De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 12 mei pagina 7

12 mei 1934 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

N o. 2971 De Groene Amsterdammer van 12 Mei 1934 Vegetatie-r hy t hme Dr. P. van Olst Rogge Dr. H. Bos, de kort geleden gestorven voorzitter van de Phaenologische Vereeniging, heeft in 1933 nog de gelegenheid gehad een belangrijke publicatie te wijden aan het vegetatiernythme van de rogge, waaraan ik enkele dingen ontleen, die mijn lezers .kunnen interesseeren. De ontwikkeling van een plant kan in theorie beheerscht worden door twee dingen. Het eene is de organisatie van de plant zelf en de inwendige krachten die in dit organisme werkzaam zijn; het andere is de invloed der omgeving, vooral de wis seling der jaargetijden. Ieder van deze twee heeft een groep botanici, die er door dik en dun aan ge loofden. De eene groep meende dat de mui of meer vastgelegde levensloop, het eigen levensrhythme der plant de hoofdzaak was en dat de jaarlijksche weerschommelingen hier alleen maar wijzigingen in kunnen aanbrengen. De andere groep geloofde echter dat de uitwendige omstandigheden een overheerschenden invloed uitoefenen en dat er van een eigen levensrhythme geen sprake is. Dr. Bos geeft een duidelijk beeld van deze verschillende opvat tingen door een vergelijking te maken tusschen de beweging van een uurwerk en van een windmolen. De wijzers loopen volgens de organisatie van het uur-werk, dus hier is een eigen levensrhythme"; de wieken van den molen bewegen in een tempo, dat afhankelijk is van de windkracht. Hier hebben dus de uiterlijke omstandigheden den overheerschenden invloed. Bij beiden echter kunnen wijzi gingen optreden: bij de klok kan het eigen rhythme van' het uurwerk gewijzigd worden door de uit wendige omstandigheden, immers bij warmer weer wordt de slinger van het uurwerk langer en de klok loopt langzamer! Bij den molen echter weer zijn de uitwendige omstandigheden niet uitsluitend de baas; immers een slechter smeren van de moleiionderdeelen zal bij gelijke windkracht een langzamer draaiing tot gevolg hebben. De periodieke levensverschijnselen nu zijn noch uitsluitend van het klok-type, noch uitsluitend van het molentype. Nu eens overheerscht het eigen levensrhythme, dan weer de invloed der omgeving. Lagere organismen zooals schimmelsporen reageeren sterk op de omgevende omstandigheden, heelemaal onafhankelijk van het oogenblik en hebben dus geen of tenminste geen overheerschend levens rhythme. De hóoger ontwikkelde planten echter gehoorzamen slechts in enkele ontwikkelingsstadiën aan de omgevingsinvloeden, in andere levensstadiën echter gaan ze hardnekkig hun eigen gang. Daardoor keeren in veel gevallen de perio dieke levensuitingen der plant veel geregelder terug dan de schommelingen in de invloeden van bodem en klimaat zouden doen verwachten, d.w.z. de planten verzetten zich tegen deze omge vingsinvloeden met meer of minder succes. Indien nu deze omgevingsinvloeden niet kunstmatig op gedreven worden treedt dan bij een plantensoort, zelfs een plantenras, ja zelfs bij een apart individu een kenmerkende levensgang op, die berust op eigen organisatie en physiologischen toestand. Deze eigen temporegeling heet het eigen vegetatie-rhythme. Dit is een conservatief element in de plantontwikkeling; de wisselende factoren der omgeving kunnen hier alleen maar wijzigingen in brengen maar geen totale verandering. Een typisch voorbeeld is te vinden hier te lande bij de rogge. Zooals men weet verbouwen onze boeren ten deele winterrogge, ten deele zomerrogge. De winterrogge wordt reeds gezaaid in het najaar. Al naar gelang van de omstandigheden zaait de boer deze rogge of reeds in September of in de latere maanden, tot uiterlijk eind Februari. Maar ge woonlijk valt de zaaitijd in. najaar of voorwinter zoodat men 's winters de akkers mooi groen ziet tusschen het donkere groen der dennenbosschen en het bruine verdorde blad van het akkermaalshout. De kiemende korrels maken echter nog geen lange stengels, doch stoelen uit" tot kleinere of grootere plantjes, die samen den akker voor een stadsmensen aan een grasveld doen denken. Pas in Maart of April beginnen de roggestengels te groeien tot het hooge graan dat in Juni bloeit, waarbij de wind wolken stuifmeel over de halmen waait. Heb zaad zet zich, de halmen gelen en de rogge is rijp in eind Juli, gereed om gemaaid te worden. De zomerrogge echter overwintert niet; zij kan de vorst niet verdragen en zou 's winters veel te veel uit dunnen. Het voornaamste verschil met de winterr ogge is dus dat de zomerrogge geen groeistilstand, geen rustperiode doormaakt. Men zpu nu kunnen denken dat de winterrogge deze rustperiode van eenige maanden alleen maar doormaakt omdat de weersgesteldheid, dus de omgeving, den groei die in het najaar nog begonnen is, tijdelijk belet. Schijnbaar wordt dit bevestigd door het gedrag der zomerrogge, die men nu eens voor de variatie in den herfst of naherfst uitzaait, want deze gedraagt zich dan geheel als de echte winterrogge, behalve alleen dat eventueele vorst leelijke ravage aanricht op den akker. Maar toch is het niet de omgeving die hier het rhythme bepaalt. Dat bemerkt men zoodra men de winterrogge uitzaait in het vroege voorjaar, dus haar als zomerrogge behandelt. Hoewel de omge ving dan gunstig is voor den groei, weigert deze winterrogge het voorbeeld der zomerrogge te vol gen. De korrels kiemen, maar zij stoelen alleen uit zonder tot halmvorming over te gaan, beHuis DUIN EN DAAL" - Bloemendaal RUSTIGE LIGGING ** MODERN COMFORT ** Speciale arrangementen voor langer verblijf lialve hier en daar bij uitzondering. De aren die nog aan deze halmen komen zijn loos. De akker blijft den heelen zomer en nazomer er uitzien als een grasveld en pas na den volgenden winter gaat deze vogge tot de normale halm- en aarvomüng over. De rustperiode in de ontwikkeling der winterrogge ; is dus niet iets wat door de uiterlijke omstandig heden wordt afgedwongen, maar het is een nood-. zakelijk bestanddeel van het eigen levensrhythme. ? Uit genomen proeven wordt het zeer waarschijn- j lijk dat de winterrogge behoefte heeft aan een; periode van lage temperatuur, om later tot halm vorming over te gaan. De in het voorjaar gezaaide ; wiriterrogge ondergaat deze lage temperatuur niet' en krijgt daardoor moeilijkheden met de halm vorming, die nu niet lukken wil. Indien men echter de winterroggekorrels eerst in den kiemingstijd aan kunstmatige lage temperatuur blootstelt, lukt het beter haar bij uitzaai in het voorjaar tot halm vorming te brengen, een verschijnsel dat doet den ken aan het kunstmatig ,,trekken" van verschil lende bloemen, in onze kassen, door middel van allerlei ingrepen (behandeling met aether, met warmwaterbaderi e.d.). Als men dus de omgeving erg sterk. ..kunstmatig" sterk laat inwerken, lukt het wel hot eigen vegetatie-rhythme te verstoren, maar dit bewijst niet dat dit rhythme er niet is ! Reserveer nu voor Pinksteren! Er is nog plaats! Bespreek tijdig voor Uw Pinksterverblijf! Talloos velen zullen dit jaar een zorgelooze Pinkster genieten temidden van blije menschen, in de tintelende gezonde lucht van Scheveningen. Er is de nooit-volprezen Pier; het voortreffelijke Boulevard Restau rant; het enorme terras van Grand Hotel Scheveningen's balcon". Alles is open met Pinksteren! Ge niet mee! Geniet een feestverblijf in een der 6, om hun verzorging beroemde E. M. S. hotels. Ook Oranje Hotel blijft als hotel geëxploiteerd, het wordtj22 Juni geopend! Met Pinkster op de Pier! SCHEVENINGEN r, PINKSTERTAR IEVEN: Palace Hotel f. 24.Hotel Kurhaus .... f. 19.- tot f. 22.Crand Hotel f. 18.- f. 21.Savoy f. 16.Rauch f. 16.Van Zaterdag, 19 Mei, met diner, tot Dinsdag, 22 Mei, na het ontbijt. Verstrekt wordt het groote dinermenu . . .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl