Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C Josephns Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scbeltema en M. Kann. Secretaria der redactie: C. F. v. Dam
Keizersgracht 35S, Amsterdam C. * Telefoon 37964 ' Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2964
Zaterdag 24 Maart 1934
De Koningin'Moeder
Herinnering aan een innemende
persoonlijkheid.
Het bericht van het overlijden van H.M. de
Koningin-Moeder heeft in alle kringen van het
"Nederlandsche volk deernis verwekt met het
Koninklijk huis en tevens de herinneringen wakker
geroepen aan meer dan een halve eeuw van onze
vaderlandsche geschiectenis, waarin de overleden
vorstin zulk een belangrijk aandeel in het open
bare leven heeft gehad.
Toen Koningin. Emma meer dan een halve eeuw
geleden in Nederland kwam, kende zij onze taal,
ons land, ons volk en onze geschiedenis niet of
nauwelijks. Thans beseft een ieder hoezeer zij zich
in dien tijd een plaats in ons volk heeft weten te
veroveren.
Ons traditioneele koningschap is niet in elke
periode van onze geschiedenis in even groot aan
zien geweest. Aan het eind van de regeering
-van Koning Willem III was er wat een tijd
genoot genoemd heeft ,,een leegte rondom den
troon" ontstaan. Gedurende het regentschap van
Koningin Enima en de regeering van Koningin
"Wilhelmina heeft men de beteekenis van het
koningschap beter dan ooit leeren inzien. Thans
-verwijten de S.D.A.P. en N.S.B, elkander, dat zij
?de waarde van het koningschap niet beseffen.
Het is voor een belangrijk deel te danken aan de
-wijze, waarop Koningin Emma en Koningin
Wilhelmina haar taak hebben, opgevat, dat het
koningschap in ons land thans in hooger aanzien
staat, dan het ooit heeft gedaan.
Het is een merkwaardige periode geweest in onze
vaderlandsche geschiedenis van 1890 tot 1898, toen
Koningin Emma, als regentes, de teugels van het
bewind in handen hield. Ons volk heeft in de
laatste halve eeuw een nieuwe en snelle
ontwikkeing doorgemaakt op geestelijk, op economisch, op
sociaal en op technisch gebied; een ontwikkeling,
die van zoo groote beteekenis is geweest, dat men
ongetwijfeld in de toekomst deze jaren zal ?ver
gelijken met den bloeitijd der Nederlanden ha de
gouden eeuw. Men kan deze periode aanduiden,
zooals ik het enkele jaren geleden in voordrachten
over Nederland in de Vereenigde Staten deed, als
de moderne wedergeboorte van Nederland.
De regeeringsperiode der Koningin-Regentes
vormt de overgangsperiode van de opkomst in de
jaren 80 der vorige eeuw tot den bloei in het begin
van de twintigste eeuw.
In die periode ligt de opkomst der moderne lite
raire beweging van de tachtigers, het ontstaan van
een nieuwe schilderschool en het streven naar een
sociale politiek, die men aan het einde van de
vorige eeuw als die van de verteedering des
gemoeds heeft aangeduid.
Met die geestelijke ontwikkeling ging gepaard
een opbloei van landbouw, handel en industrie,
die voor wat landbouw en industrie betreft, zijn
weerga niet vindt in onze geschiedenis.
In de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw teisterde
een landbouwcrisis onzen bodemcultuur. Door aan.
passing aan nieuwere eischen onder leiding van de
regeering, door productie voor de wereldmarkt,
hebben landbouw, tuinbouw en veeteelt een mate
van welvaart teweeggebracht, waaraan de her
innering in deze droeve dagen van crisis ons het
vertrouwen op betere dagen moge schenken.
De industrieele ontwikkeling aan het eind van
de vorige eeuw ingezet heeft tengevolge gehad,
dat de zeer gegroeide bevolking, die onmogelijk
elders werk had kunnen vinden, een plaats heeft
gevonden in de industrieele bedrijven.
De geschiedschrijvers zullen de periode van het
regentschap van Koningin Emma beschrijven als
de overgangsperiode van den ouden naar den
nieuwen tijd.
* *
*
Wie het voorrecht had door H.M. de
KoninginMoeder in audiëntie te worden ontvangen kwam
onder den indruk van haar innemende persoon
lijkheid. Het was duidelijk, dat haar belangstelling
in 's lands zaken niet voorgewend was en dat zij
het openbare leven op tal van gebieden met de
grootste aandacht volgde.
In het bijzonder koesterde zij groote belangstel
ling voor de bestrijding van de tuberculose. Ik
Inhoud:
l. Prof. Mr. A. C. Josephus Jitta, De Koningin-Moeder^
2. Ed. de Nève, De Saar no man's land.
3. L. J. Jordaan, Afscheid,
4. Albert Heiman, De wraak der
geuzen5. B. van Vlijmen, Scheveningen wil spelen.''?Melis
Stoke, Zorgen van een huisvader, teekeningen
Harmsen van Beek.
6. Jan van Mijlen en Nico Rost, Boekbespreking.
7. Dr. Jac. P. Thijsse, Heemschut.
9. L. J. Jordaan, Bioscopy.
10- 11. Paul Bromberg, Interieurkunst. A.
Plasschaert, Schilderkunst.
12. Ley Hana-Lussenburg, Twee ,,occulte" problemen.
13. Constant van Wessem, Muziek. O. v. Tussen
broek, Toegepaste kunst.
14. Otto van Tussenbroek, Reclame-drukwerk.
Spreekzaal.
15. C. A. Klaasse, Duitschland en zijn schulden.
16. Mr. J. van der Scheer, Zuid-Engelsche land
schappen.
17. Jan Sluyters, Hoe een schilderij tot stand komt.
18. Uit het kladschrift van Jantje. Alida Zevenboom,
Croquante croquetjes.
19. Hans Netto, Oostersche milddadigheid, teekeningen
J. F. Doeve.
20. Letterraadsel. ? Charivaria.
Omslag: Spelproblemen.
Viooltjes
Voortreffelijke
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGER5
Let op den naam f
ben indertijd adjunct-secretaris geweest van de
staatscommissie in zake de bestrijding van de
tuberculose, die onder het voorzitterschap stond
van den hofmaarschalk van de Koningin-Moeder
Jhr. W. Koëll, tevens president-commissaris van
Oranje-Xassau Oord, het sanatorium, dat tenge
volge van een schenking van de Koningin-Moeder
is bot stand gekomen. Van elke vergadering dier
staatscommissie moest aan de Koningin-Moeder
nauwkeurig verslag worden uitgebracht en toen de
commissie eindelijk na eenige jaren werken haar
eindverslag had vastgesteld, was de eerste zorg
van den voorzitter, de Koningin-Moeder tele
grafisch van dat resultaat in kennis te stellen.
Ieder die het voorecht heeft gehad met H.M. de
Koningin-Moeder in persoonlijke aanraking te ko
men, of die haar slechts van een afstand heeft
kunnen gadeslaan, zal vol eerbied de herinnering
bewaren aan haar innemende persoonlijkheid, haar
groote belangstelling voor 's lands zaken, haar
toewijding aan het werk, dat zij op zich had ge
nomen en aan haar eenvoud.
A. C. JOSEPHUS JITTA.