De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 24 maart pagina 4

24 maart 1934 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 24 Maart 1934 N o. 2964 De wraak der geuzen Albert Heiman Een TVederlandsehe Missie in Spanje ; Merkwaardige ervaring, om in het Katholieke Spanje kennis te maken met de Nederlandsche zendingsarbeid ter verbreiding van het Prote stantisme in dat land ! De eerste gedachte, die deze ontdekking op roept, is die aan de onverbiddelijke continuïteit der groote historische gebeurtenissen. De drama tische ontknoopingen vinden schijnbaar in een kort tijdsbestek plaats, doch in werkelijkheid nemen aanloop en afebben vele eeuwen in beslag, en geen der groote twistpunten schijnen ooit voorgoed beslecht te zullen worden. De klassen strijd wordt sinds menschenheugenis onder vele namen en parolen gevoerd; de godsdienstoorlogen, welke vroeger de wereld teisterden, hebben aan wreedaardigheid nauwelijks iets ingeboet in deze tijd waarin men handiger dan ooit goochelt met de termen ras", religie" en natie". !? De groote botsingen beleven nog alle hun naspel, n zoo hebben wij in het onderhavige geval te iöen met een kennelijke epiloog van de Tachtig jarige Oorlog. Al is het reeds bijna drie eeuwen geleden dat deze eindigde. De dwang van latijnsche katholiciteit tegen intellectueele en politieke Vrijheid welke in haar aanvangsstadium uiteraard irrijbuiterij was, werd in het land der vrijgevochten onderdrukten, langer herinnerd dan in dat der onderdrukkers. Hetgeen voor de hand ligt: in de Nederlandsche historie is dit langdurige gevecht van de meest ingrijpende beteekenis geweest, en onmiddellijk gevolgd door een periode van luister rijke bloei. Voor de Spanjaarden echter beteekende het verlies der Nederlanden een der vele groote Ongelukken gedurende een periode waarin deze natie van de hoogste macht verviel tot uiterste armoede en slaperigheid, zoodat er bij alle man moedige heldenfeiten die ook van de kant der Spanjaarden waarlijk niet ontbraken, geen reden bestaat tot bizonder herdenken daarvan. ; De Nederlander, die met Spanjaarden in aan raking komt, is licht geneigd de vroegere relaties tusschen beide landen ter sprake te brengen. k weet van een hispanofielen dichter uit ons land die bij zijn eerste kennismakingen met Spaansche collega's gewoonlijk begon met excuses te maken bver de Tachtigjarige Oorlog, en te zeggen, dat ze alles maar als vergeven en vergeten moesten beschouwen Hij heeft deze beminnelijke gewoonte toch maar laten varen, want niemand Wist zich ooit eenige vijandschap te herinneren. Het gewicht, dat de rechtgeaarde patriot toekent £,an de Geuzenoorlog, maakt een even komisch effect op hen als de Spanjaarden op ons, wanneer zij blijk geven van Holland alleen de kaas te kennen. Wat ook nog al eens voorkomt. Hoe dan bok, terwijl Spanje de weinig glorieuze periode der godsdiensttwisten met succes probeert te vergeten, blijft in Nederland de herinnering daaraan versch, en is dit herdenken helaas niet ?altijd gespeend van een zekere rancune die men ten onrechte een hoffelijke, tolerante en in zoovele iopzichten superieure natie toedraagt. Anderen weer, beoefenen een ietwat ver door gedreven christendom: door met alle kracht en 'opdringerig bijna, geleden kwaad met actueel igoed te willen vergelden. Er is in iedere vorm van imissioneering een element van gewelddadigheid, -dat natuurlijk ontgaat aan hen die met een agressie<ve waarheidsliefde, de strijdbare liefde voor hun waarheid behept zijn. Maar wie op bekeeringen 'uit is, begint altijd met een aanval op het autonome denken van hen die men tot proselieten wil maken. ;Dat is nu eenmaal de onvermijdelijke onsympa thieke kant ervan. Altijd en overal. Welk standpunt men intusschen ook inneemt, het geval dat vandaag de dag van Nederlandse!»! zijde protestantschémissie-arbeid in Spanje ver richt wordt, is op zichzelf interessant genoeg. KIL een bezoek, aan de hoofdzetel van dit instituut te Malaga is dan ook leerrijk geweest, omdat ons daardoor een blik vergund werd op een weelweinig belichte zijde van het Spaansche k-ven en van de Spaansche relaties met Holland. De predikant die aan het hoofd van de instelling in Malaga staat, is een Spanjaard, Andalusiër van het donkerste type dat men zich denken kan. Maar als 's menschen fysionomie minstens even zeer afhankelijk is van zijn karakter en aanleg als van zijn ras, dan in dit geval ! Want de vriende lijke voorganger dezer minderheid" had iets ondefinieerbaars, misschien een vleug van terug houdende agressiviteit, ik weet het niet precies, maar toch iets duidelijk-waarneembaars, dat hem onmiddellijk van anderen onderscheidde; een protestantsch gezicht, een protestantschéhabitus, die hier opeens opvallend werd in dit gcprononceerd-katholieke land. Een van zijn eerste mededeelingen was dan ook dat hij uit een familie stamde die al gedurende een eeuw protestant is, en dat er meer leden van deze familie als evange lisch predikant Werkzaam zijn. Zijn pastorie maakt deel uit van een groot gebouwen-complex, waarin een ruime kerk, een vergaderzaal voor de jongemannen-vereeniging, een kleine bibliotheek, en een zestal prettige, voor Spaansche verhoudingen alleszins voortreffe lijke schoollokalen zijn ondergebracht. Dit alles wordt gefinancierd door een Nederlandsche stich ting, Het evangelie in Spanje" genaamd, welke haar hoofdzetel te Haarlem heeft. En niet in Malaga alleen, maar ook in Cartagena, Sevilla en Utrera heeft de Nederlandsche instelling soort gelijke onderafdeelingen, evenals in enkele andere kleinere plaatsen. Centrum en belangrijkste afdeeling bevindt zich echter in Malaga. Het werk 'zelf, vindt natuurlijk in zeer ongewone omstandigheden plaats, alleen al hierom, dat deze eeredienst, die geheel volgens de Nederduitsch Hervormde gemeente georganiseerd is, over een zeer klein aantal confirmanten, maar dan nagenoeg alle Spanjaarden, beschikt. In Malaga niet meer dan een honderdtal, waarbij men nog een twee honderd kerkbezoekers, sympathiseerenden, mag rekenen; Sevilla en Cartagena hebben samen niet meer leden dan Malaga, en in Utrera, waar men lange tijd het werk onderbroken heeft, is het aantal nog geringer. Niettemin toonde de predikant zich zeer optimis tisch. Hij rekende voor Malaga alleen reeds met een jaarlijksche toename van 20 a 25 leden, en constateerde een groote bereidwilligheid onder zijn geloovigen in het brengen van financieele offers. Hoewel er ook van Engelsche zijde soort gelijk missioneeringswerk gedaan wordt, verzekerde de predikant dat de evangelische kerk zich nog op de grootste aanhang mocht verheugen, omdat over het algemeen de protestantschéSpanjaarden het onaangenaam vinden door eenige liturgie herinnerd te worden aan het katholicisme van hun ras en afkomst: gelijk bijvoorbeeld bij de pn-sbyteriaansche gemeente liet geval is. Door de republiek zijn de Spaansche prote stanten in een zeer voordeelige positie gekomen. Daar tijdens de monarchie liet katholicisme ook staatsgodsdienst was, werden hun vele moeilijk heden in de weg gelegd, welke thans automatisch verdwenen zijn door de grondwettelijke gelijk stelling van alle godsdiensten. Tal van plaatsen waar vroeger een protestantsch predikant zich niet in zijn kwaliteit kon vertoonen, zonder gevaar te loopen zijn uitzonderingspositie met een pak slaag te bekoopen, worden thans geregeld bezocht, omdat de niet zeer katholieke gezinde regeering de verschillende ulcaltlc's (burgemeesters) heeft bevolen in deze te zorgen voor een strikte. gelijkheid van eerbiedbetoon en handhaving der persoonlijke veiligheid. Er zijn zelfs allerlei plaat sen, arbeidsdistricten vooral, waar de rullen thans omgekeerd zijn, en het de cunt (pastoor) is. die zicli liever niet meer vertoont. De stad Malaga zelf heeft in dit opzicht een curieus staaltje geleverd. Bij de ernstige! onge regeldheden welke eert paar jaar geleden de republiek hebben geïnaugureerd, zijn all»! kerken in deze stad verwoest of in brand gestoken. A Hu op n na; en dat was de door Nederland gestu-hte . protestantsclu! kerk ! De Spaansche becldstormers zijn er wel na aan toe geweest, daar dit gebouwen complex zich precies tusschen dat van l wee kloosters (o.a. een waarin zich Nederlandsche nonnen bevonden) gelegen is, maar de rebellen vonden het blijkbaar een nog grimmiger wijze van protest tegen de katholieke clerus om juist de protestanten volkomen met rust te laten. Het had nog tot tragi-komisch gevolg dat later van katholieke zijde is geprotesteerd tegen deze partijdigheid" van de beeldstormers ! De groote verliezen die de katholieken ook in hun aanhang in Spanje geleden hebben, zijn daarom echter nog geen voordeel voor de prote stantschézending geweest. Het proselieten- maken gaat feitelijk moeilijker dan ooit, omdat de reactie thans een golf van onverschilligheid, van formeele godsdienstloosheid gebracht heeft, waartegen zelfs het minst formalistische kerkgenootschap niet opgewassen blijkt. Ietwat simplistisch samengevat is de toestand zoo: dat de vrouwen blijven vast houden aan de katholieke traditie, de mannen daarentegen iedere uiterlijke vorm van religie overboord gegooid hebben. In dit opzicht zijn ze trouwens van oudsher zichzelf gelijk gebleven; katholiek van mentaliteit, maar zeer onkerksch in de practijk. En nu krijgt ook de mentaliteit een negatief karakter. . . . De scholen, welke de Haarlemsche vereenigiiig; in Spanje heeft en waar lager en voorbereidend onderwijs aan Spaansche, betalende kinderen gegeven wordt, nemen een intermediair standpunt in. De school van Malaga die ik bezocht, is ook hiervoor kenmerkend. Het is. wat inrichting en leiding betreft, volgens algemeen oordeel een dei beste scholen van de stad, en wordt door een 300 leerlingen, meest uit de kleine burgerstand bezocht. Dit zijn zoowat alle katholieke kinderen. En dienten gevolge kan men'er ook geen echte school met den bijbel" van maken. Maar het geheel beaat onder voortdurende contröle van den predikant. die alle schoolboeken keurt en zorgt voor de door hem gewenschte neutraliteit". Wel zijn drie verplichte lesuren in de week gewijd aan ..Godsdienstonderricht". en in deze tijd wordt de bijbelsche geschiedenis onderwezen. Protestantscluleerlingen komen bovendien nog naar de Zondags school. Op de vraag hoe het kwam. dat zoo opvallend veel minder meisjes dan jongens de school be zochten, gaf de predikant een antwoord dat de verhoudingen in Spanje weer typisch kenschetste. De meisjes namelijk, staan »>nder invloed van de moeders, die katholiek zijn en blijven, naar de roomsche geestelijkheid luisteren en niets moeten hebben van een protestantschéschool. De vader." echter komen op voor hun zoons, en sturen z<naar de school die voor hun omstandigheden het geschiktst uitkomt, onverschillig van wie het onderricht uitgaat, daar ze voor geen enkele vorm van confessie meer belangstelling gevoelen. en bovendien niet weinig anticlericaal zijn. Deze school met donkeroogige knaapjes <?!> onderwijzers, met heel wat levendige i/it(i(in'tji'K(Zigeunertjes) in de banken, bezat nallergr-appigst e biz»mderh»>id: er hingen overal bijbelsehe platen aan de wand met Jlolbniflfirhe onderschriften en spreuken uit de Statenbijbel. Ik denk dat liet menig'geuzenhart tevreden zal stemmen, te weten dat de Andalusische kinderen daar <lag aan dag. jaar in jaar uit tegen aankijken, zij het dan ook zonder de woorden te verstaan. Zoo wordt in het jaar des Heereri l (W-i nog een soort revanche genomen op Alva, op de familie Partita, op d«»n Louis d»! K»>([uesèns. menschen wier namen deze jochies evenmin als hun vaders en moeders kennen. maar die. . . . nu ja. die volgens sommigen noii altijd gewroken moeten worden, zoolang ze immers de boeman zijn van Nt-derlandsche kinderen en ook een beetje van hun brave ouders. KH aangezien er verder geschreven staat, dat het rijk der hemelen yeici'ld lijdt.... ft* tww ^jT« ^

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl