Historisch Archief 1877-1940
OUWER HILDO KROP
in in het Stedelijk Museum
In de V. A. N. K.
.v. Tussenbroek
waarbij noode de
fraaie druk van
Nieuwenhuis of de thans
klassieke teekening
van Toorop gemist kon
worden.
Laatstgenoemde be
wijst met zijn subliem
Katwijkbiljet opnieuw
in vergelijking met
het goede en slechte
dat getoond wordt,
het sterkste ding ge
maakt te hebben, dat
ooit ten onzent ont
stond!
Overigens is deze
tentoonstelling eigen
lijk de tentoonstelling
van Leerdam" met
Copier als vrucht
baarst uitdenker van
mogelijkheden fr> en
schepper van vormen.
i Technisch onderlegd
als geen ander hier te
lande, gretig aanvaar
dend de welhaast on
begrensde mogelijk
heden in de bewerking van het prach
tige glas-materiaal, altijd weer zoe
kend naar nieuwe kansen, wist deze
nog jonge, stugge en koppige werker,
ondanks vele moeilijkheden, zijn gaven
te ontwikkelen en nevens hetgeen in
stelling oude
Cunstzaal
'.weer
' Oud-Vlaamsche schilderyen in ]
Lenteweer
den loop der jaren door anderen voor
de glasfabriek Leerdam" werd
be' reikt is ongetwijfeld, quantitatief,
zoowel als qualitatief zijn werk het
belangrijkst.
Wat de teekeningen van Jaap
Gidding betreft, die een groot be
wonderaar blijkt te zijn van
Chineesche en Japansche schilderkunst, kan
men op de tentoonstelling door ver
gelijking toetsen, dat niet steeds de
hand door het hart is bewogen, doch
veeleer door oogenlust en door voor
keur voor speelsche lijnen en fijne
kleuren werd geleid.
. Dit is oorzaak, dat de teekeningen
der zonnebloemen (naar ik meen van
minder recenten datum) meer ziel be
zitten en van dieper innerlijke be
wogenheid getuigen, l och blijft het
pogen, evenzeer als het bereiken voor
een geboren sierder als Gidding-, be
langrijk en men kan het ten slotte
een decoratief talent niet euvel duiden
als daarbij het oppervlak (en .... het
oppervlakkige !) wat al te sterk mee
spreekt.
En thans de omvangrijke inzending
meubels, ontworpen door Corns. van
der Sluys. Men kan wat hij den
laatsten tijd deed maken eigenlijk als
een compromis beschouwen tusschen
het houten en het metalen meubel.
Een streven naar lichte accenten (in
kleur door het bezigen van blank eiken
dat met blanke cellulose lak is be
spoten, in vorm door het zoo rank
mogelijk houden van het hout met
behoud van sterkte en duurzaamheid)
is het kenmerk van het geëxposeerde
meubilair waarbij (naar het voor
beeld van het metalen meubel) vaak
glasplaten en z.g. hardplaat-materiaal
voor tafelbladen enz., werd gebezigd.
Men vindt .-overigens telkens die
beginselen terug, welke den ont
werper uit vroeger jaren nastreefde:
een loffelijk pogen tot vereenvoudi
ging, een prijzenswaardig streven naar
eerlijkheid. Dat van der Sluys er toe
kwam een Denham Maclaren na te
volgen 'door van enkele leunstoelen
een soort prikslede te maken, is te
betreuren, hij kan beter zichzelf
blijven, d.w.z. een practisch werker,
met een nuchteren kijk op wat
bruikbaarheid het meubel in het
algemeen oplegt.
OTTO VAN TUSSENBROEK
Baby-teekeningen en
Kinderkoppen in den Kunstkelder,
Spul, Amsterdam
Het is zeker niet gemakkelijk werk
te vinden, dat het in de smaakvol
aangekleede, maar kleine ruimte van
den kunstkelder" doét. Deze teeke
ningen, geflankeerd hier en daar
door enkele gebeeldhouwde kinder
kopjes doen het echter aan deze
wanden goed boven een uitstallinkje
van modern kinder-speelgoed. Paul
Citroen en Henriet laten in deze baby
der hoofdstedelijke kunsthandels zien
hoe zij de baby" ondergaan en hoe
zij dit dan, al teekenend, weten te
beelden.
In het ondergaan" is een zeer
typeerende tegenstelling: Citroen ziet
al zijn babys", in welke houding
hij ze ook, slapend, dan wel wakker
en in actie aanschouwd, in n
zachtpoëtische verteedering; in de beste
van deze teekeningen brengt hij dan.
ook een soort dioomerig-lyrische
stemming over, een zelfde stem
ming als men ook uit zijn ander
werk (vooral zijn vroegere, iet
wat vage vrouwenkoppen) wel
kent. . . . Henriet, dien men uit
ander werk in de eerste plaats
reeds heeft leeren waardeeren als
een knap teekenaar, die voor
alles afgaat op den mensch als
deel van een groep en deel van
een bepaald milieu, verliest zich
in zijn baby-teekeningerr niet in
een vage lyriek, maar beeldt
zijn sujetjes" psychologisch, d.w.z.
ieder van hen als een zeer karakteris
tiek-individueel ,
,groot-mensch"-inwording. Daarbij plaatst hij ze ook
direct in een levensverband met een
milieu, een speelgoed-tafel,
een box, enz. En tenslotte brengt
Hildo Krop
hij zijn psychologie, mede door een
grooter technische beheersching, raker
tot bestaan dan Citroen zijn lyriek". .
Corrie Demmink, van wie men de
laatste jaren weinig meer zag, model
leerde haar kinderkopjes zuiver en
gevoelig; gedegen werk van deze
vroegere Prix de Rome....
A. E. VAN DEN TOL
Nieuwe uitgaven
Taal en denken, een theoretiese
en didaktiese bijdrage tot het
onderwijs in de moedertaal op
de Middelbare School, inzonder
heid tot dat der grammatika door
Dr. M. J. Langeveld. J. B.
Wolters' Uitg.-Mij. N.V.
GroningenDen Haag-Batavia.
Dit is het IVe deel van de
Didaktische rnonographieën onder
redactie van Ph. Kohnstamm en
G. van Veen. De wetenschappe
lijke behandeling van didaktische
problemen is een nieuwigheid
van de laatste jaren. Het ver
onderstelt veelsoortige kennis,
ervaring en inzicht. Dit boek
is dan ook geschreven na nauw
keurige studie van deze essen t ieele
onderdeelen.
Nova Zembla, heldendrama door
EduardVeterman. A. J. G.
Strengholt'sUitg. Mij. N.V. Amsterdam.
Hildo Krop
Quaede Foelck, door Ds. S. Bartstra..
W. J. Thieme & Cie?Zutphen.
" Wij hebben hier te doen met
eerthistorischen roman en wel een
Friesche, hoewel de handeling niet alleen:
in Friesland plaats vindt.
Het is het drama van een
Frieschejonkvrouw, Foelcke van Straakholt»
die, aangegrepen door den
rampzaligen toestand van haar volk, den ster
ken aandrang voelt om hieraan paal
en perk te stellen door te bevorderen
de heerschappij van den sterken.
Man", de schepping, zoo mogelijk, van
eene grafelijkheid, een gecentraliseerd,
krachtig gezag. Maar reeds heel spoe
dig wijkt zij af van de goede lijn,wordt
wraakzuchtig en koppig en tyranniek.
Wie eens haar vrienden waren, zijn
thans voor haar niet meer veilig. Het
eind is het in elkaar storten van het
bouwwerk- nog- maar-in-den-aanvang.
Een andere, de betere, bereikt eer»
40 jaar na haren ondergang het be
oogde doel en zij blijft in de herinne
ring voortleven als Kwade Foelke",
een schrikwekkend nachtspook.
Arbeid, Welvaart en Geluk der
Menschheid, door H. G. Wells. N.V. Servire,
Den Haag. Bewerkt door Rob Limburg..
Dit boek wil een beeld geven van
de geheele hedendaagsche menschheid t
een beeld van de levende menschen,
zooals zij dagelijks bezig zijn, werken,
verteren, scheppen en vernietigen. Da
omwenteling in de levensomstandig
heden der menschheid heeft zich zeer
snel voltrokken. De geschiedenis her
haalt zich niet; de geschiedenis her
haalt zich nooit; maar de menscher>
hebben een merkwaardige neiging ort
de geschiedenis te herhalen", aldu*
Wells over zijn eigen werk.
Hildo Krop