Historisch Archief 1877-1940
DE GROENE AMSTERDAMMER
Weekblad voor Nederland
Onder hoofdredactie van A. C. Josephus Jitta
Redacteuren: L. J. Jordaan, F. G. Scheltetna en M. Kann. Secretaris der redactie: C. F. v. Dam
Keizersgracht 355, Amsterdam C. - Telefoon 37964 - Postgiro 72880 - Gem. Giro G. 1000
Opgericht in 1877
No. 2969
Zaterdag 28 April 1934
Vliegtuigen boven Azi
G. Stein
Japan'in China
Japan streeft naar een feitelijk protectoraat over
de Oost-Aziatische volkeren, in het bijzonder over
China. Het ontwakend nationalisme, juist van Chi
na, zou zeer zeker tot een. groot conflict met Japan
leiden, indien niet de verdeeldheid van het
Chineeeche rijk iedere uiting van machtsvertoon van
eenig belang belette. Japan maakt daarvan ge
bruik om, zonder veel verzet te ondervinden, door
de bezetting van Mandsjoekwo en Jehol vasten
voet te krijgen op het Chineesche continent. Het
zou reeds nu verder gaan, wanneer het niet voelde,
dat het daarbij in conflict zou komen met de
belangen, die Amerika en de groote Europeesche
koloniale mogendheden bij Japan hebben.
Het is de eerzucht van Japan geweest va*n den
Volkenbond een mandaat te krijgen om orde op
de zaken in China te stellen en het blijft, politiek,
van de groote mogendheden een onvergeeflijke fout,
dat zij niets gedaan hebben om hetzij aan dezen niet
geheel ongerechtvaardigden wensch tegemoet te ko
men, hetzij zelf de handen ineen te slaan om orde
te scheppen. Niets anders dan onderlinge jaloezie
en verkeerd begrepen commercialisme hebben de
mogendheden tot onthouding in Chineesche zaken
verleid. Aanvankelijk heeft Sowjet-Rusland daar
van geprofiteerd, later Japan, dat tot een volstrekt
niet-onbaatzuchtige actie overging om orde te
scheppen in Shanghai en Mandsjoerije. Tegen de
Japansche actie heeft de Volkenbond stelling ge
nomen. De schepping van den staat Mandsjoekwo
is een schending van het
Negen-mogendhedenverdrag, waarbij de integriteit van China gewaar
borgd werd. Men is niet tot sancties overgegaan,
maar een stilzwijgende afspraak heerscht er om
trent de niet-erkenning van het nieuw-geschapen
zoogenaamd onafhankelijke keizerrijk.
Van den tegenwoordigen toestand van verwar
ring in Europa, waarbij het geenszins meer zoo uit
zonderlijk is dat plechtige verdragen worden ge
schonden, zonder dat er eenig ander dan theore
tisch protest weerklinkt, maakt Japan gebruik
om een stap verder te gaan en een soort
Monroeleer voor Oost-Aziëte proclameeren, waarbij het
een voogdij over China opeischt en tracht te er
varen hoe ver de resistentie van de andere meest
belanghebbende mogendheden, in casu Rusland,
Amerika en Engeland, hiertegen gaan zal.
Wanneer Japan niet inbindt, moet dit op een
gewapend conflict uitdraaien een conflict waar
van het waarschijnlijk is, dat de krijgskasten in
Japan den goeden uitslag op al te lichtvaardige
gronden aannemen. Tenzij, natuurlijk, terzelfder
tijd in Europa het conflict losbarst.
Aan de kust van den Stillen Oceaan zijn
vliegmanoeuvres een dagelijksche gebeurtenis gewor
den. Steeds worden er meer vliegtuigen in Japan,
Rusland en de Vereenigde Staten gebouwd. Steeds
worden meer nieuwe typen geprobeerd en het
schijnt, alsof de geheele politiek, het heen en
weer gaan van de diplomatieke besprekingen en de
krantenstrijd tusschen Japan en de Sowjetunie,
de Vereenigde Staten en China slechts nog draait om
dezen eenen factor: de luchtvlootsterkte van de
verschillende landen.
Het best zijn de gemiddelde cijfers over de grootte
van de afzonderlijke luchtvloten bekend. Volgens
de laatste opgaven bezitten de Vereenigde Staten
ongeveer 2500, de Sowjetunie iets meer dan 2000
en Japan iets minder dan 2000 militaire vliegtuigen
inclusief die, welke behooren tot de verbintenissen
der zeevloten en tot de reserves. In een jaar kon
den deze getallen, naar de bouwplannen te
oordeelen, gemiddeld met 50°/0 verhoogd worden. In
ernstige gevallen echter zouden er maar weinig
weken noodig zijn, om deze getallen te vermenig
vuldigen. Niet alleen, dat talrijke burgerlijke vlieg
tuigen voor oorlogsdoeleinden konden worden en
worden omgebouwd; maar in elk oorlogvoerend
land zou de inheemsche motor-industrie op den
bouw voor oorlogsvliegtuigen ingesteld worden, en
verder materiaal zou door de neutrale landen aan
gevoerd worden. De voor den oorlog gereedstaande
luchtvloten hebben immers niet alleen tot doel, de
eerste luchtgevechten te leveren, maar hun tweede
doel is minstens even belangrijk: namelijk om met
een minimum aan kosten de laatste technische
aanwinsten en de resultaten van de meest ver
schillende experimenten in afzonderlijke vlieg
tuigtypen te vereenigen, naar welks voorbeeld dan
in ernstige gevallen de seriefabricage kan worden
opgenomen.
* *
*
Rekent men nu als verdere factoren tot beoor
deeling van de luchtvlootsterkte van Japan, Rus
land en de Vereenigde Staten mee de cijfers van
de voorhanden zijnde burgerlijke vliegtuigen en de
productiecapaciteit van hun motorindustrie, dan
blijkt er opnieuw een sterke meerderheid van de
Vereenigde Staten, die over de 10.000 burgerlijke
vliegtuigen bezitten en die in de gelegenheid zijn,
met hun tegenwoordig productiemechanisme per
jaar ongeveer 6 millioen automobielmotoren, dus
zoo noodig een practisch onbegrensd aantal vlieg
tuigmotoren te vervaardigen. Op de tweede plaats
staat waarschijnlijk reeds heden, tamelijk zeker
echter in het verdere verloop van het tweede vijf
jaarsplan: Rusland. Het bezit thans reeds ver
scheidene honderden burgerlijke vliegtuigen en
het wil zijn burgerlijke luchtvaart zoo vergrooten,
dat in 1934 60.000 passagiers, 3000 ton post en
2000 ton vracht vervoerd kunnen worden haast
dubbel zoo veel als in het voorjaar. De Russische
motorindustrie kon echter reeds in 1933 ongeveer
120.000 motoren voor automobielen respectievelijk
tractors vervaardigen en het tweede vijfjaarsplan
streeft voor 1937 naar een motorcapaciteit van
jaarlijks meer dan een millioen stuks. Japan ten
slotte, wiens burgerlijke luchtvloot tegenwoordig
met slechts ongeveer 150 vliegtuigen aangegeven
wordt, heeft weliswaar slechts een zeer jonge en
quantitatief nog weinig productieve eigen, motor
industrie, het bezit echter de financieele middelen,
om ook voortaan uit het buitenland de beste ma
chines in grooter aantal te koopen.
Over de practische qualiteiten van het moderne
luchtwapen kunnen geen betrouwbare verklarin
gen gegeven worden. In de eerste plaats geldt hier
overal de strengste geheimhouding. En in de tweede
plaats kunnen de werkelijke prestaties van oorlogs
vliegtuigen evenals die der soldaten slechts in
ernstige gevallen worden vastgesteld, wanneer het
uiterste geriskeerd kan en moet worden.
Manoeuvre-waarde zou bij een vliegtuig nog
minder dan bij de troepen zelf met de gevechts
waarde identiek zijn. Niettegenstaande is het van
belang, met eenige cijfers uit het burgerlijke
vliegwezen aan te toonen. met welke snelheid het pres
tatievermogen van de vliegtuigen speciaal in den
tijd sinds den oorlog, zich ontwikkeld heeft. Verge
lijken we eens de ontwikkeling van de
wereldrecordcijfers, die soms immers de gemiddelde presta
tiecijfers van overmorgen zijn, dan ontstaat het
volgende beeld.
Viooltjes
Voortreffelijk»
chocolade in den
vorm van viooltjes.
Een specialiteit.
RINGERS
Let op den naam l
Het snelkeidsrecord van vliegtuigen was vóór
den oorlog: 204 K.M. Na den oorlog: 303 K.M. Eu
heden is het: 682 K.M. per uur !
liet hoogterecord van vliegtuigen was vóór .den
oorlog: 7850 M. Na den oorlog: 10.090 M. En thans
is het 13.400 M. !
De langste vliegroute, die in onafgebroken route
afgelegd kan worden, was vóór den oorlog: 1895
K.M. Na den oorlog: 3080 K.M. En nu is ze 9103
K.M. !
Al liggen de gemiddelde prestaties van meer of
minder zwaar beladen oorlogsvliegtuigen waar
schijnlijk tamelijk ver onder deze sportrecords,
toch toont de ontwikkeling van deze cijfers duide
lijk aan, hoe sedert den oorlog snelheid, uithoudings
vermogen, hoogteprestatie en voor alles de actie
radius opgevoerd zijn. Deze cijfers, vermenigvuldigd
met het ongelijk grootere aantal van voorhanden
zijnde vliegtuigen, en gepotentieerd met de gewel
dige hoeveelheden nieuwe machines, die in geval
van oorlog snel in actie zouden kunnen worden
gesteld, geven een.denkbeeld, hoe totaal anders de
luchtstrijd er bij een nieuwe catastrophe zou uit
zien dan tijdens den laatsten oorlog.
De actieradius van de huidige oorlogsvlieg
tuigen is natuurlijk moeilijk te beoordeelen.
Het heet echter, dat de Sowjetunie tegenwoordig
vliegtuigen bouwt met een actieradius van 2500
K.M., die op dezen verren Weg zware bommen mee
kunnen nemen, en het heet, dat de nieuwe, groot-e
Amerikaansche machines zelfs een radius van over
de 3000 K.M. hebben. Nu het
vliegtuigmoederschip steeds verder uitgebouwd wordt; nu de
meeste zware oorlogskruisers vliegtuigen mee kun
nen voeren; en sedert ook de'autogiro, die op de
geringste ruimte opstijgen en landen kan,
practisch bruikbaar is geworden, vergroot zich de actie
radius van het luchtwapen steeds meer.
Wat beteekenen deze cijfers toegepast op de
Pacifisclie gevarenzone? Men moet zich de vol
gende afstanden voor den ge«5t roepen:
van Wladiwostok (Rusland) naar Tokio 800 K.M.
van Shanghai (China) naar Zuid-Japan 900 K.M.
van Shanghai naar Tokio 1900 K.M.
van de Philippijnen (Ver.St.) naar
Eormosa (Japan) 1000 K.M.
van Midway-eiland (Ver.St.) naar Tokio 4200 K.M.
De Japanners hebben dus gelijk, als ze zich over
den voortdurenden uitbouw van de Russische
luchtvloot en van de Russische vlootbases in en om
Wladiwostok verontrusten. Te meer daar nog
heden de meeste Japansche steden geheel of groo
tendeels uit houten huizen bestaan, zoodat naar
verhouding weinig brandbommen makkelijk een
heele stad zouden kunnen vernietigen, zooals kort
geleden de zoo goed als volkomen vernietiging van
de door 200,000 menschen bewoonde groote stad
Hakodate door een brandcatastrophe schrikbarend
duidelijk aantoonde. Voor alles moet men echter
denken aan de bijzondere constellatie in Oost-Azië,
die in Europa haar gelijke niet heeft.
(Slot Op pag. 2)