Historisch Archief 1877-1940
N o. 2970
De Groene Amsterdammer van 5 Mei 1934
Caricatuurtentoon'
stelling Ie Praag
Uit de Natuur
R. Blix
Hit Ier's intocht in Europa
O. Sekora
Sightseeing in Weenen
Th. H. Heine Rassenreinigung"
Een drietal caricaturen van de Interna
tionale caricatuurtentoonstelling te Praag.
De bovenste twee zijn op verzoek, res
pectievelijk van de Duitsche en
Oostenrijksche regeering, verwijderd.
Nieuwe Uitgaven
Hel Mechanisme der Natuur, eenvoudige uiteen
zetting van de moderne opvattingen betreffende
de structuur van de stof en het wezen van de stra
lingsverschijnselen, door E. N. da C. Andrade.
Uit het Engelsen vertaald door Dr. F. W.
Nijhoff. W. J. Thieme & Cie?Zutphen. In dit boek
heeft de schrijver getracht de grondslagen van de
Natuurkunde aan de hand van de nieuwere resul
taten in het kort duidelijk te maken. Het is be
doeld als een inleiding, die de lezer in staat stelt,
populaire uiteenzettingen omtrent afzonderlijke
deelen van het onderwerp en artikelen in kranten
en tijdschriften omtrent nieuwe vindingen te be
grijpen.
Nachtegaal
Dr. Jac. P. Thijsse
Men hoort nog al eens klagen over den achter
uitgang van de vogelbevolking van eins land in het
bijzonder en van de door de menschen bewoonde
wereld in het algemeen. Daar is veel waars in en
vooral ook veel e>nbegrijpelijks. Maar daar staat
tegenover, elat juist heel dikwijls ook vooruitgang
valt waar te nemen en wanneer het alleen op het
bloejte getal aankwam, dan zou ik het wel op mij
willen nemen, om te beweren, dat wij in de laatste
vijftig jaren n wat betreft vejgelsoorten n
vogelindividuen er flink eip zijn ve>oruitgegaan.
De oorzaak van deze mutaties ontgaat ons dikwijls,
zotjwel van elie in gunstigen als elie in ongunstige n
zin. Het komt ons voor, dat de Kwak even goeel
in ons land had kunnen blijven broeden als de
Lepelaar en de Furpurreiger. Waarom verdwijnt
de Blauwe Kiekendief terwijl ele Aschgrauwe te>t
in het lastige toeneemt? Wat heeft de (j root e
(iele Kwikstaart en de Europeesche Kanarie
*bewogen, om uit het bergland af te elalen in ele
vlakte en zelfs reeds hier en daar tot stadsvogel
te worden. Wij zouden hier alleilei dingen op
kunnen verzinnen, maar om de waarheid te zeggen,
weten wij er niets van.
De tegenstelling, de vijandigheid tusschen
mensch en natuur is lang zoo groot niet, als men
dat wel voorstelt, vaak niet anders dan een droevig
dom slordigheidje en volstrekt niet onvermijdelijk.
Veel diersoorten hebben ontdekt, dat zij ongevaar
lijk en zelfs profijtelijk met den. mensch kunnen
samenwonen. Daarmee bedoel ik niet alleen ele
luizen en vlooien, ratten en muizen en dergelijk
gedierte des duivels, maar ook les animaux du
Bon Dieu", zooals de zwaluwen al sinds eeuwen
her. In onze dagen hebben wij gezien, hoe de
houteluiven zich in de steden hebben gevestigd en ele
meeuwen kwamen overwinteren in de havens.
De merel deed zijn intocht in de stad, na een wijle
gevolgd door den zanglijster. Van de mueschen en
spreeuwen behoef ik niet te spreken. Maar e!e
Groote Lijster, die veertig jaar geleden zelfs in de
vrije natuur als een zeldzaamheid gold, komt zich
thans ook al tusschen de mengchen vestigen.
Roodborst, winterkoning, heggemuseh, allerlei
meezen, roodstaartje, spotvogel wonen talrijker
in de omgeving van de menschen, dan in de viije
natuur. En wanneer de teekenen niet bedriegen,
dan volgt de nachtegaal hun voorbeeld en aan
vaardt hij alvast onze villadorpen aan den
boschrand, om straks ook de goede stadsparken en tuinen
voor lief te nemen.
Voor nog maar al te veel menschen is de nachte
gaal een geheimzinnig, legendarisch wezen, alleen
te benaderen in het nachtelijk duister. Maar bij
ons zit hij op klaarlichten dag te schallen en te
schateren in de meidoorn, vlak bij het open raam
van mijn werkkamer. Dat hij ook al den hcelen
nacht gezongen heeft schijnt hem niet te hinderen
en mij ook niet. Met den besten wil van de wereld
kan ik geen onderscheid bemerken tusschen elen
dagzang en de nocturne. Voor de zooveelste maal
haal ik dan weer een notitieboekje voor den dag,
om de verschillende strofen op te schrijven met
streepjes en stippen, krulletjes en uitroepteekens,
voor iectereen onleesbaar en dikwijls voor mijzelf
ook. Maar ik kan het niet. laten, evenmin als bij
het zingen. In mijn Vogeljaar heb ik ee;n dozijn
strofen genoteerd volgens de lettergreep-methode
en ook namen bedacht. Ik ben nu al ver over ele
honderd en ook een beetje bezig met toonhoogte
en tempo. Maar het is razend moeilijk. En liet
wonderlijkst is wel, dat bij al die verbijsterende
verscheidenheid elk lied toch dadelijk te her
kennen is als dat van een nachtegaal. Een enkelen
keer meende ik wel eens de boomleeuwerik te
hooren of een ekster, maar dat was elan waar
schijnlijk imitatie. Veel vognls overkomt het wel,
TOOTAl
m»JCO ?
TIC J*
STANDARD
EEN NIEUW
FABRIKAAT
VAN
TOOTAL
De bekende fabriek der
Pyramid Zakdoeken
uoodigt U ui< ook eens
een proef Ie nemen mei
haar nieuw fabrikaat
TOOTAL DASSEN
BtW
ONKREUKBAAR - WASCIIBAAR
BUITENGEWOON DUURZAAM
PKUS:
Tl.
dat zij andere nabootsen. De spreeuw is daarin
ren meester, maar ook de nachtegaal acht het
niet beneden zich.
Wat bedoelen die vogels met dat zingen? Do
vraag is nauwelijks toelaatbaar. Wat bedoelt een
kind van drie; jaar. dat bij zijn spel zit te zingen,
zonder dat er iemand in de buurt is en dan nog
wel liedjes, die het nooit geleerd heeft, dingetjes
van eigen vinding en van het «ogenblik. Een
lujest Kngelsch ornitholoog, H. Kliot llowarel,
heeft ons een jaar of vier geleden verblijd met.
zijn boek ..Territory in lïird Life", waarin hij
betoogt dat de vogels zonden zingen, om kermis
te geven van hun aanwezigheid op hun gebied
en hun voornemen om dat vrij te houden van.
indiingers. In het gebied en vooral aan de grenzen
krijg je dan ook werkelijk de groote vechtpartijen.
Een dei gelijke hypothese is altijd veel waard,
al was het alleen, om weer opnieuw aanleiding
te geven tot waarneming, onderzoek en proef
neming. Tegenspraak is niet uitgebleven. We
hooien de vogels dikwijls zingen onder e
mstaneligheden, waai bij gebieelskwesties heelt maal zijn
uitgesloten. Later vtitel ik daar neig wel e;ens meer
van. Maar in hijsse's Hof heb ik twee, soms drie
paar nachtegalen en die gaan dezer dagen wel
geweldig tegen elkaar te keer, zoowel met de stem
als niet bek en pooten. Heel aarelig is het, e>m dan
te hooien hoe zoo'n toornig" mannetje dan
dikwijls ttiizelftle stiofe f enige kt ei en herhaalt
t n dat tic ander htm dan antwooielt met dezelfde
stiofe of met een a.ndeie, die dan t>e>k weer her
haald woidt. Het woidt dan een felle dialoog en
het is niet meer dan natuurlijk, dat wij dan toch
weer gaan vragen wat zemden ze nu daarmee
bedoelen?" Als we nu maar goed oppassen en be
hoorlijke tuinen, plantsoenen en parken aanleggen,
waar nachtegalen giaag willen vertoeven, dan
vinelcn we metteitijd met veilende krachten nog
het antwoend e>p die viaag.
Rectificatie
In ore IA ii nu v vaiv21 Apiil hebben wij
abufeicv.elijk vtinuld. ('at ..J'icljhmcn dtr dimiimitie" van
I-'iof. .Mr. W. A. honger bij Tjeerik Willink te
Haarlem is uitgegeven. Dit moet. zijn bij de
uitgevcis l'. KooTiltioff te Groningen.
EIKEN O^l ^L