Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad vóór Nederland
Onder hoofdredactie van A. G. Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltema en M. Kano. Secretaris der redactie: G. F. v. Dam
Keizersgracht 3S5, Amsterdam* C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2960
Zaterdag 24 Februari 1934
De leuze van
den klassenstrijd
In Jiet maatschappelijke en politieke
leven wint de leer van het solidarisme het
hoe langer hoe meer van de leer van den
klassenstrijd. Het is te hopen, dat de
8. D. A. P. die ontwikkeling zal verstaan
en het roer zal wenden. Er zijn duidelijke
?*> die gewijzigde mentaliteit.
De leer van den klassenstrijd is n der
hooldpeilers, waarop zoowel de sociaal-democratische
theorie als de sociaal-democratische propaganda
rusten. Dat leerstuk is het voetstuk waarop de
grondleggers der sociaal-democratische theorie het
Communistische Manifest hehbën opgebouwd. In
dat manifest wordt de geschiedenis van elke maat
schappij tot een geschiedenis van klassestrijden
gemaakt. Hoe langer hoe meer zou zich de geheele
maatschappij splitsen in twee groote vijandelijke
legers, in twee groote, lijnrecht tegenover elkander
staande klassen: de bourgeoisie en het proletariaat.
De groei van het kapitalisme en het toenemend ge
bruik van de machine bevorderen die ontwikkeling.
Het bewustzijn van de klassesaamhoorigheid
moet in de arbeiders worden aangewakkerd. Tot
dusverre was de staat het machts- en
overheerschingsinstrument der bezittende klasse. Maat
schappelijke vooruitgang is slechts mogelijk, door
dat de onderdrukte klasse aan de heerschende
klasse haar heerschappij ontrukt en haar het
maatschappelijk machtsinstrument, den staat, uit
handen slaat.
In ongeveer deze woorden heeft Treub reeds
tamelijk lang geleden het leerstuk van den klas
senstrijd als element in het Communistische Mani;
f est beschreven.
Men kan de ontwikkeling van de S.D.A.P. van
een revolutionnaire partij tot een hervormings
partij afmeten naar de wijze, waarop zij zich van
dit instrument van den klassenstrijd bedient.
Hoe langer hoe meer is de klassenstrijd uitslui
tend tot een leuze voor politieke vergaderingen
en voor politieke geschriften geworden. En hoe
langer hoe minder handelt de S.D.A.P. in de
practijk overeenkomstig die leuze.
Dat er in feite dikwijls een tegenstelling bestaat
'tusschen ondernemer en arbeiders voornamelijk
over de aan de arbeiders te betalen loonen, kan
moeilijk ontkend worden. Wil men dat een klassen
strijd noemen, dan kan het bestaan van dat feit
niet geloochend worden.
Maar dat is een tegenstelling, die in wezen
weinig verschilt van vele andere maatschappelijke
tegenstellingen, zooals die tusschen landbouw en
industrie, tusschen producenten en consumenten,
tusschen volksvertegenwoordiging en regeering.
tusschen man en vrouw, welke laatste tegenstelling
Shaw met den op scherpen strijd duidende bena
ming van the duel of sex" heeft aangeduid.
Elk van die maatschappelijke tegenstellingen
wordt echter gecompenseerd en opgeheven door
een veel belangrijker belangengemeenschap
tus,,;?;,£,':i die verschillende groepen der bevolking.
Men kan liet L ?^socialisten moeilijk euvel dui
den, dat zij de aanda..,^ v^J.gt:.'»} de tegenstel
ling tusschen ondernemers en arbeiders. Alleen
kan deze kantteekening haar nut hebben, dat hoc;
langer hoe minder die tegenstelling samenvalt met
de tegenstelling: kapitaal en arbeid. Iri de moderne
maatschappij, met haar vele naamlooze vennoot
schappen en overheidsbedrijven, is ook de onder
nemer naar de woorden van ons burgerlijk wetboek
een werknemer in dienst van een werkgever ge
worden. Neemt men de tegenstelling tusschen ka
pitaal en arbeid als uitgangspunt, dan zou veelal
de ondernemer met zijn arbeiders aan dezelfden
kant van de barricade staan.
Men moet in het leerstuk van den klassenstrijd
afkeuren, niet het erkennen van het feit van een
tegenstelling, maar de leer, dat men door die tegen
stelling te verscherpen, door het bevorderen van'
den strijd in stede van de toenadering, tot verbe
tering der maatschappij zou bijdragen.
Om de evolutie te constateeren. die de S.D.A.P.
ook in dit opzicht maakt, is het voldoende de aan
dacht te vestigen op de zinsneden, die in het rap
port van de zoogenaamde Herzieningscommigsie
dier partij aan deze materie worden gewijd.
Op blz. 57 van dat rapport komt de vraag aan
de orde: moet de S.D.A.P. het klasse-egoïsme
deiarbeiders bevorderen?
Het antwoord luidt onomwonden: neen. Het
beginsel vari den klassenstrijd gebiedt zulk een
miskenning in geenen deele. Dat beginsel berust op
de waarheid, dat in de kapitalistische wereld de
economische belangen van onderscheidene klassen
doorgaans met elkaar in strijd zijn."
Dat is dus afgezien van het woord door
gaans", dat den toestand te scherp teekent niet
anders dan de erkenning van het feit van een
soort klassenstrijd.
Moet de S.D.A.P. dien strijd verscherpen?
Het antwoord luidt: Het beginsel van den
klassenstrijd houdt geenszins in, dat de sociaal
democratie geroepen zou zijn om die tegenstellin
gen opzettelijk en onnoodig te verscherpen, meer
dan de economische ontwikkeling ze verscherpt;
dat de S.D.A.P. blind zou moeten zijn voor een
gemeenschap van belang, die ondanks de klassen
tegenstellingen voor een volk kan bestaan. Het
misvormde beeld, dat de communisten van het
klassenstrijdbeginsel hebben gemaakt, verdient geen
krans van de sociaal-democratie aan zijn voetstuk."
Hier wordt dus de leer, dat men door den klas
senstrijd te verscherpen tot verbetering van de
maatschappij zou bijdragen, als communistisch
afgewezen.
Het doet aan de beteekenis van deze
uiteenzetInhoud:
'J.
1012.
13.
I.V
10.
17.'
18.
J'rof. Mr. A. C. Josephus Jitta, De leitje van
den klassenstrijd.
Mr. M. Kann, Vandaag en niet gisteren.
I.. T. Jordaan, Killer vermaant te-gen terreur.
Albert Heiman, Hongersnocd in Andaliisië.
Melis Stoke, I-)e nieuwe moraal, ieekeningen
Harmsen van Bceli. Mr. F. Coenen,
.Nationaliteit.
Nico Rost, Liepmann's Das Vatcrland."
Dr. Jac. P. Thijsse, Uit de Natuur.
Spreektaal.
Constant van Wessem, Wagnervereeniging.
-i i. A. l'lasschaert, Schilderkunst.
Mr. H. Scholte, Dramatische Kroniek.
L. J. Jordaan, liioscofty.
C. A. Klaasse, Indische Handelspolitiek.
Mr. K. Elias, Over Heimans, Waarom niet"
A. E. Mesco, Buziau.
R. van Ravenbeek, hlisabeth Bergner.
Alida. Zevenboom, Croquante croq^^et|es.
1'it het kladschrift van Jantje. Hendrik
\\'illem van Loon, Wij varen om de wereld.
'i.èti;;"."MiL<j'l. Charivaria -?L. J. van
Looi, tegen rahi^^.toringi'ii.
Omslag: Spelprobiemen.
ting niet af het versterkt integendeel haar be
teekenis dat drie van de veertien leden
deicommissie de door de meerderheid gehuldigde op
vatting van den klassenstrijd afwijzen.
Het is zeker, dat een groote groep in de S.D.A.P.
nog niet bereid is deze evolutie van het leerstuk
van den klassenstrijd te volgen. Maar het is een
hoopgevend symptoom, dat de groote meerderheid
van de leiders deze evolutie blijkbaar begeert.
Deze gewijzigde theoretische opvatting van de
leiders van de S.D.A.P. is trouwens geheel in over
eenstemming met de practijk, die de leiders van
de machtige socialistische vakorganisatie, het
N .V .V., bij het organiseeren van stakingen plegen
te volgen.
Reeds heel wat jaren geleden heb ik een van de
meest revolutionnaire leiders van het N.V.V.. de
heer R. Stenhuis in een rapport laten schrijven
hij was lid van een commissie en ik was daarvan
secretaris en de woorden komen voor in een passage
die van mijn hand is en die de heer Stenhuis als
zijn meening weergevende heeft onderschreven
dat de leiders der arbeidersorganisaties die orga
nisaties moeten voeren in evolutionnaire banen.
die organisaties moeten ontwikkelen in een do
productie dienend orgaan en dat de machtstrijd
tusschen werkgevers en werknemers, die onver
mijdelijk is, op meer practische wijze eri in mildere
vormen moet worden gevoerd.
De ervaring, die ik in 10 jaren practijk met
arbeidsgeschillen, gedurende ruim 8 jaar als secre
taris van de Rijksbemiddelaars, gedurende bijna
2 jaar als Rijksbemiddelaar, heb opgedaan, be
vestigt dat standpunt ten volle.
Naarmate de socialistische vakorganisaties in
vloedrijker en vermogender worden, zijn de leiders
meer bevreesd, wat reeds verkregen is, lichtvaardig
in de waagschaal te stellen.
In. het maatschappelijk en politieke leven wint
de leer van het solidarisme het hoe langer hoe meer
van de leer van den klassenstrijd. Het is te hopen.
dat met de gewijzigde theorie" en de gewijzigde
..practijk" ook de leuze" van den klassenstrijd
uit de politiek zal verdwijnen.
A. C. JOSKPHl'S JITTA
r>