De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 17 maart pagina 9

17 maart 1934 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

De mode voor 1934 aanleiding van de mode-shows van Volk, de Vries, Philippe et Gaston, Bijenkorf, Gerason, Uranse en Vogelzaiis, Hoelen en Nieuwendljk, Kruysveldt de Mare en Hirsch, ?Het is de plicht van de modeontwerpers ieder voor- en najaar iets nieuws te brengen. Ze zijn het niet alleen verplicht aan de kleedingindustrie, die er wel bij moet varen, maar in de eerste plaats aan de Vrouw", die nu eenmaal elk jaar andere hulpmiddelen wil hebben om haar bekoorlijkheden zoo' goed mogelijk te doen uitkomen. Langzamer hand is het een onverwoestbare traditie geworden om al dit nieuws tweemaal per jaar te toonen op de diverse mode-shows. Daar schrijdt dan Koningin Mode rond en vertelt in lijnen en kleuren haar laatste vondsten. En wij allen gaan bij haar ter receptie, zoo zorgvuldig mogelijk gekleed, want het oog van deze Vorstin (en van onze kijkgenooten !) is scherp en critisch. Wij allen beleven n dag samen met een mondaine vrouw. Hier zien we wat wij bij de verschillende gelegen heden behooren te dragen. Laten wij dien dag beginnen met naar het strand te gaan en over de boule vard te paradeeren, ge kleed in strandpyama of strandcomplet. Deze laatste heeft een korte pantalon met'driekwart langen mantel of een om geslagen, toegeknoopten rok met kort jasje. De rug blijft nog geheel on bedekt, doch ook bij de pyama wordt mantel of capeje gedragen. De stoffen varieeren tusschen katoen, linnen en zijde. Stroohoeden van enorme afmetingen be schermen ons tegen al te felle zonnestralen en zakdoek en poederdoos bewaren we in een rubberhandtasch niet ver gulde mosselschelp als sluiting. Tegen lunchtijd kleeden we ons in een van de sportieve pakjes, die Worth in grooten gett Ie brengt. Deze zien er uit alsof zij met de hand zijn gebreid in allerlei kleine patroontjes van zijden koord en dunne wol. De kleuren zijn meest naturel gehouden en hot geheel draagt als ecnige versiering een ? lang rij knoopen van voren en een paar opgestikte zakjes. Veel zien we ook dunne -v stoffen pakjes, vaak rok en manteltje in twee kleuren, waarbij taf en organdie blouses 'n allerlei variaties. Luchtig zijn de taiJIeurs met halve mouwen. Er werd er een gedragen van paarse wollen stof met leeren lussen en dof bronzen kiioopsn. Hierbij worden kunstig opengewerkte suède handschoenen gedragen en als nieuwste snufje tasschen, gemaakt van triplexhout. Voor den middag wordt overheerschend blauw gedragen, gegarneerd met allerlei nuanceeringen en vooral ook wit in den vorm van strikken, kraagjes, jabots van glasbatist, linnen en georgette. De meeste japonnen zijn hooggesloten en worden gecompleteerd met bijpassende mantels en p lerinetjes. Dit laatste is een zeer flatteuse dracht. Blauw bont is favoriet. Lanvin toonde een capeje van blauw geverfd mol van fabelachtigen prijs. De drukbewerkte mouwen van den afgeloopen winter zijn zeer vereenvoudigd. Excessen zien we alleen nog bij de avondtoiletten, waar ze dan ook meer op hun plaats zijn. Thans zijn het de ajour bewerkte bovenmouwen, die de aandacht vragen en vooral ook vele plissé's en volants. Taf wordt zoowel 's middags als 's avonds gedragen en verder de altijd dankbare zijden imprimé's en gebloemde georgette met in cascade vallende volantgarneering op de rokken, in een punt eindigend in de taille met een grooten strik. Voor slanke figuren zijn er de japonnen met schootjes en casaques op een effen rok. Heel nieuw is een glinsterende stof met metaal doorweven. De kleuren zijn naast alle tinten blauw, groen, zacht geel, pastei rose, prime, grijs en natuurlijk zwart. Opvallend mooi was een zwart complet met zacht rose casaque. De drie kwart mantel, zwart van buiten, rose van binnen. kon aan twee kanten gedragen worden. Zwarte taf leende zich buitengewoon goed voor een mantelpak, waarbij een geruit bovenstuk. Do ruimte bij sommige modellen was op den rug bijeengehouden door knoopen, in plaats van de traditioneele ceintuur. Soms kreeg men den algemeeneii indruk of men eigenlijk alles kon dragen, doch bij nadere beschou wing zag men toch wel degelijk de uitgesproken nieuwe lijnen en vooral, dat er veel aandacllt wordt besteed aan de details: een losse strik op een man tel, passende knoopen, en veel bloemgarnearingeii, zoowel op japon als hoed. De grootste veranderin gen vinden we bij do hoeden. Deze zijn er in alle vormen en afmetingen. Klei ne ronde met opgeslagen ran den, die recht op het hoofd gedragen, doen 'denken aan de vroegere kijiderhoeden, schuine bergerettehoedjes op de lokkenpracht vastgebonden met een lint om het achterhoofd, op dat de wind er niet mee van door zal k gaan. Voor diegenen met een g o e d g evormd, niet te laag voorhoofd y.ijri er de van voren opgesla gen modellen, die als een dia deem het hoofd omsluiten. Er worden verder prachtige soepe le, breedgeraiide hoeden ged !? a g_en m e t b l o e m garneeritig en vaak ziet men de vierkant weg gesneden randen. Vele vrouwen zullen het toejuichen, dat er zooveel verscheidenheid is. Want de echte modesnufjes zijn lang niet voor iedereen geschikt. Zorgvuldige keuze is hierbij noodig, want een hoed is haast wel het belangrijkste, waar mee de vrouw zich tooien kan.... of het geheel kan bederven. Voor regendagen zijn er lakhoeden. Tegen den avond wordt de grootste luxe ten toon gespreid. Dan zien we de hooge en mondaine vrouwe, die Mode heet, langs schrijden in taf en gebloemde organdie, in met goud doorweven tulle en brocaat. Soms zijn de rokken nauw sluitend tot over de knieën en eindigen dan ruim uitvallend in strooken en een korten sleep. In een dergelijk gewaad is dansen echter uitgesloten. Vele draagsters zullen niet te benijden zijn, wanneer zij zich met zoo'n sleepend toilet in een volle zaal moeten bewegen. Vooral tulle is geen sterk materi aal, maar aan den anderen kant ook weer practisch, want ziet de rokzoom er wat gehavend uit, dan kan men er rustig een randje afknippen. Origineel was rose tulle verwerkt als een soort pierrotkraag op een hooggesloten japon van zwart satijn. Er zijn zoowel hooggesloten als tot het middel uit gesneden modellen, een gazig pèlerinetje bedekt dan den rug of een capeje, geheel uit hermelijnen staartjes gemaakt. Waarlijk vorstelijke gewaden zag men voor de balzaal, betiteld met exotische namen als Masquée, :Kol Espoir. Vertige, Kans Peur. Zulke toiletten vragen gekleurde lang'e handschoenen en diademen in het haar. Driekwart, avondmantels van soepele stof zonder kraag met bontgarncering aan. de mouwen voltooien het geheel. liet was overweldigend, wat Mode in haar kleererikast had. Laten wij tevreden zijn met er J der en daar wat uit te zoeken. Zelfkennis is hierbij een eerste vereischte. E. WINKEL TAILOR MADE" Het maken van een goed tailleur eischt zorg,smaak en ervaring. z ij n s p e c listen. Wij kunnen U een uiterst fraaie collectie stoffen en modellen, op eigen ateliers vervaardigd, toonen. Marris Tweeds, Scotch Tweeds, Donegals, Kamgarens, Flannels. Prijzen naar maat vanaf f 45.?.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl