Historisch Archief 1877-1940
No. 2960
De Groene Amsterdammer van 24 Februari 1934
Uit de Natuur
It Fryske Gea
Koning Albert
Spreektaal
Omzetbelasting op schilderijen
De ambtenaren der Omzetbelasting hebben als
hun meening uitgesproken dat ook schilders en
beeldhouwers bij verkoop aan handelaren en
particulieren een omzetbelasting van 4 pCt.
hebben te betalen. De motiveering is dat een
schilder een fabrikant is een schilderij een fabrikaat.
De wet spreekt in de eerste artikelen over het
begrip Fabrikant" en zegt dat ieder die iets
vervaardigt" volgens deze wet een fabrikant is.
De ambtenaren meenen nu dat schilderijen en
beeldhouwwerken vervaardigd" worden en de
vervaardigers" fabrikanten zijn en in de belasting
vallen.
Hier is naar mijn meening een ernstig misver
stand, dat zoo spoedig mogelijk uit de wereld
geholpen moet worden.
De onderstelling dat een kunstwerk vervaar
digd" wordt, is de bron van alle kwaad. Een
schilderij en een beeldhouwwerk zijn scheppingen
van den geest en een kunstenaar is een scheppend
kunstenaar. Hij staat hierin gelijk met den auteur,
den componist, den architect, den geleerde. Zij
allen scheppen, vervaardigen niet. Een schilderij,
een beeldhouwwerk, een manuscript, een compo
sitie, een architectonisch ontwerp, een geleerde
verhandeling, het zijn alles scheppingen van den
geest. Ze kunnen verkocht worden, maar dat
stempelt ze nog niet tot fabrikaat en den schepper
niet tot fabrikant. De kunstenaars moeten een
voudig weigeren zich tot fabrikant te laten be
stempelen. Het is bijna een hoon, in ieder geval
een ontkenning van, den geest.
Het i» een misverstand dat niet door den wet
gever bedoeld kan zijn. Voor deze laatste meening
ligt een bewijs in het feit dat schilderijen noch
beeldhouwwerken in de aanvullende weeldebelas
ting" zijn betrokken, althans wat deze laatste
betreft voor zoover zij het karakter van kunst
werk bezitten". Bij de behandeling van het wets
ontwerp in de Tweede Kamer is deze toevoeging
bij amendement in de wet opgenomen. Niemand
kon toen veronderstellen dat deze kunstwerken"
wel in de gewone omzetbelasting zouden vallen.
Men ging er van uit dat schilderijen automatisch
vrij waren, zooals ze ook vrijgesteld zijn van
invce.-recht en personeele belasting.
Het ware toch ook te gek, dat de Regeering,
de scheppende kunstenaars, die ze steunt en als
cultuurdragers waardeert, door den fiscus zou laten
behandelen als gewone vervaardigers" of fabri
kanten".
Zij kunnen dit niet aanvaarden met beroep
«p hun scheppenden arbeid.
BERNARD HOUTHAKKER.
Dr. Jac. P. Thijsse
Naast de Groote Nederlandsche Vereeniging tot
Behoud van Natuurmonumenten zijn in de laatste
jaren een aantal gewestelijke organisaties ontstaan,
die hetzelfde doel nastreven. Geregelde samenwer
king met de Groote Vereeniging wordt o.a. ver
zekerd door de omstandigheid, dat deze in de be
sturen der gewestelijke vereenigingen altijd mins
tens n vertegenwoordiger heeft. Het eerst werd
gevormd het Utrechtsch Landschap, later kwamen
het Geldersch Landschap, het Brabantsch Land
schap, het Limburgsch Landschap, het Overijselsch
Landschap en het Drentsch Landschap is in wor
ding. De Friezen, waren de Overijselaars vóór,
maar ze noemden hun organisatie: It K-vake Gea;
wat hetzelfde beteekent, want gea = go = gouw =
gewest. Niemand verwonderde zich erover, dat de
Friezen de zaak op zijn Friesch behandelden. Wij
doen allemaal graag mee aan de Friesche Idylle,
die ons jaren en jaren geleden al zoo heerlijk ge
openbaard is in de werken van de Halbertsma's,
waaruit een stemming spreekt, die thans nog ieder
een, die eenigszins van nabij met Friezen en Fries
land in aanraking komt moet treff'.-n in al haar
eenvoud en innigheid en liefde voor den geboorte
grond. Ik krijg altijd den indruk, dat bij de Friezen
de liefde voor hun land nog grooter is dan de trots
op hun volksbestaan of de bewustheid van de
voortreffelijkheid van hun ras en dat maakt ze tot
zulke prettige menschen om mee om te gaar>
Maar eerst nog iets over die Laridscnappen en
hun werk. Dat heeft langzamerhand een groote
beteekenis gekregen. Het Utrechtsch Landschap
heeft Over-Holland aangekocht, bosschen van
Lotehorst en met het Rijk een accoord getroffen.
over de behandeling van de oude
Grebbe-liriiewerken als natuurreservaat en ontspanningsoord.
Bovendien heeft het een krachtproef verricht dooi
de onteigening te bewerken van de bosschen bij
Eyckestein. Eenige maanden geleden heb ik hier
daarover het een en ander Verteld en met groote
voldoening voeg ik daar nu nog bij, dat het inder
daad is gelukt de leening groot ? 342.000.
volteekend te krijgen, geen kleinigheid, voorwaar.
Het Geldersch Landschap heeft het bezit ver
worven van de landgoederen de Duno, Warnsborn
en de Delle en is ook in menig ander opzicht werk
zaam. Het behoud van deze landgoederen vormt
een bijzonder waardevolle aanvulling van het werk
van Natuurmonumenten en het Staatsboschbeheer.
Zoodoende is er goede kana, dat Gelderland nog
veel behoudt van zijn traditioneele glorie van
natuurschoon.
Het nog jeugdige Brabantsch Landschap is
in vereeniging met het Lim
burgsch Landschap en
met de Vereeniging
tot Behoud van
Natuurmonunien
ten bezig, om
zoo moge
lijk na
tuurreservaten te vormen in de Peel. Beide Land
schappen zullen zich nog duchtig moeten weren
voor het behoud van natuurschoon langs hun beken
en riviertjes. Dezelfde zware taak drukt ook op
het zeer jonge Overijselsch Landschap en op het
nog ongeboren Drentsche.
En nu It Fryske Gea. Dat heeft alvast een daad
verricht, die onvergetelijk zal blijven in de geschie
denis der natuurbescherming in ons land. Wij heb
ben vaak te lijden onder ongewenscht, onnoodig
en onnut geharrewar met ondernemers van
ontwateringswerken, ontginningen en andere werken
van algemeen of openbaar nut. Vaak hebben wij
ondervonden, dat met rijksgeld vaderlandsch na
tuurschoon onnoodig werd vernietigd, doordat de
ondernemers niet het belang van de gronden be
seften en doordat de natuurvrienden niet tijdig
op de hoogte gebracht waren van de plannen. De
ervaring leert, dat bij tijdig overleg alle strubbe
ling kan worden vermeden.
Welnu, It Fryske Gea heeft overleg gepleegd
met de N.V. Ontginningsmaatschappij De Drie
Provinciën en met haar het accoord getroffen, dat
deze maatschappij het Gea tijdig op de hoogte zal
stellen van haar plannen, opdat de natuurvrienden
hun belangen kunnen bepleiten, eer een werk wordt
opgezet. Bovendien kreeg het Fryske Gea de gele
genheid, om in het reeds verworven maar nog on
ontgonnen bezit der N.V. stukken aan te wijzen,
wier behoud in den huldigen toestand gewenscht
is. Indien het eenigszins mogelijk blijkt, zullen dan
gepaste maatregelen worden genomen.
Dit accoord van Drachten" is nu weer ..idyl
lisch" werk verricht door ,,stugge" Friezen.
Maar It Fryske Gea gaat verder. Iedereen weet,
dat Friesland bestaat uit drie deelen: de klei met
de Terpen in het Westen en Noorden, de Meren
en ,,1-age" venen in het midden en de Heiden.
Hooge Venen en Keileemlanden in het Oosten
enZuiden.
Die rmiddenstrook is het ..Wetterlan", wereld
beroemd als de Friesche Meren, het land van Sneek
en het land van Grouw. Het alde" Grouw spreekt
het sterkst tot ons. In dat gebied ligt het beroemde
Prinsenhof en de Oude Venen, waardige en onmis
bare tegenhangers van de p'.assen van Nieuwkoop
en Noorden, van het Naardermeer en de
Ankeveensche plassen. Deze Friesche natuurmonumen
ten hebben echter nog het voor- en nadeel van gele
gen te zijn aan en bij de groote openbare en zeer
in de mode zijnde vaarwateren. Het is een kostbaar
gebied, dat It Fryske Gea wil verwerven.
Steunt dit voornemen!
Bla nsti rntsjes'iesf
in de Swannebloemen