Historisch Archief 1877-1940
De bescheiden regisseur
Bioscopy L. J. Jordaan
George Cakor: Dinner
at eight" Tuschinski.
W Waar eindigt het gefilmd theater" en waar be
gint de film? De meest uitgesproken gevallen kun
nen we nu allemaal wel met vrij groote zekerheid
diagnosticeeren er blijft echter een breede marge,
"waar het persoonlijk instinct.... wie weet: mis
schien wel de persoonlijke smaak, den doorslag
.geeft. De onderscheiding wordt daar des te moeilij
ker, naarmate ook het gefilmde theater" van een
raffinement en een subtiliteit blijk geeft, die de
bekende eigenaardigheden van de spreek-Bühne
tot een minimum reduceeren.
De meeste groote Amerikaansche maatschap
pijen, als ,,Paramount", ,,Metro-Gold wyn" en
,,Warner Bros" hebben in den loop der laatste
jaren een troep excellente spelers op langen termijn
aan zich verbonden. Deze cast, die vrij geregeld in
iedere nieuwe productie werk vindt, vormde aldus
«en perfect ensemble: de acteurs, door
onophoudelijkevdagelijksche training volkomen op elkaar inge
speeld, kregen langzamerhand iets van de leden eener
superieure orkest-combinatie. Zij leerden eikaars
eigenaardigheden kennen zij geraakten volko
men op de hoogte van ieders individueele krachten
«n zwakheden zij hebben geleerd de
respectievelijke speeltempi te volgen en op te vangen. Geen
tooneelensemble met zijn wisselvallige belevingen
l>ereikt ten slotte ooit een zoo volkomen homoge
niteit, als deze kleine en betrekkelijk streng gese
pareerde samenlevingen der verschillende studio's.
Het ge volg is, dat zulke gezelschappen desnoods ook
zonder regisseur bij wijze van spreken een stuk"
zouden kunnen spelen zoo goed als een vol
maakt orkest ook zonder dirigent een muziekwerk
ten einde brengt. Het is een quaestie van indivi
dueele capaciteiten en ensemble-routine.
Men kan zich licht voorstellen hoe de regisseur
zich tegenover een dergelijke combinatie verhoudt:
is hij een welwillend, of gemakzuchtig of beschei
den man, dan zal zijn taak zich beperken tot een
zuiver objectief leiderschap hij zorgt dat de zaak
?glad van stapel loopt en dat er geen ongelukken
gebeuren.... de bekwaamheden en de routine der
spelers doen de rest. Maar is de leider minder
discreet van aard, dan wijzigt zich de verhouding
fundamenteel. Dit behoeft zich volstrekt niet te
openbaren in een geforceerde beeldopvolging, in
gewaagde camerainstellingen of andere demonstra
tieve uitingen eener krachtige" regie. Integendeel
het zijn dikwijls de sterkste persoonlijkheden
onder de spelleiders, wier aanwezigheid zich het
minst ostentatief doet gevoelen. Maar men heeft
niettemin oogenblikkelijk en onmiskenbaar den
indruk dat hier een scheppende, autoritaire macht
aan het woord is, voor wien ook de sentimenten
der spelers in laatste instantie materiaal" zijn in
zijn concipieerende hand. Misschien ligt daarin wel
tet principieele verschil tusschen den
tooneelregisseur en den filmscheppende: de eerste treedt op
Ihet beslissende oogenblik terug, om alles aan de
mpmenteele dispositie van de acteurs over te laten
de tweede blijft door het geheele ingewikkelde
procédéals: belichting, camerainstelling, snijden,
-lengtebepaling en samenstelling der film, tot het
laatste oogenblik meester van de situatie.
Voor mijn gevoel is Dinner at eight" een supe
rieur stuk gefilmd theater niet meer, niet min
der. Het is beschaafd, geraffineerd, knap en amu
sant maar het is geen film. Laat mij onder film"
mogen verstaan, die moeilijk te definieeren een
heid, ontstaan uit de kunstzinnige ordening van
lieel dien rijkdom aan levend en dood materiaal,
?waarover de cinegrafie beschikt. Een man en een
vrouw staan tegenover elkaar binnen de gebonden
heid van een bepaald conflict. Als eerste en voor
naamste element telt natuurlijk mee hun persoon
lijke expressie maar daarnevens schuift plotse
ling een levenloos voorwerp uit de omgeving naar
voren, wordt de handeling gesteund door een andere
gelijktijdige gebeurtenis, dringen zich geluiden of
T>eelden op die buiten hun willekeur vallen en
slechts gehoorzamen aan een macht, boven het
? geheel staande. Dan voelt men hoe deze hande
ling niet een aan zichzelf overgelaten, autonoom
gebeuren uitmaakt, doch slechts een onderdeel
vormt van het kleine universum aan
contrapunsche tegenbewegingen door de film beheerscht.
De dialoog, de plastiek en de expressie maken dan
deel uit van een oneindig gevarieerd register zij
worden opgenomen in een anders (als ik het woord
mag gebruiken) : meer kosmisch geziene aanschou
wing. Het drama treedt buiten de enge omlijsting
der eenheid van tijd en plaats. . . . het wordt: film !
Dit alles hangt, in gevallen als de Amerikaansche
productie, uitsluitend af van de persoonlijkheid
des regisseurs van zijn zelfbewustheid of zijn
bescheidenheid. Anders uitgedrukt: van de vraag,
waar het zwaartepunt der conceptie ligt: vóór of
achter de, camera. In Dinner at eight" hebben wij
nu, naar ik meen, kennelijk te doen met den be
scheiden" regisseur. Het laat zich indenken hoe
hij met respect dit voortreffelijk getrainde
ensemble van beroepsspelers heeft gadegeslagen
op zijn teenen rondom de glad en knap gespeelde
scènes is heengeslopen, teneinde iedere storing te
voorkomen. Evenals de tooneelregisseur, na zorg
vuldige voorbereiding, op den avond der première
zijn sujetten loslaat, biddend om den gunst der
goden zoo schijnt ook deze George Oukor zich
zelf te elimineeren, wanneer het moment der op
name daar is. De dialogen, voortreffelijk ingestu
deerd, worden perfect gezegd de personages
komen en gaan op tijd de scènes wisselen elkaar
harmonisch en in de goede volgorde af .... kortom :
alles loopt op rolletjes. Wat men krijgt is een karak
teristieke Wallace Beery een volmaakte Marie
Dressler en een 100% Barrymore . . . . wat men
niet krijgt is de heer Cukor zelf.
De heele film door worden op tooneelmatige wijze
de verschillende creërende personages tegenover
elkander gezet men kan de situaties op de vin
gers aftellen: Mrs. Jordan en Mr. Oliver Jordan.
die het diner bespreken Mr. Jordan en Carlotta
Vance, die oude herinneringen ophalen Mr. Jor
dan en de crook Packard Paula Jordan en de
filmacteur Larry Renault enz. enz. Het is alles af
en scenisch gesproken volmaakt en het zou on
redelijk wozen, het aldus gefotografeerde
studiotooneel niet als een zekere prestatie van groote
waarde te erkennen. Maar men begint langzamer
hand ongedurig te worden. Men begint zich af te
vragen, wat er elders in de wereld gebeurt terwijl
deze menschen hun dialogen opzeggen wat er
achter die gesloten deuren voorvalt. Men begint
te verlangen naar een commentaar op dit bewust
voorgedragen spel men wil van de personages
iets anders zien, dan wat zij zelf believen te geven.
Wij weten, dat de camera (bestuurd door den on
bescheiden regisseur) midden in een nadrukkelijke
tirade, plotseling om den spreker heen kan schui
ven en kleinigheden noteeren, waarvan deze zich
niet bewust is en die hem eensklaps van een
tooneelspeler tot een mensch maken. Wij weten ook,
dat diezelfde camera een monoloog oneerbiedig
kan onderbreken, door een beeld in te lasscheri
dat schijnbaar buiten de orde valt. doch ineens de
betrekkelijkheid van al deze woorden doet inzien.
Kortom: wij zijn er ons van bewust, dat al dit
gedoe niet alleen weergegeven doch ook
geinterpreteerd kan worden en dit is het, wat wij op den
duur gaan missen.
Het stuk is aardig verzonnen, de handeling le
vendig, de dialoog aanvaardbaar maar na een
half uur hindert ons het platte, twee-dimensionale
vlak. . . . voelen wij heimwee naar de echte diepte
en de menschen van vleesch en bloed, die krachtens
hun aard in zulk een theatermilieu thuis hooren.
De levende wil, de centrale persoonlijkheid die al
deze werkelijkheidscopie kan omtooveren tot een
nieuwe realiteit met eigen wetten en mogelijkheden,
tot een souvereine fantasie van beeld en geluid,
ontbreekt en daarmede de film" in de film.
Men kan er zijn specialiteit van maken te
vitten over den kitsch in de film over de armoede
van haar inhoud over haar gebrek aan morali
teit! Zonder twijfel honorabele bezigheden, die (als
iedere oprechte critiek) haar bestaansrecht ten
volle kunnen bewijzen. Bovendien geldt het hier
uiterlijke onvolkomenheden, die er zoo naief dik
opliggen dat haar deminciatie een dankbaar en
makkelijk succes waarborgt. Het heeft mij echter
gefrappeerd hoe relatief weinig men zich nog be
kommert om de oprechtheid" van de film om
Marie Dressler en J. Barrymore
Marie Dressler
de vraag of zij zichzelf tracht te zijn, ja dan neen.
Toch ook een quaestie, die haar artistieke, logische
en zelfs moreele zijde heeft, zou men zoo zeggen.
Sternberg met zijn Dietrich-cultus, Lang met zijn
kitschige mentaliteit. . . . hoe zijn wij langzamer
hand van hun tekortkomingen doordrongen en
hoe weinig beseffen wij nog, dat het eigenlijk deze
meesters zijn wien het filminstinct in de vinger
toppen tintelt en die uit den chaos van ruw materiaal
bezig zijn het ware beeld van de autonome filrn op
te bouwen !
Dinner at eight" behoort tot het genre onaan
tastbare films, die den proef op distinctie, amuse
ment en misschien zelfs moraliteit glorierijk door
staan. Doch die falen wanneer men naar het meest
essentieele in de film zoekt: naar film. Laat mij
dan tegenover dit goed-gemaakte, amusante,
ininiaculate ..Dinner at eight" een lans mogen breken voor
het absurde ..Marokko", waai' een juffrouw op kouse
voeten de woestijn intrekt (verbeeld-je !) voor
het kitschige ...Blonde Vernis" met zijn onfatsoen
lijke strekking voor het perverse maar grandioze
..M" en voor de colportage-romatitiek van
,.Mabuse". Omdat wij eerst moeten weten, dank zij
den onbescheiden regisseur, wat film is voor wij
kunnen bepalen wat de film behoort te geven
omdat op deze experimenten (allen tekortkoming
en ten spijt) ten slotte de filmkunst der toekomst
steunt. ... op dérest slechts de recette.
Nieuwe uitgaven
Het Kiezersvolk en zijn kamerleden, door Dr
S. S. Smeding. W. J. Tnieme <t (Me., Zutphe-n.
Taal en Moraal, een. sigmïische studie in omgangs
taal geschreven, door W. Ksch. N.V. Wereld
bibliotheek, Amsterdam.
Het Kind, door L. C. T. Bigot. met medewerking
van LYof. Ph. Kolmstamm en Drs. W. IL. ten
Seldani. 3e druk, J. B. Wolters. (ironingeri, Den
Haag, Batavia.
Onze onevenwichtige Jongeren, door Dr. II. van.
Lieshout. Vitg. Drukkerij Heriri Bergmaiis & ('ie.,
Tilburg.