Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 24 Februari 1934
N o. 2960
ft/
Vandaag, en niet gisteren li
^* ^ ??
Mr. M. Kann
Vanaf l Maart
Het phcnomenalc Budapester Orchest
?II Jancsi Balogh
Ontwaken uit den droom van Eden
De schok, dien de dood van koning Albert van
Belgiëheeft veroorzaakt, is zeer groot geweest. En
daar was reden genoeg voor. Geen enkel vorst, in
deze dagen waarin wij leven, was zoozeer de be
lichaming van datgene waarvoor zijn volk heeft ge
streden, zoozeer de personificatie van de vrijheid
en onaantastbaarheid van volk en staat, als hij, die
gedurende vier lange oorlogsjaren stand hield op
het laatste stukje van zijn grondgebied. Geen suc
ces van de eindelijke overwinning-van de geallieer
den, geen gelijk" van een van de overwinnaars is
grooter geweest dan de restauratie van Belgiëna
1918, omdat dit was: een herstel van het Recht.
Zoo waren in de figuur van koning Albert, sym
bolisch als het ware, de idealen vereenigd van vrij
heid, onafhankelijkheid en onaantastbaarheid van
het recht, de idealen waarvoor ieder volk bereid
behoort te zijn te vechten op welke wijze dan
ook.
Hierom heeft ons de plotselinge dood van ko
ning Albert zoo geschokt omdat wij zoo geneigd
zijn de resultaten die de dag van gisteren ons heeft
gebracht, te beschouwen als iets dat van zelf
spreekt, als iets waarom niet meer gestreden hoeft
te worden. Als iets onvervreemdbaars. Maar in de
realiteit des levens is dat een dwaling. Het
gisterea" bestaat niet meer. En de strijd om de bevrij
ding moet dagelijks \vr>nien gevoerd.
Dan worden w met een f^uoK wakker en zien
hoe wij tegen l>-it verleden hebben aangeleund, hoe
het gevoel van vrede en Welbehagen eeii droom
beeld was, een hallucinatie, een herinnering aan
een ns gewonnen strijd. Maar het heden en de
werkelijkheid eischen dien zelfden strijd opnieuw;
elders en op andere wijze.
Het is een zoo menschelijke eigenschap om nog
voort te bouwen op de gisteren bevochten zege.
En inderdaad, op de slagvelden der internationale
politiek, op het terrein waarop zich de ontwikke
ling der hedendaagsche historie afspeelt, is er sinds
de overwinning der geallieerden in 1918 een nog
grootere overwinning bevochten een victorie
waarvan ongetwijfeld het herrezen Belgiëkan
getuigen.
Ik bedoel hier: het ontstaan in beginsel, in
groei, heel onvolmaakt en heel gebrekkig van
een geordenden rechtstoestand tusschen de
souvereine staten. Een begin van een organisatie van
de wereld- Ik bedoel daarmee niet zoozeer Genève
en den Volkenbond, als wel het geheel van verdra
gen en goede voornemens, van commissies en con
ferenties, dat na 1918 is gaan groeien uit den
chaos dien de wereldoorlog heeft achtergelaten en
die maar geen einde schijnt te nemen.
Belangrijker dan het ontstaan van de fornleele
organisatie van den Volkenbond, washet feit, dat er
eenforum, een centrum, eeninstantie was geschapen,
waar men met elkander in contact kwam en over
leg pleegde. Waar Europeesch gesproken" werd.
Daardoor was er een geleidelijke ontwikkeling
ontstaan in de internationale organisatie, een lang
zaam zich verplaatsen van het evenwichtspunt
tusschen macht en recht. Geleidelijk was, uit een
alliantie van overwinnaars, een groepeering voort
gekomen waarbij het vroeger onderscheid tusschen
overwinnaars en overwonnenen was vervallen.
Langzamerhand ontstond er in internationaal op
zicht een suprematie van de souvereiniteit van het
recht (al was het voorloopig een hoogst formeel en
dikwijls hol recht) boven de souvereiniteit van de
macht. Nadat men had moeten erkennen, dat reeds
geslachten lang in zaken van binnenlandsche poli
tiek het recht een duurzamer meester was gebleken
dan de simpele macht, had men ingezien dat het
hoog tijd Was deze erkentenis ook in zaken van
buitenlandsche politiek recht te doen wedervaren.
Deze erkentenis was een victorie, bevochten op de
geschiedenis van alle volkeren.
