De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 3 maart pagina 6

3 maart 1934 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 3 Maart 1934 No. 2961 f? & Tegen de caricatuur Alb. Plasschaert We<Sïntwerp; nadere voor zieningen ter bescherming van de openbare orde. De caricatuurtéekening is een aan val, die naar het schijnt, wij zullen moeten gaan verdedigen. Want, de caricatuur is een goed recht. Zij is het recht van een persoonlijkheid, of van een groep, die de vrijheid voelt ge schonden; die misbruiken gedekt gevoelt of geschut en daardoor onge straft bedreven; zij is de onwil tegen over het geweld eener regeering; zij is. het ondraagbaar misnoegen tegen over de onrechtvaardigheid eener macht en. aij gebruikt dikwijls als middel ten aanval de mis-vormende teekening, de scherpe acpentueering van een ongewonen vorm van de figuur of van het gezicht; in de letterkunde is zij de ironiseerende aanval op een potentaat of op een gewaanden potentaat; zij is de bittere reactie'op de meeningen van anderen, die den aanvaller onvereenigbaar lijken met het zuivere menschelijke wezen. Zij is een goed recht der vrijheid, wanneer zij overtuigd is van haar eigen recht; zij is soms de speelschheid van den" geest tegenover de bruutheid van het zware, van het onbehouwene; zij is de reactie van het Hart tegenover de meedoog«nJooze starheid van het geschreven recht. Opstand is zij, natuurlijke opstand tegenover de onzinnig-geachte geweldiutbersting van haat desnoods om een geschonden liefde; onverdragen belemmering; automatischwerkende veiligheidsklep bij overmatigen druk. Veiligheidsklep ! * * * De caricatuur is in het politieke evenzeer een spontane als andermaal een methodische aanval; zij was in Holland een toegestaan recht; wan neer zij juist was verwekte zij den werkelijk noodigen onwil, en wanneer zij onjuist was of klein of kleinsteedsch, gaf zij aanleiding gewoonlijk tot een koddig bezien en verhinderde zij een rustig of hooghartig verder gaan niet.... In een bewogen, politiek-bewogen tigdvak is zij even natuurlijk als dat dag en nacht eikanderen opvolgen. Zij kan dan komen tot een blijvende waarde, en de rijkdom van het land in plastischen of picturalen zin (ook eea beeld' kan po"lemisch-caricaturaa] zijn 1) of als letterkundige uiting voor goed verrijken. Zij deed dat zoo vele malen, dat ik het u besparen zal voorbeelden daarvan te geven. Een wetsontwerp: nadere voorziening ter scherming van de openbare orde wil tegen de caricatuur (dit onver holen tegenwoord op als verkeerd gevoelde daden of voornemens) te keer gaan en ons nog een stuk ontADRES-VERANDERINGEN Gelieve bij op te geven adreswijzi gingen duidelijk te vermelden of deze tijdelijk of blijvend zijn ? DE ADMINISTRATIE nemen van een oude, erkende vrijheid. Want in dit wetsontwerp wordt (in den vijfden titel van het tweede boek van het Wetboek van Strafrecht) van artikel 131 af het woord afbeel ding" toegevoegd. Wordt dit wets ontwerp wet, dan zitten wij opge scheept met een onbehoorlijken aanval op de meening van velen, die zulke caricatuur-teekening mede goed keu ren eji juist achten, en zitten de teekenaars plotseling te midden van allerlei perikelen, die het Staatsgezag desnoods voor hen kan doen ontstaan; de caricatuurteekenaars, willen zij geen gevaar loopen, moeten alles opkroppen, willen zij niet, zooals ^iat euphemistisch heet, met de Ju stitie kennis maken. Deze uitbrei ding van de wet met het woord afbeelding" is niet anders te zien dan als burgerlijk (in den smalenden zin dan) of als bewijs van kleine ijdel heid of vrees (om het politieke element enz. in te voeren). Het is niets anders dan een misverstand, een kleine interpretatie. Een caricatuur toch is zeker een aanval, maar zij kan juist daardoor ook een eerbewijs zijn. Wan neer zij toch zich verzet tegen een leidend persoon, is zij tevens de er kenning van de macht van die persoon of van den invloed van die persoon; zij is hetzelfde als zij zich verzet tegen een idee of tegen een gezag. Ge kunt uit de geschiedenis der caricatuur nagaan, wie op bepaalde oogenblikken de Machtige waren, en een wets ontwerp zou ons van deze geschie denis (geschreven in een zin tegen gesteld aan de officieele) van deze geschiedsbeschrijving dus, berooven? Het ,,et alteram partem" wordt dan wel zeer arbitrair uitgeschakeld. En wat kan ons deze uitschakeling niet kosten? Niet alleen menig fel pamphlet, misschien menig ridiculiseerend beeld, maar god-weet hoeveel goede teekeningen. Hoeveel geest en schoon heid kan hier niet te loor gaan, en meent ge, dat daardoor een Staats bestel ooit hechter zal staan gegrond vest? Meent ge dat verhinderde ui tingen niet gaan doorzieken en tot kwellend abces kunnen worden? Meent ge, dat een voortdurende ontspanning, telkens een opluchting, de geleidelijk heid van een verandering, zoo die toch noodig is, niet zal vergemakke lijken? Het beknotten op deze wijs van de vrijheid der uitingen is een bewijs van bureaukratische verstarring, een feitelijk mat willen handhaven van een toestand, die in de oogen der bureaukraten dus reeds aantastbaar is; zij is een verholen angst. Zij is steeds een tijdelijke^ maatregel en kan alleen een tijd gehandhaafd worden in een staat, waar die Staat alle persoonlijke vrijheden, als een grage slok-op heeft opgegeten. Zij heeft in Holland iets tegennatuurlijks. Zij is tegen 's lands aard; zij is in een natie, die zich bij voorkeur (juister wijze?) een protestantsche natie laat noemen (welk woord protestantsch ge zoudt kunnen zien als een omschrijving voor ..critisch, tot in het twistzieke critisch) een misverstand van het gezag tegen over het wezen van het volk. Ken bepaling in de wet als hier wordt voorgesteld is dus onaanneembaar, omdat zij laf zou zijn; de letterkunde en de beeldende kunsten kan ver armen; omdat zij, en dat treft nog dieper, 't eigen volk miskent. MI11MU? BESCHERMENDE HAND 'N IKDIE EN IN ? HEDERLAND ? Mosterd W. A. Spoor Jr., Culemborg. F°F. SI N EMU S Leidschestraat 20-22 AMSTERDAM C. UITGEBREIDE COLLECTIE PYAMA'S. VANAF Fl. 6. 75 stalen meubelen gisolampen gispen amsterdam . den haag . rotterdam . groningen . toonzalen: . . . singel 299 . noordeinde 140 . mauritsweg 37 . . westersingel 2 COMIT PRACTISCH WERKEN AMSTERDAM' ? HOE? door sympathie en steun van de Amsterdamsche burgerij. ? WIE? jeugdige werkloozen, die van allen steun verstoken zijn. ? WAT? arbeidsgelegenheid. ? WAAR? in het Vondelpark te Amsterdam. WAAROM? tot heil van zichzelf en ten bate van de gemeenschap. WANNEER? zoodra de ergste wintermaanden voorbij zijn. BIJDRAGEN kunt U zenden aan de Kasvereeniging N.V. te Amsterdam (Gemeente Giro AA 1743, Postgiro 877) met vermelding: ten behoeve van W. C. Posthumus Meyjes, P.W.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl