men zich in verband met de reeds hangende besprekingen voor het loopende half jaar nog moreel gebonden achtte. Het is ietwat wonderlijk dat Engeland, dat toch ook evenals Zwitserland en wij een sterk passieve handelsbalans met Duitschland vertoont, nog niet een soortgelijke regeling heeft kunnen treffen. Men heeft als dreigement hetzelfde wapen: clearing, terwijl, wanneer het Duitschland inderdaad ernst is met de bewering, dat alleen het gebrek aan deviezen de oorzaak is van het trans fermoratorium, men daar geen bezwaar kan maken om, indien en voor zoover Zusatzexport wordt af genomen, dat meerdere bedrag voor extra-transfer vrij te geven. Of wil Engeland zijn industrie niet benadeelen door dien Zusatzimpört te accepteeren ten bate van de obligatiehouders? De details van de nieuwe regeling zijn niet be kend. Ook den vorigen keer is de regeering daarover erg geheimzinnig geweest, maar tenslotte is toch wel zooveel bekend geworden dat toen Zusatzexport, die wij als contraprestatie voor de 100 pOt. betaling der scrips moesten accepteeren, bestond uit een partij van rond 80.000 ton rogge, die de regeering kocht voor het graanmonopolie. Aldus werd het bestaan van dit monopolie-instituut ge bruikt om de regeering een commercieele transactie te laten doen. voor rekening en risico van de be lastingbetalers en ten bate van de couponhouders. Hoewel een vlotte afwikkeling van de zaak door deze handelwijze waarschijnlijk bevorderd werd, waren er toch ernstige bezwaren aan verbonden. De Zwitsersche regeering had een oplossing gekozen die juister leek, de contraprestatie werd gevonden in het toekennen van extra-contingenten, speciaal voor den steenkool import aan Duitschland. Curiositeitshalve kan daarbij vermeld worden dat toen in Juni de Duitsche regeering het moratorium af kondigde, de Zwitsersche als represaille de invoer contingenten voor steenkool voor Duitschland ver minderde. Zoodat de verhooging die nadien plaats vond om de volle scripbetaling te erlangen feitelijk met werkelijke zusatzliche Import nu niet zoo heel veel te maken had. Maar dat is tenslotte inciden teel; het principieele verschil tusscheii de Zwit sersche en Nederlandsche regeling lag in het feit dat onze regeering ter afwikkeling van de voorkeur zelf een goederentransactie deed, terwijl de Zwit sersche den invoer aan den handel overliet, doch slechts door vaststelling van contingenten daarvoor de deur opende. Het schijnt nu dat dit keer ook onze regeering dien weg heeft bewandeld. Waaruit men opmaakt dat zij tenslotte deze oplossing ook beter vond. De wijziging van de Crisisinvoerwet, in November 1933 doorgevoerd, geeft de gelegen heid tot het toekennen van extra-contingenten, welke gelegenheid blijkbaar voor dit doel wordt aangegrepen. Tenslotte is er nog melding te maken van een vierden maatregel, n op handelspolitiek terrein door de Indische regeering in overleg met Nederland getroffen. Deze is echter omdat zij het uitgangspunt kan zijn voor een nauwere economische samenwer king tussehen moederland en koloniën, van 7,00 eminente betoekenis dat het de moeite loont om deze een volgenden keer apart en uitvoeriger te bezien. PUROL er op! Als uw Handen ruw zijn of gesprongen «n Uw Lippen schraal en pijnlijk; maar vooral ook bij brand- en snijwonden, ontvellingen en allerlei huidverwondingen Het verzacht en geneest Een dorde maatregel, samenhangend met de crisis is de nieuwe scripregeling met Duitschland. Zooals bekend eindigde de vorige regeling ultimo 1933, zoodat voor het eerste halfjaar 1931 een nieuwe afspraak moest worden getroffen. Deze is thans in kruiken en kannen, hoewel men zich erop voorbereiden moet «lat het do laatste keer zal zijn KRUG REIMS Uw CHAMPAGNE indien ge kenner zijtl Agenten: F. Onnes & Zoon - Groningen

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl