Historisch Archief 1877-1940
De mode voor 1934
aanleiding van de mode-shows van Volk,
de Vries, Philippe et Gaston, Bijenkorf, Gerason,
Uranse en Vogelzaiis, Hoelen en Nieuwendljk,
Kruysveldt de Mare en Hirsch,
?Het is de plicht van de modeontwerpers ieder
voor- en najaar iets nieuws te brengen. Ze zijn
het niet alleen verplicht aan de kleedingindustrie,
die er wel bij moet varen, maar in de eerste plaats
aan de Vrouw", die nu eenmaal elk jaar andere
hulpmiddelen wil hebben om haar bekoorlijkheden
zoo' goed mogelijk te doen uitkomen. Langzamer
hand is het een onverwoestbare traditie geworden
om al dit nieuws tweemaal per jaar te toonen op
de diverse mode-shows. Daar schrijdt dan
Koningin Mode rond en vertelt in lijnen en kleuren
haar laatste vondsten. En wij allen gaan bij haar
ter receptie, zoo zorgvuldig mogelijk gekleed,
want het oog van deze Vorstin (en van onze
kijkgenooten !) is scherp en critisch. Wij allen
beleven n dag samen met een mondaine vrouw.
Hier zien we wat wij bij de verschillende gelegen
heden behooren te dragen.
Laten wij dien dag beginnen met naar het strand
te gaan en over de boule
vard te paradeeren, ge
kleed in strandpyama
of strandcomplet. Deze
laatste heeft een korte
pantalon met'driekwart
langen mantel of een om
geslagen, toegeknoopten
rok met kort jasje. De
rug blijft nog geheel on
bedekt, doch ook bij de
pyama wordt mantel of
capeje gedragen. De
stoffen varieeren
tusschen katoen, linnen en
zijde.
Stroohoeden van
enorme afmetingen be
schermen ons tegen al
te felle zonnestralen en
zakdoek en poederdoos
bewaren we in een
rubberhandtasch niet ver
gulde mosselschelp als
sluiting.
Tegen lunchtijd
kleeden we ons in een van de
sportieve pakjes, die
Worth in grooten gett Ie
brengt. Deze zien er uit
alsof zij met de hand
zijn gebreid in allerlei
kleine patroontjes van
zijden koord en dunne
wol. De kleuren zijn meest naturel gehouden
en hot geheel draagt als ecnige versiering een ?
lang rij knoopen van voren en een paar
opgestikte zakjes. Veel zien we ook dunne -v
stoffen pakjes, vaak rok en manteltje
in twee kleuren, waarbij taf en organdie blouses 'n
allerlei variaties. Luchtig zijn de taiJIeurs met halve
mouwen. Er werd er een gedragen van paarse
wollen stof met leeren lussen en dof bronzen
kiioopsn. Hierbij worden kunstig opengewerkte suède
handschoenen gedragen en als nieuwste snufje
tasschen, gemaakt van triplexhout.
Voor den middag wordt overheerschend blauw
gedragen, gegarneerd met allerlei nuanceeringen
en vooral ook wit in den vorm van strikken,
kraagjes, jabots van glasbatist, linnen en georgette.
De meeste japonnen zijn hooggesloten en worden
gecompleteerd met bijpassende mantels en p
lerinetjes. Dit laatste is een zeer flatteuse dracht.
Blauw bont is favoriet. Lanvin toonde een capeje
van blauw geverfd mol van fabelachtigen prijs.
De drukbewerkte mouwen van den afgeloopen
winter zijn zeer vereenvoudigd. Excessen zien we
alleen nog bij de avondtoiletten, waar ze dan ook
meer op hun plaats zijn. Thans zijn het de ajour
bewerkte bovenmouwen, die de aandacht vragen
en vooral ook vele plissé's en volants. Taf wordt
zoowel 's middags als 's avonds gedragen en verder
de altijd dankbare zijden imprimé's en gebloemde
georgette met in cascade vallende volantgarneering
op de rokken, in een punt eindigend in de taille
met een grooten strik. Voor slanke figuren zijn
er de japonnen met schootjes en casaques op een
effen rok. Heel nieuw is een glinsterende stof met
metaal doorweven. De kleuren zijn naast alle
tinten blauw, groen, zacht geel, pastei rose, prime,
grijs en natuurlijk zwart. Opvallend mooi was een
zwart complet met zacht rose casaque. De drie
kwart mantel, zwart van buiten, rose van binnen.
kon aan twee kanten gedragen worden.
Zwarte taf leende zich buitengewoon goed voor
een mantelpak, waarbij een geruit bovenstuk. Do
ruimte bij sommige modellen was op den rug
bijeengehouden door knoopen, in plaats van de
traditioneele ceintuur.
Soms kreeg men den algemeeneii indruk of men
eigenlijk alles kon dragen, doch bij nadere beschou
wing zag men toch wel degelijk de uitgesproken
nieuwe lijnen en vooral, dat er veel aandacllt wordt
besteed aan de details: een losse strik op een man
tel, passende knoopen, en veel bloemgarnearingeii,
zoowel op japon als hoed.
De grootste veranderin
gen vinden we bij do
hoeden. Deze zijn er in alle
vormen en afmetingen. Klei
ne ronde met opgeslagen ran
den, die recht op het hoofd
gedragen, doen 'denken aan
de vroegere kijiderhoeden,
schuine bergerettehoedjes op
de
lokkenpracht
vastgebonden met
een lint om het
achterhoofd,
op dat de wind
er niet mee van
door zal
k gaan. Voor
diegenen
met een
g o e d g
evormd, niet te
laag voorhoofd
y.ijri er de van
voren opgesla
gen modellen,
die als een dia
deem het hoofd
omsluiten. Er
worden verder
prachtige soepe
le,
breedgeraiide hoeden
ged !? a g_en m e t
b l o e m
garneeritig en vaak
ziet men de
vierkant weg
gesneden randen.
Vele vrouwen zullen
het toejuichen, dat er
zooveel verscheidenheid is.
Want de echte modesnufjes zijn
lang niet voor iedereen geschikt.
Zorgvuldige keuze is hierbij noodig, want
een hoed is haast wel het belangrijkste, waar
mee de vrouw zich tooien kan.... of het geheel
kan bederven. Voor regendagen zijn er lakhoeden.
Tegen den avond wordt de grootste luxe ten
toon gespreid. Dan zien we de hooge en mondaine
vrouwe, die Mode heet, langs schrijden in taf
en gebloemde organdie, in met goud doorweven
tulle en brocaat. Soms zijn de rokken nauw
sluitend tot over de knieën en eindigen dan ruim
uitvallend in strooken en een korten sleep. In een
dergelijk gewaad is dansen echter uitgesloten. Vele
draagsters zullen niet te benijden zijn, wanneer
zij zich met zoo'n sleepend toilet in een volle zaal
moeten bewegen. Vooral tulle is geen sterk materi
aal, maar aan den anderen kant ook weer practisch,
want ziet de rokzoom er wat gehavend uit, dan
kan men er rustig een randje afknippen. Origineel
was rose tulle verwerkt als een soort pierrotkraag
op een hooggesloten japon van zwart satijn. Er
zijn zoowel hooggesloten als tot het middel uit
gesneden modellen, een gazig pèlerinetje bedekt
dan den rug of een capeje, geheel uit
hermelijnen staartjes gemaakt.
Waarlijk vorstelijke gewaden zag men voor de
balzaal, betiteld met exotische namen als Masquée,
:Kol Espoir. Vertige, Kans Peur. Zulke toiletten
vragen gekleurde lang'e handschoenen en diademen
in het haar. Driekwart, avondmantels van soepele
stof zonder kraag met bontgarncering aan. de
mouwen voltooien het geheel.
liet was overweldigend, wat Mode in haar
kleererikast had. Laten wij tevreden zijn met er
J der en daar wat uit te zoeken. Zelfkennis is
hierbij een eerste vereischte.
E. WINKEL
TAILOR
MADE"
Het maken van
een goed tailleur
eischt zorg,smaak
en ervaring.
z ij n s p e c
listen.
Wij kunnen U een uiterst fraaie
collectie stoffen en modellen, op
eigen ateliers vervaardigd, toonen.
Marris Tweeds, Scotch Tweeds,
Donegals, Kamgarens, Flannels.
Prijzen naar maat vanaf f 45.?.