Historisch Archief 1877-1940
18
De Groene Amsterdammer van 10 Maart 1934
N o. 2962
De Brueghels
Alb. Plasschaert
Haagsche revue
v'
Kunsthandel de Boer, Amsterdam
Ik zeide u in een korte inleiding,
dat er bij de Boer nu te Amsterdam,
van alles was, van allerlei trant,
van allerlei kracht en ook werken
van eigenaardige verdiensten. Wij
zullen in dit tweede en slot-artikel
het ongewisse (naar datum en naar
filiatie ongewis) rustig op zijn plaats
laten; een weekblad is geen plaats om
spitsvondig enkel-kunsthistorische pro
blemen op te lossen. Daar zijn andere
kampementen voor geschikt, en mis
schien ook andere lieden. We willen
hier niet dan in het algemeen enkele
dingen vaststellen. Het eerste is dan,
dat bij de Boer werken, als die
van den Breughel b.v. te Weenen,
gemist worden en dat wij dus onze
verlangens niet den hoogsten tocht
kunnen gunnen noch ook daarop
voorbereiden. Maar hoe willig wij
voor zoo iets n steeds zijn, weten
wij dat de gelegenheden zeldzaam
zijn waar dit voorkomt. Wij zijn
dus tevreden met de nakomelingen
enz. van een schilder, sviens nationale
grootheid hem gebracht heeft tot
«en internationale, en wiens Aarde,
anders bezeten dan die van wie na
hem kwamen, een verschijning en
een verschijnsel is gebleven. De na
komelingen van Brueghel hebben nooit
de Aarde ondervonden als een panisch
wezen en dat zet hen op de tweede
plaats.
Een tweede iets, dat wij hier vast
kunnen stellen voor hen, die zulks
nog niet wisten, is de groote ge
trouwheid van schilders jegens hun
leermeester of leermeesters en hoe
lang vondsten (vroeger ongetwijfeld
langduriger dan nu !) voortgezet wor
den totdat tenslotte alle sap verdord
en alle heerlijkheid is gestold. Ten
derde blijkt het zeker, dat een kundige
zelfs een realistisch-toegewijde schil
dering pleizier in uiterlijks kan krijgen
«n tot een affèctatie door dat kan
?worden en wordt, tot iets
moedwilligs waardoor geen bloed groot
meer stroomt. Een ander uiterste
van het realisme is het scherp behagen
in het schilderen van kleine voor
werpen of levende wezens. Er zijn
hier ongetwijfeld voor hen, die
van deze dingen houden, ge
noeg schilderijtjes, waaraan zij hun
lusten kunnen verzadigen, en er zijn
hier tevens voorstellingen van ge
dierten, insekten enz. zoowel als
van groenten, die niet alleen het
genoegelijke van zulk kleingoed heb
ben, maar ook bekoringen die zóó
iets ruim te boven gaan. Wanneer ik
het juist zie, denk ik dat ongetwijfeld
voor de vriendelijke leeken en de
beminnaars van het kleine ruimschoots
is gezorgd. Een vierde zaak, die ge
op deze tentoonstelling kunt ervaren.
is hoe binnen den cirkel van een be
paalde kunstuiting nu en dan nieuwe
elementen binnentreden, en dat zulks
binnentreden (vergeet dat niet!)
zelfs op ongeregelde tijdstippen, op
onverwachte oogenblikken toch kan
gebeuren. Dat verhoogt steeds het
gevoel der levendigheid der bewe
gingen
Wanneer we verder doorgaan met
opmerkingen, waartoe deze tentoon
stelling ons aanleiding geeft, dan kun
nen we als kenmerkend voor de
NaBrueghels vaststellen, dat hun land
schap nimmer hun volledig leek dan
ruim getooid met bezige menschen en
met dieren. Zonder verhalend te zijn,
bevatten zij dikwijls veel vertellingen;
het is den schilders eigen van het
menschelijk leven en van de
menschelijke daden zooveel exempels te geven
als zij kunnen, en, noordsche lust !
de menschen in het landschap ook
te zien als gelegenheid parabels te
formeeren, zinnebeelden te scheppen,
even goed als de figuren in de binnen
kamers deugden en ondeugden ons
klaar maken terwijl dagelijksche,
natuurlijke dingen zonder valsche
schaamten worden opgenomen in het
geheel. De schilderijen ook van den
Na-brueghels zijn dus niet alleen een
bezigheid voor het oog, dat schilderijen
keurt naar de schilderkunst, zij eischen
om volledig te worden gewaardeerd
een nauwkeurig nagaan van détail
na détail; zij zijn studies dus niet
alleen van gewoonten, zij zijn ook
inlichtingen over kleinigheden der
kleedij en van de huisvesting. Zij zijn,
ge ziet er is genoeg om er heen te
gaan ! een schilderkunst, die typisch
de waarden van het realisme vertegen
woordigt, en veelheid van kleuren!
tegenover het romantische werk ge
dacht, haast als een mozaïek van
klare kleuren geschilderd, bewijst
voor wie het nog niet wist, dat het
realisme de kunst is van het telkens
als afzonderlijk ondervonden ding, zij
het dan ook, dat alles te saam een ge
slotenheid vormt, Dat alles binnen
bepaalde grenzen steeds eender blijft,
bewijzen zooals ik zei, verwordingen,
verzwakkingen, ook hier.
Dit alles is bij de Boer in Amster
dam, wel te overdadig! aangetoond.
De eisch der beperking en dus het
mijden def noodelooze, niet meer
irflichtende hoeveelheden is vergeten;
er zijn hier herhalingen, die gemist
kunnen worden; alles wat gemist
kan worden mat op don duur de
indringende aandacht en zonder
vrucht af.
Wanneer we dus zouden zeggen,
dat deze tentoonstelling van groote
orde is, dan zouden we een onwaar
heid tegenover ons zelve begaan.
Dat zij echter veel genoegen kan
geven aan de tweede soort van toe
schouwers en den kunsthistorici om
een andere reden aangenaam moet
zijn, is zeker.
Bij Santee landweer te
Amsterdam: J. Schaepherders
Het is niet moeielijk te
eonstateeren, dat er elementen in dit
Vlaamsche werk te vinden zijn, die
afkomstig zijn van den meest
invloedrijken schilder op 't «ogenblik, die
in Vlaanderen leeft, van Permeke.
Schaepherders is daar een van de
velen, die in de voordracht o.a.
van den vorm, ons Permeke doen
gevoelen als een natuurkracht, uit
gebarsten in het ook overigens zoo
gulle land. Maar dadelijk daarna is
vast te stellen, dat er ook andere,
oud eeuwsche Vlaamsche invloeden
te vinden zijn, waartoe ik zou willen
rekenen een zware, mannelijke wijs
de verf als materie te gevoelen en als
zoodanig op het doek te plaatsen.
Deze aangeduide zekerheden y.ijn
in het landschap het meest openbaar
(hoewel troebel, wat bij den Voor
ganger niet is te vinden). In de stil
levens of bloemstukken is
Schaepherders gedeeltelijk onafhankelijker.
Maar ook daar zijn toch typisch
Vlaamsche eigenschappen te over:
de manier van het voorwerp te stellen
is zoo ne, al is alles, grooter van
formaat dan oudtijds.
9Ieyer Hamel is er ook nog.
Collega Mesco heeft in de vorige
(iroene zijn ietwat
Rotterdams-getinten lof gezongen over Buziau en zijn
trawanten in het kader van de revue
Vooruit Maar Weer. Buziau verdient
dien lof natuurlijk hij is even on
kwetsbaar als Jan Musch, dr. Henri
Oolijn en onze vliegers naar Indi
en de heer Mesco zij gerust gelaten
in zijn geestdrift voor de Rottestad
bij uitnemendheid, maar wij in den
Haag hebben dezer dagen óók onze
revue gehad en het lijkt mij billijk
dat Meyer Hamel, Jopie Koopman,
Sylvain Poons en Heintje Davids ?
den revue-lof krijgen, die hun zoo ten
volle toekomt. Want Dat Doet De
Deur Dicht, revue van Meyer Hamel
en Rido is met uw permissie,
collega Mesco de beste
Nederlandsche revue die ik ooit heb gezien.
Wij in den Haag zijn niet erg revue
achtig.
Wij gaan naar Oor van der Lugt,
naar Fritz Hirsch en naar de Alliance
Francaise, wij driven bridge, wij
zitten van halftwaalf tot kwart
over twaalf achter een kopje koffie
bij Lensvelt-Nicola op den Vijverberg
en van tien tot n Zaterdagavond
in the House of Lords, wij eten met
Kerstmis bij Kemper op het Lange
Voorhout en op een mooien
AugustusZondagmiddag lunchen wij bij Kemper
in Warmond en verder trappen wij
geregeld onze bioscoop j es. Als wij
dan de nieuwste Szekely-Lulofs en
Alie Smeding hebben gelezen, onze
courant bijhouden (wij lezen die
samen met de buren) en onze conver
satie, dan hebben wij ons deel bijge
dragen aan de Cultuur van het Avond
land en dan gaan we niet naar revues.
Daarom gaan wij niet naar Scala
en daarom komt Bouber hier nooit
en vinden wij Klsensohn naast Louis
Gimberg wel een beetje 'n engen
man. En daarom hebben alleen de
Hagenaars-van-'t-schellirikje, zij het
dan: óók vullende de loge, de parten o
en het parket, zich kostelijk vermaakt
met Dat Doet De Deur Dicht.
Die revue staat boven het peil
dat we gewend zijn. De meisjes die
er in dansen hebben nette
vouwbeenen zonder spat-areri en keurige
figuren-in-het-moreele, zij dansen goed,
zij hebben aardige gezichtjes en
worden niet gerecruteerd uit het heir
van dames van middelbaren leeftijd
en onbesproken gedrag die meestal
haar verveling en desillusies op
onze revue-planken wég-stampen.
Zelfs de ne dramatische scène''
rood-beschenen exhibitie van ellen
de van oudsher is in deze revue
dragelijk. Ken behoorlijk vaers,
geeselend den mensch van dezen tijd,
gezegd door Marie Hamel, die wij
uit Royaard's laatste dagen nog
kennen. Aan dezen nen dramatischen
draai herkent ge Meyer Hamel, die
aan zijn scherpen en beschaafden geest
Rido naar boven getild schijnt te
hebben. Die kleine, felle Hamel is
altijd, óók toen hij zelf nog liedjes
bij de luit zong, een Amsterdamsche
jongen geweest, die het volksamuse
ment op een hooger plan wilde zetten.
Dat proeft ge óók aan die voortreffe
lijke herschepping van een cabaret
aan het eind van de negentiger
jaren", een kostelijke revue scène
van ingehouden humor, die geen
oogenblik in de klucht ontaardde en
bleef op het plan van een
weiniggeestige parodie.
Sylvain Poons is de humorist van
de zaak. Kn hij staat op het plan van
de zaak. Zijn herschepping van een
pindaman die fijne, zachte stem
en zijn knieën aan touwtjes is een
meesterstukje; zijn stotterende foto
graaf, zijn droge schoolmeester staan
op Volkscher" plan, maar ze zijn
af en volledig. De chte humorist
bereikt met de geringste middelen
het hoogste resultaat in zijn genre.
Dat doet Poons, die mét Louis de
Bree onze fijnste humorist is, zooals
Davids onze nige conférencier is,
Buziau onze prachtigste clown, Lou
Baiidy onze chtste komiek en Harry
Woodward onze, helaas vergeten,
droogste komiekeling.
Heintje Davids staat naast Poons,
op een 'n tikje lager platform, maar
desondanks: wat 'n handigheid om
de zaal te pakken, rst de bedsteeën
dan den daktuin" en de zaal zingt't
liedje mee uit volle vorst: ,,'k heb
appeltjes zoet en rond...." wat 'n.
vitaliteit, 'n chijn, 'n volledig
begrijpen-wat-de-menscheii-willeri !
Veel Hagenaars vinden Heintje
ordinair. Maar zij hebben ongelijk.
De openbaring van Dat Doet De
Deur Dicht is de jonge commère
Jopie Koopman.
Had ik nooit van gehoord. Maar
nu ken ik haar. Zij is op en top revue"
Knap, elegant, lief. Zingt goed, danst
goed, speelt goed. Een alleraardigste
zus en een trouvaille van Meyer
Hamel. Nederlanders, let op uw Jopie!
Zij is tot groote dingen in staat.
Van Kees Pruis houd ik niet. Maar
mijn buurman, die vanochtend met
haiïnkies in 't /.uur langs de deuren
belde, vond 'm jofel. Smaken ver
schillen. Mij is hij te veel de
dikgeworden mooie jongen-van-'t-volk
en zijn optreden ligt onder het peil
van Meyer Hamel's idealen. Daarom
is het misschien juist wel goed dat
hij tusschen de anderen staat eri yAngt.
Ik moet het hierbij laten, ofschoon
ik ook Ludowsky een danser met
smaak, geest en een getraind lichaam
en Blok. die in kleine dingen aardige
renultaten bereikt (in de
Singingbabits-scèiie !) wil noemen.
MA HJüLE l N 31A R T KNS
99
de uitkijk"
extase
t
van
gustaV machaty
9 maart
Prinsengracht
bij de Leidschestraat
Telef. 37460
18 jaar Dajulijks 2.30,7.15 en 9.30