De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 3 maart pagina 4

3 maart 1934 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 3 Maart 1934 No. 2961 Tergend ongemak Melis Stoke Teekeninyen llannscn van Beek Gunst, zeide Maihilde, een puist! Onlangs Qntwaakto ik met het onheilspellend gevoel dat er iets met mijn physiek niet in den haak was. Ben enkele blik in den spiegel was vol doende voor de zekerheid dat zich eene zwelling ontwikkelde aan mijn kin. Vol ontzetting sloeg ik 'het verschijnsel gade. Gunst, zeide mijne Mathilde.... dat wordt een puist. Sinds dat moment zijn acht dagen verloopen. Acht dagen van intens, ja duldeloos lijden. Laat men beweren, dat zulk een verschijnsel niet ernstig is, dat het door eene voorzichtige en des kundige behandeling zonder eenig gevaar verloopt. Ik kan het daarmee eens zijn. Ik weet, dat het niet erg is en niet gevaarlijk, ik heb zelfs ervaren dat het-integendeel eerder een beetje potsierlijk is, of tenminsts als zoodanig werkt op sommige menschen. Maar dat alJes neemt niet weg dat ik eene diepe en oprechte sympathie gevoel voor allen die door eene speling van de natuur letsel hebben ontvangen op het zoo kleine deel van het lichaam dat uiteraard de wereld steeds is toegewend. O, zeker, er kan grooter en ernstiger lijden zijn. Ik weet het. Doch tevens, dat de getroffene dan aanspraak kan maken op de balsem van medege voelen en troost. . Iemand met een zwelling aan de kin daarentegen is vogelvrij. Minstens twintig personen per dag stellen de vraag: Gunst wat heb jij... . ? En negentien van die vragers hebben daarbij iets spotlachends in de oogen dat schrijnt. ... ja schrijnt. Ik ben geen ijdeltuit en ik ben niet kleinzeerig. Ook kan ik een goede grap waardeeren, zelfs wan neer die ten koste gaat van mijn waardigheid of dingen die mij lief zijn. Wat mij echter wondt is het zinneloos gegrijns waarmee de menschen eene uitdrukking van be langstelling of nieuwsgierigheid, wat het dan zijn moge, begeleid doen gaan van gegrijns, zoodra het gaat om eene tijdelijke misvorming van huns naas ten exterieur. . De zwelling werd deskundig afgedekt met pluk sel en dit werd bevestigd met hechtpleisters. De bijzonderheden van de behandeling deel ik u niet mede, want ik heb niet slechts een diep gevoel van eerbied voor de medische wetenschap doch tevens een oprecht besef voor de goede rechten der geneesheeren op protest tegen vulgariseering van hun methodes. Go zoudt immers, wanneer ik te uitvoerig werd, bij voorkomend geval slechts dit nummer van uw blad behoeven op te slaan om aldus den huisdokter int te schakelen en van zijn rechtmatige verdiensten koud te stellen. Integendeel: ik gun de wetenschap de volle maat en raadpleegde vier medici. Te weten: mijn huisdokter, twee psychiaters en een vrouwenarts. Een chirurg betrok ik niet in het geval om louter particuliere redenen die verband houden met mijn wetenschap omtrent de voorliefde van dergelijke lieden voor energiek optreden met het blanke mes. De huisdokter verrichtte do werkzaamheden die ik hierboven in het kort heb aangeduid: de eene psychiater gaf mij tot troost gelijk in mijne ver ontwaardiging om de domme en geestelooze spotlust van de menschen, de andere lachte mij uit en de vrouwenarts, met wien ik op voet van vriend schap verkeer, bood mij vier borrels aan met de mededeeling dat alcohol bloedzuiverend werkt. Inmiddels slonk de zwelling. Wie zich echter mocht verbeelden dat de stroom van vragen afnam zou bedrogen uitkomen. Met tergende regelmaat en zenuw verscheurende monotonie ging het voort van. Gunst wat heb jij.. . . ? Ik verzon allerlei beleedigende antwoorden. Daarbij kwam de loop der algemeene geschiede nis mij te hulp. Enkelen immers kon ik verzekeren, dat ik in het gedrang was geraakt bij de relletjes te Parijs, en toen deze uitgewoed waren bood het overlijden Deskundig afgedekt In het yedrany geraakt van het hoofd eener bevriende natie en de daarop volgende drukte bij de plechtigheid mij eene wel. kome gelegenheid om te verklaren dat ik naar eene begrafenis was geweest waarbij ik tengevolge van dringen en duwen in een handgemeen verwikkeld was geraakt. Het is merkwaardig hoe gaarne menschen geloof slaan aan zulke beweringen. Echter niet dan nadat ze een opkomende teleurstelling hebben moeten overwinnen. Want wat verwachten ze anders op hun spot tende vraag naar wat ge hebt dan het beschaamd en deemoedig antwoord dat deze pleister eene zwelling bedekt, of wel een puist. . . . ? Zie, daar ligt hem de kern van de kwestie. Waarom beschaamd en deemoedig?. . Immers omdat het als sehaamtevol en mal geldt eene ont siering in het aangezicht te dragen. In mijn geval echter, en in het uwe. beste lezer. wanneer ge een puist op uw kih mocht hebben, is deze ontstaan zonder eenige aanleiding uwerzijds. zoo maar als wreede gril van de natuur. Dubbel walgelijk is het dan u daarvoor verant woordelijk te stollen niet alleen, doch u ook nog te bespotten of tot eene bekentenis te drijven in den vorm van een antwoord dat den vrager bereikt. langs een hem overbekenden weg. De zwelling is thans zoo goed als verdwenen; maar niet de wonde in mijn hart. Slechts een man heb ik ontmoet die niets vroeg. . die deed alsof hij niets zag. . . . die het geheele geval negeerde. . . . En ook hem haat ik. U zult dat echter niet be grijpen, hard en afgestompt als ge door dit ruwe leven zijt geworden. . . . Want wat drommel, er was toch een pleister, een duidelijk zichtbare rose pleister. . . . En dan zulk een opzettelijke demon stratie van totale afwezigheid van belangstelling of medegevoel. . . . Nieuwe uitgaven The Fortress by Hugh Walpole. The Albatross. Hostagcs to Fortune by Elizabeth ambridge. Tüe Albatross. Op het voetspoor van Boeddha, door J. Ph. Vogel. Tjeenk Willink et Zn, Haarlem 1034. Naaraanleiding van een studiereis, die Prof. Vogel enkele jaren geleden in Iridiëmaakte, verschenen 20 opstellen in de N.R.C'. Thans zijn ze in boek vorm, met prachtige foto's geïllustreerd, uitgegeven. In Knop, door C. M. van Hille-Gaerthé. N.A~. Uitg. Mij. ,,üe Tijdstroom", Lochem. Van dag tot dag Raadgever voor Huisvrouwen. onder redactie van Annelèn en Huismoeder. Uit gevers Mij. Holland, Amsterdam. De geestelijke verovering der wereld, door Frederik van Eeden. Uit het Duitsch vertaald doorHenri Borel. L. J. C Boucher, uitg. den Haag. Idioom voor Kngelsch L.O. met de Examen opgaven Ned.-Eng. en Eng.-Ned. van 1900 af. door J. Abels. Uitg. J. B. Wolters, Groningen-Deii Haag-Batavia. Beknopte kerkgeschiedenis, door Ohr. de Bouter en I. Nauta. 2e druk. P. Noordhoff N.V. Groningen-Batavia. Zielkunde en de zin van ons leven door Dr. JH. van der Hoop. Uitgave van H. J. Paris, Am sterdam. Deze 4 voordrachten behandelen in ver schillende vormen de vraag, in hoeverre zielkundige inzichten ons kunnen helpen, den zin van ons leven te doorgronden. Er is getracht het vraagstuk te benaderen uit de tegenstelling van wetenschappe lijk inzicht en levenservaring. De Eigendom, door Prof. Dr. P. A. Diepenhorst. Uitg. J. H. Kok te Kampen. Zing en speel me maar. Oude kinderliedjes en spelletjes verzameld door S. M. Bouman van Tertholen. Pianobegeleidingen van Theo van der Bijl. Illustraties van Adri Alindo. Ie deel. 2e druk. UitgP. Noordhoff. Groningen. De liedjes kunnen als het ware voor de vuist weg gezongen en gespeeld worden. Jongens en Electriciteit, door A. P. Morgan en J. W. Sims. Uit het Engelsch vertaalH door J. van. Asperen. W. J. Thieme & Cie, Zutphen. 2e druk. Interessante proeven en handleiding voor zelfb< >uwen van allerle i toestellen met vele afbeeldingen. Als kinderen ons roepen, roman door R. dr Vries-Brandon. Andries Blitz, Amsterdam. Marietje, door Johan Wesseling, P. N. van Kam pen & Zoon N.V., Amsterdam. Een alleen. . . . Een nieuwe zangbundel dooiAug. Weiss en J. C. Andreaèmet medewerking van Ferd. Timmermans. Tekstboekje. D. A. Daamen's. uitg. Mij. N.V., Den Haag. Sjanghai, door W. A. Wagener. Uitg. Brusse N.V., Rotterdam. De schrijver van dezen roman heeft getracht, in den chaos van klein en groot wereldgebeuren de feiten, uitgaande van de hel van Tsjapei, dusdanig te groepeeren, dat de dreiging der catastrophe noodlottige zekerheid wordt. Epiek en lyriek, door W. L. At. K. van Leeuwen. 3e druk. Uitg. J. B. Wolters, Groningen-Den IlaaprBatavia. Een leesboek voor H.B.S., Gymnasia. Lyceum en Kweekscholen, met korte aanteekeiiirigeri over inhoud en. vorm van woordkunst. Met 8 platen en bandontwerp van Otto van Tus senbroek! Hebastian Permoser sucht sein Gedachtnis. .Homan von Erich Muller-A.hremberg. Herder Verlag: Freiburjïim Breisgau. Een geschiedenis van jorific menschen uit onzen tijd. Repetitie-boek der Vaderlandsche Geschiedenis. door S. H. van der Kluit. W. J. Thieme k ('ie. Zutphen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl