Historisch Archief 1877-1940
p
Coquelin tres cadet
Bioscopy L. J. Jordaan
Robert lynen in: Poll de
carotte" Alhambra
Het was in Parijs en het was de groote Coquelin
in zijn laatsten glorietijd. Men speelde Cyrano",
?dat onvergankelijk monument van bonisseurs-stijl
van pathos, zwier en panache :?.... Ce sont les
?cadets de Gascogne !.... A la fin de l'envoi je
touche.... l"
Na de grandioze maan-historie door Coquelin
magnifiek voorgedragen, vol kleur en bravour
royaal met het gezicht naar het publiek, alsof er
?geen medespelers bestonden.... op dat moment
«prak de vermaarde oude heer, die altijd achter den
, journalist zit om den slogan van den avond te
? uiten: Ah l C'est merveilleux c'est grand
?c'est du théatre!"
Du théatre.... inderdaad I Dit was de kunst
van het woord, van de voordracht, van de
triomiantelijke bewustheid der ademloos toeschouwende
zaal. Dit was de kunst, die vast en streng omlijnd
binnen eigen grenzen, niettemin artisten en publiek
.gelijkelijk omvatte: de acteurs als vertolkers
van het drama de toeschouwers als
stimuleerende tegenspelers. Het was groot, warm, schoon
.maar vooral: het was tooneel l
Hoelang zal het nog duren eer het besef, door
dringt, dat de filmkunst van die illusie afstand
heeft te doen? Men heeft getracht het op honderd
manieren uit te drukken, dit dikwijls zoo subtiele
verschil tusschen tooneel en film laat mij het
ditmaal nog weer eens anders probeeren: leder
en heeft wel eens het oogenblik beleefd, waar
op het filmsujet op het projectiedoek zich
schijnbaar rechtstreeks tot de zaal richt. De speler
bedrijft dan opzettelijk de grootste zonde tegen de
«tudio-code.... hij kijkt wat men noemt in de
lens" en richt het woord tot den imaginairen toe
schouwer. Welnu, is het u wel eens opgevallen,
lezer, hoe volkomen de f ilmschaduw óver en langs
«Ie menschen heenziet hoe er geen schijn
van eenig contact" bestaat hoe integen
deel de afstand tusschen het twee-dimensionale
beeld en den levenden toeschouwer hopeloozer,
-onoverbrugbaarder blijkt dan ooit? Het wordt
een soort testproef een demonstratie van de
:groote waarheid dat er voor de film geen publiek
?bestaat f De tilm is een verbeeldingswereld op zich
zelf af en compleet als het boek, waarin de
aan?wezigheid van den lateren toeschouwer reeds ver
disconteerd is. De toeschouwer, vertegenwoordigd
-door camera en microfoon, is bij de opname reeds
inbegrepen ? hij leef t het drama mee als deelnemer.
Hij is zoo goed met de handeling samengeweven
?als de spelers en dezen behooren er evenmin aan
te denken tegenover hem te poseeren, als zij het
?tegenover elkaar doen. Zoodra de acteurs dit
essentieele principe vergeten en gaan spelen" tegenover
een gefantaseerd publiek, is het mis. Dan ontstaat
?die eigenaardige opzettelijkheid dik-opgelegd of
nauwelijks waarneembaar die wij zoo karakteris
tiek terugvinden in het kind, dat zijn natuurlijk
heid vergeet en zich aanstelt....
Ah !.... het kind ! Naast het dier stellig wel het
:zuiverste filmobject, dat zich denken1 laat.... mét
liet dier, de eenige die het spel als realiteit
onder?vindt en een vooraf geprojecteerde handeling als
volkomen echt beleeft. De ideale filmspeler
?omdat het.... niet speelt! Met het kind heeft de
?cinegrafie (afgezien van de teekenfilm) haar
kostbaarste ontdekking gedaan,1 haar glorieuse oor
spronkelijkheid bewezen. Want hier doet zich een
?der, zeldzame mogelijkheden voor, waarbij een ge
beuren vooraf gecomponeerd kan worden en noch
tans uit argelooze realiteit samengesteld. Dit is de
:reden waarom de z.g. kinderfilm" een
weergalooze klaarheid, ongereptheid en zuiverheid bezit,
die volkomen nieuw is in de geschiedenis der kun
sten. Lange betoogen kunnen hier achterwege blij
ven: wij hebben de voortreffelijke bewijzen gehad
in de Amerikaansche Our gang"-films van Nor
man Taurog wij hebben er het frappante voor
beeld nog onlangs van genoten in het prachtige
La maternelle".
Vooral de teere, subtiele kindertragedie van
Bénoit-Lévy's Bewaarschool" stond in dit op
zicht lijnrecht tegenover Poil de carotte". Het
was een film van het kind.... niet door het kind.
Het kind was erin geobserveerd niet geëxploi
teerd. Met zeldzame gevoeligheid had de samen
steller gebruik gemaakt van de typisch kinderlijke
eigenschappen: een spel als ernstige werkelijkheid
te doorleven en daarbij met een voorbeeldelooze
stelligheid aan zijn emotie uitdrukking te geven.
Reeds toen mocht men zich verwonderen over de
vox-populi, die in dit verschijnsel hardnekkig als
wonderbaarlijk comediespel beschouwde, wat in we
zen niets anders was dan hartstochtelijk meegeleefde
realiteit. En het was de donkere schaduw over het
welverdiende succes van La maternelle" gewor
pen, dat men deze merkwaardige openbaring niet
heeft begrepen dat deze schoonste overwinning
van de film aan de massa voorbijging. Dit wordt
overal bevestigd, daar waar het onderscheid tus
schen een Paulette Elambert en een Robert Lynen
niet Wordt gevoeld. Wie zich de diepe klove tus
schen het levende kind in La maternelle" en het
kleine tooneelspelertje in Poil de carotte" niet
pijnlijk bewust is, voor dien bleef de werkelijke
schoonheid van de ,,Bewaarschool"-film ver
borgen.
In La maternelle" komt een jongetje voor, dat
niet lachen kan." Veelzeggend symbool! De
jonge Lynen kan alles: lachen, huilen schrikken....
kortom: spelen ! Wat hij niet meer kan is: zichzelf
zijn. Deze Coqüelin-in-den-dop met zijn flair voor
doen-alsof", met zijn praematuur vermogen om
als de groote menschen tooneel te spelen, met zijn
kennelijke bewustheid van een. bewonderend pu
bliek, is als sujet voor de film verloren zijn
toekomst ligt onafwijsbaar op de planken. Misschien
valt dit alles niet zoo dadelijk op in deze theater
film met haar tooneelspelende sujetten. Tegen
over een Madame Lepic" met haar onuitstaan
baar coulissenaccent heeft zelfs deze jeugdige
histrion nog iets van een kind. Maar zie hem in de
korte scènetjes met zijn kleine buurmeisje
een cht kind en de handeling stokt door een
volkomen ongelijksoortigheid. Het kle'ne wicht
kijkt verbaasd naar den hab'elen speler op ....
er bestaat niet het minste contact tusschen deze
beiden. De inzichzelf besloten wereld van La
maternelle", waarin het kind zijn eigen leven leefde,
onbewust van regie en camera, werd hier een ge
arrangeerd rendez-vous van een. pijnlijke
linkschheid. De zuivere, klare toonaard van het argelooze
kind is vertroebeld en valsch geworden.
Daarmee staat en valt tenslotte een film als deze.
Noch de vlotte (zij het soms wat opzettelijk
avant.gardistische") behandeling der film door den knap
pen old-timer" Duvivier, noch de magnifieke
vertolking van Harry Baur's Monsieur Lepic"
(hij is tienmaal eenvoudiger dan zijn kleine tegen
speler!), kunnen dit drakerige en
psychologischabsurde drama redden. Wat het onmogelijkste
scenario kan doen aanvaarden, doordien de
sujetten er zelf in gelooven, ontbreekt hier: de
waarachtigheid en onbevangenheid der centrale
figuur.
Het is niet aangenaam den sterken opgang van
de Fransche film der laatste maanden, te moe
ten onderbreken met deze critiek. Maar geen
waardeering zoo t fataal als een valsche waar
deering wij zijn het aan de superioriteit
van La maternelle" verplicht, alle gemeen
schap tusschen deze beide werken af te wijzen.
Gedoeld wordt op het zuiver stellen van het be
langwekkende filmprobleem op de ontwarring
van subtiele, maar essentieele misverstanden. Wat
wij hier voor ons zien is geen film, maar geïmiteerd
tooneel geen kind maar Coquelin-très-cadet !
OOST-AZIATISCHE KUNST
COLLECTIE MARCHESE S. CORVINO
l
VERKOOPING KIJKDAG ZONDAG 13 MEI
15MEIBBBI BOEKHANDEL EN ANTIQUARIAAT
P. A. HEMERYCK (A. T. KLEEREKOOPER)
KONINGINNEWEG 137 - A'DAM
II ZONDAGS GEOPEND)
l ZONDAGS GEOPEND l
Robert Lynen
Spreektaal
Werklooze jeugd.
Naar aanleiding van het artikel Plaats voor
jonge intellectueelen" in het nummer van 14
April, wilde ik gaarne het volgende opmerken.
Ik ben het geheel met den heer Coenraad eens,
dat jonge menschen een bezoldigden werkkring
bitter noodig hebben, doch zou willen vragen,
of de behoefte aan bezoldigden arbeid alleen bij
jonge menschen geoorloofd is. Ook ouderen, zelfs
speciaal ouderen, komt het toe, onverschillig
of dit mannen, vrouwen, ongehuwden of gehuwden
zijn. Indien de verhouding van het individu tot
den arbeid alleen door de bezoldiging bepaald
werd, zou het er met onze werkers en onze maat
schappij treurig uitzien. De geschiktheid voor een
positie zou bepaald moeten worden door het feit,
dat wellicht een jongere werkloos is?
Elke vrouw, gehuwd of ongehuwd, zal door
haar stemrecht mede de verantwoordelijkheid
voor den gang van zaken dragen. Ditzelfde zal
gelden in haar ambtelijk werk. Wanneer wij dan
ook motieven zoeken voor de verwijdering van de
gehuwde vrouw uit haar positie, vinden wij hoog
stens dooddoeners, als: de man heeft voldoende
inkomen. De nood geeft niet den doorslag, want
het belang van de geheele gemeenschap gaat
boven den nood van een gedeelte. Het is aan de wer
kenden en werkloozen tezamen te trachten voor
allen een plaats te vinden.
Het onbaatzuchtig dienen van liefdadige
instellingen" kan alleen door hen geschieden, die
daarvoor roeping en geschiktheid hebben, liefst
ook inkomen en (of) kapitaal.
De werklooze jeugd heeft niet het recht zich met
particuliere inkomens te bemoeien, omdafc zij in
't kort gezegd nog niets weet en. meent met enthou
siasme iete tot stand te kunnen brengen, waar het
scherpzinnigste verstand faalt. Waartoe zij wel
het recht heeft, is te eischen, dat zij een plaats
krijgt in de gemeenschap, waar zij nuttig kan zijn
en zich kan ontplooien. Het is aan de ouderen
dit recht te erkennen en hun ervaring en goeden
wil in dienst van dit recht te stellen, opdat de
beste krachten van onze jeugd in. opwaartsche
banen worden geleid en niet verloren gaan in
stroomingen van beginsel- en illusieloozen. Het
verlossende woord voor de jeugd is nog niet ge
sproken. Ik hoop, dat een jonge intellectwele
werklooze liet zal doen, want misschien zou hij
daarmee zijn recht, over particuliere vermogens te
mogen beschikken, bewijzen.
J. DE VRIES