De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 28 april pagina 11

28 april 1934 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

OUWER HILDO KROP in in het Stedelijk Museum In de V. A. N. K. .v. Tussenbroek waarbij noode de fraaie druk van Nieuwenhuis of de thans klassieke teekening van Toorop gemist kon worden. Laatstgenoemde be wijst met zijn subliem Katwijkbiljet opnieuw in vergelijking met het goede en slechte dat getoond wordt, het sterkste ding ge maakt te hebben, dat ooit ten onzent ont stond! Overigens is deze tentoonstelling eigen lijk de tentoonstelling van Leerdam" met Copier als vrucht baarst uitdenker van mogelijkheden fr> en schepper van vormen. i Technisch onderlegd als geen ander hier te lande, gretig aanvaar dend de welhaast on begrensde mogelijk heden in de bewerking van het prach tige glas-materiaal, altijd weer zoe kend naar nieuwe kansen, wist deze nog jonge, stugge en koppige werker, ondanks vele moeilijkheden, zijn gaven te ontwikkelen en nevens hetgeen in stelling oude Cunstzaal '.weer ' Oud-Vlaamsche schilderyen in ] Lenteweer den loop der jaren door anderen voor de glasfabriek Leerdam" werd be' reikt is ongetwijfeld, quantitatief, zoowel als qualitatief zijn werk het belangrijkst. Wat de teekeningen van Jaap Gidding betreft, die een groot be wonderaar blijkt te zijn van Chineesche en Japansche schilderkunst, kan men op de tentoonstelling door ver gelijking toetsen, dat niet steeds de hand door het hart is bewogen, doch veeleer door oogenlust en door voor keur voor speelsche lijnen en fijne kleuren werd geleid. . Dit is oorzaak, dat de teekeningen der zonnebloemen (naar ik meen van minder recenten datum) meer ziel be zitten en van dieper innerlijke be wogenheid getuigen, l och blijft het pogen, evenzeer als het bereiken voor een geboren sierder als Gidding-, be langrijk en men kan het ten slotte een decoratief talent niet euvel duiden als daarbij het oppervlak (en .... het oppervlakkige !) wat al te sterk mee spreekt. En thans de omvangrijke inzending meubels, ontworpen door Corns. van der Sluys. Men kan wat hij den laatsten tijd deed maken eigenlijk als een compromis beschouwen tusschen het houten en het metalen meubel. Een streven naar lichte accenten (in kleur door het bezigen van blank eiken dat met blanke cellulose lak is be spoten, in vorm door het zoo rank mogelijk houden van het hout met behoud van sterkte en duurzaamheid) is het kenmerk van het geëxposeerde meubilair waarbij (naar het voor beeld van het metalen meubel) vaak glasplaten en z.g. hardplaat-materiaal voor tafelbladen enz., werd gebezigd. Men vindt .-overigens telkens die beginselen terug, welke den ont werper uit vroeger jaren nastreefde: een loffelijk pogen tot vereenvoudi ging, een prijzenswaardig streven naar eerlijkheid. Dat van der Sluys er toe kwam een Denham Maclaren na te volgen 'door van enkele leunstoelen een soort prikslede te maken, is te betreuren, hij kan beter zichzelf blijven, d.w.z. een practisch werker, met een nuchteren kijk op wat bruikbaarheid het meubel in het algemeen oplegt. OTTO VAN TUSSENBROEK Baby-teekeningen en Kinderkoppen in den Kunstkelder, Spul, Amsterdam Het is zeker niet gemakkelijk werk te vinden, dat het in de smaakvol aangekleede, maar kleine ruimte van den kunstkelder" doét. Deze teeke ningen, geflankeerd hier en daar door enkele gebeeldhouwde kinder kopjes doen het echter aan deze wanden goed boven een uitstallinkje van modern kinder-speelgoed. Paul Citroen en Henriet laten in deze baby der hoofdstedelijke kunsthandels zien hoe zij de baby" ondergaan en hoe zij dit dan, al teekenend, weten te beelden. In het ondergaan" is een zeer typeerende tegenstelling: Citroen ziet al zijn babys", in welke houding hij ze ook, slapend, dan wel wakker en in actie aanschouwd, in n zachtpoëtische verteedering; in de beste van deze teekeningen brengt hij dan. ook een soort dioomerig-lyrische stemming over, een zelfde stem ming als men ook uit zijn ander werk (vooral zijn vroegere, iet wat vage vrouwenkoppen) wel kent. . . . Henriet, dien men uit ander werk in de eerste plaats reeds heeft leeren waardeeren als een knap teekenaar, die voor alles afgaat op den mensch als deel van een groep en deel van een bepaald milieu, verliest zich in zijn baby-teekeningerr niet in een vage lyriek, maar beeldt zijn sujetjes" psychologisch, d.w.z. ieder van hen als een zeer karakteris tiek-individueel , ,groot-mensch"-inwording. Daarbij plaatst hij ze ook direct in een levensverband met een milieu, een speelgoed-tafel, een box, enz. En tenslotte brengt Hildo Krop hij zijn psychologie, mede door een grooter technische beheersching, raker tot bestaan dan Citroen zijn lyriek". . Corrie Demmink, van wie men de laatste jaren weinig meer zag, model leerde haar kinderkopjes zuiver en gevoelig; gedegen werk van deze vroegere Prix de Rome.... A. E. VAN DEN TOL Nieuwe uitgaven Taal en denken, een theoretiese en didaktiese bijdrage tot het onderwijs in de moedertaal op de Middelbare School, inzonder heid tot dat der grammatika door Dr. M. J. Langeveld. J. B. Wolters' Uitg.-Mij. N.V. GroningenDen Haag-Batavia. Dit is het IVe deel van de Didaktische rnonographieën onder redactie van Ph. Kohnstamm en G. van Veen. De wetenschappe lijke behandeling van didaktische problemen is een nieuwigheid van de laatste jaren. Het ver onderstelt veelsoortige kennis, ervaring en inzicht. Dit boek is dan ook geschreven na nauw keurige studie van deze essen t ieele onderdeelen. Nova Zembla, heldendrama door EduardVeterman. A. J. G. Strengholt'sUitg. Mij. N.V. Amsterdam. Hildo Krop Quaede Foelck, door Ds. S. Bartstra.. W. J. Thieme & Cie?Zutphen. " Wij hebben hier te doen met eerthistorischen roman en wel een Friesche, hoewel de handeling niet alleen: in Friesland plaats vindt. Het is het drama van een Frieschejonkvrouw, Foelcke van Straakholt» die, aangegrepen door den rampzaligen toestand van haar volk, den ster ken aandrang voelt om hieraan paal en perk te stellen door te bevorderen de heerschappij van den sterken. Man", de schepping, zoo mogelijk, van eene grafelijkheid, een gecentraliseerd, krachtig gezag. Maar reeds heel spoe dig wijkt zij af van de goede lijn,wordt wraakzuchtig en koppig en tyranniek. Wie eens haar vrienden waren, zijn thans voor haar niet meer veilig. Het eind is het in elkaar storten van het bouwwerk- nog- maar-in-den-aanvang. Een andere, de betere, bereikt eer» 40 jaar na haren ondergang het be oogde doel en zij blijft in de herinne ring voortleven als Kwade Foelke", een schrikwekkend nachtspook. Arbeid, Welvaart en Geluk der Menschheid, door H. G. Wells. N.V. Servire, Den Haag. Bewerkt door Rob Limburg.. Dit boek wil een beeld geven van de geheele hedendaagsche menschheid t een beeld van de levende menschen, zooals zij dagelijks bezig zijn, werken, verteren, scheppen en vernietigen. Da omwenteling in de levensomstandig heden der menschheid heeft zich zeer snel voltrokken. De geschiedenis her haalt zich niet; de geschiedenis her haalt zich nooit; maar de menscher> hebben een merkwaardige neiging ort de geschiedenis te herhalen", aldu* Wells over zijn eigen werk. Hildo Krop

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl