Historisch Archief 1877-1940
c 7
N o. 2961
De Groene Amsterdammer van 3 Maart 1934
De zaak
Liepmann
W. A. Kramers
Nieuwe strandverordeningen teMuiderberg
Tcckciiing II. vnn Vlijmen
De véroordeeling van Heinz Liepmann tot
n maand hechtenis met aftrek van het voor
arrest ter zake eener vermeende beloedi;^ing
van het staatshoofd eener bevriende mogendheid,
is in de kringen waarvan men zou verwachten.
dat zij de vrije gedachtenuiting tot het uiterste
zouden verdedigen, met verontrustende kalmte
opgenomen. Men schijnt eenvoudigweg gelaten
te aanvaarden, dat de in de Grondwet zoogenaamd
gegarandeerde drukpersvrijheid niet meer bestaat.
Niemand immers met een ni jt door
staatshoofdenverafgoding beneveld brein zal in do bewuste
passage in het boek Das Vatsrland" een voorop
gezette bedoeling van beleediging kunnen lezen.
Gaan wij de feiten na, dan moeten wij
constateeren,. dat niet alleen die aangenaam liberaal
streelende traditie van drukpersvrijheid vernietigd
is, doch tevens dat het asylrecht, waar wij met een
slag op de nationale borst zoo trotsch op waren,
geschonden is. Het is mogelijk gpbleken, dat een
willekeurige reserve-luitenant van het
Nederlandsche leger (waar dient die poeha met pluimen
en sabel voor en waarom niet eenvoudig: kantoor
bediende of branche-chef?) een bevriend staats
hoofd beleedigd acht, internationale verwikkelin
gen vreest, naar dep officier van justitie snelt,
het vaderland is in gevaar!" en vervolging
eisêht van een zeer rustigen vreemdeling naar aan
leiding van 15 regeltjes druk in een boek van
295<f>agina's, uitgegeven door een der voornaamste
uitgevers in het land. De misdadige schrijver, die
niets anders deed dan in een dialoog een quaestie
plaatsen, welke destijds een algemeen onderwerp van
gesprek is geweest, zonder voor de al of niet juist
heid van het beweerde partij te kiezen, wordt dooi
de politie gehoord, ontkent den opzet tot belee
diging, zegt slechts een algemeen besproken punt
te hebben aangeroerd, maar wordt toch in hechtenis
gezet uit vrees voor ontvluchting, waardoor deze
misdaad ongewroken zou zijn gebleven.
Aanvankelijk werd in enkele bladen de indruk
gevestigd, dat de arrestatie op verzoek van de
Duitsche regeering plaats gehad had. Dat ware
nog een'gszins begrijpelijk geweest, want zij kan
natuurlijk niet dulden, dat iemand iets kwaads
denkt of zegt van het door heel het, als gelijk
geschakelde" eenheid gezuiverde volk, vereerde
staatshoofd.Indien onze justitiedan dat verzoek dier
regeering naas' zich neergelegd-had rnet de
mededeeling, dat het haar erg speet, dat die teere
gevoelens gekwetst waren, doch dat flinke mannen
niet al te kleinzeerig moeten zijn, dan zouden wij
trotsch kunnen wezen op de bescheiming van onze
vrije rechten. Nu is evenwel een zekere reserve
Jandeverdedigér kwaad geworden bij de gedachte,
dat een vreemd staatshoofd zich beleedigd zou
kunnen voelen over een schriftuur, die voor diens
onderdanen angstvallig verborgen wordt gehouden,
zoodat zijn inlandsch gezag er onmogelijk door
aangetast kan worden. Die dappere
sabeldragerin-reserve vreest, dat schade toegebracht wordt
aan het gezag van een staatshoofd, dat hier
heelemaal niks heeft in te brengen, vindt een gewillig
gehoor bij de instanties die onze grondwettelijke
rechten van vrijheid van drukpers en asylrecht
OLS
V^itte Cura9ao Set.
Cberry Brandy
.MLentne Glaciale
Cura^ao Brandy
, Koon* Nederl. fabrikaat!
De eenige manier om buiten de wet te blijven
thans hebben te handhaven en de misdadige
schrijver wordt in een cel geworpen, terwijl de te
goeder naam en faam bekend staande uitgever
heel zijn voorraad van het bedoelde boek in beslag
genomen ziet. De beleediging tegenover dezen uit
gever is ook niet gering, want hij voelt zich
gequalificeerd als uitgever van staatsge vaarlijk strafbaar
drukwerk.
De consequenties van dit geval zijn benauwend
voor ieder, die het vrije woord als een der schoonste
goederen van een samenleving beschouwt. Het
is thans mogelijk gebleken, dat iedere willekeurling
tegen een auteur een klacht indient ter zake van
vermeende beleediging van iemand, die deze belee
diging nimmer onder oogen krijgt en er totaal
onkundig van is, terwijl bovendien die beleediging
allerminst de persoonlijke meening van den schrij
ver weergeeft, doch slechts herinnert aan een
bewering, welke destijds in alle bladen is besproken
zonder dat er toen ooit een vervolging op werd
gebaseerd. Eigenlijk is dus geen schrijver meer
veilig, die iets citeert over een bevriend staats
hoofd" waarvan de feitelijke waarheid niet onaan
tastbaar is bewezen. De eerste de beste
bittertafelnijdas kan naar den officier loopen en dan de arres
tatie verzoeken van den auteur, wicn het aan
alle opzet van beleediging heeft ontbroken.
Laten wij er ons maar aan wennen, dat liet
met de drukpersvrijheid uit is. Eigenlijk is dat
faampje toch altijd bedotterij geweest. Wij vinden
het zoo ruim van onze zeventiende-eeuwers. dat
Descartes bij ons mocht drukken Maar dat was
ook Flechts op het nippertje, liet ging zoolang
de dominees het goed vonden en er geen schade
op hun terrein van verwachtten. Laten wij niet
onzen trots op die vrijheid echter nooit vergeten
het plakaat van de Staten van Holland en
WestFriesland waarbij in 1678 de Opera Posthuma van
Spinoza werden verboden. En den laatsteri tijd
zijn de vrijheidsbeperkingen niet van de lucht.
De politie dringt een drukkerij binnen, eischt in
zage van de copie en gelast zinswijzigingen.
Voorzoover er verder nog wel gedrukt mag worden.
wordt het lezen van een groot deel daarvan aan
heele categorieën van landgenooten verboden. In
den waan dat wat niet gelezen of geschreven wordt
ook niet gedacht wordt. Terwijl juist de vrijheid
van gedachtenuiting zulk een goede veiligheids
klep is.
In een der jongste tooneelstukken van Ueiriard
Hhaw, ,,On the Rocks", heeft de hoofdcommissaris
van politie te Londen met den eersten minister
van het nationale kabinet een onderhoud over de
moeilijkheid het volk rustig te houden en relletjes
te voorkomen. Het advies luidt: ,.houdt het volk
bezig". Een menigte, die naar toespraken luistert,
doet geen kattekwaad. Op de redenaars kan men
vertrouwen, dat zij toch nooit iets anders doen
dan praten. Vooreerst zouden zij niet weten hoe
en vervolgens zijn ze te hang. Alle
praatvereenigingen zooals the Ethical Societies, the Socialist
Hocieties, the Communiste, the Fasoist, the
Anarclfists, the Syndicalists, the official Labour Party,
the Independant Labour Party, the Salvation Amiy,
the Church Amiy and the Atheïst s" moeten hun
beste kletsmajoois de straat op sturen. De hoofd
commissaris \raagt dan aan den minister, of hij in
het parlement niet ook neg een paar goede wind
builen heeft, want ,.ik moet Yafalgar Hquare dag
en nacht aan den gang houden !"
Shaw geeft hier een zeer wijs advies. Hoe meer
gepraat des te minder daad. Hoe strenger censuur
des te sterker geheim, ondeinii0m-r,d gemopper.
Daarbij is dat verbieden <>en bewijs van eigen
zwakheid. Bij gebrek aan kracht tot eigen zijde te
overreden snijdt men de oveituigingsmogclijkheden
van de tegenpartij af.
IFet geval Liepmann is tevens uiting van een
nog vee! laffer vrees dan die A oor de overredings
kracht van een tegenstander. Hier kwam bij den
aanklager een geestelijke bekrompenheid aan den
dag, welke een volkomen gebrek aan letterkundig
distinctievermogen toonde, maar tevens een vrees
voor boosheid van een ..bevriend staat,'hoofd", die
voor een militair, al is hij dan ook ,,op stal", zeer
laf is en voor een oprecht Nederlander van
oogendienarij getuigt, waaraan zelfs ieder zweempje van
nationaal besef ontbreekt.
En de justitie? Die hield zich natuurlijk aan de
letter van de wet, wijl geest haar vreemd is.