De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 10 maart pagina 10

10 maart 1934 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

Bekendelle in het Winterwijksche Er zijn. verschillende manieren, om de vacantie door te brengen. Dikwijls neemt men zich voor, om in dien tijd eens te rusten of liever nog uit te rusten." Onze buren drukken dat weer anders uit en spreken van ,,i création" en ,,Erholung". Wijlen mijn vriend E. Heimans en ik meenden tegen het begin van de vacantie ook wel behoefte aan rust te hebben, maar van den eersten dag af werd het studie en avontuur. Heel mild avontuur trouwens; eigenlijk was het meer romantiek. Wij hadden allebei in onze jeugd de boeken van G u s t a v e Aimard verslonden. Op mijn tiende jaar kreeg ik den Spoorzoeker" als schoolprijs. De paedagogen van 1875 hadde'i geen griezel voor die boeken, die volgens de paedagogen van 1895 zoo funest voor de jeugd zouden zijn. Wijzelf hebben er niets dan plezier van gehad. Later kwamen Pennimore Oooper en Mayne Reid er ook nog bij, en vooral die laatste bevatten veel natuurbeschrijving en bijzonder heden van planten en dieren, juist wat wij noodig hadden, om ons zwerversinstinct in goede banen te leiden. En zoo werd onze vacantie altijd een tijdperk van studie en avontuur: het naspeuren van levensgewoonten van plant en dier, het catalogiseeren van wat er leeft op een klein, goed begrensd terrein, het zoeken van zeldzame planten, dieren, steenen of naar de bevestiging of weerlegging van een theorie. Daarnaast kwamen dan forsche zwerftochten door het Aan het strand heele gebied, mijlen en mijlen ver om al die bijzonderheden te helpen a ui een goed kader en een ruimen uitkijk. Dat alles met elkander heet natuur genot. De natuurvriend keert dikwijls terug naar hetzelfde oord. Aan den Diablerets ontmoetten we een Zwitsersch professor, die daar voor den vijfentwintigsten keer zijn zomerWAARHEEN IN Prachtige Vacanlieoo vaeantie doorbracht. Ileimans ging jaar op jaar naar Epe, dat wel voor namelijk door zijn toedoen zoo'n aardige tegenhanger is geworden voor Valkenburg. Niet tevreden met eenige jaren op Texel gewoond te hebben, bracht ik er later een tiental zomervacanties door en kom er trouwens ieder jaar in alle sei zoenen vast eenige dagen. Maar Oisterwijk en de Steeg en Drente, Twente en Win terswijk enz. enz. zijn er ook nog. Men zegt, dat Texel onder den voet wordt geloopen. Dui zenden gaan daar logeeren en kampeeren. Men zou er nooit eens rustig alleen kunnen rond dolen. En ik ben er zelfs wel scheef op aangekeken, omdat ik met mijn Texelalbum dien toeloop zou hebben bevor derd. Nu, ik ben er ver leden zomer in de drie drukste weken van het. jaar heen gegaan en heb er net zooveel lust, en eenzaamheid genoten, als ik maar begeerde en ook even veel gezellig heid, als mij lustte. De groote drukte blijft er beperkt tot enkele ho tels en vier of vijf kilo meter strand. De ove rige dertig kilometers zijn voor de studie <>n voor de romantiek. We kunnen, er dolen naar liet verdwijnende Or.rust aan het Marsdiep of door of Hluftervlakte met zijn Fata Morgana naar Kyeiiand trek ken en zien hoc daar de zee opdringt naar het ' Kyerlandsche huis. En bij paal ^2:i kxinnen we zien, hoe het eiland de zee terug dringt met nieuwe duintjes en hoe in de valleien van die duintjes zich de bekoorlijke plantengroei gaat ont wikkelen, die we een richel verder in de Buiten-Mui in volle fleur aanschouwen. Wanneer we dan nog het oude Eiland bewonderd heb ben met al zijn bijzonder mooie occupatievormen, dan laten we ons bij De Cocksdorp even overzette naar Vlielanden wandelen vijftien kilometer over de naakte zandbank naar Vlie om dan via Harlingen weer met de stoomboot naar Texel terug te varen, 't Kan ook anders. i, Aan De Steeg hebben we heide en Bosch, de IJ'sel met zijn uiterwaarden en banken en aan de overzijde van de rivier het prachtige Bingerden. Hier vinden we ook weer zwerfgelegenheid in overvloed: een dichtbegroeid landschap niet heuvelen en dalen waar speurzin eri oriëriteeririgsvermogen tot hun recht komen. En hoe heerlijk, om ria veel zwervens tot een helder begrip te komen van dit merkwaar dig erosie-landschap. We werken achtereenvolgens alle punten af. die hooger liggen dan honderd nieter en Dr. JAC. F Aanval op de wanneer \ve brave leden VHII de Vereeniging tot Behoud van Natuur monumenten zijn, dan gaan we staan bij de Koepel van Yiruly. kijken rond en zeggen: ..Alles van cns. alles van ons". Zoo kunnen we ons liefdevol in dit landschap ver diepen, zeker als we ervan zijn, dat het ons nimmer kan worden out nomen of bedorven. We kunnen het nog tref fen, dat we de jonge havi ken zien rond zweven, die hier zijn uitge broed. Ook jonge zwarte spechten klau teren kakelend in de hooge beuken, waar de zeldzame marter de eek hoorn nazet. Er huizen dassen aan den Herikhuizer kant en wanneer ge er een uur spiedens voor over hebt en heel veel geluk, dan is er een kans dat ge (Jrombert in de avondschemering er op uit ziet trekken. Maar goed kijken. want dit zwart-wit-grij ze dier is als de schemering zelf. Doch zijn breed voetspoor ontdekt ge niet gemak rn ook dat is plezierig. I Veel in de hoogte op Fagcls hei, bij den Klsberg en naai den Imbosch toe kunt ge uw edel herten speuren en /.ij zwerven ook wel eens rond bij de ('arolinehoevi- en Esschenven l Ring-allee van den"Imbosch

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl