De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 17 maart pagina 2

17 maart 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 17 Maart 1934 No. 2963 5' 9 Kruis en hakenkruis (Slot van pag. i) In deze predicatiën stelt de Kardinaal vast, dat voor 'de Katholieken de bijbel niet de eenige geloofsbron is, doch dat naast den bijbel als ', tweede geloofsbron vloeit de kerkelijke traditie, als gevolg waarvan de los van Mozes" -beweging in. Duitschland de Katholieken niet aanstonds in zoo hevige mate getroffen heeft als de Prote stanten. Evenwel wil hij thans de heilige boeken van het Oude en Nieuwe Tes tament tezamen met de Protes tanten verdedigen, en daartoe reikt hy dien van hem gescheiden broe ders de hand. Die verdediging, welke natuur lijk tegelijk een aanval is, voert Faulhaber in tegenstelling tot de Protestanten, niet uitsluitend als geloovig [jbijbelonderzoeker, doch ook als historicus, als vakman (daar [hij gedurende elf jarenj aan de Universiteit te' Würzburg en daarna aan de Universiteit j.te Straatsburg over het Oude Testa ment [en zijne verhouding tot het Christendom ? gedoceerd heeft) en. tevens als magister mor urn. Hij [spreekt de * waarschijnlijk ijdele hoop uit, dat de Duitsche wetenschap [haar goeden naamleer zal aandoen door zich ten aanzien van de bij de oude Germanen heerscbende toestanden te houden aan geschiedkundig vastgestelde feiten en zich niet over te" geven aan eigen fantasieën en sprookjes. Immers, uit het door hem voort durend geciteerde werk van'den Romeinschen geschiedschrijver'; Tacitus Germania" (welke Tacitus den Germanen volstrekt niet on welwillend gezind is) blijkt, dat de Germanen aan hun goden, die zij geschapen hadden naar hun beeld (ideale gestalten van wat zij zich voorstelden onder een GermaanBchen held of een Germaansche huisvrouw) menschenoffers brach ten, dat zij als volk bijgelooviger waren dan eenig ander volk, dat zij steeds oorlogen voerden, zoo wel onder elkander als tegen de Romeinen. Lui en aan den drank verslaafd waren de Germanen. Zij sliepen tot midden op den dag. Als \goede eigenschappen roemt Tacitus hun trouw in vrede en oorlogstijd aan .én eens aan hun leider gegeven woord, hun gastvrijheid en hun hooge opvat ting van hetjhuwelijk. Van een eigenlijke cultuur was bij de Germanen in de voorchristelijke periode geen sprake. De andere volken, waaronder ook het Israëlitische, hadden lang daarvóór reeds een min of meer hoogstaande cultuur. De Germanen daarentegen leefden in vredestijd in houten huizen, lagen op berenhuiden en voerden niets uit. Dit alles wordt door het Christendom anders. De circa 50 stammen, die gedurende eeuwen in broederoorlog leefden, werden een gesloten geheel. Het Germaansche volk leert door het onderricht der monniken landbouw en handwerk en gaat zich ook in de dichtkunst ontwikkelen. De typische ondeugden worden met kracht bestreden, echter kost het veel moeite de Germanen er toe te brengen hun zwaarden in ploegscharen om te smeden, de wetten van de bloedwraak af te zweren en voor Christus' kruis te knielen. Das der Menschensohn", schrijft Faulhaber, wie ein Lamm zur Schlachtbank sich führen liesz, ohne wie ein wilder Bar sich zur Wehr [zu setzen, war den Naturmenschen ein Argernis. Letzten Endes muszten die Missionare den Ger manen klar machen, dass auch in der Feindesliebe ein sittliches Heldentum liege, dass für sittliche Siege sogar mehr Heldenart notwendig sei als zur Blutrache, dass der Heiland, germanisch gesprochen, seinen Schild nicht verloren, dass er vielmehr gerade durch sein Leiden und Sterben ohne Gegenwehr den Tod und den Satan berwunden und durch seine Aufeistehung den gröszten Sieg der Weltgeschichte errungen habe." Is het duidelijk, wat de terugkeer van het hedendaagsche Duitschland tot het Geimanendom beteekent? Eerlijkheidshalve moet echter gezegd worden, dat de Duitschers niet de eenigen zijn, die moeite hebben met het denkbeeld den vijand liefde te moeten toedragen, met het zeven tig maal zeven maal vergeven". Daarom zegt Faulhaber: Los vom Alten Testa ment" dat gelijk hij op beknopte en duidelijke wijze aantoont, een helder licht laat schijnen (leto. m. IIIASTORIA De beroemde Budapester Hongaar MJancsi Balogh met z ij n] en s e m b l e op Israëls wetgeving, Mozes' leiderschap, het geloot der aartsvaders en profeten) doch daartegenover. donkere schaduwen toont kan slechts beteekenen: Los von den Schatten des Al ten Testamentes! Los von dem. Pharisaismus, der so wenig von den vielen Lichtern des Alten Bun des spricht und so viel von seinen. wenigen Schatten ! Der am eige nen Volk nichts als Lichter und au. anderen Rassen nichts als Schatten findet! Los von den Pluch- und Racheliedern des 'Alten Testameiites ! Der "Hasz list ikeine christliche Tugend, gleichviel gegen wen er sich richtet. Rachsucht ist Rückfall in die jiidische Vorzeit." Wirken wir mit jder -Gnadn Gottes mit, das Alte Testament aii uns selber zu erfüllen ! Christus ist nicht gekommen. das Gesetz oder die Propheten aufzuheben, sondern. zu erfüllen. Ein ander- mal sagto er: An niir musz dieses Schrift wort in Erfülhmg geheri" (Luk. 22:37). Wie oft berichtet Matthaus: Das und das ist geschenen, damit das Prophetenwoit erfüllt werde. Was heiszt das, das Alte Testa ment erfüllen? Erfüllen heiszt, etwas, was Stückwerk ist, vollenden und fertig machen. Etwas, was halb leer ist (das Gleichnis ist, vom HohlmasB, etwa von cinem Becher genommen), vollmacheu und auf f tillen bis zum Rand. Etwas, was unvollkommen ist, vollkommen machen. Erfüllen heiszt, bildlich gesprochen, aus der Schale den Kern nehmen, aus der VOTschule des Alten Testamentes in. die Hochschule des Evangeliums berleiten, von denVorbildernzuiiL Urbild Führen. Das Alte Testa ment war an sich gut, im Vergleich mit dem Evangelium aber Stück werk, Halbheit, Unvollkommenheit. Das Neue [Testament liafc volleudet, hat die gaiize Offenbarung Gottes gebracht. Kommt das Vollkommene, dann hürt, das Stückwerk auf" (l Kor. 13: 10)." Tot deze Brfüllung" behoort ook: Ondanks alle vijandschap, laster, verdachtmaking, niet. achtende op eigen voorspoed of veiligheid, niet vragende naar roem of eer, niet hoogmoedig, eenvoudig, staande te blijven in datgene, wat als waarheid geweten wordt. Geschiedt dit thans iu Duitschland, zij het ook door een kleine minder heid, dan zal de wereld'zich'nog eens verwonderen over de kracht van dat schijnbaar onpractische en schijnbaar onmogelijk[te_handhaven standpunt. F. HEEMSKERK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl