Historisch Archief 1877-1940
, __ j>, _.?_ f,__ ^ . './r' **_;? -*-?C^ .;1
'?"«Et- <"< <*".?:;?'* ; K f£<i X'tltat ?*l*a* **?-"?-'.*--" A ««;;'**
aS^i. . .-''?Vv:/:^*:^m3V-?iaw-:i*i1"-»^S
*?Ons land is een der schoonste en
merkwaardigste ter wereld en door
zijn schatten van kunst, cultuui en
natuur wel in staat, om voldoening te
schenken zelfs aan den verwenden,
veeléischenden, modernen mensch.Het
is inderdaad een ideaal vacantieoord.
Ik kan er van meepraten, want ik heb
er meer dan honderd vacanties doorge
bracht en ben het nog lang niet moede,
hoewel andere deelen der wereld mij
ook onovertreffelijk genot hebben ge
schonken. Ik zou Centraal Europa en
Italiëdan ook niet graag willen missen
en naar Java hebben we heimwee
van het oogenblik af, dat onze boot
losmaakte van de kade van Tand jong
Priok.
Maar Nederland is een vacantie
oord om van te smullen en heeft voor
elk wat wils. Wij hebben eens gelezen
van een Amsterdammer, die zijn
vacantiereis deed naar Amsterdam.
Hij logeerde in zijn eigen woning, maar
toog er lederen dag met vrouw en kind
op uit, om de bezienswaardigheden te
bezoeken, de musea, de buurten be
langrijk om historie of architectuur,
de havens kortom alle duigen waar je
je voor inspant als je Londen, Parijs,
Weenen bezoekt, maar die je in de
stad van inwoning slordig verwaar
loost. Ik ken iemand, die vijfentwintig
jaar in Haarlem gewoond heeft eer hij
de Halsen gang ging zien, maar die in
München binnen vierentwintig uur
naar de Pinakotheek marcheerde en
het nu nog altijd heeft over Rogier
van der Weyden.
Die Amsterdammer verzuimde ook
niet, om nu eens de onmiddellijke om
geving van de stad te gaan zien en
ontdekte met blijde verbazing de
groote schoonheid van zijn polder
land. Hij voer met het stoombootje
den Amstel op naar Ouderkerk en
wandelde langs Bullewijk en
Holendrecht naar Abcoude en toen weer
terug langs de Winkel en de Waver.
Of hij kuierde (boterhammen mee
nemen) van Schellingwoude over
Durgerdam en Uildam naar Monnikendam
of over Diemerbrug langs de Diem
naar Diemerdam en langs de Zuide
zee weer naar Zeeburg. In die dagen
was de Diemerzeedijk nog niet voor
het publiek afgesloten. Gelukkig zal,
zelfs na de geheele inpoldering van de
Zuiderzee, het Pampusmeer nog open
water blijven, zoodat de zeedijk van
Uildam tot Muiden slechts weinig van
zijn tegenwoordige bekoorlijkheid zal
verliezen.
Inderdaad, een Amsterdammer, die
gedwongen is, zijn vacantie in Amster
dam te moeten blijven doorbrengen,
behoeft zich niet te beklagen. Het
komt er maar op aan om met een
beginnetje van vacantiekist aan het
vacantiewerk te beginnen van de ont
dekking van zijn eigen stad en haar
heerlijke omgeving, al is die dan op
sommige plaatsen ook deerlijk ge
schonden.
Maar een mensch wil er ook wel
eens uit" naar een geheel nieuwe om
geving, naar een of ander echt" va
cantieoord in Nederland.
Vijftig jaar geleden had Nederland
maar weinig min of meer officieele
vacantieoorden. dat waren dan voor
namelijk de duinen van
Kennemerland niet Bloemendaal als centrum,
het Gooi, Zeist, de Veluwezoom van
Wagenin- gen tot
DieVACANTIE IN
Vacanlie-Oorden van (
Innige en Schoo
ei Zuid-Limburg en dan natuurlijk
ook de badplaatsen.
Daar is sedert dien tijd wel veran
dering in gekomen. De vereerders van
strand en zee logeeren en kampeeren
haast zonder onderbreking van
Vlissingen tot Huisduinen en bezoeken in
hun duizenden de eilanden Texel.
VHeland, Terschelling, Ameland en
Schiermonnikoog. Waterkampeerders
bevolken meren en plassen van de
Maas tot de Louwerzee. Breda,
Oisterwijk, haast alle Veluwedorpen,
Ruurloo, Denekamp, Rijssen, om slechts
enkele te noemen, zijn thans
vacantieoorden van groote beteekenis. De Ne
derlander heeft zijn land ontdekt en
hij staat er versteld van. Misschien is
dat nog juist bijtijds gebeurd, orn hem
te maken tot ijverig strijder voor het
behoud van Nederlands natuurschoon.
J k merk, dat ik onwillekeurig, en
zeer verklaarbaar, ben terechtgekomen
in de landelijke vacantieoorden. Ech
ter mag ik niet verzuimen, om met
kinderen en kleinkinderen
vacantiereisjes te maken van stad naar stad
en vooral om per boot onze breede
wateren te bevaren, de prachtige
Westerschelde met zijn vertier van
Antwerpsche booten en met de
boomgroepen der Zeeuwsche dorpjes en
stadjes half weggedoken achter den
dijk. Met de boot van Vlissingen naar
Terneuzen, dan oversteken naar
ZuidBeveland, Schouwen zien en dan weer
door de Biesbosch naar Gorkum of
Rotterdam. Misschien maken we ook
een rijwieltocht !angs de dijken van
de groote rivieren, telkens weer met
een pontveer naar den anderen kant
en eens met veel aandacht het heele
geval bekeken van de splitsingen van
Rijn, Waal en I Jsel en de doode
armen bij Herwen en
Zevenaar.
De groote rivieren, die
zoo heerlijk liggen in ons
landschap, zijn nog lang
niet genoeg geprezen. In
hun wijde winterbedding
verheugen zij zich in een
zekere mate van vrijheid,
als een vogel in een groote
volière. Maar de kunst
werken, die haar baan
regelen, dragen ook dik
wijls genoeg bij tot de schil
derachtigheid: de kribben
met haar kleurige bakens
en veelsoortige begroeiing,
de opritten bij de veren,
dikwijls met aardige oude
veerhuizen in zwaar ge
boomte, de dijken zelve,
met hagen van meidoorn,
sleedoorn, wegedoorn,
kornoelje, wilgen, hier en daar
overgroeid met warkruid of
prachtig bloeiende clematis.
En waar de grazige dijk mooi op de zon
ligt. daar is hij bont van hoog opschie
tend weelderig gebloemte: wilde
cichorei, veldsalie, scabiosa, margrieten,
pastsnaak. wilde peen. wikken enz. een
schoon dat de praal der alpenweiden
nabij komt. Hoe mooi zijn ook de
schipbruggeii en enkele andere brug
gen en, ja. hoe aardig vinden ook som
mige van de .spiksplinternieuwe
stuwwerkeu in de Maas hun plaats in het
landschap. Een
heel bijzondere
afwisseling, om
niet te zeggen
tege'nstelling:
de nieuwe
stuwwerken en de
oude
gierponten.
Het is wel
goed. dat we
een zacht plek
je in ons hart
maken voor de
W e r k e n van
Waterstaat
want we kun
nen er in Ne
derland niet
aan ontkomen.
Zij hebben niet
alleen het pres
tige van nut en
n o o d z
akelijkheid maar ook
pracht van
vorm en
in
drukwekkendh e i d van
kracht. Maar
hun forsche
greep kneust soms wreed het teere
schoon van ,,Neerlands weeken grond".
Ik heb in mijn lange leven veel zien
veranderen. Toen ik jong was, lag het
Oosterdok in Amsterdam nog vol met
de sierlijke fregatten en barken en
schoeners: de Slamat en de Sindoro,
de Noachs I. II, III, de Thorbecke,
de vlugge brikjes, die op West-Indi
voeren en altijd deden denken aan
schepen van piraten.
Wat. was het
mooi,
die schepen in het zeegat, onder een
wolk van blanke zeilen. .Maar hoe
mooi zijn thans de groote mailhooten,
de vlugge motorjachten. de vinnige
torpedojagers. Men zegt dan wel. dat
je aan die dingen went en dan het
schoono er van kunt zien en genieten.
Maar ik vrees, dat ik niet lang ge
noeg zal leven, om te kunnen wennen
aan het Wilhelminakanaal en de
HraImntsche hei. of het Linthorst -llimian