De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 28 april pagina 15

28 april 1934 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

N o. 2969 De Groene Amsterdammer van 28 April 1934 15 Zllverenthousiastne in de Vereenigde Staten C. A. Klaasse Speculatie-mogelijkheden Met het genus speculanten staat Roosevelt niet op erg goeden voet. Reeds bij zijn ambtsaanvaar ding begon hij dadelijk den strijd aan te binden met «en corrupt en speculatief bankstolsel". De spe culatie op de goederenbeurzen legde hij aan banden door de prijsschommelingen te binden aan zekere limites waarbuiten op n. dag geen stijging of ?daling mocht plaats vinden. En tenslotte is daar de nieuwe beurswet, die den speculatie ven fondsenhandel wel aan buitengewoon knellende banden legt. Het is dan ook slechts de ironie van het noodlot, die dezen speculantenhater door zijn mone-taire politiek n van de mooiste gokgelegenheden in den valutahandel deed creëeren. Ook thans wordt weer op het slagveld van AmeTika's economische politiek een strijd gestreden, Hvaarbij de speculatie aan n der partijen haar Arsenaal van argumenten en wellicht klinkende munt ter beschikking stelt. De strijd om het zilver dateert niet van gisteren. Reeds voor Roosevelt's verkiezing is herhaaldelijk door de geinteresseerde groepen aangedrongen op het schep pen-van mogelijkheden om den zilverprijs op te voeren. Maar eerst sedert het regiem van den huidigen president is de aandrang sterker geworden. Men had toen namelijk het voordeel van deze plannen in een nieuw kleed te kunnen lateft ver schijnen. Roosevelt heeft immers de welbewuste monetaire manipulatie doen zegevieren om via dit middel de verbetering van den economischen toestand na te streven. Eenerzijds was het de ver mindering van den goudinhoud van den dollar, waarmede men dat doel wilde bereiken, anderzijds werd althans de voorwaarde geschapen tot ver hooging van het prijspeil door uitbreiding van de geldcirculatie, door inflatie dus. Nu heeft van dat laatste middel Roosevelt openlijk eigenlijk nimmer gebruik durven maken. Op de machtiging om een paar milliard greenbacks te creëeren heeft hij geen beroep gedaan. Wat intusschen niet wegneemt, dat wel degelijk door de zeer omvangrijke uitgaven voor openbare werken en de financiering daarvan door vlottende schuld, bij de banken opgeno men, de facto inflatie werd bedreven zij liet dan ook niet in den meest groven vorm der dekking van gewone begrootingstekorten. Vast staat dat Roose velt's streven nog steeds gericht is op verhooging ?van het prijsniveau, al staart hij zich op de prijzen niet meer zoo blind als voorheen en al is de omvang der bedrijvigheid meer in zijn belangstelling ge komen. Voor beide doeleinden kan trouwens ver ruiming van den geldsomloop dienstbaar worden gemaakt. Daar lag nu een prachtig aanknoopingspunt voor hen die zilver wilden spuien en belang hadden bij verhooging van den prijs daarvan. Zij konden" immers gebruik maken van den angst, die kALVEQSTtt.' IO AM5TEQDAM HUISKAMER INCUEAMAMONIE BUFFET .«STOELEN aARMSToeueN SCHUIFTAFEL toch nog bij velen voorzit tegen uitbreiding van de papiergeld-circulatie. Wilt gij meer geld, meer koopkracht in omloop hebben, welnu hang dan niet aan het goud als eenige basis van het geld, maar herstel het zilver iri zijn vroegere functie eri laat het ook weer in. den geldsomloop vloeien! De koopkracht, die aldus geschapen zal worden, komt het bedrijfsleven ten goede. De verschillende zilvervalorisatie"-plannen liepen nogal uiteen. Som migen wilden niet zoo ver gaan en waren al tevreden indien een bescheiden deel van den biljettenomloop door zilver gedekt mocht zijn, terwijl echter voor het overgroote deel de gouddekking voorgeschreven moest blijven. Het andere extreem vormden de plannen tot volledig herstel van den dubbelen standaard, na tuurlijk met vaste waardeverhouding tusschen goud en zilver, waarvoor men dacht aan de vroe ger gebruikelijke verhouding 16 op 1. Schijnbaar paste aldus beschouwd de aanwending van zilver tot vergrooting van de circulatie op eenigerlei wijze in meer of minder extremen vorm doorgevoerd volkomen in Roosevelt's politiek, die immers ook erop uit was, door mone taire maatregelen, waaronder inflationistische, het prijspeil qp te voeren en de bedrijvigheid testimuleeren. Hetgeen dus een prachtige gelegenheid was den wolf van een zilverspeculant te steken in het schaapsvel van den monetair georienteerden conjunctuurpoliticug. Maar Roosevelt is er niet ingevlogen. Hij speurde reeds spoedig zijn aartsvijand. Kon kleine concessie heeft hij af en toe gedaan. Zoo bv. toen Engeland de faciliteit werd verleend de token-payment op rekening der oorlogsschulden in zilver te betalen. En soms zelfs is hij veel verder gegaan, zoo zelfs dat men hem voor een voorstander van de zilverplannen is gaan aanzien. Eri tot op zekere hoogte is dat wellicht juist. Tegen een ver hooging van den zilverprijs heeft Roosevelt aller minst bezwaar, omdat immers de V.S. tot de voor naamste producenten behooren, en bovendien de Mexicaansche zilverindustrie, die rond 40 pCt. vau de wereldproductie voortbrengt, voor een belangrijk deel met Amerikaansch kapitaal werkt. Tot de be kende Londensche zilverovereenkomst heeft Roo sevelt dan ook zijn medewerking verleend. Maar dat wil allerminst zeggen dat hij nu cok ongelimi teerde omzetting van zilver in circulatiemiddelen in de V.S. zou ambieercn. Dit laatste past kennelijk niet in zijn politiek. Niet omdat hij bevreesd is voor inflatie, maar omdat deze soort inflatie niet past in het kader van zijn streven naar welbewuste aanwending van koopkracht voor bestemmingen die de beste economische stimulansen geven. Wan neer er geld geschapen zou worden om omvangrijke bedragen zilver aan te koopen, dan beteekcnde dat inderdaad een toeneming van de koopkracht, maar er zou afgewacht moeten worden welk nuttig effect die koopkracht zou sorteeren. Zilver wordt in de V.S. grootendeels gewonnen als bijproduct bij de koperindustrie, een tak van bedrijf die het in de laatste jaren allerminst voor den. wind is gegaan. Wanneer de inkomsten der betrokken onder nemingen American Smelting, Anaconda enz. door een zilvervalorisatie zouden stijgen dan was de kans zelfs groot dat dit grootere inkomen niet tot aanwending zou komen, doch dat het aangewend zou moeten worden voor afschrijvingen, reservee ringen enz. En waar blijft dan het riut van de nieuw geschapen koopkracht? Dan drukt Roosevelt nog veel liever biljetten of neemt crediet bij de banken op om daarmee overheidswerken te verrichten, en dan liefst arbeidsintensieve Werken, waarbij het grootste deel der uitgaven rechtstreeks wordt verloond en dus in elk geval de facto als koopkrach tige vraag wordt aangewend. Daar ligt dan ook het principieele verschil tusschen Roosevelt's politiek voor zoover die op inflatie gericht of althans daar van niet afkeerig is, en de soortgelijke projecten der zilverenthousiastelingen. De n wil weten wat er met het nieuwe geld" gebeurt, de ander is al tevreden wanneer het maar in de 'zakken der zilverproducten vloeit. Dit laatste is hoofdzaak, want hun theoretische argumentatie, dat de koop kracht, die aldus wordt geschapen, den economi schen toestand verbetert. strekt niet verder dan pour la galerie; hun eenige doel is de zilverspeculatie, al zal er dan een enkele naïeveling bestaan die het werkelijk eerlijk meent. Dat de plannen van de zilvervoorstanders dit voor hebben, dat tenminste voor het nieuw ge schapen geld metaaldekking is, is natuurlijk slechts een drogreden. De metaaldekking kan alleen zin hebben wanneer zij een internationaal gangbare is, zoodat zij kan dienst doen om de muntwaarde te koppelen aan die van andere landen. Waar dat bij zilver niet het geval is, dient op den voorgrond te worden gesteld, dat alle arbeid besteed aan de productie van zilver, dat dient ter dekking van cir culatie, vergeefsch is. Het is veel eenvoudiger maar zonder meer bankpapier te drukken, dan kunnen de zilverproducenten tenminste op hun rug gaan liggen en toch hun geld krijgen, hetgeen veel effi ciënter is, terwijl in wezen er geen verschil bestaat. En dat Roosevelt, indien hij al dat geld maakt, het dan liever uitgeeft op een wijze die hem het nuttigst dunkt, inplaats van het aan de zil verheeren te geven, getuigt van wijs beleid. De zilverontwerpen schijnen in het Congres niet veel kans te hebben, te meer nu het onderzoek naar het speculatieve bezit van zilvervoorraden die voorstanders in het Congres, die nog te goeder trouw waren, de oogen dreigt te openen voor de ware motieven van de genen die hen overtuigden van het maatschappe lijke nut der zil ver valorisatie. Boekbespreking J. M. Selleger-Elout. Ruih Tel ling. N. V. Servire. Den Haag. Dit is weer een van die dikke boeken, waarvan de criticus met eenigen schroom erkent, dat hij ze vervelend vindt. ..Vervelend" is een vervelend woord. Het is wondend en óók doodelijk en de bespreker zou, als welwillend mensch, zoo gaarne iets vriendelijks zeggen tot een schrijfster die vele dagen gewijd heeft aan een zich-zelve gestelde be lofte. Kr is n troost: er zijn nog wel onpleizieriger boeken geschreven, dan dit vriendelijke, warme relaas van een vrouwenleven in zijn opgang. En mevrouw Selleger-Klout is een schrijfster die zonder ocnigen twijfel haar métier verstaat en aan wier oprechte warme gemoed ik geen oogeriblik twijfe len ka.n. Doch mot dit soort boeken is liet steeds het zelfde: deze middelmatigheid is zoo dof en zoo benepen, alles wat in zulk een leven geschiedt is zoo bekend en traditioneel en al erken ik ten volle dat in het gaan-hier-op-aardo van ..de eersten de besten" de ellenden eri het verdriet zijn, die wrange eri niet-te-verdragen, al-menschelijke banaliteit kunnen spannen tot de scherpte van snijdend leed. slechts weinigen kunnen daaraan den vorm geven, die hun boeken niet banaal- en dus: vervelend maakt. Mevrouw Selleger-Klout behoort allerminst tot die weinigen. Zij behoort tot die Ie talrijken, die in de simpelheid van hun menschelijk gemoed en in den eenvoud van hun wél-vriendelijke schrijf wijze niet de macht hebben om een eenvoudig leven zóó te verbeelden, dat wij niet wrevelig zeggen dit reeds zoo veelvuldig gelezen te hebben". Ik wil niet ontkennen, dat een boek als dit Ruth Teiling in een ongetwijfeld nog immer onverzadigde behoefte voorziet. Wie niet hoog dwalen op de toppen tu&scherr het alledaagsche en onzienlijke, waar het grootc en onzegbare is, dat door het genie wordt opgeroepen, vergasten zich in stille, rustige uren van dagclijkschen arbeid, aan zulk een goedgemeend-hai'telijke beschrijving van een onbij/onder menscheiileveri. En die kunnen dan de schrijf ster dank weten, voor haar boek, dat tenminste wel eerlijker en van minder pretentie is dan veel, dat met grooter hoovaardij en geringer oprechtheid, onze aandacht wil opoischcn. E. ELI AS Huis DUIN EN DAAL" - Bloemendaal RUSTIGE LIGGING BIJ DE BOLLENVELDEN MODERN COMFORT Speciale arrangementen voor langer verblijf

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl