Historisch Archief 1877-1940
20
De Groene Amsterdammer van 31 Maart 1934
Nö. 2965
r '
Aïcha*
(Slot van pag. 20)
Een buurvrouw bracht het ge
schenk: een gouden hangertje, de
hand van Fatirna, de gelukbrengende
vrouwenhand. Later zei de
boodschapster ook zijn naam: Idris. Haar
vader kende hem, hij was nog jong
en niet onbemiddeld. Zij werd uit
gehuwelijkt en zag zonder moeite
in haar bruidegom den man op wien zij
gewacht had; want de dingen namen
hun natuurlijke loop en Idris hield
niet van twist, leefde als een behoor
lijke moslim, vredig en zonder haast.
Dat zijn eerste vuur weldra ver
flauwde, ook dat behoorde tot de
gewone gang van zaken, gelijk alle
gehuwde vrouwen met een weinig
spot en zonder veel zelfbeklag de
meisjes al hadden voorspeld. Nu be
aamde zij het en spotte mee, hoewel
niet luid. Het lied dat ze de muzi
kanten soms op straat hoorde zingen
en dat zoo vreemd door de muur van
het huis heen klonk terwijl het ver
telde van afscheid en stervende helden
en eenzame vrouwen, bracht weieens
tranen in haar oogen. Ze leerde de
ernst van het weten en het wachten
op de dingen die niet meer komen
en het herinneren van de dingen die
onherroepelijk voorbij zijn. Zij leerde
óók hoe wijs de berusting is, en hoeveel
wijsheid het eenvoudige woord
,,mektoub" behelst.
Misschien was deze rust, dit
breeden gedachtenvol neerzitten ook juist
datgene wat noodig is voor een vrouw,
wil het leven ontkiemen in haar en
het kind zich vormen. Het jongetje
werd geboren, en dubbel herkreeg ze
Idris: eenmaal als de vurige
triomfeerende bruidegom van vroeger die
thans tot haar terugkeerde; en tevens
in de hulpelooze, koesterbare vorm
van het kind dat zijn oogen had «»
dezelfde vorm van hoofd.
Het stierf, en ook de bruidegom
verflauwde weer, werd de kleine
potentaat van alledag. Een ander
kind werd .geboren, maar het wonder
van de eerste maal herhaalde zich
niet meer. Vaak betastte zij haar buik
en haar heupen om te voelen of zij
nog jong was en mooi. Zij besefte
wel vaag dat zij reeds sommige schoon
heden had ingeboet, maar de ver
breeding van haar rug en de volheid
van haar vormen dacht zij nog aan
lokkelijk genoeg voor een, die haar met
vreemde, nieuwe oogen zou kunnen
aanschouwen.
Doch zoo-een kwam. niet, behalve
in haar droomen. En ook daarom
prees ze zich gelukkig. Te veel onaan
genaamheden bood het pad der on
deugd, te veel afschrikwekkends had
den ouderen haar verteld; ze wilde
niets liever dan een onderdanige,
vriendelijke, zorgzame huisvrouw zijn.
* *
*
Toen ze met haar man op reis zou
gaan, had ze reeds weken tevoren
gevlast op de geweldige afwisseling,
die dit zou brengen in haar bestaan.
Ze had het zich niet duidelijk kunnen
voorstellen, het was iets onbestemds
gebleven, maar ze dacht: indien er
nog wonderen mogelijk zijn, dan zullen
ze nu moeten gebeuren.... Ze liet
zich allerlei bezweringen meegeven:
tegen het booze oog, tegen de kwade
djinns die aan de driesprongen der
wegen huizen en tegen de zeer reëele
gevaren van een hobbelende autobus
over ongebaande pistes.
Nu zat ze hier, naast Idris haar
man. en het werd alles heel gewoon.
De opwinding van de eerste
oogenblikken was al lang bedaard, en aan
geen enkele omdraai van de eindelooze
weg gebeurden wonderen. Een paar
vreemdelingen in de bus; ezeldrijvers
scheldend langs het pad, de ooievaars
die onverschillig over steen en distel
stapten .... wat was het leven dood
gewoon, zelfs als je op reis ging. Ze
dacht dat het wel rustig was, zoo
zonder groote ondernemingen de dagen
aan je te laten voorbijglijden, zooals
ze nu de eene heuvel na de andere
voorbijreden. Verre reizen waren goed
voor chichs die heelemaal naar Mekka '
gingen ; maar een vrouw was beter
bij haar kinderen, in haat' huis. AI
was de afwisseling ook welkom.
Zoo begon zich in haar binnenste
vreugde en verdriet langzaam door
elkaar te roeren. Het gekamde voelen
zou ze het kunnen noemen, maar
het bleef iets onbestemds, waarvan
ze zich verder geen rekenschap gaf.
Ze wilde alleen dat het altijd zoo
bleef; er hoefden geen veranderingen
meer te komen. De dingen waren
goed zooals Allah zo voorbestemd
had te zijn.
En over die gedachte loken zich
haar oogleden. Ze keek niet meer op,
bewoog zich nauwelijks. De man zei
iets tegen haar, over een plaats die
ze voorbijreden. Ze antwoordde met
een paar korte zinnetjes, melodieus,
maar onherroepelijk eindigend in een
groote stilte. De vreemde, grooto
middagstilte midden in een rammelen
de autobus.
De echtgenoot rookte zijn sigaret,
trapte het peukje uit en begon te
soezen.
Niemand sprak meer een woord.
Heel zachtjes, bijna onmerkbaar zucht
te de vrouw. En toen de man door een
kuil op de weg uit zijn beginnende
sluimer ontwaakte, legde hij opeens
zacht maar resoluut zijn groote hand
op haar knie en zei enkel : Aïcha.."
Het was1 maar een heel klein wonder.
en de verwondering orom bleef ver
huld achter de sluier die zoo goed
haar trekken verborg. Maar haar
oogen gingen weer open, schitterend
gedurende de enkele seconden, dat
ze hem aanzag en weer een weinig
naar hem toeschoof. En stellig dacht
ze: het is wonder genoeg voor /.ulk
een lange reis. £j
Dit dan, is de kleine geschiedenis
van Aïcha en van de ontelbare
andere vrouwen wier leven in niets
van het hare verschilt. Lang hebben
wij in rumoeriger landen allerlei
dwaze theorieën en hoogdravende
idealen verdedigd over vrouwen en
liefde, en niet geweten dat dit een
voudige, stille, doodgewone zoo mooi
kon zijn. Wij wilden alles behalve
het natuurlijke: dat een vrouw enkel
maar vrouw" is, en werden onge
lukkig, mannen zoo goed als vrouwen.
O, hoe gelijk heb je, Aïcha, te zijn
zooals je bent. Hoe goed is het te
denken dat het oude, brave leven
tenminste ergens in de wereld on
onderbroken voortgaat. En dat mis
schien ook voor ons eenmaal zal
herbeginnen het simpel bestaan dat.
in zijn verhuldheid zoo goed is, zoo
troostend.
ALBERT HELMAN
Verbetering
In mijn bespreking van de Kunst
nijverheid op de Jaarbeurs te Utrecht
zijn enkele storende fouten geslopen
Deze verbeterend leze men in plaats
van: ,,De Plateelfabriek Ram" laat
een gedenkboek zien". . . . het woord
gedenkbard"; voorts moet
,,Gpedewaagen Kon Fabrieken" natuurlijk
Gocdcwaagen's Kon. Fabrieken zijn
O. v. T.
Letterraadsel
1. A .rT.^.l^ Uit onderstaande lettergrepen
moe2. £?Jj, X. /1/5. *en 21 woorden gevormd worden,
y p <( TA wier eerste en derde letter, van boven
naar beneden gelezen, een vers van
*? ? 'i'' \ P- A. de Genestet vormen»
a
'' ' _ab - as - _bo - der^ - dos -^ - ei -
e^' ech - .a».- Je,- foaiia. - gos - i -/
8 JE.'- lem_- Ji.- lik. - lo - jol, - ly,
g ment - nep -.ni_- rtret_- jyip.
p'tr"/~-J-'/i'c ro -.sa - sa - ja: -.sM- surd -.fe - ta£
10 lr-'r-17"'* "t* tan - tan - tas, -'te - tie - ten - twijg
11 _vj,- vee - vgn. - ygg.- ^
J.3 O m s c h r ij v i n g:
15
jg
l ' ?
18
19
2
21.
1.
i*,. 2. profeet. ^3. godin
K 3-Q W.
van huiselijk geluk. 4. dorp in
Limburg, 5j_ lunch, 6. duivel. 7. snoep
goed, 8. gelijke dracht. , 9. gedeejtp
van eenjjchip, 10. zijdosoort. 11.
zotheid, 12. Turksch verblijf jyoor
mannej}> 13. loot, -i f- wakker makeji.
15. ongerijmd, 16. palmriet, 17.
pajadijs, 18. het woord, W. isolatiemiddej,
2~ÏTwrok, 31. overdracht. ~ " ' " "
Voor de Inzenders van de goede oplossing zijn als prijs} beschikbfibar:
Boekwerken of Grammofoonplaten
naar keuze vau den winnaar ter waarde van tieügulden.
Inzendingen, liefst op een briefkaart, ^vóór Woensdag a.s. 2 uur. Op
adreszijde vermelden: Oplossing Letterraadsel.
Oplos9ing£Lptter-Raadsel.
Ik wil dit leven niets dan strijd, niet meer.
Werumeus Büning
1. sanatorium, (2. Donuer, 3. Arfcois, 4. Ninon., 5. samenkomst, 6. tergen,
7. roodvonk, 8. Yperen, 9. dadel, 10. nabetrachten, 11. Italië, 12. expediteur.
13. theologie, 14. milliard, 15. eerewacht, 16. edelknaap, 17. rapaille.
Prijswinnaar werd na loting, H. .T. Polak, Zwolle die aan het
secretariaat van de redactie, doch zonder vermelding Letterraadsel, gelieve
op te geven wat verlangd wordt.
Charivaria
PAINDELUXE-BROOD
De kerken, worden weer heropend."
(V.D)
De laatste spreker was de reeds meer
genoemde liberaal, van Kampen."
(O.H.C.)
,,Een oude dame van 100 jaar."
(Ons Zondagsbl.)
HET LASTIGE WERKWOORD
De spaarbrief is destijds aan B. en W.
voorgelegen." (N.R.C.)
Goethe nam den vruchtstengel mee
naar huis en lag hem op de tafel van
zijn slaapkamer neer." (N.R.C.)
ALS
Niet zoozeer de blokken stonden in
den weg dan wel juist de brug."
(O.H.C.)
Dit boek is niet zoozeer een boek
over Rusland dan wel over den
Russischen mensch." (De N. P.)
Een zeldzaam geval, niet zoozeer
wat de fraude betreft, dan wel ten
aanzien van de poging om de euveldaden
te maskeeren." (H.D.)
DER GEISTJDER STETS VERNEINT
Zij hebben aan het contract
Tmedegewerkt tot ontevredenheid van de niet
ongeorganiseerden." (N.R.C.)
De doffe, niet-onrijke kleur van een
stilleven. Een soutine is niet .onfraai."
(Gr.)
Er is nauwelijks niemand meer die
zich niet zoo'n karretje heeft aange
schaft." (Zaterd. Wbl. v. iedereen)
DAN
,,Dit procédémaakt minder onder
lagen noodig als olieverf." (N.R.C.)
De partij is geen andere behandeling
waard als de communistische." (Hbl.)
,,In vroeger tijden verbruikte men heel
wat meer soepen als tegenwoordig."
(O.H.C.)
Past op de zakkenrollers en uw
handbagage." (Ned. Sp.)
Het eerste is teveel gevergd.
Sneller dan een brief, goedkooper
als een telegram," schrijft de N. P. T.,
om het zeker n keer goed te hebben.
, ,Hij was kostwinnaar voor zijn moeder
als aankomend bediende op een loon
van / 15." (Dbl. R. l
Niet onaardig voor een]jbeginna»r.