De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 31 maart pagina 2

31 maart 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 31 Maart 1934 No. 2965 f* i* 4 f., V Buurmans huis Mr. M. Kann £lnde der OmtwapeninssiUuale De Franschen zijn een raar volk. Buitengewoon geneigd om met het bestaande tevreden te zijn, nemen zij vaak genoegen met levensomstandig heden waarbij andere volken duidelijk te kennen zouden geven hoe ontevreden zij zijn met den bestaanden stand van zaken. Niet de Franschen. Als zij maar niet in hun rust en hehagelijkheid gestoord worden, als ze maar genoeg tijd en geld over hebben, om te kunnen besteden aan de kleine goedburgerlijke geneugten, die hun nu eenmaal dierbaar zijn, dan beschouwen zij het leven op philosofische wijze en trekken zich van niet veel dingen iets aan. Dit brengt mee, dat zij zeer vredelievend zijn en geen enkel gevaar vormen voor welk buurvolk ook. Maar een nadeel van deze psychologische gesteldheid is, dat zij zwakke steeën bloot geeft en zoodoende het gevaar biedt, dat de Franschen zich licht door anderen laten overvleugelen. Zoover echter dat zij in den bestaansstrijd tot weerloosheid zouden neigen, gaan hun placide eigenschappen niet. Ghandi zou bij hen geen weerklank vinden. Neen, de Franschen hebten bij al deze eigen schappen een zeer bijzonderen karaktertrek. Die van den slag aan de Marne. Die van bezinning, eenheid en verzet op het oogenblik, dat er Werkelijk ernstig gevaar dreigt. Zulke volkspsychologische opmerkingen zijn altijd in hooge mate generaliseerend. Het wil volstrekt niet zeggen, dat iedere Franschman zoo is, zelfs niet, dat, wanneer men zich werkelijk ernstig met psychologische karakterstatistieken zou willen inlaten, men tot de slotsom zou komen, dat de gemiddelde Franschman deze sterk spre kende eigenschap had ??die wij toch ook in het dagelijksch leven tegenkomen bij bepaalde lieden uit onzen eigen kring van onveiwachte weer baarheid, doorzettingsvermogen en doelbewust heid op het oogenblik, dat dit noodig wordt. Maar het beteekent wel, dat juist die geneigdheid tot plotseling en taai verzet een van de meest karak teristieke kenmerken van de Fransche^ politieke psychologie vormt. j Onder druk komt de Franschman tot inzicht en tot daden. Op dit oogenblik merkt men dat op nieuw.-En daarom is de affaire Stavisky een zegen. De. Franschman heeft opeens gemerkt, dat de Republiek een voos bestaan leidde. Niet, dat hij daarom geen republikein meer is, al zijn er nu natuurlijk een paar duizend bijgekomen, die om fascisme, communisme of een koning schreeuwen, maar wél heeft hij ingezien, dat alles veel te slap en te losjes ging, dat het een schandaal was, zooals de centrale veiligheidsdienst van den staat en de Parrjsche gemeentelijke politie elkaar tegenwerkten, zoodat een waar gangsterdom kon bloeien, dat de politieke tolerantie tegenover commissies, baantjes en ongemotiveerde aanbevelingen, geleid had tot de' ergste corruptie en tot intimidatie van de rechterlijke macht, zoodat de plotselinge en algemeene overtuiging geboren werd, dat het daar nu maar eens mee uit moest zijn. En al is het niet zeker, dat de ware schuldigen zullen worden ge vonden en gestraft, dit zal toch zeer zeker het resultaat zijn, dat de justitioneele en politioneele veiligheidsdienst beter wordt georganiseerd en dat de regeeringsbureaux voor geruimen tijd wel niet meer zullen dienen als antichambre van den zwendel. Men laat de tanden zien, ook in andere Aangelegenheden als die van de binnenlandsche politie. Juist de regeering, die op het kussen is gekomen, om aan den janboel een eind te maken, is' zich bewust van deze zoo Fransche geestesNeemt zelf waar dat allén IVOROL-tandpasta het spoedigst 'Uw rook- en laïrdaanslag wegneemt, aan Uw tanden nieuwe frischheid geeft en Uw mond en adem zuivert. IVOROL, De Nederlandsche Tandpasta. houding, die in het uur van gevaar zegt: zoo moet het. In niets komt dat duidelijker tot uitdrukking als in het Fransche antwoord aan Engeland, waarmede een reeks ontwapeningsonderhande lingen, conferenties, pourparlers en diplomatieke stappen en bezoeken wordt besloten, die lang heeft geduurd en tot niets heeft geleid. Het lijkt wel alsof het hier een gedachtenwisseling tusschen twee tegenstanders betreft, zooals Frankrijk en Duitschland. En het is er een tusschen mede standers. Tusschen twee mogendheden, die beide wenschen, dat Duitschland een vreedzame plaats in de organisatie der naties herneemt en die wenschen, dat er een eind komt aan al die dwaze en kostbare bewapeningen. Maar de verschillen tusschen deze medestanders zijn niet minder groot dan de punten, die zij gemeen hebben. Frankrijk realiseert den toestand, Engeland niet. Frankrijk begrijpt, wat het eenige is, dat nog kan helpen (een internationaal garantiepact); Engeland wil zich dit niet realiseeren, leeft nog in pacifistische illusies en schrikt terug voor de consequentie, dat door een nieuwen Europeeschen oorlog reeds direct Engeland geïnvolveerd zou worden. Zoodat men even goed tot een garantiepact kan toetreden, neen beter en daarmee waarschijnlijk den brand verhinderen , als zich te laten meeslepen, en er zoo in te geraken. Het motief, dat Engeland vindt, om deze foutieve redeneering steeds maar weer te rechtvaardigen, is van tweeërlei aard en heet pacifistisch. Het vredelievende liberalisme evenals het socialisme in Engeland verafschuwt den oorlog zoozeer als middel om een politiek doel te berei ken, dat men zich nog steeds de redelijkheid van een militair garantiepact niet kan voorstellen. Wij voeren immers geen oorlog meer", is de gedachtengaug. Dus ook geen belofte tot oorlogsbijstand. Zoo moet men MacDonald en Henderson begrijpen; en in een andere wereld zouden zij misschien geen ongelijk hebben. Maar dan is de consequentie ook absolute, zelfs eenzijdige, ontwapening, absolute weerloosheid en de bereidheid zich te buigen voor den wil van anderen hoe groote barbaren die dan ook mogen zijn. Maar kom de Engelschen niet met een dergelijke opvatting aan! Van deze rigou reuze consequenties hoeven zij zich immers niets aan te trekken, want zij verbeelden zich nog altijd, dat zij op een eilandenrijk zitten met onuitputte lijke hulpbronnen van overzee en een brandvrije isolatie tegen een woedend Europa- I Jdele hersen schim. . . . reeds 1914 toonde aan hoe broos deze droom was, indien niet 1914 ook al aantoonde, wat er allemaal kon gebeuren wanneer men niet van tevoren Engelands garantie kon vertrouwen en vreezen! De onderhandelingen, door Engeland gevoerd, en de gesprekken van Eden, hebben aangetoond, wat Duitschlands zienswijze was. Hitler wenscht te bewapenen en doet dit. De heele wereld weet, dat dit ook voor een niet gering deel al, ondanks de bestaande verdragen, geschied is. De regeering van Hitler, zoozeer doordrongen van de ideologie van den souvereinen staat, voelt niets voor den volkenbond, kan zelfs een rechtsorganisatie der volken niet begrijpenden nog minder waardeeren. Men heeft er ronduit te kennen gegeven niet tot den volkenbond terug te zullen keeren. Aan den anderen kant geeft men voor wel iets te voelen voor limitatieve bepalingen inzake de bewapening. Maar op hoog niveau. Men vindt het ook best, om daar niets over af te spreken - en de vrije hand te houden. Wederzijds en alzijds. Deze volledige vrijheid is naar veler meening (ook in Duitsch land) de reservatio mentalis, die men tóch maakt. Daar is direct in het Duitsche program al n punt, dat Engeland geweldig prikkelt: de luchtmacht. Prikkelt dit Engeland, omdat het' een zoo ge vreesde bedreiging.vormt voor het hart van het Britsche Rijk en voor de basis van de oorlogsvloot of voelt men zich daarom hierover zoo onpleizierig, omdat het aantoont hoezeer de Engelsche men taliteit neigde tot struisvogelpolitiek? Omdat hierdoor het absurde van Engelands stelling ge demonstreerd werd? Dat kon wel eens waar zijn. Wij ergeren ons vooral aan dat wat ons onze feilen toont. De Engelschen wilden nu nog een poging doen. om door een zekere limitatie tijd voor herademing: te krijgen. Men kan immers niet weten wat er allemaal nog gebeurt, waardoor het onweer nog: overdrijft. Neen, zeggen de Franschen. Daar zijr» wij niet secuur op. De beste manier immers, om. het onweer werkelijk te laten overdrijven, is eeru hertoetreding van Duitschland tot de rechts gemeenschap der naties en een onderlinge veilig heidsgarantie. Maar wij willen niet alles ineens, zoo voegen zij er feitelijk bij in de nota,, die op 17 Maart aan de Engelsche regeering werd ge zonden, wij zijn ook tevreden, vcor het begin met de garantie van Engeland alken. Met een begin. van een West-Europeesch regionaal garantiepact. Zoo zit MacDonald tusschen twee vuren. Aan den eenen kant beteekent dit voorwaardelijk ? het einde van de eerzucht van zijn leven van zijft wereld-ontwapeningsdrccm. Aan den anderen kant beteekent dit wanneer die eenige voor waarde cm alsnog do ontwapeningsgedachte, maar dan met de garantiegedachte verknoopt, tot een. goed einde te voeren, door hem vervuld wordt groote moeilijkheden met de Dominions. Want die hebben nog niet dien staat van politieke ontwikke ling bereikt, die hen doet inzien, dat ook zij nietbuiten schot blijven en dat de garantie het gevaarvermindert in plaats van dit, zelfs alleen maar vooihen, te vergrooten. Frankrijks houding is definitief. En Frankrijk; kan, gezien zijn ervaring, niet anders. Frankrijk eischt een redelijke veiligheid, of een volkcmerivrijheid in bewapening. Waar die volkomen vrij heid toe leidt, weten wij. Tot een wedstrijd en eert onafwendbaar conflict. Zal de gewisheid van dit. verloop, misschien toch nog doordringen tot Enge land? Het is niet heel waarschijnlijk, maar hetis te hopen. Een verandering van politiek, eennuchterder en minder gratis-idealistische politiek zal daarvan zelf de overhand krijgen, wanneeiFrankrijk laat zien, dat het hem ernst is. Het zou het ergste zijn, wat Hitler kon overkcmen. Een duidelijke solidairverklaririg van Engeland metFrankrijk zou een einde maken aan de bewapeningsplannen en daaimede zou Hitler's bewind ineen storten. Want dit bestaat alleen dank zij de door het nationaal-socialkaae ontkoppelde megalomane in stincten die dringen naar macht, gelding, uitbrei ding en succes. Zou daar door den dwang der inter nationale omstandigheden een einde aan gemaakt worden, dan zou een volkomen ineenstorting vaa het militairistisch deel van dit régime (wat er dehoofdzaak van is) daar het gevolg van zijn. En welk grooter succes zouden Frankrijk zoowel als? Engeland op dit oogenblik kunnen verlangen? Wij zullen zien. Het kan zijn. dat de energiewaarmee Frankrijk de tanden op elkaar zet Europa, uit een hachelijke impasse redt. Het kan zijn, datop den weg naar den georganiseerden vrede Frank rijk een nieuwe victorie aan de Marne wint daartoe is maar n ding noodig, dat het Engeland ervan overtuigt te moeten waken voor brand in het huis van zijn buurman, om niet eensklaps zelf te merken, dat zijn eigen huis in brand staat. IN ONZE ETALAGE 0.8O M T R. BREED PER MTR. 0.55 C1ETOIIIIE STALEN FRANCO XNDER ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl