De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 24 maart pagina 9

24 maart 1934 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

Jp. Filtns in portefeuille Bioscopy L. J. Jordaan Frank tloyd: Berkeley Square". Fox-Film. H Een telefoontje..'., 't is de Fox-film. Meneer, komt u 'es kijken we hebben iets dat u waarschijnlijk wel interesseert!" 'Een half uur daarna zit ik in de stille show-room, gereed om een film te zien, zoo als de ware film liefhebber ze altijd moesfc zien: alleen. Wie het voorrecht niet kent een film in de show-room te genieten, die weet nog niet wat er in de film steekt en wat er uit te halen valt. Zij wordt u in de hand gegeven als een boek en ge beleeft haar als een boek. Ieder idee van het avondje-uit met het roezemoezige publiek, dat nog altijd meent een variété-voorstelling bij te wonen valt van u af. Geen meneer naast u, die om een kleintje pils Brult geen dame achter, u, die luidkeels haar opinie omtrent het toilet van'de speelsters venti leert geen laatkomers, die dwars door den dialoog heen, hun plaatsen of den regen-buiten bediscussieeren. En vooral niet het eeuwige, .beklemmende'misverstand, dat u altijd nog de obsessie bezorgt in het theater te zitten, tegenover schaduwen die volkomen ongevoelig zijn voor uw geachte tegenwoordigheid. Hier in de show-room komt de rust over u, die de film noodig heeft.... als het boek. Hie^ hindert het u geen oogenblik, dat Leslie Howard en Heather Angel in de spelers niet leven" en niet echt" zijn, zoomin als de personages uit een roman hier leest gij de film. . . . als een boek. Het vertrek slaat donker en het kleine projectiedoek vlamt wit voor u op. ... peinzend begint gij in het boek te bladeren. Een ouderwetsche titel: Berkeley Square" met sierlijke krulletters gecalligrafeerd in een rococo-ornament . . . . een korte inleiding: Menigeen koestert een stil, wee moedig verlangen naar het verleden het ver langen terug te kunnen' keeren naar dien vreemden, lang-verganen tijd zijn verwonderde oogen te mogen opslaan in een zoo geheel andere wereld .... Of hij er gelukkig zou zijn. . . . ?" Dan hebt gij het korte voorwoord gelezen en begint de roman. Door een van die rijke, Engelsche heuvelland schappen davert een ouderwetsche postkoets. Langs breede, zonnige wegen trekt het voertuig het wielgeraas stijgt en daalt in een regelmatig crescendo en decrescendo naarmate de wagen dichterbij of verder af is de opgewekte hoorn signalen vergulden de stille, heete zomerlucht. Het is als de aanhef van een Dickens-roman breed, rustig, poëtisch. Dan ziet gij de postkoets halt-houden voor een herberg de personages stappen uit en gij hebt gelegenheid met hen kennis te maken. Onder hen is Peter Standish, een jonge Amerikaan zooeven uit Amerika gearriveerd per zeilschip. . . . een gebeurtenis in deze dagen, "want wij schrijven het jaar onzes Heeren 1784. Deze Peter Standish is een echt kind van zijn tijd : ruw, luidruchtig, primitief en weinig delicaat uitgevallen, als alle Angel-Saksers van zijn periode. Hij is uit de jonge States gekomen, om een nichtje te trouwen. . . . dochter eener arme familie en reeds is de volgende pagina opgeslagen: gij zijt in het oude huis op Berkeley Square en bevindt u tegenover de familie, die den neef uit het Verre Westen verwacht. Het weer is omgeslagen don der vervult de lucht en een stroomende regen klettert op de keien van het oude plein. Het ge ratel van een karos. . . . hij is het. Men snelt naar de huisdeur, om den reiziger binnen te laten niemand komt. Een vage verwondering, gemengd met een onbestemd gevoel van vrees bevangt de wachtenden. De jonge Kate blijft steken midden in haar schoonste révérence voor den onbekenden neef.... Dan vervaagt het beeld het geraas van den donder zakt af. ... vreemde, onwezenlijke geluiden dringen tot u door: scherpe, ongearticuleerde kreten hoornstooten. . .. klanken, die de sfeer waarin gij geheel waart opgenomen ruw verscheuren. Langzaam aan herkent gij deze klanken het is het geknars van remmen, gegil van claxons met eenigen weerzin voelt gij den romantischen droom wijken gij ontwaakt in de twintigste eeuw ! Dit is de meesterlijke inzet van een wonderlijk, grillig spel van schijn en wezen een subliem verschuiven van verleden en heden, dat u een vreemd, bevrijd gevoel geeft, omdat het begrip: Tijd, voor u wegvalt. Want de geschiedenis blijkt een voortdurende vermenging te zijn van twee poques, met hun hemelsbreed verschillende mentaliteiten en levenswijzen een bekoorlijk, licht gepeins over het toon en nu, dat u verwart en u die eigenaardige sensatie geeft buiten ruimte en tijd te staan. Het is een andere Peter Standish, dien gij hier ontmoet. . . . uiterlijk don dubbelganger van den eersten innerlijk zoo vreemd van hem als het jaar 1934 van het jaar 1784. Deze nazaat en naam genoot van den ouden Peter Standish is een nerveus, modern jongmensch van eenigszins Poeachtige allure. Aangedaan met dien ietwat morosen hang naar het verleden, welke als een zoet gif den geest kan verdooven. Hij heeft het dagboek van zijn voorvader gevonden in hetzelfde oude huis op Berkeley-Square, dat hij sinds eenigen tijd als erfgenaam betrokken heeft en waarvoor hij uit Amerika is overgekomen. Nauwkeurig kan hij in dit journaal de gebeurtenissen stap voor stap volgen leest hij hoe het loven van den ouden Peter zich heeft afgerold, hoe deze gehuwd is met zijn nicht Kate, drie kinderen bij haar had. . . . Een oogenblik blijven zijn gedachten stilstaan bij de aankomst van zijn voorzaat in het oude huis 5 Sept. 1784, om half vijf 's middags. . . . tijdens een hevig onweer. Hij schrikt op ook nu is het 5 September ook nu zal de oude klok, dozclfde die den tijd voor den ouden Peter wegtikte, weldra half vijf slaan ook nu onweert het buiten. . . . Een heftig, smartelijk verlangen om terug te keeren ?naar dat eenmaal" bekruipt hem terug te keeren naar die vreemde, onwezenlijke wereld van toen. ... in de plaats van den ouden Peter het huis binnen te treden en dien voorbijen tijd in zijn gestalte te beleven. . . . Een gongslag trilt sonoor een nevel valt over het beeld, als de kortstondige bezwijming bij een narcose.... dan licht langzaam de andere realiteit weer voor ons op het oude huis van Berkeley-Square in 1784. de kamer waar Kate verwonderd zich uit haar révérence opricht en een vreemdeling voor zich ziet staan: den neef uit Amerika, maar in de gestalte van den jongen Peter Standish. Nu volgt een reeks van de meest gecompliceerde ervaringen: de belevenissen van een mensch uit 1934 in het milieu en den tijd der 18e eeuw. Een interessant en boeiend conflict tusschen de geestes gesteldheid van den twintigste-eeuwer met zijn wetenschap, zijn zin voor reinheid, zijn geavan ceerde begrippen en de mentaliteit van het Enge land van 1784. Een geestig, fascineererid en ont roerend spel licht en poëtisch, maar vol van een zoekenden, bespiegelenden geest, die verborgen gedachten even aanraakt. Daarbij een grillig Uit Berkeley Square" fantastisch combineeren van wonderlijke situaties: het huwelijksaanzoek bij zijn nicht Kate, die hij niet liefheeft, maar trouwen moet omdat do historie het zoo. wil.'" zijn zonderling dooreenhaspelen van verleden en toekomst, dat hem den schilder Joshua Keynolds doet vertellen van schilderijen, welke deze eerst jaren later zal schilderen. Daarbij een steeds groeienden afkeer van deze benatiwde, bekrompen, onzindelijke wereld, waar Royalty haar neus met de vingers snuit en men hem haat, wijl hij zich lederen dag wascht. . . . all over !" Maar tusschen dit alles door, een teere liefde voor zijn tweede nichtje Helen het meisje met den lucidon blik en de wonderlijke sensitiviteit voor een verre toekomst. Deze diepe genegenheid, staande buiten ruimte en tijd, voor een wezen dat in zijn levensperiode reeds anderhalve eeuw dood is dat hom niet volgen kan, wanneer hij eindelijk terugkeert naar hot poque waarin hij behoort is de zcor dichter lijke, aangrijpende en treffende key-note van dezo delicate fantasie. In zijn tijd teruggekeerd, bewaart hij voor a.ltijd de liofde welke dit schepseltje uit vroeger eeuwen in hem opwekte en do film eindigt, torwijl hij zacht voor zich heen haar grafschrift leest: Overleden September 1784. . . . " Dan is het book xiit en ontwaakt gij, vreemd ontroerd diop getroffen a,Is uit een wonderen, verren droom. . . . Dit is óón dior films ..in portefeuille", welke de ondernemende iiiporteur aarzelt uit te brengen met don onbostomdon twijfel ,,of zij het wel doen zal bij het publiek." Inderdaad als zoovele opmerkelijke filmwerken, vloekt dit fijne, teore verhaal mot den ordinairen, luidruchtiger! geest van do amuscmontsbiosooop. liet is alsof gij een verhaal van Edgar Allari Poe zoudt'gaan zitten lezen bij een internat ionaio voetbal-match. Dit is goon film voor lioden, die zich een avondje degelijk en copieus willen amuseeren. . . . dit is een film voor de leeskamer pardon ! voor de show-room. Zullen wij dit werk te-zien krijgen? En zoo ja zal hot begrepen on gewaardeerd worden? Vragen, die iemand angstig stemmen maar die, bevestigend beantwoord, meer voor de standing en het bogrip van de film doen, dan duizend super-show's" ! Leslie Howard en Heather Angel in 1784

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl