De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 17 februari pagina 5

17 februari 1934 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

N o. 2959 De Groene Amsterdammer van 17 Februari 1934 Twee dirigenten Minister Colijn met de Pelikaan naar Nederlandsen Indië? Constant van Wessem Albert van Raalte, Ilruiio Halter Door de onverwachte ongesteldheid van den dirigent van Beinum trad Albert van Kaalte als invaller op, een dirigent, dien, meen ik, wij nog niet op de abonnementsconcerten van het Concert gebouw hebben gehoord. Wg kennen hier Van Raalte, die veelal in het buitenland heeft vertoefd, voornamelijk als opera dirigent.In de oorlogsjaren debuteerde hij ten onzent bij de Nederlandsche Opera. Zijn speciale eigen schappen van volbloedig, voortvarend dirigeeren maakten hem voor de opera zeer geschikt, waarbij het vaak meer op het effectvolle crescendo aan komt en niet alles muzikaal op een goudschaaltje behoeft te worden afgewogen. Anders wordt dit wanneer het een concert geldt. Ook bij het concert dat hij thans in het Concertgebouw te dirigeeren kreeg, viel het op, dat Van Raalte meer dynamicus dan musicus is, ik meen, dat hij meer het orkest leidt en stuwt dan ons een bepaalde interpretatie geeft van de muziek, die hij dirigeert. Het opvallendst was zulks bij de 5de symphonie van Beethoven, die geheel verliep volgens de traditioneele opvatting van duisternis naar licht". Hei eerste deel is noodlottig", het tweede langzame deel is vol gevoel (d. w. z. zwaar pathetisch) het scherzo is het begin van een reactie, die eindigt in den storm loop van de finale. Er was geen enkele persoonlijke klank in bij Van Raalte's directie, het klonk glo baal", zonder bijzonderen zorg voor de details, maar het had vaart, stuwing, het was volbloedig, te volbloedig soms, het orkest ging gewillig mee, men kon over het resultaat tevreden wezen. Solist was op dit concert Stefan Bergmann, die ook een invaller was voor een ander. Hij nam mede diens taak over, nl. de voordracht van het 2de pianoconcert van Brahms. Ik geloof echter, dat de eerst aangekondigde voordrager, Carl Friedberg. dit werk wel iets minder ruw en pootig" zou hebben gespeeld dan het thans onder de handen van Bergmann klonk: de speler verloor zich thans teveel in de krachttoeren, die het van de techniek vergt en liet de muziek zelf minder tot zijn recht komen. Maar wij moeten bij ons oordeel een voor behoud maken, dat door het feit van invaller" te wezen naar billijkheid wordt gevergd. De volgende concerten werden gedirigeerd door Bruno Walter en hoewel ook deze dirigent veel operapraktijk achter zich heeft is hij toch in de eerste plaats een musicus, die vanuit een bepaalde interpretatie een werk dirigeert en ons voor den geest brengt. Zijn stijl is in dat opzicht wel sterk persoonlijk, zijn opvatting wijkt vaak opvallend af van het gewende, maar en dit is ten slotte wat de doorslag geeft hij weet ons in die andere opvatting iets op zichzelf zoo suggestiefs en boeiends te brengen, dat men zijn andere lezing van het geval" zonder blijvende bevreemding kan aan vaarden. Tegenover onze Mahler-bewonderaars beteekende het een overwinning van den eersten rang, dat hij in een zoozeer van die van Mengelberg afwij kende interpretatie van de 1ste symphonie, waarin OLS Witte C_ura9ao Oec (_uerry Jjranoy .Mentlie Glaciale \_uracao tSranoy Koopt Nederl. fabrikaat! bij Walter het geheele werk door veel sterker een tragische stemming optreedt dan bij Mengel berg, die zich schier zonder voorbereiding in de daverende dramatiek van het laatste deel stort toch een stormachtig succes voor zijn uitbeel ding wist te behalen. Bruno Walter's talent is vooral het musiceeren. Zooals hij een klank weet te laten bloeien, een tempo charme geeft, een detail verrassend naar voren brengt, men zou dat haast Weeiisch" willen noemen. Het ontwikkelen van monumentale drama's in muziek is minder zijn werk dan Wel het ons voortooveren van wat de muziek allemaal aan bekoring, fijnheid, geestigheid, en vooral bewegend»; levendigheid bezit. In een symphonie van Sehubert b.v. is het vooral het Weerische element van Schubert's muziek dat hij daarin naar voren brengt, hij verwijlt gaarne bij een wending, die Biedermeier-charme heeft, hij onderbreekt den vaart van een rhythme om ons vooral een sierlijk of treffend detail niet te laten ontgaan en hij bekommert er zich minder om, de overigens zwakke opbouw der symphonie (het betreft nl. de groot*; symphonie in C. gr. t.) door een snel en oversncl tempo te verbloemen dan ons de schatten aan muzikale schoonheid en charme, die het werk bevat, te toonen. We nemen de lengte dan gaarne op den koop toe. Ook als begeleider van een solist merkten wij Walter's fijnzinnige muzikaliteit op. Else Rijkens was de soliste van Zondag en het lag niet aan hem. dat de liederen, die zij zong, niet bepaald een groot-en indruk maakten, want de zangeres had zich met de keuze van haar voordracht niet een taak gesteld. die van te voren succes beloofde: zij kwam met een sterk verouderde concert-aria van Mendelssohn en een weinig zeggende en wat pretentieus aan doende aria uit Tschaikowsky's Jeanne d'Arc". De technische kant van haar zingen verdk-nde echter alle lof. Nieuwe uitgaven Bij de Uitgevers Mij. Memorandum" ie Am sterdam -is verschenen Memoriu" onder hoofd redactie van Mr. J. M. Fuchs. Het is een samenvatting van de belangrijke berichten in binnen- en buitenland, die men wekelijks toegezonden krijgt, met cumulatief bijgewerkt register. Het is interessant hierbij te vermelden, dat het idee, een dergelijk boek samen te stellen, niet van dezen tijd is, doch men dit reeds leest bij Dostojefski in zijn Booze Geest»;n". In deel I, 4de hst., blz. 100 vinden wij: ,,Er werden een menigte provinciale en stedelijke bladen in. Rusland uitgegeven. Het jaar gaat om, de kranten worden verscheurd en weggegooid. Velen vragen dan later nog eens naar gebeurtenissen, maar het kost ontzettend veel moeite in dien chaos van kranten iets na te zoeken, zonder iets te weten van datum en plaats, »,'nz." Dit alles geldt riu nog. En het is zeer verblijdend, dat we nu in den vorm van ..Memoria" een practisch handboek hebben verkregen, waarin we alles kunnen naslaan. Voor vele instellingen y.al liet een onmisbaar be/it worden. Voor een onderdeel vragen wij de, aandacht,: de kunst komt er wel zeer slecht af. Te weinig belangrijke data in het kunst leven (wij zochten bijv. de oprichting van de Opera Studio en de Nederlandsche Opera) zijn er in te vinden. VLOERBEKLEEDING cocos 50 CM. BR. PER MEIER 0.55 0. 70 CM. BR .. PER METER Ui /U NIEUWE DESSINS XNDER ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl