De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 5 mei pagina 15

5 mei 1934 – pagina 15

Dit is een ingescande tekst.

"No. 2970 De Groene Amsterdammer van 5 Mei 1934 15 Rubbeivres frictie C. A. Klaasse Ontelbare plannen Weer een nederlaag voor de apostelen van het ..natuurlijk herstel", van survival of the fittest! De plannen tot kunstmatige beperking va.n de productie, althans den export, van rubber dateeren niet van gisteren. Integendeel, zij zijn reeds jaren oud. Immers dit product heeft niet eerst na het intreden van de economische depressie in 1929 een prijsdaling vertoond, het is niet door de crisis meegesleurd". Het prijsverloop van rubber is een vóórlooper geweest; reeds in 1926 beliep de ge middelde prijs nog maar 67% van die in 1925; in het laatste haussejaar 1929 was het niveau al gedaald tot 28% van dat in genoemd jaar 1925. Nu is het waar dat verschillende agrarische ook tropische producten eerder zich in dalende richting bewogen dan de industrieele grondstoffen die de conjunctuurbeweging meer als secundaire factoren volgden. Maar toch was b.v. in 1929 de gemiddelde suikerprijs nog 70% van die in 1925, bij thee was dit cijfer 82%, bij coprah 7C%. Zoodat rubber inderdaad tot de onheilsboden heeft behoord. Ook wat den omvang van de prijs daling betreft vindt dit product zijns gelijken vrijwel niet. Het gemiddelde prijspeil in 1932 beliep 4,£% van dat in 1925 Ij^ i** * Behoeft het onder die omstandigheden nog wel fcetoog, dat het aantal restrictieplannen vrijwel ontelbaar is en dat reeds jarenlang over streven naar prijsherstel door dit middel wordt gesproken ? In den aanvang van die besprekingen, reeds eenige jaren terug dus, waren de precedenten, waarop de voorstanders konden wijzen, allerminst aan lokkelijk. Inderdaad het product zelve was het eerste voorbeeld geweest van een van regeeringswege gecontroleerde restrictie, en onder de werking van dat plan het Stevenson-scheme waren de rubberprijzen in de wolken gestegen. Oogen schijnlijk een prachtig argument dus om het weer te probeeren. Maar de uiteindelijke consequenties van deze restrictie waren voor de rubbercultuur fnuikend geweest, ja, zij waren de directe oorzaak geworden van de prijsinzinking sedert 1925 waarvan hierboven melding \verd gemaakt. Toen de restrictie onder dit Stevenson-plan, dat alleen door de Engelsche regeering met de betrekking tot de onder haar invloed staande productie in Malakka en Britsch-Indie's productie en export werd ten uitvoer gelegd, effect begon te sorteeren en den prijs deed stijgen werd dat aanleiding tot een wilde uitbreiding van de aanplantingen voor namelijk in ons Indië. Toen de prijsstijging doorzette mede als gevolg van de toenemende consumptie, hebben trouwens de Engelschen ook in ruime mate den nieuwen aanplant ter hand ge nomen. Een reactie trad' in reeds lang voordat de nieuwe aanplant in tap kwam; immers de sterk gestegen prijzen deden ook de productie uit den bestaanden aanplant sterk toenemen. Deze aan alle kanten slecht opgezette restrictie was natuurlijk geen goede voedingsbodem voor nieuwe beperkingsplannen na het intreden van de reactie. Engeland wilde onder geen omstandig heid meer alleen iets ondernemen, in de eerste plaats omdat het dan alleen de lasten moest dragen ter wijl de vruchten ook door alle andere producenten zouden worden geplukt, maar voornamelijk omdat die anderen door opvoering hunner productie den heelen opzet zouden kunnen bederven. En de andere landen, voornamelijk dus ons Indië, leefden destijds nog in de mentaliteit van natuurlijk her stel van evenwicht tusschen vraag en aanbod, ver dwijnen der zwakkere ondernemingen enz. Daarin is echter inmiddels een grondige verandering ge komen. Het' suikervoorbeeld heeft doen zien dat er van survival of the fittest niets meer terecht komt aoodra producenten in andere landen worden be schermd. Daar hadden wij nu verreweg den laagsten kostprijs ! En wat heelt de Javasuikerindustrie daaraan gehad? Tenslotte is zij er dan ook toe ge komen mee te werken met het Chadbourneplan ondanks haar quasi-uitzonderlijke positie. In een tweetal andere gevallen werd een restrictie door gevoerd die de producenten in een veel gunstiger positie bracht en die de basis schijnt te zijn voor een langzame maar gestage verbetering van de rendabiliteit der betrokken ondernemingen. Yin en thee zijn twee producten uit ons Indiëdie posi tief uit den crisispoel werd opgeheven; de restrictie voor die producten heeft de marktpositie zonder twijfel sterk verbeterd. Deze voorbeelden voedden de opinie dat wel degelijk langs dezen weg iets te bereiken zou zijn, en dat men slechts de aperte fouten van den Engel schen opzet in het vorige decennium had te vermij den om een even vruchtbare basis voor succes te scheppen als bij de genoemde producten: thee en tin. Daarbij kwam dat de voorwaarden voor afspra ken in dezen zin in zooverre aanmerkelijk waren verbeterd, dat in het afgeloopen jaar de consumptie van rubber krachtig is gestegen zoodat men het gevoel kreeg dat er nog maar een kleine stoot aan den kant van de productie noodig was om het evenwicht te scheppen. Mér dan dat, de restrictie kon zich grootendeels beperken tot het voorkomen van stijging der voortbrenging en behoefde niet, zooals dat een paar jaar geleden nog het geval zou zijn geweest, een drastische beperking in te voeren. Men kan zelfs zeggen, dat er in het afgeloopen jaar reeds een overschot van verbruik boven productie zou zijn geweest, en dus de zoo zeer gewenschte vermindering der rubbervoorraden zou zijn inge zet, wanneer niet de productie sterk was gestegen Immers in 1932 was de productie rond 700.000 ton ; het verbruik in 1933 beliep 806.000 ton. Slechts omdat de productie ook met rond 140.000 ton toe nam bleef er toch, ondanks de sterke toename van het verbruik, weer een overschot dat aan den We reldvoorraad moest worden toegevoegd. Men komt daarbij tot de ietwat paradoxaal klinkende con clusie dat de geruchten over de restrictieplannen, die mode aanleiding' waren tot d»; geleidelijke prijs stijging in het afgeloopen. jaar, oorzaak waren van de omstandigheid dat het doel van de restrictie wcei'streefd werd. Immers die prijsstijging had uit breiding der productie tot gevolg waardoor liet evenwicht met de consumptie toch weer niet werd bereikt. Zonder ,.dreigende" restrictie zou de prijs waarschijnlijk minder zijn opgeloopen en zou dus de situatie dichter liet ideaal van de restrictie nabij zijn gekomen. De restrictie is er nu. Dat wil zeggen, de ver schillende regeeringen zullen er haar goedkeuring nog aan moeten hechten en de maatregelen nemen om tot de uitvoering van het plan te raken. Maar daaromtrent is natuurlijk reeds met die regeeringen overleg gepleegd voor de publicatie der plannen. Ook in dat opzicht waren de verhoudingen intusschen heel wat gunstiger dan een paar jaar geleden. Toen schrikten de regeeringen in de laisser-allerlanden", zooals het onze, nog terug voor ingrijpen in het bedrijfsleven. Maar de eerste stappen op dit gebied zijn nu ook al lang achter den rug. Het Chad bourneplan werd met behulp van de Indische regeering op .Java effectief gemaakt. Ook voor de tinrestrictie moest de regeering meewerken. De fouten van het Stevenson-scheme zijn in het nieuwe plan stuk voor stuk vermeden. Het voor naamste is natuurlijk dat niet n land den opzet doorvoert maar dat vrijwel de heele wereldproduc tie meedoet". De totale productie in 1933 van de gebieden die niet aangesloten zijn beliep rond l1/^"» van de wereldproductie, zoodat de beteekenis daarvan uit te schakelen is. Vervolgens- is verme den dat dezelfde fout wordt gemaakt als destijds, dat n.l. de prijsstijging leidt tot uitbreiding vanden aanplant. Xieuwe aanplant is verboden behalve voor proef (en dat ook nog binnen grenzen), terwijl ook de herbeplanting is beperkt tot 20 0 van het bestaande areaal. Dat zijn eigenlijk vrijwel de eenige bindende voorschriften die het plan bevat. De rest, de feitelijke restrictie, d.w.z. de beperking van de hoeveelheid die elk gebied mag exporteeren wordt overgelaten aan een op te richten internatio nal Kubber Itegulation Committee. Deze zal perio diek vaststellen welk percentage van de in het plan wel weer voorziene basisquota voor elk gebied uit gevoerd mag worden. Die basisquota zijn bepaald in verband met de potentieele productie, vandaar dat voor de komende jaren (het plan is immers tot en met 1938 opegsteld) het quotum voor Neder. landsch-Indiëvrij sterk stijgt, veel meer dan b.vvoor Malakka, hetgeen juist verband houdt met de toeneming der potentieele productie die men het land toekent. De liogulaf ion Committee is bij het vast stellen der restrictie niet aan bepaalde normen gebonden zoo als dat b.v. bij het Chadbourneplan was in verband met het prijsverloop, terwijl het Stevenson-scheme zelfs een heele sliding'scale van prijs- en restrictiecijfers bevatte. Het plan bevat aldus een groot e mate van soepelheid. Bijzondere vermelding ver dient nog liet feit (lat men vertegenwoordigers van de rubberindustrie, van de verbruikers dus. de Committee wil doen adviseeren, zoodat de heele opzet iets van een corporatief tintje krijgt. Een gunstige noot is tenslotte ook dat men zicli niet doodstaart op inkrimping van de productie, maar. ook het oog gericht houdt op de maatschappelijke, tenslotte betere mogelijkheid van opvoering der consumptie. Uit een heffing op rubberexport zal een fonds gevormd worden tot hot verrichten van onderzoekingen om uitgebreider verbruiksmogelijkheden te vinden. Het eerste doel dat men nu kan gaan verwezen lijken is te voorkomen dat een wat gunstiger situatie onmiddellijk de productie weer doet uitbreiden waardoor tenslotte de technische marktpositie niets wordt verbeterd doch eerder verslechterd, zooals dat in het afgeloopen jaar het geval was. Dat de restrictie niet zal ontaarden in een prijsopdrijving boven het niveau dat voor ,.de goede ondernemingen een redelijke winst laat", daarvoor staat de inmenging der regeeringen borg. Mits de prijs binnen genoemde perken blijft kan niemand tegen deze regeling bezwaar hebben. Tenslotte kunnen de grondstofproduceerende bedrijven niet voortdurend op onrendabele wijze blijven werken, en zelfs zoolang zij dat doen is het voordeel voor de consumenten in de la,«'e prijzen gelegen, slechts schijn, omdat die consumenten aan den anderen kant ook producenten zijn en da.n het. nadeel ondervin den van de onvoldoende koopkracht der grond stof industrieën. Hoe men precies de medcdeeling moet opva.tleii dat het de bedoeling is te komen tot een prijs die vooi' de ..goede producenten" looneiid zal zijn. is niet duidelijk. Beteekent dit dat de niet hoogere kostprijzen werkende bedrijven op den. duur toch zullen moeten afvallen.;' lii dat geval vervalt n van de meest klemmende argumenten van de tegenstanders van restrictie in liet algemeen: dat zulk een kunstmatig herstel in tegenstelling met hef natuurlijke helste! de zwakke, duur werkende, bedrijven in het leven houdt. In elk geval mag men wel aannemen dat de prijsstijging van het product voorloopig niet heel groot, zal zijn, te meer omdat, immers de verwachtingen inzake komende restrictie reeds een belangrijke stijging tengevolge heeft gehad. Hetzelfde geldt voor de aandeelen; ook in die koersen is een belangrijke verbetering van de positie van het product al ..verdisconteerd". Hoewel het feit, dat nu de goede ondernemingen weer een meer stabiele basis krijgen, voor de betiokken aandeelen zeer zeker een steun van be teekenis is. Het overmatig speculatieve element wordt uit deze fondsen weggenomen. Bij de waar deering der aandeelen moet men aan den anderen kant niet vergeten dat voor zoover de restrictie inderdaad de productie zal doen verminderen de kostprijs eenigszins zal stijgen, hoewel dat onge twijfeld goedgemaakt zal worden door de betere prijzen. Het wachten is nu op de tenuitvoerlegging door de regeeringen. Wat ons Indiëbetreft is het speciaal interessant Welke oplossing men zal kiezen. voor de ,.bevolkingsrubber", die vroeger veelal als een onvermijdelijk struikelblok voor elke restrictie werd gedoodverfd maar waarvoor men natuurlijk een oplossing heeft gevonden, waar schijnlijk door middel van een uitvoerrecht. KU NSTZAA L VAN LIER ROKIN 126! AMSTERDAM DOORLOOPEND TEN TOONGESTE LD KUNSTWERKEN VAN JONGE HOLLANDSCHE EN BUITENL. MEESTERS

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl