Historisch Archief 1877-1940
N o. 2969
De Groene Amsterdammer van 17 Februari 1934
19
Uit het kladschrift van Jantje
Ml^<&frvlêrtl^ ^
Croquante croquet jes
Alida Zevcnboom
Den heer en mevrouw
StiefstraZevenboom
Zuider-Amstellaan, Alhier.
Het Bestuur der Carnavals-club
De Toffe Toffere" heeft de eer
den heer en mevrouw
StiefstraZevenboom uit te noodigen tot bij
woning van het door hun club te
geven ? Caranavalsfeest in Huize
Boerenwetering", des avonds ne
gen uur pp Carnavalsavond, den
13den Februari.
Costuum verplicht.
Het Bestuur voornoemd,
(volgde een onleesbare
handteekening)
Ik nam', van den Prins geen kwaad
bewust, de envelop aan en wil u wel
gelooven dat, mijn knieën knikten,.
toen ik het rare adres las? Ik had er
mjjn schildpadden bij opgezet, want
nüjn oogen zjjn, eigenlijk gezegd, het
eenige dat -mij in den steek laat op
mijn nog lang niet ouden dag, al zegt
neef uit de Commelinstraat telkens
als hij me ziet, dat.ik er alweer slechter
uitzie dan de week te voren, maar mij
zal hij ntóf zijtf praatjes er niét "onder
krijgen en ik" bén 'tian plan ze allemaal
te overléven*en'dan:wfl ik hun gezicht
wel eens zien als het testament open'
gaat, nou ik zette mijn schildpadden
op en ik had bijna een gil gegeven en
moest naar een stoel zoeken den
AAN
VAN MANUSCRIPTEN
vwfdt verzocht bij hun
een gefran
keerd briefomslag met
adres van den afzender
in te sluiten.
heer en mevrouw
Stiefstra-Zevenboom".... En dan moet er niets
wezen, maar ook niets, tusschen dien
. ouden man van bijna ver over de
zeventig en ik.... Eerst vandaag
ben ik er achter gekomen dat het een
aardigheidje van ons acteurtje is ge
weest, maar ik houd ni^t van dat
soort aardigheidjes waar de goede
naam van een vrouw op het spel staat
en dat heb ik hem ook goed en degelijk
aan zijn verstand gebracht en hij zal
het in het vervolg wel laten ook, en
wat een geluk dat ik het net moest
aannemen en niet ? Leentje of een
ander of dat spook van beneden, dan
zou ze het de heele buurt
rondgebazuind hebben en ik kan u op mijn
woord van waarachtig verzekeren....
Ik heb de envelop, zooals het hoort,
bij meneer Stiefstra zijn bord gelegd
en hij schelde direct toen hij hem
gelezen had en ik zag dat hij gelachen
had, maar is dat iets om te lachen?
Ik. zette het schijn-gehakt, want hij
eet gras en wortels, een beetje hard
neer en keek hem recht in zijn oogen.
En hij begon weer te lachen, te lachen
*. *
'* ?
Ik heb toen niets gezegd en ben
réchtsomkeerd de kamer uitgegaan,
maar 's avonds begon hij er toch over
en hij vond het een malle vergissing,
maar hij vond toch dat wij best naar
dat carnaval konden gaan en wij zijn
er geweest. Hij als Chaplin en ik als
Kaat Mossel in het oranje maar als
dat carnaval-vieren heet.... Och, och,
dat was anders in den tijd toen de
vereeniging Justus van Maurik"
nog in vollen bloei was en dan die
Limburgsche avonden en ik weet nog
heel goed dat er bal-masqué's in het
Paleis voor Volksvlijt waren en meneer
van Hall dan champagne weggaf om
de stemming er in te brengen, want
het was anders een dooje boel en er
waren nog al wat dames uit de Pijp",
zal ik maar zeggen, en ik hoor dat er
bij waren die het heel ver gebracht
hebben en met heel rijke heeren ge
trouwd zijn en van de week zag ik er
nog zoo eentje naar de Rai gaan in haar
eigen auto en ik liep en ik dacht bij me
zelf: zoo lang als ik leef, heb ik me zelf
niets te verwijten gehad en altij d hoogst
fatsoenlijk, wat navraag kan velen en
heb ik een eigen auto met een knappen
jongen als chauffeur op de bok?
Daar zit toch iets onbillijks in en neef
uit de Oommelinstraat zegt dat als
Mussert maar eerst aan de regeering
is, dat ook anders zal worden, want
hij is nu niet rood meer neef bedoel
ik -?maar rood-zwart maar wat koop
ik er voor als, als, als.... En begrijpt
u eigenlijk goed dat er nog menschen
gevonden worden die carnaval kunnen
vieren? De zorgen kijken je van alle
kanten aan en als meneer Stiefstra
niet zoo had aangedrongen was ik
liever thuis gebleven in zoo'n omge
ving en dan als C harlie met dat rare
snorretje onder zijn neus? Ik weet
nog bij mevrouw zaliger dat de kinde
ren naar de ,,B ereeniging" in de Vondel
straat gingen naar het gecosfrumeerde
kinderbal en dat ik mee moest om op
ze te letten dat ze met hun mooie
pakjes niet in de sloot vielen, want er
liep om het terrein een sloot en wijlen
meneer is eens naar een maskerade
geweest als Lodewijk de Veertiende
en toen hij in het rijtuig stapte, bleef
hij met zijn pruik haken aan de lan
taarn van de equipage en ik heb nog
nooit een koning zoo hooren vloeken
als hij dien avond, en mevrouw zaliger
zat in de achterkamer te huilen want
het was een bal-masquéin het Paleis
en dan wist die arme vrouw wel hoe
laat het was en toen meneer Stiefstra
als Charlie binnen kwam ging er een
gejuich in de Boerenwetering" op
dat je het in de Apollolaan kon hooren
en voor dat hij een half uurtje er
had rond geloopen, hadden een paar
jongelui een soort concenWatie-kamp
van stoelen en tafeltjes gebouwd en
hem er in op gesloten en toen ik me
er druk over maakte, ging Kaat Mossel
bij hem in het kamp en daar hebben
wij tot het ^démasquégezeten, maar
dat is eens maar nooit weer en nu ga
ik kousen stoppen. Meneer Stiefstra
is erg sleetsch aan zijn hielen en dan
komt kleine Ali me de krant voor
lezen maar al de narigheid moet ze
overslaan. Och, och, wat was het
vroeger toch een rustig wereldje toen
de kranten maar vier pagina's groot
waren en dan kon je er nog boven in
slaap vallen. En nu....
Mevrouw Stiefstra-Zevenboom
als ik het acteurtje te pakken krijg,
nou !
Radio-critiek
14 dagen voor den luid
spreker.
Om een overzicht te geven van de
uitzendingen van den Europeeschen
omroep van de laatste twee weten,
worden groote eisenen gesteld aan
het herinneringsvermogen van den
schrijver. Wat een verscheidenheid
aan stof ! Men hoorde een hevig gebrul
dat waren de acteurs van het
circus Sarrasani, die zich, gevangen
door de AVRO, acoustisch, voor
stelden; op andere golflengten op
andere tijden ook kwaadaardige ge
luiden: de stemmen van zekere
staatsbestuurders, rijksdagredenaars
en solisten in het politiek duet van
Duitschland tegen Oostenrijk !
Doch aan de kunst was ook nog
ruimte gelaten. Dirigenten met een
wereldnaam losten elkaar aan de
radio af. Furtwangler, Schuricht,
Bruno Walter en Sir Thomas Beecham
leidden de orkesten in Londen, Brus
sel, Amsterdam en Straatsburg; so->
listen van internationale reputatie
werkten daarbij mee; Serge Prokofietf,
Carl Flesch, Fréderic Lamond, om
slechts eenigen van de grootsten te
noemen. Wie durft het nu nog, van
verveling aan de microfoon" te
spreken? Ook lieten groote namen
uit de literatuur zich hooren: Bernard
Shaw, en Thomas Mann spraken in
Londen en Zürich.
En tusschen deze beide moeilijk te
vereenigen hoofddeelen der program
ma's, tusschen de politiek en de kunst
werden de hoorders met een nieuwen,
technischen vooruitgang in kennis ge
bracht, die weer bewijst, hoe heerlijk
ver" we het gebracht hebben. Voor
den eersten keer hoorde men de
Duitsche aanzegging:
Richtingsstralen naar Afrika", Bichtingsstralen
naar Aziëen Zuid-Amerika!" Na
lang probeeren werd het mogelijk
gemaakt, de tot nu toe onoverwonnen
massa van trillingen als een
korenschoof bijeen te binden en deze lood
recht in een tevoren bepaalde richting
uit te zenden. Het technische pro
bleem is volkomen opgelost, de gees
telijke inhoud wordt door het Duitsche
propaganda-ministerie bepaald. Dat
kan zich nu voortaan naar verkiezing
onderhouden over de aegeningen van
het fascisme met de Dalailama of met
Vuurland!
H. ENGEL.