Historisch Archief 1877-1940
No. 2961
De Groene Amsterdammer van 3 Maart 1934
15
Spoorweg- en kapitaals
vernietiging
Nerveus
C. A. Klaasse
Een felle protestbeweging
Sedert de heer Waterman mij het laatst
interpelleerde over mijn beschouwing inzake de gevolgen
van de voorgestelde invoering van het
Verkeersfonds, is er heel wat gebeurd. Uit kringen van hen
die belang hebben bij het autoverkeer, zoowel het
particuliere als het professioneele, zoowel het per
sonen- als het vrachtvervoer, zijn heftige protesten
gehoord, vergaderingen werden belegd, adressen
werden aan de volksvertegenwoordiging gezonden
enz. Blijkt daaruit al dat in wijde kringen het
standpunt van den heer Waterman, die den minister
in deze bijvalt, niet wordt gedeeld, een bewijs tegen
zijn stollingen kan daarin allerminst worden ge
vonden omdat immers als deze protesteerenden in
de eerste plaats voor hun eigen belangen ijverden.
en geenszins het algemeen belang óp den voorgrond
plaatsten; Alleen kan men door den omvang en
? intensiteit van deze protestbeweging tot het besef
komen hoe wijdvertakt de belangen bij het auto
vervoer en alles wat daarmee samenhangt zijn. En
al is het waar, dat het alleen groepsbelang is, dat
de vele en ernstige bezwaren uit deze kringen heb
ben doen naar voren komen, toch is daarin zeer
zeker aanleiding zich af te vragen of niet ook
benadeeling van deze groep een kwestie van alge
meen belang is. Wat in een tijdvak van depressie,
indien mogelijk, in de eerste plaats moet worden
vermeden zijn: verschuivingen op belangrijke
schaal in de vraag zoowel van consumptie- als van
productiemiddelen. Die verschuivingen laat men
in tijden van voorspoed rustig plaatsvinden omdat
liet economisch leven dan voldoende vitaliteit en
<lrang tot innerlijk herstel bezit, dat het oude door
iets nieuws wordt vervangen, zoodat de totale
oinvang van productie en verbruik er niet onder lijdt.
Maar in de depressie, waar alles wat valt zich maar
?/eer moeizaam kan oprichten, is het zaak te houden
wat men heeft, ook al zou dat op den duur niet
het meest economisch zijn. Een zeer groot deel van
imze crisiswetgeving is daarop gebaseerd. Dat
hebben in elk geval de protestvergaderingen en
requesten getoond, dat het met autoverkeer zeer
vitale belangen, n kwantitatief n naar beteekenis
gemoeid.
Ken zeer groot aantal arbeidskrachten vindt
in alle bedrijfstakken, die met het autoverkeer
.samenhangen emplooi, zeer omvangrijke kapitalen
zijn. daarin geïnvesteerd. Nu zou men misschien
nog vrede kunnen hebben met een door de regee
ring geforceerde verschuiving in het transport ten
laste van het autovervoer en ten gunste van de
spoorwegen wanneer, vaststond, dat daarvoor de
werkgelegenheid zou worden uitgebreid. Als regel,
zeide ik reeds, levert elke belangrijke verschuiving
in het productieproces in crisistijd per saldo een
vermindering van de werkgelegenheid. Maar in dit
geval, waar het slechts betreft de vervanging van
n soort transport door een ander, zou de kans
kunnen bestaan, dat dit nadeel niet of nauwelijks
aanwezig is. Maar nu is vrijwel aan te nemen, dat
oen gedwongen verschuiving andersom, n.l. van
spoor naar auto, in dit opzicht veel gunstiger zou
werken. Die zou de werkgelegenheid waarschijnlijk
zelfs aanmerkelijk verruimen. In de eerste plaats
is de kapitaalsoutillage voor de spoorwegen aan
wezig, die voor autowegen is nog maar iu
.statu nascendi. En in de tweede plaats is het auto
vervoer veel arbeidsintensiever". De heer Water
man wees er immers zelf reeds op, dat de bedrijfs
kosten" bij de auto overwegend zijn, terwijl de
afschrijvingen bij de spoorwegen zooveel zwaarder
?CHAMPAGNE
l X/\(_yG
? Qualitéincomparable
wegen. Maar juist omdat de spoorwegen reeds zitten
in een te ruime jas. zal een verschuiving van hot
auto- naar het treinvervoer zoo goed als zeker de
totale werkgelegenheid doen verminderen.
Er is n punt waarop ik het volkomen eens ben
met den opponent: als de zware vrachtauto naar
verhouding een veel grooter deel van de wegen
stukmaakt dan tot uitdrukking komt in de wegen
belasting, die zij betaalt, dan moet'.daarin verande
ring worden gebracht. Speciaal ten aanzien van
de zeer zware en lange trucks geldt het, dat een
bijdrage in de kosten van wegaanleg en -onderhoud
in verhouding tot het gewicht allerminst recht
vaardig is. Juist die laatste honderden kilo's maken
het noodig om de wegconstructie veel en veel zwaar
der te maken. De kosten van een weg om verkeer
met 3 ton gemiddeld gewicht te dragen zijn veel
meer dan driemaal zoo hoog dan voor een weg die
nimmer meer dan n ton te torsen heeft. De zeer
lange trucks maken het oiinoodig de bochten veel
langer uit te leggen dan anders noodig zou zijn !
Dat men de vrachtauto's voor al die extrakosten
laat betalen door n of andere progressieve wegen
belasting is alleszins logisch en economisch, vooral
met het oogopdentoekomstigen wegaanleg. Waar
tegen men intusschen weer zou kunnen opwerken
dat zulk een heffing min of meer reeds bestaat in
de benzinebelastirig omdat immers het verbruik
aan benzine althans eenigszins met vorengenoemde
factoren op en neer gaat. Maar dit alles betreft
slechts technische herziening van de wegenbelasting.
het heeft niets te maken m^t het doen vervallen
van de wegenbelasting, als^ bestemmingsheffing
ten bate van het motorvervoer dat de belasting
opbrengt, en de vervanging daarvan dooi' een hef
fing die dient als subsidie voor een ander middel
van vervoer.
Het argument dat voor den heer Waterman in
het centrum van de kwestie blijft staan: de zelf
vernietiging van het kapitaal, kan mij echter, ook
na zijn toelichting, niet frappeeren. Het is opvallend
dat deze vijand van het economie-boekje" zelf
nog zoo aan de argumentatie van dat boekje
vastgeroest zit, dat hij zich er niet van los kan
maken. Immers, indien er n ding in overeen
stemming met de klassieke economie is, dan is dat
wel de zuinigheid met alles en dus ook met het
kapitaal. En die economie" is inderdaad op deri
duur alleszins gewenscht, maar op den duur -~
daarover zijn de heer Waterman en ik het eens
moet een productiemiddel, dat te duur werkt^en^dat
dus maatschappelijk gezien zijn kapitaalswaarde
al geheel of gedeeltelijk ingeboet heeft, vervangen
worden. Het is alleen in the short run dat de heer
W. de spoorwegen kunstmatig wil beschermen, maar
in dit korte tijdsbestek van de depressie is nu juist
zuinigheid met kapitaal allerminst vereischte, in
tegendeel, hoe meer oude productiemiddelen door
nieuwe vervangen moeten worden hoe beter dat.
bij de huidige maatschappelijke ordening, is. Zie
daarvoor het betoog van Keynes, dat ik destijds
plastisch voorstelde, en waarvan do heer W. /.elf
zegt dat het een kern van waarheid bevat.
Nu kau men hiertegenover zetten, dat in dit
geval het behoud van het kapitaal in de spoor
wegen van speciale beteekenis is, omdat de rente
op dat kapitaal toch moet worden opgebracht
door den Staat. Wordt het dividend en de rente
op het obligatiekapitaal niet verdiend, dan moet
de schatkist dit bijpassen. Zoodat, wanneer de
spoorwegen zelf de rente konden verdienen, dit of
beteekent dat de schatkist andere uitgaven kan
doen, of minder belasting hoeft te heffen hetgeen
het consumptievermogen der belastingbetalers
verhoogt.
en overspannen, onrustig
en slapeloos. Men gebruike
hiertegen de zenuwstillende en zcnuwsterkende
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 et. Bij Apothek en Drogisten
Maar mi kunnen juist de inkomsten der spoor
wegen alleen weer vergroot worden, wanneer deze
van het autovervoer afgetapt worden, zoodat men
in den vicleuzen circelgang niets verder komt.
Zoodat m.i. de kwestie van de handhaving van
het kapitaal in de spoorwegen betrekkelijk irre
levant is. Op den voorgrond staat de invloed op de
totale productie en consumptie, en het is zeer goed
mogelijk, dat een verder gaande verschuiving van
trein- naar motorvervoer inxlit opzicht gunstiger
zou zijn dan het terugzetten van de klok op ver
keersgebied.
Hoe de juiste verhoudingen in deze zijn
weet ik niet, maar de heer W. evenmin, en ook
de regeering heeft deze kwestie niet aangeroerd,
en waarschijnlijk zelfs niet bekeken. Dat lijkt mij
wel het voornaamste bezwaar tegen het heele
verkeersfondsgeval: dat men lichtvaardig te werk
is gegaan, en zich te veel door de begrootingsmisère
en het spoorwegtekort heeft laten leiden. Wanneer
men in de vrije economie gaat ingrijpen waarte
gen ik allerminst een bezwaar zie, integendeel een
noodzakelijkheid dan moot men weten, wat men
doet, en de consequenties van een ontworpen
maatregel van alle kanten bezien, zich niet ervan
afmaken met eenzijdige beoordeelingen, en dood
doeners als: het motorvervoer betaalt te weinig
in de kosten van den weg. Als dit laatste zoo is dan
moet het meer betalen, maar dan moet het ook om
die reden meer betalen, niet omdat een concurrent
op de been gehouden moet worden. En wil men het
autovervoer kraken terwille van den trein, dan kan
dat ook verdedigbaar zijn. Maar dan moet men
weten uit welke overwegingen, en in de eerste plaats
weten, of althans vermoeden dat de totale welvaart
ermee gebaat is. En dat is het juist wat tot nu toe
in deze heeft ontbroken: het besef van de volle
draagwijdte der voorgestelde maatregelen. Wellicht.
geeft de memorie van antwoord en de besprekingen
in de Kamers daartoe gelegenheid. Des te beter
voor de voorstellen wanneer ze verdedigd kunnen
worden !
Wat de heer W. aan het slot van zijn laatste
beschouwing opmerkt in zake staatsingrijpen,
credietpolitiek en alles wat daarmee samenhangt,
is, al staat het min of meer naast het vraagstuk
dat ons gescheiden hield, van groote beteekenis.
en ik zal een volgend keer gaarne de gelegenheid
aangrijpen die kwesties nader te bezien, meer in
het bijzonder ook in het licht van hetgeen in
Amerika gebeurd is en gebeuren gaat.
Boekenveilingen
Burgerdijk <fc Niermans. Leiden: Bibliotheken
van Prof. Kern, Prof. Vollenhoven, Dr. Hooykaas,
(i. J. Oudemans e.a. (4828 nummers) 5-14 Maart.
Internationaal Antiquariaat (Menno
Hertzberger), Amsterdam: Hebraica en Judaica, afkomstig
o.a. van M. Broslauer. 559 nummers 7 en 8 Maart.
P. A. Hemeryck (A. T. Kleerekoper), Amsterdam :
Hebraica en Judaica, afkomstig van Rabbiner
Dr. A. Lazarus, Frankfort a/M. 394 nummers.
13 Maart.
AAN INZENDERS
VAN MANUSCRIPTEN
wordt verzocht bij hun
bijdragen een gefran
keerd briefomslag met
adres van den afzender
in te sluiten.