Historisch Archief 1877-1940
16
De Groene Amsterdammer van 24 Februari 1934
No. 2960
jK '
fe"
tJ
Albert Helman's Waarom niet"
Boekbespreking E. Elias
_.Een «Ier merkwaardigste boeken
van «Ie laatste kwart eeuw
Albert Helman heeft niet het schrijven van
Waarom Niet", een boek van meer dan duizend
bladzijden, een moedige daad verricht, want niet
slechts dat hij uitdrukkelijk verklaart dat hij lak
heeft aan de critiek (het is zóó uitdrukkelijk gezegd,
dat ik er aan twijfelen moet), hij heeft óók lak aan
de verkoopbaarheid van zijn boek, want welke
vriendelijke dame en welke goedgezinde heer
zullen, als zij den boekwinkel zijn binnengestapt
om welgemoed wat voedsel voor den geest te
bunkeren, den winkel weer verlaten met dit lood
zware blok in beide handen? Het komt mij voor
dat Helman's onverschilligheid in dezen wat te
ver gaat, want wie een boek laat zetten, drukken,
brocheeren, uitgeven en colportecren, moet de
bedoeling hebben het ook te verkoopen. En met
een boek van dit formaat kan men slechts gegronde
verwachting op een dergelijk commercieel gevolg
hebben, indien het een Klop op de Deur" of een
Merijntje" is, die men het lezende publiek" in
den gulzigen muil werpt. Van dezen aard nu is
Helman's boek niet en dus kunnen wij verwachten,
dat slechts de happy very few, die belangstelling
voor de nieuwere [lettekurnde ver
eenigen met den min of meer welge
vulde beurs, kennis zullen nemen
van Waarom Niet", ongeacht de
mogelijkheden, die de leesbibliothe
ken, ditmaal: gelukkig, openen.
Ik man best niet gewaagd hebben
bovenstaande korte opmerking te
maken (want wie mag zóó mate
rialistisch zijn, een voortbrengsel
van , den geest en van dichterlijke
vervoering te meten met de zér
inaterieele werktuigen: duimstok en
weegschaal?) indien ik het niet
ernstig betreurde, dat Helman zich,
óók uit overwegingen niet met de
materie verband houdende, niet
wat meer zelfbeperking heeft op
gelegd. Die zou ook de waarde van
zijn boek als zoodanig hebben ver
hoogd. Indien de schrijver met name
in het middelste en uitgebreidste
gedeelte van zijn boek niet iedere
gelegenheid geestdriftig had aange- Albert
grepen om zijn dikwijls belangrijke
en merkwaardige, doch óók dikwijls
wel gemeenplaatsige, oordeelen over alles en nog
wat aan den man te brengen. Het is wellicht
allerminst billijk, doch Helman heeft nog niet die
plaats in ons geestesleven veroverd, die hem het
recht geeft op onze belangstelling in zijn oordeel
over alle uitingen en op alle gebieden des gemeenen
maatschappehjken levens. Zelf zal hij voldoende
afkeer bezitten tegen de blikken dominé's en
klutsers van het maizena der volksverdomming,
die des Zondags korrelen zout in onze zakelijke
courantenpap plegen te strooien, om het te
risqueeren met deze scheurkalender-heroën op n lijn
gesteld te worden, al moet ik daar onmiddellijk
aan toevoegen, dat zijn zeggingswijze natuurlijk
verre uitgaat boven de zoetelijke algemeenheden
dezer humane prevelaars.
Ik heb mijn bejwaar tegen dit boek wat breed
uitgewogen, juist omdat ik het overigens in zoo
groote mate oprecht bewonder. Want zooals
Helman in het eerste en beste gedeelte van
zijn imposante boek: larven" doordringt in de
psyche van drie kinderen, die frank en vrij naar
lichaam en geest opgroeien op een overigens
verlaten eiland, is rondweg gezegd
bewonderens?waardig en meesterlijk. Zelve den lezers ont
hullende dat hij zijn opzet aan anderen ontleend
heeft: Verne, Defoe, Hughes, Conrad en anderen
heeft hij daarvoor de verontschuldiging, die
ook wij volgaarne van deze adaptatie hebben: de
originaliteit is niet in de idee, doch in de uitwerking
daarvan en met het resultaat daarmede bereikt
kunnen wij den schrijver en ons zelven zeker
gelukkig prijzen: wij danken er een van de opmer
kelijkste stukken proza aan van de jongere en
jongste vaderlandsche litteratuur.
Al schrikt Helman niet terug voor een deus ex
machina om de drie kinderen van het eiland en in
de lieve samenleving te halen, ook dat kunnen wij
hem immers niet euvel duiden, want juist de
houding van zóó bandeloos en inconventioneel
opgegroeiden tegenover de keurige, geordende en
smetteloos-behoorlijke maatschappij boezemt den
schrijver (en ons) belang in.
Het is deze, zeer uitvoerige en uiterst minitieuze.
reportage van de ..Werdegang" van ieder dezer
drie afzonderlijk als maatschappelijk mensch",
die het middelste en dikste" gedeelte van Waarom
Niet bestaat, waartegen ik hierboven mijn voor
naamste bezwaar geopperd heb.
Het is nauwelijks mogelijk daarover critiek te
schrijven in den gangbaren zin van dit woord.
Daarom is dit gedeelte van dit boek al te zeer
maatschappij-beschouwing van den schrijver en
goddank ! te weinig schoone letterkunde.
Wie er zijn oordeel over zou moeten vellen, zou
waar daartoe aanleiding bestaat met den
auteur in debat moeten treden. Die aanleiding is
er veelvuldig. Doch het debat is practisch onmo
gelijk en in feite onnuttig. Het zij eiken lezer
individueel overgelaten onder het lezen en in
gedachten met den schrijver in het
strijdperk te treden. Wie zelve zijn
oordeel over onze samenleving heeft
zal daartoe ineer dan voldoende
de gelegenheid vinden.
* *
*
Het vierde en minst omvangrijke
gedselte van Helman's boek heeft
mij persoonlijk het meest geboeid.
Daarin is des schrijvers uitgever
de figurant in een vraag- en
antwoordspel met den auteur, dat
boeiend van inhoud en flitsend van
vorm is. Er komen daar op die
in verhouding met het geheele groote
werk luttele bladzijden Maximes
voor omtrent de betrekkingen
tusschen schrijver-uitgever-lezer, die in
tegenstelling tot veel dat met mér
pretentie en nadrukkelijkheid in het
middelste gedeelte te berde wordt
gebracht, verfrisscherid zijn van
originaliteit en bijtend inzicht.
Ziet hier een klein voorbeeld:
l'Uyever; De^lezers van nu zijn ook niet dezelfde
meer van toen.
Ik: Zou je denken? Kii hoe zit het met de lief
desgeschiedenissen? Altijd is dit nog het thema,
mijn waarde. Je zei het straks zelf.
Uitgever: Ja, maar niet zooals jij ze te pas brengt
hier. Zoo verwarrend. Als bewijs voor een andere
werkelijkheid.
Ik: Maar ik heb het heusch beleefd ....
Uitgever: Dat geloof ik, je kennende, graag. Had
het anders, iri derde persoon, door het verhaal
heengcvlochten, dat was best geweest.
? A.-: Dat mag ik niet. Deze liefdesgeschiedenis is
maar een fictie. Het andere is werkelijkheid !
Uitgever: Nu ben je bezig de heele zaak hope
loos te verwarren. Je komt er zelf niet meer uit.
En geen lezer, geen sterveling.
Jk: Dan is het net precies goed. We kunnen de
werkelijkheid niet genoeg door elkander karnen,
om eindelijk al de boter der waarheid te winnen.
Uitgever: Maar het publiek, de critiek, de litte
ratuur. . . . Er is al verwarring genoeg, er wordt al
door anderen voldoende geëxperimenteerd, on als
je gewoon tracht te doen, dan maak je het werke
lijk al bont genoeg. Nu ga je heusch veel te ver.
Ik: Kom, jij als .een sportsman, wees niet te
zakelijk, laat mij begaan. Is het niet aardig een
boek te schrijven, waavan geen maatschappij van
Nederlandsche lettersokken de eerste vijf en twin
tig jaar zal weten of ze daarmee voor de mal ge
houden wordt of niet? Er is zóó veel dat ik ernstig
bedoel, dat ik mij waarlijk gerechtigd voel. altijd
te lachen wanneer ik er zin in heb. . . .
Ziethier dus zoo'n. beetje het ..program" dat
Helman zich gesteld had vóór hij zich tut liet
Helman
schrijven van zijn massale boek zette. Zooals hij
het zelf zegt: hij wilde alleen maar deze droevige
wereld een beetje opvroolijken met wat vuurwerk,
hij wilde zich met alle geweld opstandig tooneri,
want waar zijn en de waarheid is steeds opstandig
in deze leugenachtige wereld".
Wel, en de critiek mitsgaders hare onbezoldigde
of professioneele beoefenaren laten den schrijver
zoo koud als ijs. Het zij zoo. Zelve beoefent hij
als een der besten deze professie en hij kon duw
zér wel beoordeelen welk de waarde en de
beteekenis van dit zér wondere ambt zijn. Doch de
criticus vervult zijn taak niet door den schrijver
(dan zou dat werk wel zér ondankbaar zijn !) doch
mede ter voorlichting, raadgeving of waarschuwing
van het publiek".
Ik mag dan wel voor dit publiek als volgt, mijn
oordeel samenvatten: vrijwel nimmer heb ik een
Nederlandsch boek van den laatsten tijd gelezen
dat mij zóó veel moeite heeft verschaft in de vor
ming van mijn appreciatie. Het is, in beide
beteekenissen van dit woord, een groot boek. En het
lijdt in niet geringe mate aan de hoedanigheden
van deze grootheid in materieelen zin. Er komen
inzinkingen in voor die zér diep zijn, des te hooger
zijn zijne stijgingen in de geslaagde gedeelten. En
mijn algemeene indruk samenvattende (een bezig
heid die zeer oppervlakkig en riskant is) moge ik
zeggen: Waarom Niet" is een der merkwaardigste
boeken, die in de laatste kwart-eeuw in Nederland
verschenen zijn. Het gaat verre uit, in thema en
uitwerking, boven de, helaas gangbare,
Nederlandsche-boeken-die-succes-hebben. En Helman i*
wat ik na Mijn Aap schreit" en
Zuid-ZuidWest" reeds wist, doch waaraan ik daarna wel eeriK
ben gaan twijfelen, een der opmerkelijkste en be
langrijkste schrij vers-in-het-Nederlandsch.
Tentoonstellingen
Kunsthandel Willem Brok, Melkpad 25, Hilver
sum. Schilderijen door A. I,,. Koster en Edzai-d
Koning. Tot 28 Februari.
Kunstkelder, Spui 13, Amsterdam. Moderne
Hollandsche kunstnijverheid van Jack Hamel,
Han van der Kop, Sari Goth, Heink de Boer en
Antoon Radecker. Tot l Maart.
Kunsthandel Aaldorink, Amsterdam. Aquarel
len, teekeiiingen en grafisch werk van Otto
llatirath. Tot 2 Maart.
Studio '32, Rotterdam. Schilderijen van lïlw
Berg en werken van Dick Klffers. Tot 2 Maart.
Kunstzaal ..Reeker". \Vagenwog H>2. Haarlem.
Werken van Jo Spier. Tot :5 Maart.
.Buffa. Amsterdam. Werken van Tmni KeKIi-r.
Tot :S Maart.
Hotterdamsche K mist kring, Schilderijen var=
Constant Permeke. beeldhouwwerken en
houtsneden van Jozef C'antré. 'fut 7 Maart.
Kunsthandel .1. il.de Bois. Kruisweg S,
Haailem. Werken van l'icasso en zijn vrienden en
tn-keningen door Heinder Visscher. Tot 10 Maart.
Kunsthandel (ioudstikker. Heerengracht '172,
Amsterdam. Werken van Victor. Tischler. Tut
1-1 Maart.
Kunstnijverheidshuis ..de Beiaard". Oranje
straat 2, Schiedam. Stalen meubelen van (jispen,
moderne gordijnstoffen, aardewerk van De Blan
ken. Tot 15 Maart.
Kunsthandel Huinck Ac Scherjon,
Heerengracht 469, Amsterdam. Beeldhouwwerken door
J. Csaky en schilderijen door Kadda. Tot 17 Maart.
Kunsthandel Santee Landweer. .Amsterda.ii!.
Schilderijen van den Vlaamschen schilder .Ja»k
Schaepherders. Tot 17 Maart.
Kunsthandel de Boer, Amsterdam.
Bri'ughrltentoonstelling. Tot 2t> Maart.
KUNSTZAAL
VAN LIER
ROKIN 126!
AMSTERDAM
DOORLOOPEND
TENTOONGESTELD
KUNSTWERKEN VAN
JONGE HOLLANDSCHE
EN BUITENL. MdbSTERS