Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C Josephu» Jitta
Redacteuren: L. f. Jórdaan, F. G.Scbeltema en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2961
Zaterdag 3 Maart 1934
Een nieuw keizerrijk:
Mantsjoekwo
G. Stein
l Maart 1934 tot keizerrijk verheven
. Twee jaar geleden, op den Isteu Maart 1932, is
?de staat Mantsjoekwo gesticht. Op den l sten Maart
1934 -werd het tot keizerrijk verheven. Het Japan:
«che leger heef t aangekondigd, dat op 'dezen dag
?de uitzonderingstoestand" geëindigd zal zijn. En
xlaarmee is het tijdperk, het eerste in de
geschiedeoiis. van den jongsten staat, afgesloten. De Japan
ners, die .volgens hun historische gewoonte het
verloop van hun geschiedenis in afdeelingen
indeelen, die dan plechtstatig den naam krijgen van een
"bepaald tijdperk, hebben deze eerste phase in de
geschiedenis'van Mantsjoekwo, die den Isten Maart
?eindigde, het tijdperk van het incident 1932-1934"
genoemd. Het incident is een historisch feit gewor
den. Mantsjoekwo heeft de eerste groote
moeilijkheden van ?zijn -bestaan overwonnen. De Japanners
hebben zich weer eens als hoog begaafde organisa
toren getoond. En heden .ten dage twijfelt niemand
?er ineer aan, of de door Japan gestichte staat
ver(4er zal voortbestaan.
Thans wordt overal in de wereld de vraag nauw
keurig overwogen, hoe men zich tegenover dit feit
zal stallen. In Mantsjoekwo doen zich voor de
^westelijke landen groote mogelijkheden voor den
handel voor. Want het is het potentieel rijkste deel
van het Chineesche Rijk. Het is het minst belast
mét remmend werkende tradities. Het lijdt niet aan
"«overbevolking. En het heeft, tegenover de andere
'fleelen van China, het onschatbare voordeel, thans
?«én bestuur te bezitten, dat voor het land orde,
rust en discipline verovert. Japan echter, dat zeker
niet bereid is, andere landen in werkelijke
rechts"geUjkhcid- in Mantsjoekwo te laten werken, heeft
touitenlandsche hulp noodig, om hét land zoo snel
te ontsimtén als het van plan is. Wie echter het
?eerst komt, die zal van Japan-Mantsjoekwo de
gunstigste kansen voor de naaste toekomst krijgen.
De economische .verleidelijkheid, Mantsjoekwo
officieel te erkennen, is dus zonder twijfel voor alle
bij den export belanghebbende landen, die onder
de algemeene verkoopscrisis lijden, heel groot. ,
'' Tegenover deze verleidelijkheid staan echter
'groote beletsels van politiek-mpreelen aard. Ten
minste voor de landen, die als medeleden of als
vrienden van den Volkenbond1 het Geneefsche.
"oordeel 'tegen Japan's Manfcsjoékwo-politiek niet
zonder meer als verjaard kunnen beschouwen.
Rusland, dat de moreele begrippen van den Vol
kenbond en zijn leden niet erkent, Rusland, wiens
moraal enkel en alleen door .zijn eigen interessen
gesteund wordt,, is 'merkwaardigerwijze de eenige
staat, die zonder meer de erkenning van
MantsjoeJcWO;aou kunnen .beginnen. Er is niet veel meer
toe noodig.dan dat Japan en Rusland het eens
worden over een geldprijs voor de
Noord-Man,tsjoerijsche spoorlijn, die betrekkelijk laag genoeg
is, om het uiterlijk tébewaren",
?"? Ook Duitschland kan onder zekere omstandig
heden die staat zijn, die, als eerste, off icieelebetrek»
?kingen aanknoopt met Mantsjoekwo.' Het is geen
?lid meer van den Volkenbond en dus moreel in
igeen enkel opzicht gebonden. Het heeft bijzonder
veel belang bij de taak. van. Mantsjoekwo wat be
treft den lanbouw. Het is vriendelijk gestemd tegen
over Japan en het heet, dat zekere voelhoorns van
beide zijden worden uitgastokea.
Frankrijk heeft met Japan kort geleden een fi
nancieel consortium gevormd, dat werken tot ont
sluiting van Mantsjoekwo zou financieren. Enge
land heeft de tegenwoordige consulaire ambtena
ren, diéhet in Mantsjoekwo vertegenwoordigen,
en die nog van den ouden tijd af uit den
EngelschChineeschen dienst stammen, door ambtenaren
van zijn Japauschen dienst vervangen. En
Engelsche landböuwkringeri manen aan tot verzekering
van de Mantsjoerijsche. markt.
Aan de Vereenigde Staten heeft Japan duidelijk
te verstaan gegeven, dat de erkenning van Man
tsjoekwo door Washington mogelijkerwijze tot
voorloopige voorwaarde zou kunnen worden beschouwd
van een Japansche deelneming aan de groote
vlootconferentie in het volgende jaar. Een voorloopig
beripht yerme'dt echter, dat de V.S. Itfantsjoekwo
niet zullen erkennen.
Laten we de moreele bedenkingen van de er
kenning van Mantsjoekwo eens onderzoeken. Hier
is de vraag beslissend, wat d« nieuwe staat voor
zijn inwoners, die, zw>als bekend, voor negen tien
den uit uitgeweken Ohineezen bestaan, reeds ge
daan heeft. Het is niet te loochenen, dat de
Japansch-Mantsjoerijsche regeering in haar twee
jarige werkzaamheid een van de grootste misstan
den in het land den chaos in den muntstandaard
en in de financiën, de anarchie van het drukkende
belastingsysteem ? volkomen uit den weg heeft
geruimd, .terwijl ze de tweede groote plaag - het
aan gevaar blootstellen van have n leven door.
bandieten - in elk geval ten deele met succes be
streed. De Ohineezen van Mantsjoekwo zijn niet
verwend. Ze zijn reeds dankbaar, wanneer ze wat
meer rust hebben voor het uitoefenen van hun
voorbeeldige vlijt zooals het in de zware twintig
jaar sedert de Chineesche revolutie het geval was. En
wanneer ook hun afkeer tegen de Japanners altijd
en onder alle omstandigheden zal blijven bestaan,
zoo zouden tpch echter heden de meesten van hen
voor het behoud van den staat Mantsjoekwo stem
men als toentertijd gestemd zouden hebben voor
zijn stichting, wanneer men het hun gevraagd zou
hebben. En zij zouden, voor zoo ver ze in patriottisch
opzicht beter zijn dan hun naam, de hoop hebben,
die mij reeds anderhalf jaar geleden een Chinees in
Mantsjoerije aanduidde, dat namelijk Mant
sjoekwo het Japansche protectoraat zou overleven.
Deze verwachting van velen in Mantsjoerije.
levende en van menigen Noordchinees aan den
anderen kant van den Grooten Muur is absoluut
ernstig op te vatten. Het is zelfs mogelijk, dat
Pu-Ji een sterkere loyaliteit naar oude
Mantsjoetraditie van de groot-Chineesche eenheid en onaf
hankelijkheid voelt dan tegenover de Japanners,
aan wie hij toch ongetwijfeld leven en positie heeft
te dankeu.
