De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 21 april pagina 16

21 april 1934 – pagina 16

Dit is een ingescande tekst.

16 De Groene Amsterdammer van 21 April 1934 N o. 2968 Uit het kladschrift van Jantje r*19 *5« l Onder deze paraplu! Het heengaan is door onze dichters veelvnldiger bezongen dan wel de aankomst, de begroeting minder vaak dan wel het afscheid, doch de intrede van het doek de Aangekomene" op de tentoonstelling van de Onafhankelijken" in het Stedelijk Museum te Amsterdam.was tevens een vertrek ! Het werd, naar men weet, geweigerd en nadat de directeur van het museum met den waarnemenden bur gervader, den wethouder voor kunstzaken en den commissaris van politie het kunstwerk terdege had bekeken moest het van hooger hand worden verwijderd, omdat de voorstelling zoo onzedelijk was. Wat overigens bij dit onderhoud van het illuster klaverblad van vier besproken is, bleef helaas ?onbekend.... Wel wordt gemeld, dat het ge wraakte doek een zeker deel van 's menschen naakte lichaam, voor stelt, beschermd door. . . . een pa raplu. De schilder, wiens hart ongetwijfeld van rikke-tik deed tijdens de berech ting van zijn geesteskind kon zich gevoegelijk afvragen WTat zal d'r nou gebeuren?" maar men liet hem niet lang in twijfel en zijn doek ging de laan uit. Nu kan hij naar genoegen protesteeren tegen de maatregelen, welke de overheid toepast, om vrije meerlingsuiting in de kunst te ver nietigen" (aldus luidt, het inmiddels verspreide pamflet) maar ons komt het voor dat aan hen, die het voor liet zeggen hebben de diepere symboliek van het thans geweigerde schilderij ontgaat. De paraplu is immers van oudsher als teeken van waardigheid te be schouwen, een draagbaar baldakijn (welke benaming aan Baldach, dat is Bagdad werd ontleend) en stellig zal de bezitter van het eerste exemplaar Karel de Groote. die het van Harouna,l-Raschid ten geschenke kreeg, niet hebben kunnen vermoeden, dat dit voorwerp in later tijd aanleiding zou worden tot groot onrecht, een schilder aangedaan. En daarenboven. . . . werd niet heel de Oostersche tempelbouw door de paraplu beïnvloed; zijn hare sierlijke vormen niet meermalen in de Oostersche beeldhouw- en schilder kunst vereeuwigd? En is van de skiadeion" der Ci rieken, ter eero van de godin Minerva door maagden gedragen, via de pajorigs der Indische vorsten als teeken van opperste waar-. digheid naar de hedendaagsche spuit", welke wij overal laten staan en ver geten en altijd kwijt zijn als het regent. niet slechts n stap ? toonzalen: amsterdam, singel 299 den haag, noordeinde 140 roMerdam, mauritsweg 37 groningen, westersingel 2 *' stalen stoel zitting berlen multiplex stalen stoel aluminium gespolen Heeft niet de kleinst denkbare ,,tom-pouce" een eigen historie en krijgen niet de hoffelijke woorden welke het geschenk van een regenbeschermer begeleidden van wege den abt van Tours aan den bisschop van Salzburg (vuod venerandurn caput tuum defendat abritus" een bijzon dere bet eekenis V Moge het veege hoofd onzer beel dende kunstenaren beschermd wor den (niet tegen regenbuien maar. . . . ) tegen de kwade buien van de hooge heeren. Wij geven grif toe: de sur realisten, vorticisten en anarchisten in de kunst maken soms rare bokkesprongen, doch hier geldt het oude Hom soit qui mal y p"ense !".... Heeft, zoo vragen, wij ons af, een Nederlandsch schilder niet het recht als het regenen gaat. en het dak vari zijn zolder-atelier doorlekt, en een rheumatisch model in den drup komt te liggen. . . . een paraplu op te steken ? Pleit liet niet veeleer voor zij u algemeene rnenschenliefde en is het juist in een tijd van nieuwe zakelijk heid (waarin immers een schilderij .,Het Urinoir" van een der jongere nieuwlichters terecht geroemd werd om de reëele en delicate wijze van wcdergave !), niet te prijzen dat onder den indruk en inspiratie van het oogenblik de betrokken schilder een nieuw doek opzette waarop de paraplu als een soort door den .voorjaarswind gebold vijgeblad werd weergegeven? Begrijpt men dan niet dat de beti teling van de Aangekomene" een prachtige zinspeling behelst van de blijde inkomste der Lente:' Wij nemen aan dat geen van de vier hiervoren genoemde heeren ooit verzen leest. /ij zouden anders dadelijk begrepen hebben dat het door hen afgekeurde schilderij een voortzetting in beeld vormt van het bekende gedicht van Van Schagen waarin hij zegt: ,,.... In de vuile gootjes van de binnenstad regent de regen en de regen regent op de keetjes van de burgerwacht en op het trottoir met de natte krant, de uieschil en het lucifertje. ..." En de schilder in zijn lekkend zolderkamer tje dacht: ,,.... en op het bloote lijf van mijn model...." Hij haalde, menschlievend als hij was, een para plu en zag ineens het wonderlijk ge geven voor zich als in een heerlijk visioen. Neen, die heeren zijn te nuch ter. Den reine is alles rein en het is ons een groote voldoening te kunnen be richten dat inmiddels de kunstenaar is schadeloos gesteld door verkoop van zijn doek aan de vereeniging Vrije Lichaamscultuur-Beweging" die het een eereplaats in haar naakt-loopersvergaderzaal zal geven. Zoo komt alles toch nog in orde '. EUPLOTKS. Nieuwe uitgaven Dierenvreugd en leed. Voorloop.-». door L. Dorsman Cz. en Jac. v ai: der Klei. Met illustraties van Sierk Schrödcr. IL J. B. Wolters' 1'itg. Mij. N.V., Groningen-Den Ifaag-Balavia. De Noodtoestand Jer Gerechtelijk'~ Schrift-l'jxpertise en zijn gevaar vent een goede rechtsbedeeling. dooi' l >r. J. Schrijver. N.V. Citg. Mij. ..k<~mos". Amsterdam. Abonnementsprijs DE GROENE van " per jaar: Nederland. ... Indië(Zeepost) (mail). . Argentini Belgi Duitschland Egypte Frankrijk Griekenland Oostenrijk Spanje Tsjecho Slowakije ?* Zuid-Afrika Denemarken Itali Noorwegen Zweden Engeland Zwitserland Amerika Australi Azi t io. 10. ,, 13-50 ?g o f 11.50 f 13.50

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl