Historisch Archief 1877-1940
De Groene Amsterdammer van 24 Maart 1934
N o.
2964Het Saargebied ~~ no man's land
Edouard de Nève
Saarbrücken
Het Stadhuis
, Combien de minutes est-ce qu'on s'arrête ici?"
De arbeider, die de uniform der Fransche
spoorwegmaatschappij draagt, kijkt mij onbe
grijpend aan en antwoordt niet.
,,Aurai-je Ie temps pour prendre un billet pour
Saarbrücken?" vraag ik weer.
De man haalt zijn schouders op en zegt: Ver.
Btehe nicht."
Hij verstaat geen Fransch? Maar ik ben hier
toch in Forbach, Op n na de laatste plaats vóór
Saarbrücken t , *
Als ik de controle passeer om aan het loket
mijn kaartje te halen, hoor ik de twee controleurs
met elkaar Duitsch spreken. Maar de bediende
achter het loket spreekt zuiver Fransch, zelfs met
een Parijsche intonatie. Wellicht iemand die hier
gekomen is na den 'vrede, De anderen:
Lotharingers, die Duitsch spreken, of hun dialect.
Twaalf kilometer vóór mij' ligt de grens. Maar
de grens van het taalgebied ligt zestien kilometer
achter mij, bij St. Avold, tot waar de Duitsche
invloed zich uitstrekt.
? In het Saargebied is alles Duitsch. Het station
van Saarbrücken met zijn breede perrons, de
opschriften, de stijl, de geuniformde employé's:
Duitsch.
De bouw dei stad, de logge huizenblokken, de
ruime straten, de trams, de reclameborden voor
de winkelzaken: Duitsch.
Het heele Saargebied, een stukje van Pruisen
en een stukje van Beieren, na den oorlog van
1871 te samen tot Saargebied versmolten, ontegen
zeggelijk Duitsch. De bewoners der Saar, cultureel
en van karakter Duitsch. Zij paren het schnauzige
van den Pruis aan het landelijk joviale van den
Beier.
Vóór mij ligt, als een hel verlichte breede gang,
de grootsteedsche Bahnhofstrasze met haar groote
winkels, haar confectiezaken, haar conditoreien,
haar café's, en haar hel vlammende lichtreclames
in rood en blauw en groen, en geel.
Het sneeuwt geweldig. De zwiepende wind doet
de sneeuwvlokken hoog opdwarrelen in de lucht.
Zy spelen rondom de Fransche vlag, die als een
.gore vaatdoek slap neerhangt aan haar stok
boven den ingang van het gebouw der
Bergwerksdirektion.
Een Fransche vlag de eenige dien avond
in een Duitsche stad, aan den gevel van het
directiegebouw der grootste onderneming: de
mijnindustrie.
De mijnindustrie, rondom welke zich het geheele
Saarprobleem afspeelt een probleem dat niet
slechts dit gebied betreft, maar dat een wereld
probleem is geworden van zoo'n groot gewicht
dat het straks wellicht Europa in vuur en vlam
zal zetten wanneer twee landen hun rechten zullen
willen handhaven. Een probleem, dat den reeds
bestaanden chaos in Europa ontzaglijk kan
vergrooten, een burgerkrijg kan doen ontbranden,
en heele groepen menschen tot slavernij brengen.
Glück auf l" staat in groote gouden letters
boven de breede deur van het gebouw der
Bergwerksdirektion. Maar nergens wordt die wensch
meer geuit. Want het gebied is verdeeld. De
sympathieën en antipathieën botsen met hevige
kracht tegen elkaar, en in het geweld der botsing
verstomt zelfs de mijnwerkersgroet.
Zóó, op het eerste gezicht, flaneerend door de
drukke straten, bemerkt men er niets van.
De winkels staan badend in licht en prijzen
hunne waren aan in het Duitsch. Do opschriften
der magazijnen zijn Duitsch. Hier en daar alleen
vermeldt een bescheiden aankondiging: On parle
francais. Dat is alles wat men merkt van den
invloed en de aanwezigheid van zes duizend
Franschen die dit gebied van 800.000 zielen
bewonen.
De 130.000 inwoners van Saarbrücken trekken
zich van de in hun midden verblijvende Franschen
niets aan.
Dat is mijn eerste oppervlakkige indruk.
Ik stap een winkel binnen om enkele, in den
haast van mijn vertrek vergeten, artikelen te
koopen.
Sokken, mijnheer," vraagt de verkoopster
onverschillig. Fransche of Duitsche?"
Is er verschil tusschen?"
De Duitsche zijn beter, een klein beetje
duurder alleen."
Zij zegt dat met zooveel overtuiging dat ik mijn
keus tot een paar Duitsche bepaal.
Als ik in een sigarenwinkel een pakje Gauloises
vraag, raadt mij de bediende: Nehmen Sie doch
Deutsche Zigaretten, die sind ja viel besser. Oder
Camel "
In het caféwaar ik ben binnengetreden ga ik
aan de leestafel zitten. Er liggen daar misschien
vijftig bladen, meest kranten uit het Saargebied,
en daarnaast de Frankfurter Zeitung, het Berliner
Tageblatt, een paar Engelsche bladen. Niet n
Fransche krant.
Aan de tafels zitten de gasten voor hun glas
bier en spreken op gedempten toon. Het doet
vreemd aan de gewoonlijk zoo druk redeneerende
Duitschers zoo kalm bij elkaar te zien zitten.
Hier en daar vang ik een woord op:
Regierungskommission. . . . Deutsche Front. . . . En als ik
de rondom mij zittenden nauwkeuriger bestudeer,
verbeeld ik mij ineens dat hun conversatie slechts
bestaat uit korte, weifelend uitgesproken zinnen
en lange tusschenpoozen.
Terwijl ik op weg ben naar een kennis doe ik
een nieuwe Ontdekking. Ik ben hier in Duitschland.
Maar het kan niet het Hitler-Duitschland zijn.
Want op de hoeken der straten lees ik de namen
die door de Nationaal Socialisten zijn gebrand
merkt en uitgeroeid: Friedrich Ebertstrasze,
Stresemannstrasze. Doch ook: Hohenzollernstrasze,
Kaiserstrasze, Kronprinzstrasze.
Saarbrücken Duitsch? Ja. Evenals het heele
Saargebied. Maar ook Hitler-Duitsch? Niemand
weet het. Velen vreezen het.
Voorloopig is de Saar nog no man's land.
* * *
Door de bepalingen van het Verdrag van
Versailles (art. 45-50 en het aanhangsel der
zoogenaamde Saarstatuten) werd de administratie
van dit, tijdelijk aan de Duitsche regeering ont
trokken, gebied opgedragen aan den Volkenbond,
die daartoe een commissie van vijf i personen
benoemde. Vijftien jaar na het in werking treden
van het Verdrag, i.e. op 10 Januari 1935, zou een
volksstemming plaats hebben om te beslissen of:
«. het gebied aan Duitschland zou worden te
ruggegeven.
b. het gebied aan Frankrijk zou worden toe
gekend.
c. de status quo in het Saargebied zou worden
gehandhaafd.
Indien na het plebisciet het gebied weer aan de
Duitsche regeering zou worden overgegeven, zou
Duitschland aan Frankrijk 350.000.000 goud francs
betalen als schadevergoeding voor de
Franschemijnen door de Duitschers gedurende den oorlog;
vernield.
Daar het Saargebied niet uit het
DuitscheRijksverbond is geschakeld, en de Volkenbond,
evenals de door hem benoemde commissie,
deadministratie voert als gemachtigde van den
toekomstigen souverein. zouden de werkzaamheden
en het toezicht dezer Saarcommissie van den
beginne af daarin hebben moeten bestaan om op>
onpartijdige wijze haar gezag uit te oefenen. Tfr
dikwijls echter was in de eerste jaren dit gezag er
op berekend den politieken en oeconomischen
invloed van Frankrijk in het Saargebied te ver
sterken. Dit kon des te gemakkelijker gebeuren
wijl de Regeeringscommissie buitengewoon ver
strekkende regeeringsmacht bezit. Zij heeft niet
alleen dezelfde rechten die vroeger de
Rijksregeering bezat, maar zij beschikt ook over een onher
roepelijk meerderheidsbesluit der bestaande wet»
in zooverre het algemeene gezichtspunten betreft
echter onder voorbehoud den vertegenwoor
digers der bevolking om advies te vragen.
Schoon de Volkenbondsraad in den beginne de
po'itiek der Saarregeering goedkeurde, veront
rustte de wereldopinie zich over haa,r
houdingVooral de bladen in Engeland lieten hevige
protesten hooren. En schoon daarna in de werk
zaamheden der Regeeringscommissie weinig ver
andering te bespeuren viel, veranderden toch.
dank zij deze protesten, de regeeringsmethoden.
In 1924 nam de Regeeringscommissie dan ook
reeds een onpartijdige gestalte aan. Twee jaar
later, in 1926, werd door den Volkenbondsraad
bepaald dat de president der Saarcommissie steed»
een onderdaan van een, bij de Saarkwestie niet
individueel belanghebbenden, staat moest zijn.
Nadat Duitschland zich bij den Volkenbond
had aangesloten, werden ook de Fransche troepen.
eenige duizenden man sterk, wien als garnizoens
troepen de bescherming der eigendommen en dei
bewoners in het Saargebied was opgedragen,
teruggetrokken. In huix plaats trad echter een
Internationaler Bahnausschütz" op, dio eerst
in 1931 do plaats ruimde voor de, in de bepalingen
van het Vredesverdrag genoemde, plaatselijke»
gendarmerie.
De bewoners van het Saargebied bleven Duitsche
onderdanen, bestuurd door Duitsche ambtenaren..
welke laatsten echter den Regeeringsraad trouw
moesten beloven.
Deze Raad bestaat thans uit de volgende vijf
leden:
Knox (Engeland) voorzitter, Ehrenrot (Finland).
Kossmann (Saargebied), Morice (Frankrijk),
Zoritsjits (Joegoslavië).
De moeilijkheden waarmede, deze commissie'
heeft te kampen, worden hoe langer hoe grooter
naarmate het tijdstip, voor de volksstemming
bepaald, nadert.
De Nationaal Socialisten, onder leiding van
Spaniol, door Duitschland naar de Saar gezonden.
begonnen een openlijke terreur uit te oefenen.
Degenen, die niet met hun politiek instemden.
werden voortdurend aan de komende afrekening
in 1935 herinnerd.
In het volgend artikel zullen wij de nazi's inliet
Saargebied onder de loupe nemen,
KARPETTEN
B OUC LE
160 X 225 CM.
12.
5O
AXMINSTER
135 X 20O CM.
15.
25
ELK GENRE
XKDER
ZONEN