Het meest interessante probleem, dat met de
verheffing van Mantsjoekwo tot keizerrijk ontstaat,
is het probleem van haar betrekkingen tot de overi
ge deelen van het Chineesche rijk. De herinnering
aan den tijd van 250 jaar geleden, waarin
Mantsjoes, de voorvaderen van Pu-Ji, een klein, weinig
ontwikkeld volk van het eenzame Mantsjoerije uit
het trotsche, rijke, maar innerlijk vervallen
Ohiueesche rijk bijna zonder weerstand veroverden^
ligt natuurlijk nog zeer dichtbij. Het voorwendsel
echter, dat het zuidelijke China, de gansche streek
ten zuiden van de Yangtse, naar oude
republikeinsche traditie zich naar een monarchische heer
schappij van Mantsjoekwo of van Peking uit nog
veel minder zou voegen dan het zich naar de
republikeinsche Nanking-regeering heeft geschikt, de
verwijzing, dat het dus in geval van herhaling van
het oude, geschiedkundige gebeuren tot afscheiding
van Zuid-Ohina zou komen, is volkomen gerech
tigd. Anders zijn de toestanden ten noorden vau'
de Yangtse, waar de meeste streken meer of minder'
krachtig van Nanking uit beheerscht worden en
waar naast Tschiang Kai-Schek, den chef van de
Nanking-regeering, nog eenige andere generaals
onafhankelijke provincieregeeringen leiden. In het
noorden is weliswaar evenmin groote
monarchistische Voorliefde voorhanden, maar de
republikeinsche geestdrift was daar nooit erg fel en de te
leurstellingen onder de republiek, die het volk
geenerlei medezeggenschap in den staat veroor
looft, zijn in de laatste jaren heel sterk toegenomen.
Daarginds zal het er veel op aankomen, in hoe verre
de Nanking-regeering een nieuwe aanloop gelukt,
hoe de machten de dooreenloopende ontwikkelings
stroomen zullen beïnvloeden, of de vrede tusschen'
Rusland en Japan zal standhouden en hoe Man
tsjoekwo zich economisch verder ontwikkelt. De
mogelijkheid, dat het nieuwe keizerrijk in het'
noord-oosten op de innerlijk verscheurde deeleii
van Noord-China kan werken als een magneet ojf
verstrooid ijzervijlsel, is absoluut aanwezig. Heel
veel zekerder is het echter, dat de Mongoolsche
provincies Cschachav, Suiyuau en Nmghsla, 'die'
ten noorden van den Grooten Muur China van de
door de Sowjet beheerschte gebieden afsluiten,
naar Mantsjoerije toe overhellen, dat bij de
gindsche primitieve stammsn en hun heerschers de
nieuw herleefde Mantsjoerijsche dynastie de
tendenzen tot een breuk met Japan wezenlijk zal aan
moedigen. En er zijn daarvoor aanwijzingen, dab
Japan deze beweging steunt.
Hoe ook de verdere ontwikkeling van Mant-'
sjoekwo mag zijn, en hoe ook de klachten van d
Manfcsjoerijsche bevolking over hun huldigen staat
kundigen toestand mogen luiden.... zeker is het,
dat het werk van de Japanners in Mantsjoekwo het
land economisch buitengewoon snel en krachtig
verder brengt. De^ duizenden kilometers lange,
nieuwe spoorbanen en wegen, die met koortsachtige
bedrijvigheid worden aangelegd, mogen voor stra
tegische doeleinden gemaakt worden, \in de
toekomst zullen zij toch den economische» toe
stand ten goede komen. .
Het zouden niet de eerste spoorlijnen en wegen
zijn, die strategisch bedoeld waren en van econo
misch belang-.werden. Mogen zij ook voor een groot
deel tot de -Russische grens loopen, dat wil zoggen,
heden economisch gesproken in het onbestemde,
aan den anderen kant van deze grenzen wordt,toch
immers volgens dezelfde motieven in gelijken zin
gewerkt. En wanneer eenmaal het oorlogsgevaar
tusschen Rusland en. Japan zal zijn overwonnen,
dan kunnen de strategische spoorlijnen en wegen
over de grens heen verbonden worden, en désterke
economische ontwikkeling, die de oorlogsvrees aan
beide zijden te voorschijn heeft geroepen, ka'n op
een goeden dag tot een geweldige uitbreiding leiden
van het vredelievend verkeer in de tot nu toe
bijna .geheel onontsloten gebieden van het rijke
oostelijke Oost-Azië.