Historisch Archief 1877-1940
Wij varen om de wereld
Het is de negenentwintigste dag
van de maand Maart en de Franconia
is in de Golf van Bengalen. Het is>
warm. Het is eiken dag warm. De
zee is zoo vlak als het Rokin. Ik
kon net zoo goed op wijlen het Pontje
zitten schrijven. Als het zoo doorgaat,
dan kunnen wij misschien Tristan da
Cunha bezoeken. Dat is iets dat elk
cruise-schip hoopt te doen en dat
geen enkel cruise-schip ooit gelukt.
Wa'nt daar stormt het altijd. Waarom
daar menschen wonen mag God
weten. Ik gebruik deze uitdrukking
nu eens niet zooals gewoonlijk als
een soort vloek en verzuchting. Ik
heb deze laatste drie maanden zooveel
gezien waarvan ik niets begrijp, dat
ik vele dingen nu maar overlaat aan
een vage en onzichtbare kracht die
wel weten zal waarom het zoo is en
waarom het zoo zijn moet. Wij varen
door de golf van Bengalen en de zee
is zoo vlak als de Vijverberg op een
morgen in Augustus. Maar van tijd
tot tijd strijkt er een rimpel over
het water alsof de golfjes of liever
dat vlakke oppervlak (er zijn noch
golven noch golfjes) heel eventjes
door een regenbuitje bestreken werd.
* *
*
Dat is echter geen regenbuitje. Dat
zijn zwermen heele kleine vliegende
visschen. Ik heb laatst eens zoo'n
vliegende visch in handen gehad.
Een prachtstuk van hetgeen men
mechaniek" kon noemen. Visch en
tegelijk in staat om door de lucht te
zweven. Het lieve diertje zweeft
echter niet door de lucht zooals wij
wel eens op £chiphol een vluchtje
maken om nu ook eens te voelen
hoe of die zweverij daar boven
Amsterdam's roode daken op onze
zenuwen zal werken. De vliegende
visch zweeft boven het water om
het vuige leven nog eenige minuten
te rekken. Want deze kalme opper
vlakte verbergt milliarden gedierten
en gediertetjes die alleen maar ge
schapen schijnen te zijn om mekaar
op te vreten. De vliegende visch is
buiten het water veiliger dan beneden
in het water. Want vogels zijn er
niet en meeuwen hebben wij sinds
maanden niet meer gezien. Maar
de ongelukzalige visch heeft geen
stuur-apparaat en kan slechts in
een rechte lijn zweven. Komt het
diertje dus weer plof. ... in het
water terecht, dan loopt het de kans
(en een heele goede kans ook) meteen
in den hongerigen muil van den een of
anderen grooteren en niet-zwevenden
kollega te landen en opgevreten te
worden.
* *
*
Maar ik heb deze vele maanden
niets anders gezien dan eten en gege
ten worden. Als het nu de bedoeling
van den goeden Schepper des Heelals
was geweest alles wat er bestaat
slechts als ontbijt en lunch en diner
voor ander gedierte te doen dienen,
waarom is dan zoo'n vliegende visch
zoo'n prachtstuk van mechaniek ge
worden? Waarom zijn de kleine
vogeltjes met hun schitterende
veerendos die ik in Nieuw Guinea door
roofvogels zag worden opengereten en
opgevreten dan eerst zoo mooi ge
maakt? Indien wij nu allen toch
slechts als biefstuk moeten dienen
voor andere en krachtigere schepsels
dan wij zelven, waarom heeft de
Schepper des Heelals ons dan 'maar
meteen niet als biefstuk ter wereld
doen komen? Waarom heeft hij ons
de ingewikkelde en kunstzinnige en
fraaie vormen gegeven die wij heb
ben? Als het einde van ons bestaan
Hendrik Willem van Loon
toch slechts plotseling vernieling is
en zijn moet, waarom kwamen wij
dan maar niet ter wereld als zwem
mende of vliegende of wandelende of
springende biefstukken zonder oogen
en ooren en ingewikkelde nieren en
lever, en een verder mechanisch
apparaat dat elke Fokker verre te
boven gaat? Ik weet het niet. Ik
weet vele dingen niet meer, die ik
vroeger wel wist of die ik vroeger
vermoedde te weten of te kunnen
weten ?
* *
*
Ik geef het op want ik moet u
eerst nog mijn verontschuldigingen
aanbieden. Dat klinkt een beetje
al te gemakkelijk. Neem u mij niet
kwalijk. Ik begin een serie brieven
aan de Groene, twee maanden geleden,
schreef er een of twee en legde het
bijltje er toen bij neer. Hoe kwam
dat? Ik zal het u vertellen. Wacht
maar even en u hebt het antwoord.
Mijn verklaring zal misschien een
beetje gezocht klinken maar ik ver
zeker u dat het de pure waarheid is.
De eerste paar dagen had ik tijd
genoeg om te schrijven. Er was niets
te zien. Water en lucht en een paar
ijverige meeuwen die dachten je
kunt nooit weten". En een paar
kleine eilandjes. De bekende
Catilina,eilandcn die vlak bij Los Angeles
liggen. U hebt ze zeker al wel eens
gezien, maar dan onder een anderen
naam. Zij worden door de
cinernamenschen gebruikt als achtergrond
voor hun opnamen uit de Stille
Zuidzee. Het kan voorkomen (het is.
voorgekomen) dat men het eene of
andere Stille Zuidzee-onderwerp tor
plaatse opnam en werkelijk naar
Tahiti of de Marquesas ging. Maar
waarom al die moeite en kosten en
dat tijdverlies als men het net zoo
goed en voor veel minder geld op
de Catilina-eilanden doen kan? Een
paar palmboomen kan men altijd
wel bij den bloemist in Los Angeles
huren. Het publiek merkt het toch
niet. Het publiek merkt niets. Het
publiek merkt nooit iets. Het publiek
gaat toch niet naar de uithoeken
van de Stille Zuidzee. Het publiek
wenscht slechts eenige uren
verdooving van de dagelijksche ver
veling en als die vcrdooving nu maar
volgens het bekende recept gegeven
wordt dan komen do details er niet
zoo heel erg op aan. Daar liggen
dus de Catilinasche eilanden, hooge
rotsspitsen van het Amerikaansche
vasteland, die nog net eventjes boven
de oppervlakte van den oceaan uit
steken. Als men die eenmaal gezien
heeft verdwijnt het vasteland voor
goed onder de oppervlakte van de
zee. En wij zien niets totdat wij in
de buurt van de Sandwich-eilanden
komen. De brave Hollandsche atlassen
noemen dat nog altijd de
Sandwicheilanden omdat honderd en vijftig
jaar geleden, kaptein Cook ze zoo
gedoopt heeft. Ter eere van den Minis
ter van Marine die hem uitgezonden
had en die hem voor zijn
ongeloofelijke reizen (ik vertel er u meer van,
ik had nooit geweten dat die brave
James Cook zoo'n reus van een kerel
geweest was) vrijwel geen enkele
belooning gaf behalve een graadje
hooger van luitenant tot kaptein.
De rest van de wereld heeft den
braven Lord reeds lang vergeten.
Men herinnert zich soms vagelijk
dat hij de man was die lange vergade
ringen in het Parlement verkortte
door het eten van twee sneedjes
brood met ossetong ertusschen. Die
bepaalde boterham heeft 's mans
naam in eere gehouden. Overigens
een staatsman zonder eenige
beteekenis wiens naam gevoegelijk van den
atlas kon verdwijnen. Op alle kaarten
heeten deze eilanden nu Hawaii
(de laatsten i wordt afzonderlijk
uitgesproken) naar het grootste van
de eilanden hetwelk Hawaii heet
en het meest naar het oosten ligt.
Dit eiland is een vulkanisch labora
torium en wij moeten onze menschen
zoet houden. Een heele dag op een
vulkanisch eiland is de gemakkelijk
ste manier van zoethouderij.
Maar voordat wij dit eiland bereik
ten kwam er een telegram.
* *
*
Dit telegram vroeg of ik een boom
wilde planten. Zooals alle dikke;
menschen ben ik van wat men een
..bereidwillige natuur" zon kunnen
noemen. Ik zeg graag ..ja" en tele
grafeerde terug met genoegen maar
zijn er niet al boomen genoeg?" Een
tweede telegram gaf verdere ver
klaringen. De stad Hik), hoofdstad
van Hawaii wilde zich de luxe
pcrmitteeren van een soort Grande Oor
niche of een Avenida do zoo-en-zoo.
U weet wel, een groote en grootsche
heirweg waarlangs men de toeristen
het landschap op zijn allerbest kan
laten zien.
Nu wilde men langs do Hilo'sche
Grande Corniche vijftig hoornen plan
ten die elk door een beroemd mensch
geplant (in casu ,,ik") dan nader
hand tot aanmoediging van de jeugd
konden dienen. Zie je wel, Wimpie,
als jij nu ook hard werkt en een
beroemd man wordt, dan mag je
naderhand ook eens een boompje
planten."
Goed ik had mijn
boomplaiiterscostuum al aan en zette mij plecht
statig in de automobiel die mij naar
de plaats van de terechtstelling zou
brengen. Maar wij waren nog te
vroeg. Het eere-comitéwas er nog
niet. Wij moesten, dus wachten.
Daarom nam ik een vel papier en eert
vulpenhoudertje en ging op
detreeplank van de automobiel zitten
en teekende. Het eerste het beste
onderwerp was goed genoeg. Het was
toch alles nieuw voor mij. Het eerste
het beste onderwerp was een klapper
boom. Ik keek den klapperboom eens
aan en da klapperboom keek mij eens
aan. Vlak bij mij zat H. die haar
waterverfpaperassen op den grond
verspreid had (waar zij onmiddellijk
de belangstelling vonden van
eenigemillioenen naarstige mieren die van
plan schenen alles naar hun hol te
slepen, verf, peuseelen en papier
incluis) en die ook dien palmboom
eens aankeek. En natuurlijk keek de
palmboom haar ook eens aan. Na
tien minuten zei ik tegen H. er
schijnt hier iets niet te deugen.
Ik teeken een palmboom en het
wordt een eik." Zij vischte eenige
mieren uit haar waterfleschje en zei
bij mij schijnt het ook niet pluis.
Ik verf een klapperboom en het wordt
een iep." Nu was dat zeer raadsel
achtig want wij hadden allebei heel
veel boomen geteekend en geverfd
en in den regel leek zoo'n boom die
wij verfden dan ook werkelijk
eenigszins op den boom die ons tot model'
diende. Maar dezen keer liep alles
verkeerd. Tot ik zei weet jij wat ik
geloof. Die klapperboomen kijken
ons aan en begrijpen misschien wel
iets van ons want ze zullen meer witte
menschen gezien hebben. Maar wij
hebben nooit klapperboomen gezien
en misschien begrijpen wij hen niet."
En dat, vrees ik, was inderdaad
het geval.
Wij hadden ons heele leven
tusschen de eiken en beuken en iepen
gezeten maar wij hadden nog nooit
een palmboom in y.ijn eigen omgeving
ontmoet. En dat was weer iets heel
anders dan zoo'n stuk flora in een
kas in do Diergaarde tegen te komen.
En toen heb ik daar stante pede
of liever, gezeten op de treeplauk
van mij n automobiel een eed gezworen
niets te schrijven of te teekenen
over dit nieuwe deel van de wereld
totdat ik er teil minste een beetje kijk
op zou hebben. En daarom heb ik
maar heelemaal niets geschreven.
Nu heb ik ei' eindelijk een heel
bescheiden kijkje op.
Ga niet overbelast op
Uw levensweg.
Laat de H.A.V. BANK
te Schiedam (Levens
verzekering) een deel
der zorgen dragen.