De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 28 april pagina 17

28 april 1934 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

Wij varen om de wereld Het is de negenentwintigste dag van de maand Maart en de Franconia is in de Golf van Bengalen. Het is> warm. Het is eiken dag warm. De zee is zoo vlak als het Rokin. Ik kon net zoo goed op wijlen het Pontje zitten schrijven. Als het zoo doorgaat, dan kunnen wij misschien Tristan da Cunha bezoeken. Dat is iets dat elk cruise-schip hoopt te doen en dat geen enkel cruise-schip ooit gelukt. Wa'nt daar stormt het altijd. Waarom daar menschen wonen mag God weten. Ik gebruik deze uitdrukking nu eens niet zooals gewoonlijk als een soort vloek en verzuchting. Ik heb deze laatste drie maanden zooveel gezien waarvan ik niets begrijp, dat ik vele dingen nu maar overlaat aan een vage en onzichtbare kracht die wel weten zal waarom het zoo is en waarom het zoo zijn moet. Wij varen door de golf van Bengalen en de zee is zoo vlak als de Vijverberg op een morgen in Augustus. Maar van tijd tot tijd strijkt er een rimpel over het water alsof de golfjes of liever dat vlakke oppervlak (er zijn noch golven noch golfjes) heel eventjes door een regenbuitje bestreken werd. * * * Dat is echter geen regenbuitje. Dat zijn zwermen heele kleine vliegende visschen. Ik heb laatst eens zoo'n vliegende visch in handen gehad. Een prachtstuk van hetgeen men mechaniek" kon noemen. Visch en tegelijk in staat om door de lucht te zweven. Het lieve diertje zweeft echter niet door de lucht zooals wij wel eens op £chiphol een vluchtje maken om nu ook eens te voelen hoe of die zweverij daar boven Amsterdam's roode daken op onze zenuwen zal werken. De vliegende visch zweeft boven het water om het vuige leven nog eenige minuten te rekken. Want deze kalme opper vlakte verbergt milliarden gedierten en gediertetjes die alleen maar ge schapen schijnen te zijn om mekaar op te vreten. De vliegende visch is buiten het water veiliger dan beneden in het water. Want vogels zijn er niet en meeuwen hebben wij sinds maanden niet meer gezien. Maar de ongelukzalige visch heeft geen stuur-apparaat en kan slechts in een rechte lijn zweven. Komt het diertje dus weer plof. ... in het water terecht, dan loopt het de kans (en een heele goede kans ook) meteen in den hongerigen muil van den een of anderen grooteren en niet-zwevenden kollega te landen en opgevreten te worden. * * * Maar ik heb deze vele maanden niets anders gezien dan eten en gege ten worden. Als het nu de bedoeling van den goeden Schepper des Heelals was geweest alles wat er bestaat slechts als ontbijt en lunch en diner voor ander gedierte te doen dienen, waarom is dan zoo'n vliegende visch zoo'n prachtstuk van mechaniek ge worden? Waarom zijn de kleine vogeltjes met hun schitterende veerendos die ik in Nieuw Guinea door roofvogels zag worden opengereten en opgevreten dan eerst zoo mooi ge maakt? Indien wij nu allen toch slechts als biefstuk moeten dienen voor andere en krachtigere schepsels dan wij zelven, waarom heeft de Schepper des Heelals ons dan 'maar meteen niet als biefstuk ter wereld doen komen? Waarom heeft hij ons de ingewikkelde en kunstzinnige en fraaie vormen gegeven die wij heb ben? Als het einde van ons bestaan Hendrik Willem van Loon toch slechts plotseling vernieling is en zijn moet, waarom kwamen wij dan maar niet ter wereld als zwem mende of vliegende of wandelende of springende biefstukken zonder oogen en ooren en ingewikkelde nieren en lever, en een verder mechanisch apparaat dat elke Fokker verre te boven gaat? Ik weet het niet. Ik weet vele dingen niet meer, die ik vroeger wel wist of die ik vroeger vermoedde te weten of te kunnen weten ? * * * Ik geef het op want ik moet u eerst nog mijn verontschuldigingen aanbieden. Dat klinkt een beetje al te gemakkelijk. Neem u mij niet kwalijk. Ik begin een serie brieven aan de Groene, twee maanden geleden, schreef er een of twee en legde het bijltje er toen bij neer. Hoe kwam dat? Ik zal het u vertellen. Wacht maar even en u hebt het antwoord. Mijn verklaring zal misschien een beetje gezocht klinken maar ik ver zeker u dat het de pure waarheid is. De eerste paar dagen had ik tijd genoeg om te schrijven. Er was niets te zien. Water en lucht en een paar ijverige meeuwen die dachten je kunt nooit weten". En een paar kleine eilandjes. De bekende Catilina,eilandcn die vlak bij Los Angeles liggen. U hebt ze zeker al wel eens gezien, maar dan onder een anderen naam. Zij worden door de cinernamenschen gebruikt als achtergrond voor hun opnamen uit de Stille Zuidzee. Het kan voorkomen (het is. voorgekomen) dat men het eene of andere Stille Zuidzee-onderwerp tor plaatse opnam en werkelijk naar Tahiti of de Marquesas ging. Maar waarom al die moeite en kosten en dat tijdverlies als men het net zoo goed en voor veel minder geld op de Catilina-eilanden doen kan? Een paar palmboomen kan men altijd wel bij den bloemist in Los Angeles huren. Het publiek merkt het toch niet. Het publiek merkt niets. Het publiek merkt nooit iets. Het publiek gaat toch niet naar de uithoeken van de Stille Zuidzee. Het publiek wenscht slechts eenige uren verdooving van de dagelijksche ver veling en als die vcrdooving nu maar volgens het bekende recept gegeven wordt dan komen do details er niet zoo heel erg op aan. Daar liggen dus de Catilinasche eilanden, hooge rotsspitsen van het Amerikaansche vasteland, die nog net eventjes boven de oppervlakte van den oceaan uit steken. Als men die eenmaal gezien heeft verdwijnt het vasteland voor goed onder de oppervlakte van de zee. En wij zien niets totdat wij in de buurt van de Sandwich-eilanden komen. De brave Hollandsche atlassen noemen dat nog altijd de Sandwicheilanden omdat honderd en vijftig jaar geleden, kaptein Cook ze zoo gedoopt heeft. Ter eere van den Minis ter van Marine die hem uitgezonden had en die hem voor zijn ongeloofelijke reizen (ik vertel er u meer van, ik had nooit geweten dat die brave James Cook zoo'n reus van een kerel geweest was) vrijwel geen enkele belooning gaf behalve een graadje hooger van luitenant tot kaptein. De rest van de wereld heeft den braven Lord reeds lang vergeten. Men herinnert zich soms vagelijk dat hij de man was die lange vergade ringen in het Parlement verkortte door het eten van twee sneedjes brood met ossetong ertusschen. Die bepaalde boterham heeft 's mans naam in eere gehouden. Overigens een staatsman zonder eenige beteekenis wiens naam gevoegelijk van den atlas kon verdwijnen. Op alle kaarten heeten deze eilanden nu Hawaii (de laatsten i wordt afzonderlijk uitgesproken) naar het grootste van de eilanden hetwelk Hawaii heet en het meest naar het oosten ligt. Dit eiland is een vulkanisch labora torium en wij moeten onze menschen zoet houden. Een heele dag op een vulkanisch eiland is de gemakkelijk ste manier van zoethouderij. Maar voordat wij dit eiland bereik ten kwam er een telegram. * * * Dit telegram vroeg of ik een boom wilde planten. Zooals alle dikke; menschen ben ik van wat men een ..bereidwillige natuur" zon kunnen noemen. Ik zeg graag ..ja" en tele grafeerde terug met genoegen maar zijn er niet al boomen genoeg?" Een tweede telegram gaf verdere ver klaringen. De stad Hik), hoofdstad van Hawaii wilde zich de luxe pcrmitteeren van een soort Grande Oor niche of een Avenida do zoo-en-zoo. U weet wel, een groote en grootsche heirweg waarlangs men de toeristen het landschap op zijn allerbest kan laten zien. Nu wilde men langs do Hilo'sche Grande Corniche vijftig hoornen plan ten die elk door een beroemd mensch geplant (in casu ,,ik") dan nader hand tot aanmoediging van de jeugd konden dienen. Zie je wel, Wimpie, als jij nu ook hard werkt en een beroemd man wordt, dan mag je naderhand ook eens een boompje planten." Goed ik had mijn boomplaiiterscostuum al aan en zette mij plecht statig in de automobiel die mij naar de plaats van de terechtstelling zou brengen. Maar wij waren nog te vroeg. Het eere-comitéwas er nog niet. Wij moesten, dus wachten. Daarom nam ik een vel papier en eert vulpenhoudertje en ging op detreeplank van de automobiel zitten en teekende. Het eerste het beste onderwerp was goed genoeg. Het was toch alles nieuw voor mij. Het eerste het beste onderwerp was een klapper boom. Ik keek den klapperboom eens aan en da klapperboom keek mij eens aan. Vlak bij mij zat H. die haar waterverfpaperassen op den grond verspreid had (waar zij onmiddellijk de belangstelling vonden van eenigemillioenen naarstige mieren die van plan schenen alles naar hun hol te slepen, verf, peuseelen en papier incluis) en die ook dien palmboom eens aankeek. En natuurlijk keek de palmboom haar ook eens aan. Na tien minuten zei ik tegen H. er schijnt hier iets niet te deugen. Ik teeken een palmboom en het wordt een eik." Zij vischte eenige mieren uit haar waterfleschje en zei bij mij schijnt het ook niet pluis. Ik verf een klapperboom en het wordt een iep." Nu was dat zeer raadsel achtig want wij hadden allebei heel veel boomen geteekend en geverfd en in den regel leek zoo'n boom die wij verfden dan ook werkelijk eenigszins op den boom die ons tot model' diende. Maar dezen keer liep alles verkeerd. Tot ik zei weet jij wat ik geloof. Die klapperboomen kijken ons aan en begrijpen misschien wel iets van ons want ze zullen meer witte menschen gezien hebben. Maar wij hebben nooit klapperboomen gezien en misschien begrijpen wij hen niet." En dat, vrees ik, was inderdaad het geval. Wij hadden ons heele leven tusschen de eiken en beuken en iepen gezeten maar wij hadden nog nooit een palmboom in y.ijn eigen omgeving ontmoet. En dat was weer iets heel anders dan zoo'n stuk flora in een kas in do Diergaarde tegen te komen. En toen heb ik daar stante pede of liever, gezeten op de treeplauk van mij n automobiel een eed gezworen niets te schrijven of te teekenen over dit nieuwe deel van de wereld totdat ik er teil minste een beetje kijk op zou hebben. En daarom heb ik maar heelemaal niets geschreven. Nu heb ik ei' eindelijk een heel bescheiden kijkje op. Ga niet overbelast op Uw levensweg. Laat de H.A.V. BANK te Schiedam (Levens verzekering) een deel der zorgen dragen.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl