De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1934 19 mei pagina 2

19 mei 1934 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

De Groene Amsterdammer van 19 Mei 1934 N o. 2972 De Prof. Dr. D. Cohen v Het lot der Joden ? Twee herinneringen. Nog zie ik mij zelf al s kind gebogen, over een courant, waarin een proces te Xanten uitvoerig was beschreven. Een Jood stond er onder beschuldiging een kind te hebben ver moord, om het bloed te gebruiken bij het ceremo nieel voor het Paaschfeest. De aanklacht leek ongehoord en ons kinderen, die den ganschen ritus kenden, meer dan dwaas. Hoe kan, vroegen wij ons toen al af, vlak bij de grens een dergelijke beschul diging tot een aanklacht voor den rechter leiden? Maar de naam Xanten is er mij mijn geheele leven door in de gedachten gebleven. En dan de tweede herinnering: ettelijke jaren geleden; een groote zaal te Rotterdam, tot in de uiterste hoeken gevuld. Wederom een bloedbeechuldiging, nu in Rusland. De Jood Beilis was er van hetzelfde misdrijf aangeklaagd. Wij, als spre kers, namen het proces als uitgangspunt voor een betoog ten gunste van het Zionisme.- Beilis zelf werd vrijgesproken. Maar het Joodsche volk niet. Vanaf de twaalfde eeuw al gaat dit sprookje door de landen: dat tegen het Paaschfeest de Joden een Christen moeten vermoorden om zijn bloed te gebruiken. Men zegt dat het ontstaan is, omdat een stalknecht zich zelf van schuld wilde vrij pleiten en daarom een Jood Aanklaagde. Doch de oorsprong doet er niet toe. Het verhaal is in den loop der eeuwen telkens en telkens weer opgedoken en heeft honderden, zoo niet duizenden Joden den marteldood doen sterven. TJrtHeine's Rabbi vonBacherach" weet men, dat de verdenking alleen reeds gansche gezinnen kon doen. vluchten. Scharen Joden zijn er uit Duitschland om uitgeweken; tot in Voor-Aziëheeft het sprookje zich verspreid. Tientallen malen hebben kerkvorsten en rechters verklaringen gepubliceerd, dat het verhaal volkomen onwaar was en op ' bedrog berustte;' evenzoovele, ja nog meerdere malen is het opnieuw opgedoken en heeft het in al zijn gruwzaamheid en met al zijn noodlottige gevolgen zich vertoond. Op geen schijn van waarbeid berustend heeft het telkenmale opnieuw zich verheven als een grimmig spook dat door de Joden als het allerergste werd gevreesd. Onze tijd leek er voor gevrijwaard. De bescha ving deed verwachten dat het anti-semitisme met minder grove middelen zou werken. Men verwijt thans het Joodsche volk verschil in geaardheid, hyper-intellectualisme, internationalisme, wellicht sluwheid van geest, bedrieglijkheid van karakter. Men schrijft boeken over het wezen van het anti semitisme, waarin dit van ethnologische en psycho logische zijde wordt verklaard. De Jood kan eruit begrijpen, dat in vele landen waar hij woont, hij een te veel" is, en dat hij moet trachten elders een Woonplaats te vinden. Maar de aanklacht van ritueelen moord scheen in dit alles niet meer op haar plaats. Zij mocht geacht worden te zijn ver bannen naar den tijd, waarin dergelijke sprookjes oog niet door wetenschap en verlichtheid van geest konden worden onderdrukt. Bij de algemeene bevrijding van de primitieve volksinstincten, die eens de wereldopinie beheerschten, scheen ook dit sprookje overwonnen. Maar het is weer opgedoken in scherper vorm en meer verbijsterend dan ooit tevoren. ' . v* * Men heeft wel eens gezegd, dat het Jodendom in de ballingschap een missie vervult, door op be paalde stroomingen het eerst te wijzen, als slacht offer natuurlijk. Bij verscherping van economische toestanden, bij feilen godsdienststrijd, in tijden van sterke revolutionaire spanning heeft de geest, die over een volk wakker wordt, zich vaak het eerst door middel van de Joden geopenbaard. Toen in Rusland de zucht naar omwenteling ontstond, heeft de regeering haar een tijd lang met succes trachten af te leiden door pogrome tegen de Joden. De revolutie van 1933 in Duitschland heeft zich het eerst tegen de Joden gericht, pas Jater tegen de Katholieken, Protestanten en zoo vele anderen. De eerste April 1933 blijft in de geschiedenis de/.er revolutie als een historische dag bestaan. De boycot tegen de Joden, voor dien datum afgekondigd en daarop voltrokken, heeft niet alleen de wereld met afgrijzen vervuld, maar ook den geest van het nieuwe Duitschland ineens geopenbaard. Men heeft al wat is gevolgd daaruit kunnen aflezen: gebrek aan gevoel voor den medemensen; gebrek aan waardeering voor de meening van anderen; gebruik van alle machtsmiddelen van den Staat tegenover minderheden van ander ras of ander geloof. Een volkomen en bewuste ontkenning dus van begrippen, die in de maatschappij vrijwel overal als vaststaand voor menschelijkheid en recht gelden. De uitzonderingspositie, die het nieuwe Duitsch land ten opzichte daarvan wil innemen en met trots en kracht handhaaft, is op dien eersten April door de handeling tegenover de Joden onmiddellijk geopenbaard. Men is sinds dien tijd aan veel ge wend geraakt. Het afgrijzen, dat toen een groot gedeelte der menschheid beving, heeft plaats gemaakt voor kalme berusting. Een enkel maal, als in Duitschland of elders al te sterke verkrachting van recht en billijkheid geschiedt, windt de publieke opinie zich nog op; maar het gaat bijna reeds als in den grooten oorlog: men heeft, wat voor een jaar nog tegen alle wetten der beschaving scheen in te gaan, als gewoonte aan vaard en slechts het zeer bijzondere vermag de verbeelding nog te prikkelen. In hoeverre dit een achteruitgang is, mogen anderen dan de schrijver dezer rubriek beoordeelen. Hij wil er slechts op wijzen, hoe het alleen hieruit te verklaren is, dat het opduiken van het bloedsprookje zoo weinig beroering heeft gewekt. Toch kon het in de geschiedenis der wereld gebeuren dat op den eersten Mei 1934 Julius Stretcher, de nationaal-socialistische leider van Frankenland, die adviseerende stem heeft in de regeering van. het cultuurland Beieren, een nummer van zijn blad Der Stürmer" geheel aan het bloedsprookje heeft gewijd, met artikelen en illustraties, vol van de meest walgelijke aantijgingen en afbeeldingen en desondanks door de regeering van Duitschland op zijn plaats gehandhaafd blijft. Ik weet het wel: zelfs in Nederland komen pam fletten uit, waarvan men de artikelen en plaatjes niet gaarne in beschaafde kringen zal toonen. Maar hier zal men waarschijnlijk een wet uitvaardigen, die dit onmogelijk maakt; in het nieuwe Duitsch land echter is een geoorloofde uitgave niet alleen veel smadelijker, maar de redacteur behoort tot de hooge ambtenaren van staat en beweging, heeft het. lot van duizenden Joden (en. anderen) in zijn pro vincie en daarbuiten in handen'en maakt van. zijn macht en invloed ten volle gebruik. Zijn blad is van zoodanigen inhoud, dat het Verboden is, liet uit Duitschland te verzenden of mede te nemen; maar den redacteur en schrijver staat men toe het lot van duizenden menschen te bepalen, ofschoon hij beze ten is met den geest, die op elke bladzijde van ziju geschriftenen die zijner vrienden tot uiting komt. Het Joodsche volk klaagt niet meer. Het is teruggedrongen, zelfs in Duitschland, zoo niet wettelijk dan toch in feite, tot den toestand waarin het vele eeuwen geleden zich bevond: handel is den Joden geoorloofd, omdat de staat hen daarbij noodig heeft; uit de ambten echter, uit geestelijke, uit artis tieke beroepen, uit alle waarin hun medewerking kan worden ontbeerd, zijn zij teruggedrongen. Zij klagen niet. De ouderen leeren de les van eeuwen en berusten; de jongeren trekken hun eigen les en gaan naar het land, dat Israël wederom is toege zegd. Maar hun missie vervullen zij allen nog steeds : den Bijbel en den geest van den Bijbel te brengen aan de wereld, en daarnaast te wijzen, door eigen nood en verdrukking, op nieuwen geest die vaardig wordt. Hun geschiedenis is een afspiegeling van die der wereld: sterke toeneming van geloofsijver, van rasbewustzijn, vermeerdering en afneming van stoffe lijke welvaart, vrijheid van gedachte, emancipatie van verouderde begrippen en de terugkeer daar toe alles openbaart zich het eerst voor of tegen hen. De herrijzenis van. het bloedsprookje gaat niet alleen hun aan. Zij is een teeken op den weg van do historie der menschheid, niet verblijdend, wellicht, zelfs waarschuwend. Spreektaal Inderdaad: zér ten onrechte heeft de schoon heidscommissie gemeend de openluchtschool van. Ir. Duiker te moeten wegstoppen ! Maar de tennis hal c.a. aan de Apollolaan in nen adem noemen met die openluchtschool als een goed voorbeeld van functioneele architectuur" is toch wel koen t Men kan dit lompe, logge gevaarte, waaraan. iedere charme en sportieve levensvreugde vreemd is, waarin de luchtafvoerpijp als eeri afgod aan beden wordt (die afgod zit op het plaatje ,.zooals het er aan den waterkant zal gaan uitzien" achter de boomen, die er niet zijn !), men kan deze ver zameling van moderne" materialen, die daar ligt als een klodder ruwe kalk op een blad kostbaar fixeer, niet vergelijken met het werk van Duikeiv dat zuiver is, werkelijk functioneel, dat in platte grond en architectuur energie verraadt en ver toont, dat een werkelijk organische eenheid is en dat in zijn gespannenheid van wanden en vormen trilt van levensvreugde. Zoozeer Duiker's fijnzinnige werk een mani festatie is van de gedachte van onzen tijd: een, harmonische verbeelding van de door onze cultuurgevoelde oneindigheid, zoozeer is deze tennishal een demonstratie van wanbegrip der functies, een. (verre van fijnzinnigen) slag op de hoempa, tijdens het aanzwellen van een wijde fuga. Het is volkomen juist uitgedrukt, dat Amster dam nu moet boeten voor haar luxe neigingen. van voorgaande jaren". Laat ons hopen, dat het werkelijk een boetedoening zal blijken te zijn; die duurt tenminste niet eeuwig! G. ARENDSEN. Architect. Nieuwe uitgaven Geirupend'beton en ijzer in den Brugbouw, door Dr. Ir. J. Emmen. Uitg. H. J. Paris, Amsterdam. Een vergelijkend onderzoek naar de toepassing van ijzer- en gewapend-betonconstructies voor belangrijke bruggen. Tot het einde van de 19e eeuw werden als bouwstoffen voor het const.rueeren van. bruggen vrijwel uitsluitend gebruikt hout, steen en ijzer (staal). De, bij het ontwerpen van een brug belangrijke vraag, welk dezer materia len voor elk der onderdeelen van het kunstwerk moet worden toegepast, gaf tot dien tijd, althans in het laatste gedeelte van de vorige eeuw, zelden aanleiding tot bijzondere moeilijkheden. Hierin is echter verandering gekomen sinds omstreeks 1900 het gewapend-béton in. steeds toenemende mate in den brugbouw als constructiemateriaal wordt verwerkt. English Phrases and C'alchicords. In dialogues and playlets by (J. Nolst Trenité. H. D. Tjeenk Willink it Zoon. N.V. Haarlem. In een kleine honderd pagina's is hier een practisch boekje uitgegeven dat op origineele en uiterst leerzame wijze vele moeilijkheden van de Engelsche taal naar voren brengt. Nieuwe brochure van de N.V. Levensverzeke ring-Mij. NILLMIJ i-an 1859. J'aleisstraat 3. Den Haag. Jaarverslag 1933 van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Rotterdam. IN ONZE ETALAGE 0.80 MTR. BREED PER MTR. 0.70 CRETDNN! STALEN FRANCO XMDER ZONEN

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl