Historisch Archief 1877-1940
Willy Haak als Polly.
NFLATIE VAN
Dramatische kroniek
Engeland's handelspolitiek
(Slot van pag.
Als belooning voor die industrieele verwerking
stellen de dominions aan het moederland «en deel
van hun agrarische productie ter beschikking,
waarmee de industriearbeiders aldaar gevoed kun
nen worden. Deze oude gedachte: England, work
shop of the world" was een fout in den opzet.
Want de dominions hadden allemaal industrieën die
zich krachtig aan het uitbreiden waren en die door
de regeeringen der betrokken landen aan alle kanten
werden gesteund. En het moederland aan den
anderen kant, mede als gevolg van den
achteruit? gang der industrieele bedrijvigheid, deed alles om
den landbouw en veeteelt te steunen, zoodat er
voortdurend een botsing van belangen was die
met de theorie der Empire Free Trade niet klopte.
Ware dat niet het geval geweest, dan zou er
voor dit stelsel zeker iets te zeggen zijn geweest.
JLet hield nl. den gulden middenweg tusschen den
absolute n vrijhandel.
Door de autarkie over zoo groot mogelijk ge
bied toe te passen zijn de nadeelen zoo klein moge
lijk, en dat zou het Empire nu wellicht juist
hebben kunnen bereiken. Maar terwijl de elkaar
verleende preferentieele rechten wel de totale
welvaart beknotte, omdat immers goedkoopere
outsiders" in de concurrentie werden belemmerd,
bleef er van de meerdere stabiliteit juist om voor
omschreven redenen niet zoo heel veel over. Daar
bij kwam dat de economische eenheid van het
Empire, hoe omvangrijk ook, nog te klein bleek,
Engeland wil Nieuw-Zeeland geen carte blanche
geven om het vol te stoppen met producten die nu
van elders worden betrokken; men wil daarvoor
desnoods aan andere landen iets meer betalen mits
men dan ook maar den afzet daarheen kan hand
haven. En bovendien de wensch om de eigen agrari
sche bedrijven te steunen een woordje meespreekt.
De Drie Stuivers Opera" bij de
Amsterdamsche Tooneelvereeniging
Het is niet onwaarschijnlijk, dat de geschied
schrijving in haar behoefte aan mijlpalen op den
duur een naam zal vinden voor het tijdperk
tusschen wereldoorlog en wereldcrisis en dat de
tweede decade van deze eeuw te boek zal staan
als een periode van lamlendigheid, slechts tragisch
omdat zij zich uit gebrek aan beter op die lam
lendigheid liet voorstaan. De afstand ordent wat
op hét oogenblik zelf chaotisch en onoverzichtelijk
scheen. Zij, die zich in den wereldoorlog de glorie
rijke voorrechten eener groote jeugd ontnomen
zagen, doorleefden in de geestelijke ontwrichting
nadien een soort van late puberteit, die zich
vooral daardoor kenmerkte, dat te rijpe kinderen
de innerlijke kracht misten om ouder te worden.
Zij bevrijdden zich, en zulks met recht, van oude
idealen, zij pleegden afbraak, doch nestelden zich
willoos op de puinhoopen. Zij misten het supreine
privilege van alle jeugd: ouder te kunnen worden
dan zij zijn. Zij bleven jong, totdat het masker
morbide werd onder de geforceerde maquillage
en het gebaar zoo hopeloos en zoo vermoeid, dat
aan het einde der jaren twintig" hun
vrijheidsbesef een spookachtige dwangvoorstelling dreigde
te worden. De geestelijke inflatie had tenslotte
het weerstandsvermogen zoozeer uitgehold, dat
het Europeesch kapitaal aan geloof en overtuiging
kon worden uitgedrukt in de drie stuivers van een
bedelaarsopera. Een fascineerend idee destijds:
een schelle en wanklankige samenzang van en
voor de verworpenen der aard'," de geboorte
van een Europeesche jazz in letterlijken en
figuurlijken zin, waarin met schrijnende natuurgetrouw
heid^de ontgoocheling en de verwording van een
heele jeugd lag uitgedrukt.
Daarin ligt de waarde van de Drie Stuivers
Opera", hare historische waarde echter. Het is een
zonderling toeval, dat het in 1929 op het program
ma der Nederlandsche schouwburgen prijkte
op den dag, dat in New York een evenzeer uitge
holde beurs ineenstortte. Een tweehoofdige Janus
was in die dagen de wereld: half speculant en half
een ontredderde clown. Contrasten ontmoetten
elkaar, de kunstpagina stond om zoo te zeggen
naast de beursberichten. de rijke kooplieden
protegeerden de meest revolutionnaire kunst en
de kunstcharlatans verdienden geld wanneer zij
maar op het geestelijke defaitisme en de
massa,psychose der moreele minderwaardigheid specu
leerden. Alleen. ... de aangeroepen déluge''
kwam niet na hen, maar over hen. Van den storm,
die over de wereld ging, was de beurskrach maar
een symptoom, des te evidentar misschien omdat.
het huisje des te heiliger was. Wij in Nederland,
in ons vochtige, maar veilige keldertje onder de
zeestraat, hebben van dat bombardement noch
in geestelijk noch in geldelijk opzicht de volle
laag gekregen, wij hebben nu eenmaal een ervaring
in het buiten schot blijven, die niet van gisteren
is. Men moge hier en daar wat hard op onze deur
gebonsd hebben, bij het opengaan mogen de buiten
ons vechtenden hier en daar wat gedeponeerd
hebben waarom wij niet vroegen, in hoofdzaak
echter zijn wij niet tot die definitieve keuze ook
en wellicht vooral in geestelijk opzicht gedwon
gen, welke rondom ons de afrekening van tien
jaren vroolijke keuken" presenteerde. Wij
vertoonen thans de Drie Stuivers Opera" opnieuw,
en de decadenten en de saloncommunisten onder
ons vinden het weer prachtig; wat een heerlijk
gevoel om onder literaire geleide in de achter
buurten van den geest gevaarlijk uit wandelen te
kunnen gaan, wat een genot in de syncopen vau
de sjngs weer de hik van den zattm aleoholiker
terug te vinden !
Mijn God, zijn wij dan blind? Ook al is een
ongerechtvaardigd idealisme wellicht erger dan
heelemaal geen, ook al is de waarde van den
menschelijken geest in zake de kunst misschien
nog steeds in drie stuivers uit te drukken, laat
ons dan echter inzien, dat deze waarde het laagst
mogelijke niveau is in plaats van haar daarop
te willen stabiliseeren en daarop prat te ga.ari !
Laat ons toch inzien, dat wij niet, alsof er niet»
gebei'rd \\as in het ongelukkige lustrum dat
achter ons ligt, mogen voortgaan met het zingen
van die spreekkoren der lamlendigheid, die
hoe fraai hun syncopen de wanhoop ook mogen
verklanken toch eigenlijk niet anders dan
verliterairde toonzettingen zijn van het Zoo gaat
Japie naar den bliksem toe" en het
Ebbedebbedebbe, wat een rotzooi is het hier". Het is geen
kunst om bij de clownspakken neer te zitten en
Verstraete (Peachum)
en Annie Verhulst (Mevr. Peachum)