Historisch Archief 1877-1940
Lachend Rotterdam
Buziau
Bouwmcestcr-revuc In Tlvoli
Rotterdam maakt op mij, hoe lang ik er ook
reeds woon, nog altijd den indruk van een stad,
die uit een of andere goldrush" ordeloos ontstaan
moet zijn: het eene huis is tweemaal zoo hoog als
het andere; een rooilijn, een bouwstijl, een stadplan
heeft deze stad niet. Elke tweede winkel is een ?
proeflokaal, wat dan op den Coolsingel een bar heet,
en deze Coolsingel is wel het meest chaotische
vermaakssentrum van alle steden van Europa, de
Parralelo, die in Barcelona achter de fabrieken en
werkplaatsen om loopt, en de Hamburger
Reeperbahn uitgezonderd.
Aan dezen Coolsingel wordt echter naar
Rotterdamschen aard geleefd, ruw en zonder systeem.
Want dood is Rotterdam allerminst, wan
neer des avonds een ware jazzband van lichtrecla
mes aanfloept, de lompe contouren der paar
officieele gebouwen, die men er te onpas heeft laten
neervallen, liefderijk verdoezelend en de aandacht
vestigend op taveernes in oud-Hollandschen stijl
toet soms zeer on-Hollandsch zeemansvolk (hoo
gere rangen dan, voor de rest van de bemanning
AAN INZENDERS
VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun
bijdragen een gefran
keerd briefomslag met
adres van den afzender
in te sluiten.
A. E. Mesco
is er een tweede lintbebouwing", die zich vanden
vanouds bef aamden Schiedamsch en d ij k inde kron
kelstegen van donker Rotterdam verliest en tot
onder de havelooze stalen elevated", die onze stad
zeer onzakelijk doorkruist, doorloopt). Dan ziet
men, dat Kotterdam tenslotte toch de schoonste
bioscopen van ons land heeft, waar de beste films
het eerste gaan. Dan leert men ook de neigingen,
het vertier en de kleine zonden kennen van een hard
werkende stad, die lak heeft aan cultuur, maar zich
wenscht te amuseeren met de kost, die vereelte
handen hebben bijeen verdiend: film, dancing en
revue.
De revue is een Rotterdamsch privilege, dat wij
ons voor geen geld van de wereld zouden willen
laten afnemen. Groot tooneel is er, behoudens een
zwakke herinnering aan een grijzen voortijd, nooit
gegaan. Wat nog euphemistisch Rotterdamsch
Hofstadtooneel heet, is een Haagsch concern, dat
de bijwagen" naar de boorden van Rotte en Maas
stuurt en een zoo licht mogelijk amusement tracht
te verschaffen. Op vele avonden ligt echter de
enorme zwart-grijze kast, die in de naargeestige
.Aert van Nesstraat tusschen huizen van verdacht
allooi staat, verlaten, al heeft zij op haar beurt
-» de best geoutilleerde Bühne van Nederland en
de grootste foyers. Welke gezelschappen overigens
nog pogingen doen om in Kotterdam vasten Voet
te krijgen, worden met een scheel oog aangekeken
en een der zonderlingste vergissingen is wel ge
weest om in een stad als Rotterdam de première
te geven van een pantomiim als Het Mirakel".
dat trouwens door menigeen voor een nieuw stuk
van Esther de Boer-van Rijk de eenige actrice,
die hier met Alida Tartaud waarlijk populair is
werd aangezien. Wij hebben geen cultuur", maar
wij hebben er een zonderling samenstel van leven"
voor in de plaats: wij hebben havens, opgelegde
schepen, achterbuurten, kroegen, pakhuizen, een
nette krant, een ultramodern hotel, een dot va.n
een kanariegele Bijenkorf, een Pelikaanweek, een
uit het lood gezakt station, een stukje Diergaarde
met een afgebrand circus er naast, een wolken
krabber, een land van Iloboken, een stuk of wat
wonderbaarlijke bruggen, een Hofplein-puzzle, een
politieke Gemeenteraad-puzzle. een aantal trams.
die om het half uur komen, uit straten"en gaan naar
straten, die zelfs geen geboren Rotterdammer kent,
een uniek vliegveld, betere Chineesche restaurants
dan de hoofdstad, een eigen naam voor onze lieve
lingslikeur en een overbodig vraagteeken achter
eiken zin, dien wij uitspreken. En overigens hebben
wij de revue met Buziau er. achter dezen /,in volgt
geen vraagteeken.
Deze revue is de Gijsbrecht" van Rotterdam.
Even traditioneel wordt zij eiken Nieuwsjaarsavond
ingezet, maar zij heeft een voordeel, dat de ..Gijs
brecht" nooit te beurt is gevallen: zij is pas half
Februari goed op temperatuur en de zuinige Rot
terdammer gaat eerst dan kijken. Dit jaar is hij
bovendien een beetje afgeschrikt door den
ongelukkigen titel. Ken revue noemt men nu eenmaal niet
..Vooruit maar weer !" Dat ruikt te veel naar
Gijsbrecht" zelve en naar het Zet getroost uw
schoud'ren onder 't juk".
En deze revue had het ook niet noodig. want zij
toont Buziau op zijn allerbest, een unieke clown,
een geraffineerd kenner van het menschelijk senti
ment en van de kortsluitingen der dwaasheid, een
subliem karakterspeler en een vaardig variét
artist. Er pleegt elk jaar in de revue een nummer
te zijn, dat gewijd is aan de requisieten, die Buziau
in den loop van het jaar bedacht heeft. Dat num
mer is er nu ook: Buus als oermensen met een
huizenhoogen brontosaurus en allerlei kunststuk
jes. Maar het is niet het hoofdnummer, dat pas na
de pauze komt en Buziau toont als een zoo veel
zijdige musical clown" als wij met alle respect
tot dusverre niet achter hem gezocht hadden.
Vioolspelen, zelfs op n snaar.... a la bonheur.
Maar concertina, banjo en ook nog een instrument
bestaande uit een houten plank, die hij boven zijn
hoofd zwaait en die begint met het deuntje van een
Westminster-klok om over te gaan in een complete
aria! Dan is er Buziau als reiziger in vliegvelden,
met monstertjes van zijn zaak in den zak, Buziau,
die vouwen strijkt in zijn harembroek (want een
groot deel van de revue speelt in Siam, wat altijd
het revueland bij uitnemendheid geweest is, sinds
Koning Sisowat op de Hollandsche planken zijn
intree deed), Buziau met een lang verhaal van een
doodgraver, die voor z'n eigen begon, maar er zat
geen loop in zijn kerkhof, en toen werd zijn schoon
moeder ziek. ..." Het gezicht, dat Buus bij zulke
woorden trekt, is goud waard: het is Buus zooals
de Rotterdammer hem wenscht: schranderheid in
zijn oogen, een idee, die achter uit zijn brein ont
springt, den lach der zotheid om zijn geverfden
mond. Dan een verwezen blik en «en hooge
falsetuithaal: Maar. ..." En tenslotte is er Buziau als
filmster, een sublieme opkomst, die eiken avond een
donder van applaus doet opgaan, giftig-groen, met
een gezicht, dat een kruising is van Greta Garbo en
Esther de Boer-van Rijk (mogen zij beiden het
mij vergeven !)? ^Ün nummer speelt hij in een film
scène, waar Italiaansche soldaten zingende aan
een bron den vijand bespionneeren". Beter is de
onzin eener filmoperette nimmer getypeerd !
Een Bouwmeester-revue is sinds jaar en dag
Buziau, en dan een heele tijd niets. . . . Dan komt
er in dit geval het ballet, dat vooral in de
..tusschenfinales", waaraan deze revue nog rijker is dan
aan de finales a grand spectacle", /.eer goede*
dingen presteert en onder meer onder leiding van
het voortreffelijk danspaar Smirnova en TYiyolitof
den completen Après-rnidi d'un Faune" danst en
het goed doet ook. te goed bijna voor een revue.
Dan komt er weer een heelentijd niets, en dan komt
de aankleeding, de mooie decors van l'eels. een
pracht stuk je Holland bijvoorbeeld, waarbij Siem
Nieuwenhuissen zijn nummertje krijgt, maar weinig
geestigste berde brengt, de schoonmoeders-t ra vest i.
als altijd een zorgvuldig traditioneel emplooi van
..den heer Bood", wat zang en wat spel, met aar
dige typeeringen van Johan Valk en assistentie"
van Dolly Bouwmeester en Piet Rienks: twee
krachten van het groote tooneel, waarvan veel te
weinig partij getrokken is. omdat buiten Buziau
alles op show" berekend werd en wij toch ook nog
wel eens even zouden willen lachen om een mop.
een brokje spel, een heel, heel klein beetje samen
hang en een boeketje distels, dat een goedgeschre
ven revue zoo handig tusschen de rozen door zou
kunnen strooien....
Een scène uit de revue: Vooruit maar weer'