Maar dat was gisteren".
Ongetwijfeld hebben de dictaturen socialisti
sche zoowel als fascistische die in de laatste
jaren zijn ontstaan dit ernstige verwijt tot zich
tg richten, dat zij in hooge mate afbreuk hebben
gedaan aan de rechtsgedachte.
Het begon nationaal en de gevolgen zijn, ook
internationaal, niet uitgebleven. Het verloop van
de ontwapeningsconferentie, en van de daarop
volgende besprekingen tot regeling der bewapening,
bewijst dit. Men dwaalt af van het legitieme stand
punt. Men schijnt zelfs bereid genoegen te nemen
met toestanden die met alle legaliteit en met de
hechtste verdragen spotten. Het zij zoo.
Maar dat men dan tenminste tot de erkentenis
kome dat die zich-ontwikkelende legaliteit een
symptoom van het gisteren was; dat wij nu op een
keerpunt staan, wellicht op een tijdelijken weg
terug. Maar een weg, dien we afleggen met open
oogen, allerminst blind voor het feit dat het
machtswoord in opstand is gekomen tegen de
rechtsgedachte.
Dat wist ik allang", zult ge zeggen, en
daar.voor is df omhaal van al die woorden niet noodig."
Waarop ik den lezer van do Groene moet
antw.-icii-den, dat ik dat ook wel verir ><?«.<? .V "A" ii<;m
urrha.lv»'. werkel:" ? .erstandigor dan de
j.i. ?> .-<> ilurupypscno staatslieden houd. Het ging
er alleen maar om, uit te leggen dat die meerge
noemde Europeesche staatslieden dat niet zijn,
maar dat ze nog steeds bezig zijn op de meest
onverantwoordelijke manier struisvogel- inplaats
van Europeesche politiek te voeren. Juist in het
, ,ontwapenings'' - vraagstuk.
Daarop werd in deze kolommen reeds eerder
gewezen. De geheele ontwapeningsconferentie is
in het zand geloopen omdat, nog vóór daar twee
partijen met elkaar in botsing kwamen, twee
stelsels, twee principes, met elkaar in strijd bleken.
Namelijk het (westersche) legale principe en het
(Duitsche) machtswoord. Men vreesde ten
onrechte reeds de botsing van deze twee prin
cipes en liet hit daar tot nu toe niet op aankomen.
ledere partij ontweek de verantwoordelijkheid voor
een botsing en zocht zich er met uitvluchten van
af te maken. In werkelijkheid komt zoo een ernstige
catastrofe onvermijdelijk naderbij. En dan maar
liever met open oogen ! Want de twee stelsels,
organisatie door overeenkomsten en organisatie
door geweld, zijn onvereenigbaar. Daarom heeft
Hitler Gerieve dan ook met zooveel misbaar
verlaten, omdat hij voelde slechts de keus te
hebben zich te schikken in het stelsel der overeen
komsten, of er uit gedrongen te worden.
Het zal noodig zijn en de praktijk der dingen
zal deze noodzakelijkheid binnen afzienbaren tijd
bewijzen dat ook de aanhangers van het legale
principe het Europeesch spreken" tijdelijk laten
rusten en de zelfde taal gebruiken als degenen
die het machtswoord aanhangen. Dat tegenover
het Duitsche ik zal mij bewapenen !" ronduit
gesteld wordt: dat zul je wel laten !" Dat tegen
over de Duitsche vredesbetuigingen de vraag ge
steld wordt, hoe het dan eigenlijk staat met de
stelselmatige en nog steeds voortdurende onder
drukking van al wat pacifistisch denkt binnen het
Duitsche Rijk, en hoe deze officieele buiten
landsche politiek te rijmen valt met de rijks- ?
paedagogie tot verheerlijking van alles wat onver
draagzaam is, agressief en militair.
Zoover, dat deze zaken, deze vragen, nu reeds
zuiver gesteld Worden, zijn wij nog niet. Maar we
komen er. De tijd van het struisvogel-spelen is
voorbij. De spanning wordt te groot. Het zou niet
verwonderlijk zijn wanneer de reis van minister
Eden een keerpunt bleek, en de terugreis uit
Berlijn den L/ord l'rivy Seal uit den droom hielp.
Zoolang de berichten echter gewag maken van.
uitstekende verstandhouding tusschen Hitler en
Anthony Eden, zoolang is de tegenstrijdigheid
der stelsels nog niet manifest geworden. Kn dat.
is een gevaar.
De ontwapeningsbesprekingen zijn er door mis
lukt. Eerst te Genève, toen de directe besprekin
gen tusschen Duitschland en Frankrijk. Daarna
werden de bemiddelingsvoorstellen van Mussolini en
.Sir John Simon geventileerd met als hoofdpunt den
eisch dat Duitschland naar Genève en eerlijke
rondetafel-besprekingeri zou terugkeeren. De
echo's hierop waren ontstellend zwak. Nadat de
laatste van de serie halfslachtige Fransche re
geeringen was verdwenen, kwam er in Frankrijk
een sterk nationaal kabinet, dat veel doet denken
aan het onze. En Eden begon zijn rondreis. In
Frankrijk ontmoette hij zooveel onverzettelijk
heid, dat de officieuse spreektrompet van het
foreign office, de Times, het noodig vond nog eens
een extra duit in het zakje te doen door over
Duitschland's principieel gelijke rechten te schrij
ven. In een zoo gewichtige zaak als de
Oostenrijksche kwestie verraadde de Times aan Duitsch
land, dat men zich daar niet al te ongerust hoefde
te maken, over de verklaring der mogendheden
in zake Oostenrijk's onafhankelijkheid. Allemaal
dingen, ('ie er op wezi-n dat men in Kngplarid <1"
gewichten jen tikje in de richting van Duit schlanil
wenschte te verschuif"" "rn '.>,-...i .', ?-..-?., ;i,-.',?,'(-n
zwaardere eisclieti van Frankrijk te rompn^
Oat is wel heel waarschijnlijk.
Hoe het zij, in Duitschland was men er als de
kippen bij om daar gebruik, of misbruik, van te
maken. Göring presenteerde plotselinge eischen
omtrent een luchtvloot, eischen waarvan hij sinds
ruim een half jaar kon weten dat ze Engeland
weinig welgevallig waren. Verder liet hij zich bij
ongeluk ontvallen, dat hij Ditnitrof niet wenschte
vrij te laten. En ziet: een allerscherpst artikel in
de Times eischt de vrijlating van Dimitrof.
Met zooveel woorden staat er dat de gevangen
houding der Bulgaren een rechtsverkrachtig is.
die, mocht deze toestand voortduren, zou wijzen
op een zoodanige rechtsverlatenheid van het
Duitsche Rijk, dat men tegenover dit Kijk anders
zou staan als tegenover andere staten.
Deze argumenteering lijkt verdacht veel op de
motiveering die indertijd Sir John Simon te Genève
heeft gegeven toen hij zeide, dat het huidige bewind
in Duitschland een zoo onveilige stemming had
geschapen dat het begrijpelijk was, dat men anders
tegenover dit rijk stond als vroeger. Wel is
waarbetreft het hier maar een incidenteel geval:
Dimitrof. En om een geval dat Engeland eigen
lijk niet raakt. Maar dat is slechts om op tactvolle
wijze aan de wereld-overtuiging uitdrukking te
geven. Dit geval raakt het geweten van onze be
schaving. En daarom heeft heb algemeene gelding.
Derhalve is het geen toeval dat daaruit de conclusie
getrokken wordt dat, als Duitschland het Recht
niet wenscht te erkennen, andere consideraties
geldend gemaakt zullen worden.
Zal het inzicht dat het zoete droombeeld, de
utopistische periode van gisteren", plaats gemaakt
heeft voor het harde heden, werkelijk erkend
worden voordat Eden. na Berlijn en Rome weer
te Parijs aanlandt? Het zou slechts kunnen baten.
dat men inziet dat de periode van de juridische
uiteenzetting tijdelijk is afgeloopen. Want
deze uiteenzettingen leiden tot niets als de eene
partij argumenteert met een code en de andere
met een knots.
Tegen Mein Kampt" helpt het idealisme van
Henderson of MacDonald niet. Een reculer pour
mieux sauter, een ontwaken en een terugtocht
uit het gewaande paradijs, uit dien helaas nog
fantastischen tuin van Eden is noodig om de be
dreiging van het nationaal-socialisme te over
winnen. Nog is het niet te laat dat dit op vast
beraden maar on-bloedige wijze geschiedt.
Of hoopt men op een wonder, en wacht men
totdat in Hitler-Duitschland de zaken door inner
lijke oorzaken een keer nemen;'