Historisch Archief 1877-1940
12
De Groene Amsterdammer van 26 Mei 1934
N o. 2973
Het tooneel en zijne
dienaren
t
feu
f;-'
f ,
f!
De directie van de Amsterdamsche Tooneel
vereeniging schrijft ons, naar aanleiding van
de critiek over de Drie Stuivers Opera van
onzen medewerker H. Scholte* het volgende:
Er is altijd iets verontrustends in, een criticus
plotseling de normen van zijn beoordeeling te
zien wijzigen wanneer men hem plotseling een
andere taal hoort spreken,.niet meer de taal van:
ontroerend" psychologisch knap" prach
tig van opbouw" en alle verdere gebruikelijke
kwalificaties, maar de taal van een nieuwen
geest die geboren is de periode van wereld
oorlog en wereldcrisis, die nu achter ons ligt
nieuwe idealen die aan de orde zijn", en hem
. uit deze fiïssche levenshouding het hem geboden
kunstwerk ziet veroordeelen als verouderd
défaitistisch morbide ongezonde kunst
inflatie van den geest", culmineerend in den
schreeuw: mijn God, zijn wij dan blind?" Dat
is voor den tooneelkunstenaar, die langer dan
vandaag den dag den geest van dezen tijd beluis
tert en het op te voeren oeuvre kiest juist uit
deze beluistering, die zich als opgaaf gesteld
heeft, het levend tooneel van dezen tijd te geven,
voor zooverre er van levend tooneel in. dezen
tijd nog sprake kan zijn,- angstaanjagend. Angst
aanjagend zou het zijn ten minste, wanneer je
niet te doen hebt met een baldadig kind, dat zich
in een donker hoekje van de trap verscholen
heeft en den argeloos bovenkomende plotseling
met een Indiar.en-gehuil van Boe-Boe" ontvangt
zoodat, wanneer je het electrische licht aange
stoken hebt kunt zeggen: ,,O, ben jij het maar?"
Maar van den tooneelcriticus Scholte van het
onafhankelijk weekblad de Groene Amsterdammer
verwacht men deze jongensachtige houding niet,
en dan is het oogenblik voor ons gekomen om
nadere inlichtingen te vragen om te vragen
wat bedoelt U?" Zegt wat gij meent in even
zooveel ronde woorden niet in litteraire, zeer
fraai gevormde halve aanduidingen, maar zegt
het ronduit; wij houden ons evenals gij, misschien
meer dan gij met den geest van dezen tijd bezig,
wij hebben er dus recht op precies te weten wat
gij bedoelt, opdat wij daarmede rekening kunnen
houden. Welnu, Scholte meent het moeras van
dezen tijd doorwaad te hebben, hij staat dus
op het droge hij heeft een nieuwe
gezichtseinder ontdekt, de hemel is opnieuw opengegaan
en niet alleen voor hem als mensen, ook voor
hem als kunstenaar-criticus; hij zegt: wat heb
ik nog met dit moeras te maken ? Ik, die een nieuw
land voor me zie?" Noem ons dan dit land, maar
noem het met name, dat wij ons oriënteeren
kunnen, want wij zitten nog midden in dit moeras.
Wij zien om ons heen niets dan ineenstorting en
verbitterd tegenhouden van de werkelijke waar
den, waaruit een nieuw leven zou kunnen groeien.
Eén ding staat in ons beider beoordeeling wel
vast, zoowel voor U, die op het droge staat als
Yoor ons, die nog tot onzen nek in de modder
zitten: dit bekende morbide geestelijke moeras
' is toch ontstaan uit dezelfde geestesgesteldheid
die den wereldoorlog heeft veroorzaakt, niet waar ?
Is het niet tot Uw bewustzijn doorgedrongen,
dat alle pogingen van den menschelijken geest
om een nieuwe, nog veel grootere debacle, om een
nieuwen, wereldoorlog te verhinderen, tot in den
grond mislukt zijn? Weet gij niet dat een nieuwe
wereldoorlog vlak voor de deur staat? Dat het
voor lederen staatsman in Europa niet meer een
punt is, of deze nieuwe zweer zal doorbreken,
maar alleen nog wannér zij doorbreekt on
danks de hopelooze poging van den Engelschen
aartsbisschop om een a. s.
ontwapeningsconfeCHAMPAGNE
KRUG
REIMS
Qualitéincomparable
rentie aan te sporen tot een vredelievende oplos
sing? Of is de winst van dezen nieuwen geest mis
schien uitgedrukt in het feit, dat een jongere
generatie zich blindelings stort in de zonden
die hunne ouders begaan hebben, of in het feit
dat zij deze ontwrichting halsstarriger en
onverbiddel jker willen bewerkstelligen? Hunkeren
zij niet naar een nieuwen wereldoorlog, met alle
gevolgen van een nieuwe inflatie van den geest
daaraan verbonden?
Noem ons dan n wortel op in het zieke sociale
of het zieke geestelijk bewustzijn, die uitgerukt is?
Of meent Scholte misschien, dat kunst en
meer in het bijzonder tooneelkunst daarbuiten
staat? Meent hij misschien, dat het tooneel
dien vluchtheuvel zou moeten vormen, waar de
opgejaagden een avondje in een idealistisch
hemeltje zouden mogen staren, dat
karakterlooze tooneelschrijvers voor hen een oogenblik
opengoochelen ? Als dat zoo is, laat hem dan
bij voorbaat gezegd zijn, dat wij daar niet aan
mee zullen doen. Meent gij dat wij aan het publiek
te zeggen hebben: Gij zijt eigenlijk helden ! In
U allen zit een held verscholen, die op een bepaald
moment zijn groote daad zal gaan verrichten?
Op een oogenblik, dat deze menschen dieper in
hun eigen lamlendigheid, in hun machteloosheid
gedoken zitten dan zij zelf kunnen beseffen?
Wat wilt gij eigenlijk, dat wij zeggen zullen?
Zeg het, maar zeg het precies. Draai er niet om
heen, zooals gij dat in deze critiek doet, en gij
zult dit te zeggen hebben, want gij valt onze
houding ten opzichte van het leven aan. Noem
ons drie stukken, waarin deze nieuwe geest"
zich manifesteert.
Tot zoo lang zullen wij ons niet schamen voor
uitingen in de Drie Stuivers Opera als:
,,Wach auf du verrotteter Christ,
Mach dich an dein sündiges Leben.
Zeig, was für ein Schurke du bist,
Der Herr wird es dir dann schon gcben.
Verkauf deinen Bruder, du Schuft.
of, zoolang er nog een werkloozenprobleem is:
, ,Erst kommt das fressen, dann kommt die Moral.''
A. VAN DALSUM
A. DEFKESNE
Ik moet mijn lezers om verontschuldiging vragen,
dat ik ditmaal mijn pagina in de Groene afsta aan
een verzoek om opheldering" ten aanzien van
overtuigingen, die te samen niet meer of minder
dan mijn heele credo vormen. Week aan week,
zoo vaak on voor zoover het tooneel mij daartoe
maar eenigszins aanleiding gaf en in een continu
teit van ontwikkeling, die mijn successievelijke
critieken zelf het beste kunnen verdedigen, heb ik
getracht dit credo te vormen. In zooverre schijnt
mij, wat ik thans schrijf, een noodeloos samen
vattende herhaling.
Ook in het laatste seizoen heeft ons tooneel stuk
ken vertoond neem b.v. ,.For Services
Rendered", Dinner at Eight", Towaritch", Men in
White", en daar hebt Gij, Amsterdamsche Tooneel
vereeniging, reeds de stukken buiten uw repertoire,
die Gij mij vraagt te noemen stukken, die door
hun waarachtige en actueele beteekenis of ten
minste door hun gezonde en hernieuwde levens
houding den toeschouwer aan liet denken brengen
over andere waarden dan alleen de schoonheid van
het gebaar of de ..prachtige" voorstelling, (leen
dezer stukken zou vijf jaar' geleden geschreven
kunnen zijn, van geen dezer stukken kwam men af
zonder den imügsten grond zijner' overtuigingen op
het spel te zetten, en nimmer heb ik hierbij met
,.aesthetische" critiek kunnen volstaan.
Ik zal echter de laatste zijn om te beweren, dat
niet deze stukken de overkant van het ..moeras"
bereikt is. Ik sta niet aan dien overkant, en met rni.j
niemand, allerminst althans '/.ij die nioonen er' te
zijn. Indien ik mij in het artikel Inflatie van den
Geest" iri naar het mij voorkomt ..ronde woorden"
en allerminst halve aanduidingen" tegen de
weHuis DUIN EN DAAL" - Bloemendaal
RUSTIGE LIGGING ** MODERN COMFORT
*»
Speciale arrangementen voor langer verblijf
dervertooning van de ,,Drie Stuivers Opera" ver
zet heb, dan deed ik zulks gelijk een simpele
overlezirig van dat artikel iedereen behalve moedwillig
bevooroordeelden zal duidelijk maken niet omdat
ik een of ander heil deelachtig ben geworden, doch
uitsluitend, omdat ik ook al zijn wij misschien
in. geen enkel opzicht verder dan het laagst moge
lijke punt, waarop de waarde van den
menschelijken geest in drie stuivers kon worden uitgedrukt
althans weiger, die waarde daarop te
stabiliseeren en daarop prat te gaan. Ik verzoek er nota
van te nemen, dat dit laatste liet woordelijke
citaat is van de conclusie van mijn artikel- Niet
om te ontkennen, dat wij allen in een decadente
jeugd die achter ons ligt, een oude wereld in scher
ven zagen gaan, niet om de duur gekochte ervaringen
van een noodzakelijk ,,va banque"-spel achteraf te
kleineeren, maar om de thans nog, thans weer gepro
pageerde wellust, dat men tot aan het hoofd in de
modder steekt en daarin futloos berust, viel ik de
,.Drie Stuivers Opera'' aan. En zoo ik dat bewogener,
overtuigder deed dan de voorstelling waard was,
dan was dat omdat ik U, leiders van de
Amsterdamsche Tooneelvereeniging, zie verstarren in Tlwe
geesteshouding van vijf of tien jaar geleden. Indien
(Jij het ,,angstaanjagend" noemt dat ik, met het
bewustzijn, dat het drama om ons heen toch altijd
nog grooter is dan dat op-tooneel, langzaam ver
ander, dan noem ik het angstaanjagend, dat Gij
niet veranderd zijt en blind blijft en smaalt op
allen, die ook al weten zij nog niet waarheen zij
gaan althans weten, waarvandaan zij wvg willen.
(lij presenteert ons thans een repertoire, dat vrijwel
letterlijk sinds de dagen van het Oost Nedeiiaudsch
Tooneel, vijf jaar geleden, was vastgelegd. liet
gros van Uw stukken en ik heb nimmer geaarzeld
dat te constateeren is immers tot twee, drie
fuiidamenteele ideeën te herleiden, die in U forma
listisch verstarde en oudbakken idee-fixen zijn ge
worden. Daarin ligt eensdeels Uw kracht, in zoo
verre ("Jij door Uw artistieke leiding, door de voor
dracht en de wijze van vertooning een eenheid en
een intensiteit van spel hebt weten te creëeren,
waardoor Uw ensemble in ons land hors concours
geworden is. Maar óók Uw zwakte, omdat Gij Uwe
nutteloos geworden, aan geen van de brandende
vraagstukken van den huldigen tijd, aan geen der
sindsdien gezochte, geestelijke uitdrukkingswijzen
meer beantwoordende analysen herhaalt, tienmaal
in een seizoen en vijftig maal sinds vijf jaar en bij
alle factoren, die een tooneelcrisis toch reeds ver
hevigen, nog het onnoodige verlies riskeert aan
sympathie bij den toeschouwer, die in U weerklank
zou willen vinden van wat in hem en in ons leeft.
en geen historisch overzicht van de decadentie
der ..jaren twintig".
Gij leeft nog in een over-aesthetischen tijd, den
tijd toen wij allen met vuur speelden en de asch
over ons hoofd strooiden. Gij meent, dat ik niet
duidelijk ben, omdat ik deze gelegenheid andermaal
aangegrepen heb om te getuigen voor zelfbezinning
en een herstel der geestelijke waarden. Twaalf jaar
geleden was ik niet duidelijk, toen ik in dezelfde
aesthetische vooringenomenheid, die U thans nog
altijd tot een overleefde décadence doet terug
grijpen, een fascistische studentenpartij wilde stich
ten, want toen wist ik niet welk een verschrikkelijk
ge-vaar die zoogenaamde schoonheid van dat fa
scisme in zich borg. Kinds ik dat weet en sinds ik
juist in de verscheurdheid van het huidige Europa
dezelfde gevaren zie, waarop Gij doelt, stel ik mijn
radicale en openhartige overtuigingen lijnrecht
tegenover Uwe staan-gebleven vreugde aan hot
bederf: een machtelooze houding, waardoor Gij
onwetend een gevaar eer aanroept dan bezweert.
een gevaar dat wij niet dan mot uiterste energie,
en koelbloedigheid, met een krachtsinspanning.
waarin l'\v machteloos defaitisme achterblijft.
allen te samen zullen kunnen afwenden.
1IKNHIK SC1IOLTK
Last van U w zenuwen?
Spoedig weer opgewekt en gekalmeerd met
Mijnhardt s Zenuwtabletten
Buisje 75 et. Bij Apoth. en Drogisten.